maandag 15 april 2024

Doodsbedreigingen

Het internet is een plek waar mensen kontakt met elkaar hebben via technologische kanalen, en die kanalen lijken meestal veel meer ruimte te geven om je te uiten en om elkaar te begrijpen, dan ze eigenlijk doen. Het is heel makkelijk elkaar verkeerd te begrijpen, het is heel makkelijk om elkaar niet te begrijpen, en het is ook heel makkelijk om alles zo te lezen, dat het past bij wat je denkt dat je begrijpt.

Dat komt bijvoorbeeld al door het gebrek aan lichaamstaal. Dat kan je al merken door te vergelijken hoe goed je met een telefoongesprek jezelf uit kan drukken, met hoe goed het gaat als je samen koffie gaat drinken. Mensen praten niet alleenmaar met elkaar door de informatie die ze door willen geven, maar ook hóé ze het zeggen, en hoe ze zich gedragen rondom wat ze zeggen.

Je hebt bij een kop koffie met elkaar ook veel aan wat er gebeurt op het gezicht van degene die niet aan het woord is. Alleen al aan de ogen kan je zien hoe goed je begrepen wordt, en hoe je woorden vallen. Je hebt als je echt bij elkaar bent toch meer communicatie dan alleen de woorden die gezegd worden, kijk maar naar oude dametjes die haast geen woord zeggen als ze bij elkaar zitten na de kerk, maar toch hele gesprekken voeren met hun lichaamstaal.

Natuurlijk heb je dat niet in tekst, maar ook niet in filmpjes, die toch minder laten zien dan je denkt. Vooral korte selfie-filmpjes maken meer onduidelijk dan duidelijk. En als je kijkt naar hoe kort mensen zijn gaan schrijven van al het plotselinge reageren, en dan ooknog door te moeten typen op hun telefoon, dan blijft er heel weinig zeggingskracht over. En mensen zijn zich daarnaar aan gaan passen.

Dat is niet helemaal per ongeluk zo gegaan. De sociale media-platforms hebben heel weinig extra bij te dragen vergeleken met de generatie sociale platforms op internet die daarvoor kwamen, maar ze zijn wèl veel beter geworden in heel subtiel te doen alsof je veel meer sociaal kontakt hebt met de mensen die erop zitten. Ookal blijft je sociale kontakt even onduidelijk en onvolledig als alles wat daarvoor kwam. Er is veel werk en geld in gestopt om het als meer en duidelijker te laten voelen dan het is. En dat heeft gevolgen.

Hele gewone mensen zijn online opeens schreeuwende papegaaien, horkerige varkens en krijsende apen. Ook de mensen die offline de hele tijd klagen over dat het internet zo'n verschrikkelijke plek is. Misschienwel vooràl die mensen. En je krijgt dus ook dat ze, vooral tegen de mensen die ze ervoor aanzien dat die groter zijn, en dus alleen naar heel luide geluiden luisteren, heel lawaaiig worden.

Mijn blogje is klein, maar het is groter geweest. Vier regels en twee kolommetjes in Google, en een heleboel hits op de volgende pagina's. Dat zien mensen al als groot. En daar moet tegen getierd en gedreigd worden, want anders maak je niet indruk op zo'n kolos, vinden mensen. En helaas horen daar doodsbedreigingen bij, en die heb ik een hele poos meerdere keren per dag gekregen.

Het was best opvallend, want ik had ze in mijn reaktiepanelen verwacht. Het was zelfs een belangrijk stukje twijfel toen ik mijn blogje set-upte, zal ik reakties toestaan als het kan gebeuren dat er doodsbedreigingen op komen te staan? Maar die bleven daar grotendeels weg. Ja, er zaten wel doodsbedreigingen tussen, maar dat viel onwijs mee. In mijn mail ging het er veel harder aantoe.

Gelukkig heeft Blogspot wel een soort filter op de reaktiepanelen, waarmee ze veel van de bedreigingen al van mijn reaktiepanelen schrapten voordat ik ze zelfs maar gezien had. Er waren in mijn "spam" filter netzoveel reakties als die uiteindelijk gepubliceerd werden. Daarvan waren de meeste onterecht weggefilterd, maar er zaten ook best veel bedreigingen en scheldpartijen bij.

Ik heb nooit het adres zondares@gmail gehad, dat was al bezet. Ik wil aan de bezitster van dat adres wel mijn exkuses aanbieden, want die moet de volle laag hebben gehad van mensen die logisch dachten dat dat mijn mailadres wel zou zijn. De mailadressen die ik wel open heb gehad, kregen immers genoeg om je een nogal negatief beeld van mijn lezers te geven. Echt, mijn blog schrijf ik niet voor de meeste mensen die me gemaild hebben.

Je kan dus wel zeggen dat ik op mijn eerste doodsbedreiging zat te wàchten. Je hoorde er veel van in het nieuws, het was iets waartegen er oproepen waren om de overheid er wat aan te laten doen, je had ergens het idee dat het een kwestie van wachten was als je op internet ging schrijven. Ik had er al over gepiekerd hoe ik ermee om zou gaan, en daar had ik veel ideeën over. Allemaal onzin natuurlijk.

Toen ik mijn eerste doodsbedreiging kreeg, was het eigenlijk een soort anti-climax. Al dat schrapzetten leek een beetje dom en overdreven toen ik hem las. Ik werd er ook niet echt warm of koud van. Ik had meer horrorfilm verwacht, en meer bloedstollende beschrijvingen, en meer geloofwaardigheid, en meer emotie, en meer haat en kwaadheid, en meer specifiek op mij slaande commentaren, en meer redenen om me te haten, en meer hoofdletters en interpunctie.
hoer ik maak je dood je gaat bloeden
Nou, van dat kunststukje stolde mijn bloed niet echt. Ik vond het eigenlijk nieteens een doodsbedreiging, want het kwam gewoon over als een beetje geblaf van iemand die dat tegen iedereen brult. Maar ja, het was wel als je officiëel kijkt mijn eerste doodsbedreiging, ookal was hij nog zo slap en maakte hij nog zo weinig indruk. Niet echt om in te lijsten vond ik.

Later kwamen er meer, en betere. Vooral toen ik over de zieligheidsindustrie begon te schrijven, over pooiers, en over de loverboy-mythologie. Die doodsbedreigingen waren ook niet onzinnig geblaf, die waren bedoeld om me te intimideren en me af te schrikken. Tegen die tijd was ik alleen al wel wat gewend, door alle boze blafbedreigingen. Ik kon er met wat meer afstand naar kijken.

Wat meer afstand, maar ergens raakt het je toch wel. Ookal is het maar een beetje. Het is tòch moeilijk om het helemáál te negeren. Alleenal om te weten dat iemand je bang wil maken, dat iemand wil dat je slecht slaapt, dat je je bedreigd voelt, dat voel je toch wel. Ookal is het alleenmaar een soort teleurstelling dat er zulke mensen zijn, die zo naar willen zijn naar andere mensen toe.

Als je maar weet dat een doodsbedreiging alleenmaar wordt gedaan om je op te kloten, en iemand die je wat aan wil doen het hele bedreigen gewoon zou overslaan, maakt dat het wel veel verteerbaarder. Die doodsbedreigingen worden dan meer een slechte grap, en een teken dat iemand niet goed bij zijn hoofd is. En het is natuurlijk héél fijn dat ik mijn anonimiteit goed heb beschermd, want dat zorgt dat ook de echte gekken die me wat willen aandoen, me niet kunnen vinden.

Het was dus ook even slikken toen er een bedreiger in mijn mail en mijn reakties opdook die dichtbij leek te komen. Hij kwam met een hele reeks bedreigingen, vlaknadat ik bij de zieligheidsindustrie echt wat opschudding had veroorzaakt. Dat was toen de zieligheidsindustrie nog niet had gezien dat uitéíndelijk niemand naar hoeren luistert, hoeveel we ook onthullen, hoe goed onze argumenten en ons bewijs ook zijn.

Die bedreiger wist me wat dingen over mijn identiteit en mijn dagelijkse gewoontes te vertellen. Niet genoeg om me echt te kunnen identificeren, maar wel dingen die ik niet wist dat ik gelekt had. Dat maakte me wel ongemakkelijk. Ik zal ze hier natuurlijk niet herhalen, ik moet het niet makkelijker maken voor de mensen die er een hobby van maken mijn identiteit te ontdekken. Maar deze bedreiger was verder gekomen dan wie ook daarvoor.

Ik deed wat je het beste kan doen met bedreigers, ik negeerde hem. De stroom mailtjes en reakties bleef een paar weken doorgaan, en verpieterde toen. Tijdens het verpieteren begon hij ook steeds meer te gokken, en kwam hij met steeds meer opmerkingen die als een lul op een drumstel sloegen. In het begin had hij al zijn goede gokken opgebruikt. En toen hield het op. Hij heeft me nooit vermoord.

Voor dit stukje heb ik wel al die mailtjes enzo aan mijn hulpploeg laten zien, vooral mijn internetgoeroe en mijn statistiekmannetje zijn bestwel goed in dingen natrekken op internet. Met wat hij geschreven had konden ze nietzoveel, behalve me geruststellen door me te late zien dat het allemaal dingen zijn die iemand uit mijn teksten zou kunnen halen voor een goeie gok, dus dat hij niets méér wist dan ik zelf al had opgegeven.

Waar ze meer mee konden, was de metadata van zijn mails, en met de foto's die hij had gestuurd. De metadata van de mails kwam van Gmail af, en van overheidsservers. Maar het interessantste vond ik de foto van een kogel die hij me ooit had gestuurd, met het bericht "Deze is voor jou. Hij gaat recht door je hoofd.". Die werd door KSP al meteen herkend: "Is dat geen Action NP? Nederlandse politiekogel met die oranje plug?"

Het spoor van die bedreiger liep dood, want ik ben geen overheidsdienst. Er was in wat hij had gestuurd wel veel terug te halen over zijn werktijden, er waren een paar andere plekken op internet gevonden waar hij rondhing, we hadden een Apple-ID, we hadden een paar oude IP-adressen, en mijn statistiekmannetje en mijn internetgoeroe waren het er hartgrondig over eens dat de man digibeet was, maar daar hield het wel op. Niets wat echt hard bewijs was, en we hadden niet de illusie dat de politie er wat mee ging doen. Dus dat gaat nergens heen.

Deze bedreiger deed alsof hij een pooier was. Eigenlijk deden de meeste bedreigers in die periode alsof ze pooiers waren. Ik denk niet dat er ooit echt een pooier tussen heeft gezeten. Het waren vooral meiden van in de zieligheidsmolen die deden alsof ze pooiers waren, en me verwensten en bedreigden alsof het schuim ze om de mond stond. Het was nooit moeilijk om te zien wat ze eigenlijk waren, die meiden waren niet goed in het verstoppen van hun echte persoonlijkheid of hun identiteit.

Je pikt pooiermeiden er zó uit. Ze hebben bepaalde maniertjes, ze vinden bepaalde dingen belangrijk, en ze denken over bepaalde dingen dat ze je erg zullen steken. Dat geldt ook voor feministen trouwens, ik pikte de feministen die deden alsof ze pooiers of andere mannen waren er ook meteen uit. Feministen hebben géén idee over hoe mannen werken, dus als ze die na proberen te doen komen ze over alsof je een slechte poppenkast zit te bekijken.

Ook religieuzen doen een dodelijke duit in het zakje. Moslims zijn heel direkt in dat ik doodgestenigd of verbrand zou moeten worden, ik heb ook van ultra-orthodoxe Joden wat van hetzelfde gekregen, maar Christenen vielen me het meest tegen. Christus stond aan de zijde van hoeren, maar Zijn volgers zijn me aan het doodsbedreigen. En dan niet zo direkt en open als de Moslims, maar met omslachtige termen als "Je zal sneller voor de Here staan om je te verantwoorden dan je denkt, daar sta ik voor in!"

Een andere hele belangrijke groep is de types die eigenlijk niets met het vak temaken hebben, en ook niets temaken hebben met de bewegingen en groepen die tegen hoeren optreden. Losse internetmannetjes die iets zoeken om zich boos over te maken, en om zich een hele bink bij te voelen. Losse flodders die hun flauwe verhaaltjes willen onderstrepen met doodsbedreigingen, om nog íéts van een kans te hebben serieus te worden genomen.

Wat me altijd opviel aan die typetjes, was dat ze ondanks al hun opgeblazen verontwaardiging en hun belijdenis van hun dodelijke voornemens, altijd wel een beetje aan het geilen waren. Je kon het gewoon proeven aan hoe ze schreven, althans dat kan je als je al zo lang hoert als ik. Het bedreigen was hun smoes om lekker met een hoer om te gaan, op een manier die ze voor zichzelf konden verantwoorden. En die eindigde in hun hand.

Ik had na mijn stukjes over feminisme een golf boze feministes verwacht, maar dat viel eigenlijk wel mee. Er waren er een paar, maar ik kreeg er stukken meer op mijn nek als ik een kritisch stukje over Renate van der Zee, Honeyball of Jojanneke had geschreven. Ik weet eigenlijk niet waarom, ik had gedacht dat ik er een heleboel feministes boos mee zou maken, maar die hebben het waarschijnlijk gewoon niet gelezen. Je blijft geen feminist als je niet heel erg je koppie binnen die bubbel houdt.

Van al deze groepen kon je wel verwachten dat ze me proberen te intimideren. Het zijn allemaal groepen die met intimidatie werken, het zijn allemaal groepen die zich makkelijk boos maken. Maar ik kon het echt niet zien aankomen van de groep die me, als ik het nu eens allemaal optel, de meeste doodsbedreigingen heeft gestuurd. Niet alleen de meeste, maar meer dan alle andere groepen bijelkaar.

Ik heb deze groep eigenlijk vooral genegeerd. Vooral omdat ze makkelijk te negeren waren, omdat ik ze niet echt zag als iets relevants voor mijn blog. Het was een vluchtige blik, en dan "markeer als ongewenste mail" terwijl ik het alweer vergat tijdens de volgende mail of reaktie. Maar bijelkaar zijn het er gewoon heel veel geweest. Nieteens alleen uit Nederland, maar ook heel veel uit het buitenland. En heel veel door mensen die duidelijk mijn blog niet hadden gelezen.

Die grootste groep is de intactivisten. Dat is een groep mensen die aktivistisch is tegen mannelijke besnijdenis. Er zijn mensen, bestwel véél, die zich daar ontzèttend druk om maken. En die maken zich niet alleenmaar druk om besnijdenis, maar vinden het ook ontzèttend belangrijk dat niemand zich positief over besnijdenis uit. Vooral als je in de seksindustrie zit, lijkt het wel.

Ik werd door kennisjes uit de porno-industrie al gewaarschuwd. Je moet niet dingen gaan zeggen waar de intactivisten zich druk om maken, want die zijn tot enorme heisa in staat. Als er bekend wordt dat je liever mannen zonder slurfje neukt, werpen ze zich met duizenden op review sites om al je produkten omlaag te stemmen. En gaan ze geruchten in omloop brengen dat je een racist bent, en aan de drugs, en dom, en goor. In de porno is dat een groot risico natuurlijk.

Voor hoeren is het risico aanzienlijk minder, en daarom heb je ook minder hoeren dan pornosterretjes die kirren dat ze zo verschrìkkelijk kletsnat worden van zo'n heerlijke geile smegmafabriek, maar waarom zou je je op je nek halen wat die intactivisten allemaal uit de kast halen als je je uitspreekt? Veel makkelijker om ze gewoon niet boos te maken, want uiteindelijk maakt het voor jouw leven toch niet uit of je er de waarheid over zegt of niet.

Je moet dus ook wel een echte muts zijn om ze voor het hoofd te stoten. Twee keer zelfs. En de tweede keer omdàt de eerste keer zoveel stof liet opwaaien, en daarmee bedoelde ik natuurlijk vooral de mesthoop die opeens mijn inbox inrolde. Daar zaten veel doodsbedreigingen bij, en daarmee komen ze meteen met een stip op 1 met het áántal doodsbedreigingen. Ookal voelden veel van die bedreigingen aan alsof ze naar het verkeerde adres was gestuurd.

Wat me meteen opviel aan die doodsbedreigingen door die intactivisten, was dat het zo weinig temaken had met wat ik had geschreven. Als een pooiermeid of een zieligheidsindustriëel me bedreigde, kookte ze altijd zo'n beetje over, over wat ik had geschreven. Het was nooit moeilijk te zien welk zinnetje haar buiten zinnen had gedreven. Maar met het merendeel van die intactivisten was het duidelijk dat de meeste nooit een letter van het stukje hadden gelezen waarvoor ze me kwamen bedreigen.

Het is ook de enige groep mensen die me kwamen bedreigen terwijl ze geen Nederlands spraken. Ik ben wel bedreigd in gebroken Engels, maar ik denk dat dat wel door mensen was die Nederlands kònden spreken, maar dachten dat ze enger en intimiderender waren als ze Engels spraken. Bij die intactivisten heb ik bestwel veel Amerikanen in de inbox gehad die volgens mij alleen van horen zeggen hadden wat mijn idee over pisvelletjes was.

Nouja, over intactivisten moet ik maareens een eigen stukje schrijven. Ik heb er genoeg materiaal voor zo langzaamaan, en ik hou me hier even bij de doodsbedreigingen. De bedreigingen die ik van de intactivisten kreeg, waren duidelijk geen reakties van mensen die gelezen hadden wat ik schreef. Het was sekte-achtig geschreeuw, en oproepen om mijn identiteit openbaar te maken omdat ik me niet langer mocht verstoppen voor de "consequenties" van wat ik vond.

Misschien was ik van ze geschrokken als ze meteen al aan het begin van mijn blogje waren gekomen. Maar toen zij aan de beurt waren, had ik al zoveel doodsbedreigingen gehad, dat ze me niet zoveel meer deden. Eigenlijk was het meer afmeten aan hoeveel doodsbedreigingen ik kreeg, hoeveel impact ik had op het publieke debat. Als ik iets kritisch had geschreven, en de doodsbedreigingen namen niet toe, dan had ik de plank misgeslagen.

Iedereen op internet krijgt doodsbedreigingen, het is altijd een klein deel van je engagement. Als je veel ogen op je stukjes krijgt, krijg je er meer. Dat hoort erbij. Maar ik krijg met mijn hoerenblogje wel meer haat dan een kookblog, want er is meer haat tegen hoeren dan haat tegen thuiskoks. Ookal slaat dat nergens op, want er valt niets te haten aan hoererij. Misschien maakt dat die mensen wel extra boos.

Doodsbedreigingen heb ik altijd een zwaktebod gevonden. Ja, natuurlijk geven ze een bepaalde extra serieusheid aan hoe boos iemand op je is, maar tegelijk nemen ze ook weg dat je je druk moet maken over de persoon die je doodsbedreigt. Het is altijd een zwaktebod, het is nooit geloofwaardig, en als je op je anonimiteit hebt gepast, is het zelfs een beetje belachelijk. Het is machteloze boosheid vanaf iemand die geen argumenten heeft.

Uiteindelijk doen doodsbedreigingen me niets. Dat had ik vantevoren niet verwacht, want ik ben best een bang vogeltje soms. Maar het kostte me heel weinig tijd om te leren wat ze waren, en hoe ik me erbij kon voelen. Na mijn derde doodsbedreiging was ik al niet meer zo emotioneel geraakt. En elke doodsbedreiging daarna liet me hooguit lauw. Ze waren wel interessant, want ze laten zien hoe de doodsbedreiger over je denkt. Lauw, maar kóúd laat het me nooit. Daar ben ik toch te empathisch voor denk ik.

Al heel lang kan ik niet meer bij mijn feedback-mailadres. Dat heeft Google afgesloten. Ik mis het wel om te kunnen kijken naar wat mijn lezers me toesturen, want daar zat veel bij dat recht uit hun hartje kwam, en veel meiden die wat goede raad nodighadden. En ik mis dat. Maar ik mis eigenlijk ook de doodsbedreigingen, want die lieten me voelen dat ik een vuur had ontstoken in harten van hatelijke mensen. En ik hoopte dat dat vuur ze schoon zou branden. Ookal weet ik dat dat nooit zal gebeuren.

Ik ben niet zo dapper. En ik had me vanaf het begin al zorgengemaakt dat ik me door de eerste doodsbedreiging in mijn schulp zou laten terugjagen. Ik had in mijn wildste fantasie niet voor kunnen stellen dat ik die doodsbedreigingen motiverend zou vinden. En ik had ook nooit verwacht dat de verlammendste reakties zouden zijn als mensen me ophemelen, en me vertellen hoeveel ze zich verheugen op een superbelangrijk stukje over een superbelangrijk onderwerp. Het is maar goed dat die haters dat nooit over hun hartje kunnen krijgen.

maandag 1 april 2024

Pasta Puttanesca

Je kunt geen kookblog bijhouden zonder een beetje context. Er zijn genoeg saaie lijsten met recepten op internet, maar niemand zit te wachten op een nieuwe Allerhande. De beste kookblogs, en de kookblogs die mensen blijven lezen, zijn de blogs met een persoonlijke noot. Je wilt de Kookzusjes volgen, en dat is niet alleen vanwege hun recepten of voor de sluikreclame. Je volgt De Keukenprins vanwege zijn olijke opmerkingen, en daarom maak je zijn recepten ook. De context is alles, het is aankleding voor de gerechten die je op tafel zet. Koken is emotie, eten is een sociaal proces, je eet het verhaal van het gerecht net zo goed als het gerecht zelf. Je ziet het bij heel veel succesvolle receptenpagina's: landschaps-shots, foto's van de schrijfster met een glas wijn in haar hand, en natuurlijk een smaakvol opgemaakt bord op een rustieke tafel met zorgvuldig neergelegde thematische accenten er omheen, liefst een beetje overbelicht en overgesatureerd.


Dan is het nu tijd voor het recept waar ik naartoe aan het bloggen ben geweest: Pasta Puttanesca, oftewel Hoerenpasta! Een lekker en makkelijk recept wat je in een wip op tafel hebt.

Je hebt natuurlijk een goede pasta nodig. Je kunt toe met een pasta uit de supermarkt, of als je er heel veel werk van wil maken kun je zelf pasta maken, maar in de speciaalzaak vind je Bagiasca pasta, en dat is wat de echte kenners gebruiken. De vorm van de pasta moet een zwaardere soort spaghetti zijn, een linguini of een macaroni. Puttanesca heeft dat nodig voor de bite, te slap moet het niet worden, dat werkt niet lekker.

De saus heeft een tomatenbasis, en dan is je keuze voor een goede tomaat het belangrijkste. Je kan denken dat je met verse tomaten het beste af bent, maar een goede saus kun je het beste maken van een type tomaat dat beter overleeft in een blik dan in een schap in de supermarkt. Kijk niet neer op ingeblikte tomaten! Ik kies meestal voor Italiaanse ingeblikte tomaten, omdat ze zachter van textuur zijn, maar voor dit gerecht kies ik het liefst Spaanse tomaten, die iets grover zijn. Ik hou wel van een beetje stevig.

Een blikje ansjovisjes mag niet ontbreken. Het wordt geen Puttanesca zonder die visjes, dus het is niet iets wat je kan ruilen voor wat anders. Er zijn mensen die hun neus ophalen voor de vissigheid, maar zoals elke hoer weet kan je vissigheid goed tegengaan met een gepeld teentje knoflook erin, en dat hoort ook in dit recept. Wel achteraf even langs de GGD natuurlijk.

Je hebt voor dit recept ook zwarte olijven nodig. Probeer er genoeg over te houden voor de pasta, want ik snoep ze altijd op tijdens het koken. Ik weet niet wat het is, maar ik kan gewoon niet van zwarte olijven afblijven, voor ik het weet heb ik ze weer in mijn mond gestopt.

Tenslotte moeten er nog een handje gezouten kappertjes in, en een rood pepertje. Zout heb je niet nodig, want dat zit al genoeg in de ansjovis en in de kappertjes, en het rode pepertje zorgt voor de warmte in het recept. Je kan zelf kiezen hoeveel rode peper je in je saus stopt, of je zoekt naar wat warmte, of naar een hete ervaring. Heet hoeft niet altijd, het kan ook gewoon een lekkere olie-achtige zoute hap worden aan het eind, ook heel bevredigend.

Neem een diepe pan met een dikke bodem, en verhit op een middelhoog vuur een flinke scheut goeie olijfolie. Die olie gaat veel van de smaak en de textuur dragen, dus je mag best gul zijn. Gebruik een olijfolie die bedoeld is voor bakken, want Extra Virgin is danwel duurder, waardoor de meeste mannen een bijzonderdere ervaring verwachten, maar eigenlijk kan het niet tegen de hitte, en wordt makkelijk bitter als je er teveel van vraagt. Olie die weinig meer met maagdelijkheid te maken heeft is veel flexibeler, en werkt beter mee voor een goeie ervaring. Gelukkig is veel van wat als Extra Virgin olie verkocht wordt, eigenlijk niet zo Virgin, en de meeste mensen merken het verschil toch niet.

Als de olie heet is, voeg je de fijngesneden rode peper toe. Laat dat even bakken, en doe het vuur lager, zodat je de knoflook erbij kan doen. Zorg dat de olie niet tè heet is, want dan wordt je knoflook bitter. Laat de temperatuur rustig dalen tot het net boven het kookpunt is, en voeg dan de ansjovisjes toe. Die lossen bijna meteen op, en roer tot ze helemaal los zijn. Leeg het blik tomaten in je keukenmachine, en pureer het even op hoge stand, het moet liever niet helemaal glad worden. Stukjes erin zijn lekker. Voeg daarna de tomaten toe aan de saus, en stel het vuur bij zodat het zachtjes lui pruttelt.

Breng water aan de kook, met een flinke snuf zout erin, voor de pasta. Terwijl het water opwarmt moet je een paar keer de saus omroeren, om te zorgen dat hij lekker indikt, maar niet aanbrandt. Dat zorgt er ook voor dat de olie en de tomaat goed met elkaar blijven mengen.

Als het water kookt, gooi je de pasta in het water, met een flinke lepel zout. Dan is het tijd om het teentje knoflook uit je saus te vissen, en als hij nog niet uit elkaar gevallen is, prak je hem met een vork, en gooi je hem terug. Dan gooi je de kappertjes en de olijven bij de saus, en zet je het vuur onder de saus uit. De warmte in de saus is dan genoeg om alles precies gaar genoeg te krijgen. Proef even om te kijken of je het nog wat op moet peppen met wat oregano.

Zodra de pasta al dente is, giet je hem af in een vergiet en spoel je hem snel om met koud water. Dan maak je een mooie krul pasta midden op een groot plat bord, en lepel je de saus over de pasta heen. Saus moet in de pasta trekken, en dan ben je klaar. Hoerig lekker!

Vijftien jaar bloggen over prostitutie heeft me genoeg context gegeven voor dit recept van Pasta Puttanesca, dus nu is het tijd om vijftien jaar te bloggen over de zeevaart zodat jullie optimaal kunnen genieten van mijn zalige recept voor Pasta Marinara. Ik begrijp dat veel van mijn oude lezers daarop afhaken, omdat ze vooral interesse hebben in mijn verhalen over prostitutie, maar vijftien jaar is genoeg tijd om een nieuw lezerspubliek aan te werven.

Bon appetit!

maandag 18 maart 2024

Papa in de peeskamer

De hoererij is een plek waar een hoop folklore rondgaat, en wordt geslikt als de waarheid. Dat is ook niet zo raar als je kijkt naar hoeveel onzin er over ons in de media rondgaat, er is gewoon geen nuchtere informatie om als basis te nemen, dus roddels en folklore vullen dat dan snel in. Ik heb daar al eens een stukje over geschreven, en daar ga ik dus deze keer niet in de diepte opin.

Er gaan heel veel verhalen rond die legendes blijken te zijn, maar die toch bij hoog en bij laag worden beleden als echte ervaringen, vaak van een vriendin van een vriendin. Ik heb intussen zóveel van die verhalen zien ontrafelen als je er eens navraag naar doet, dat ik eigenlijk èlk sterk verhaal niet meer geloof. Verhalen over hoeren moet je niet zomaar geloven, maar verhalen van binnen het hoerenwereldje zijn echt niet beter. Je kan een hoer alleen geloven over wat ze zelf meegemaakt heeft, anders zit je voor je het weet naar roddels en urban legends te luisteren.

Dus het is best leuk als je eens hoort van een legende die al heel vaak rondgaat, waar iemand ècht ervaring mee heeft. Van die dingen waarvan iedereen weleens het verhaal heeft gehoord, maar wat je uiteindelijk nooit tegenkomt bij de mensen in je omgeving. Zo eentje is dus het onderwerp van vandaag, want ik hoorde een poosje geleden van iemand die zelf eens meemaakte wat al heel lang een bangmaakverhaal is wat rondgaat.

Je hoort het ook vaak in interviews vragen: wat nou als je vader opeens in het bordeel staat? Met de ondertoon of je dan opeens gaat onderkennen dat je in het felle licht van de blik van je ouders je zondigheid gaat onderkennen, want er is zo'n idee dat ouders een hoer als kind zouden verstoten. Het gaat er dan nooit over hoe je die ontzettend gevoelige situatie zou aanvliegen, dat is niet interessant, het is vooral de bedoeling om een ijselijk beeld op te roepen.

Nou ja, ijselijk voor de hoer dan. En voor haar vader. Maar niet ijselijk voor de lezer, want intussen heb ik ook wel een beetje door hoe de seksualiteit van de gemiddelde Nederlander inelkaarzit, en er zijn veel, héél veel mensen die het toch wel warm krijgen van incestfantasietjes. Dat is een ingewikkeld onderwerp, waar ik een stukje over in de maak heb, maar dat dreigt onleesbaar lang te worden, dus dat moet nog even rijpen.

Het is dus voor veel mensen van buiten een geil idee, de hoer die door haar vader verrast wordt. Opeens komen beiden erachter dat ze in een incestueuze situatie zitten. Heel pikant. En daarom zijn er ook heel veel verhalen over, en die verhalen bouwen flink op die incestfantasie. Veel van die verhalen komen van buiten de industrie, dat merk je aan het gebrek aan realisme, maar je hebt er ook die door hoeren verzonnen zijn.

Wat je het het meeste hoort is natuurlijk een verhaal over de meid die achter het raam staat, en wordt gezien door haar Pa die aan het wandelen is. Pa is alofniet op zoek naar een nummertje, maar ze staan ineens oog in oog, en ze is ontmaskerd. In principe zou het kunnen, maar je hoort deze tòch vooral als roddel, en je komt hem in de echte wereld opvallend weinig tegen. Maar hij bestaat wel.

Dat komt vooral omdat de meeste meiden niet dom genoeg zijn om achter de ramen te gaan staan in een stad waar de mensen uit hun kringen komen. En achter het raam gebruiken we veel pruiken, en we gebruiken andere make-up dan onze eigen kringen van ons gewend zijn, en mannen herkennen je dan heel snel niet. Mannen denken dat ze door make-up heen kunnen kijken, maar ze zijn er ontzettend makkelijk mee te misleiden. Je zou veel meer risico lopen met vrouwen uit je kringen die door de buurt lopen.

Het komt wel voor, want niet iedereen is verstandig. De beroemde misèreporno-verkoopster Linda van Goch, die veel geleurd heeft met loverboyverhalen, en schoolkinderen vol probeert te gieten met "voorlichting" over haar onzinverhalen, stond ooit achter een raam toen ze door een familielid werd herkend. Dat is de aftrap geweest voor haar hele kruistocht om Nederland te laten geloven in loverboyverhalen, zodat zij zou vrijlopen. Lees hier maar. http://zondares.blogspot.nl/search?q=goch

Ik heb wel een verhaal gehoord van een meid die opeens haar neef voorbij zag komen met een zootje dronken vrienden. Die herkende haar niet. Ik heb ook het verhaal gehoord van een meid die een ex opeens voor haar raam had staan. Die herkende haar ook niet. Pruiken en make-up werken niet als iemand echt goed kijkt, of naar je op zoek is, maar voor de snelle blik is het genoeg.

De verhalen die rondgaan zijn veel pikanter. Niet alleen de vader die aan je raam staat, en zijn wereld die dan instort als hij zijn lieve dochtertje als hoer ziet, maar vooral ook de verhalen waar veel meer seks in zit. Er is duidelijk over die verhalen nagedacht, om te zorgen dat Pa's pik in dochter terechtkomt, op een manier die de verteller geloofwaardig vindt. Want dat is waar de verteller warm van wordt.

Als milde voorbeelden heb je dan dat Pa een meisje bij zijn wip laat komen om een triootje te maken, en hij gepijpt ligt te worden als zijn dochter opeens als derde binnenkomt. Of de stripper die haar slipje het publiek ingooit, met de belofte dat wie hem terugbrengt een gratis nummertje mag, en opeens Pa haar slipje terug ziet brengen. Dat komt dan niet tot echt incest, maar het zit er o zo dicht bij.

Heftigere verhalen heb je natuurlijk ook, met idiote bal-masqué-maskertjes als exkuus, of dat Pa zo dronken is dat hij zijn dochter niet herkent achter het raam èn zij niet durft te weigeren, zodat Pa zijn dochter naait. Of dat Pa eigenlijk al jaren en jaren op zijn dochter geilt, en nu eindelijk de kans heeft omdat ze zich te grabbel heeft gegooid. Of dat de pooier na de betaling Pa bedreigt dat hij zijn dochter nu wel móét neuken, omdat pooiers erop staan dat hun hoer geneukt wordt ofzo.

Meestal zijn de verhalen kompleet ongeloofwaardig. Er is er bijvoorbeeld eentje die gaat over een dochter die op escort wordt gestuurd naar Pa en Ma die wel een triootje willen met een hoertje. Alsof dat meisje het huisadres van haar ouders niet zou herkennen. In dat verhaal doet ze het ooknog, want als de aap uit de mouw is, maakt het toch niet meer uit en wordt ze gepaald door haar Pa terwijl ze haar Ma uitlikt. En er zijn dus echt mensen die dat geloven.

In bestwel veel van die verhalen sneuvelt het condoom. Er is er eentje waarin Pa in een gangbang zit waar zijn dochter op zijn hondjes wordt geneukt, en "dus" haar gezicht nooit ziet. Niemand die ooit een gangbang heeft meegemaakt zou dat geloven, maarja. Hij neukt zijn dochter, onwetend, en dan klapt het condoom terwijl Pa klaarkomt. O jee, dan ziet hij pas dat het zijn dochter is! En natuurlijk wordt ze zwanger in zo'n verhaal.

Je hebt ook lievere verhalen, waarbij Pa een weduwnaar is, en op zoek is naar een meid die op zijn overleden vrouw lijkt, en dan natuurlijk zijn dochter kiest uit zo'n online catalogus. Of de vader die een meisje uitzoekt dat lijkt op zijn dochter, omdat hij zich over zijn losgeslagen dochter zorgenmaakt, en van zo'n gevallen meisje wil weten hoe hij zijn dochter terug op het rechte pad brengt. Maar die verhalen zijn niet populair, het meeste is gewoon porno.

Als er dus een echt verhaal opduikt, is dat niet alleen opvallend omdat je opeens iets hebt wat echt is, maar ook een beetje opvallend door de inhoud. Het is opeens veel menselijker dan zo'n legende, en op een bepaalde manier valt het uit de toon. En daarmee wordt het voor mij juist veel spannender, en zat ik de hele tijd met ingehouden adem te lezen wat de vrouw schreef, die dat had meegemaakt.

Deze vrouw is geen onderdeel van mijn hulpploegje, ze heeft alleenmaar kontakt gehad met een collegaatje van haar die wèl iemand van mijn hulpploegje kende. Dan zou je het verhaal van de ene op de andere door kunnen geven, maar zelfs als je ervanuit zou gaan dat de bedóéling is om het eerlijk door te geven, krijg je toch vervormingen en stukken die ingevuld worden voor iemand anders. Ik wou zèlf met haar schrijven.

Ze deed haar verhaal heel open, en liet me ook wat van haarzelf zien. Ze is eigenlijk een heel modale hoer. Ze werkt niet veel, niet weinig, ze is geen ouwe rot maar ook geen groentje, en ze doet het voor het geld, ookal vindt ze het wel leuk werk. Echt geen uitschieter op welke manier je ookmaar bedenkt. Ze werkte in een club, en ik hoorde aan haar verhalen meteen al dat het clubwerk in al die jaren niets veranderd is. Nouja, nu zit je je op je smartphone te vervelen inplaatsvan achter de TV.

Ik ging altijd van club naar club, maar deze vrouw werkte al jaren in dezelfde. Daar had ze dus ook haar vaste plekje in de bar-ruimte, en zoals het vroeger ookal was, zijn de beste plekjes waar je het schermpje kan zien waarmee de clubbaas de voordeur in de gaten houdt. Als jij vantevoren al kan zien wat voor klant er binnenkomt, heb je een voordeel als je de krenten uit de pap wil pikken, of een bepaald soort klanten liever ontwijkt.

Klanten weigeren ligt gevoelig. Niet alleen omdat de baas het maar niets vindt als je je drukt, maar ook omdat een klant afwijzen hem uit de stemming haalt voor de andere meisjes die hem wèl willen. Als je al weet dat je een klant niet gaat willen, kan je beter in het keukentje gaan staan sippen terwijl de klant in de bar versierd wordt. Dat is echt voor iedereen beter, ookal word je er wel op aangekeken als je je vaak drukt.

Dit meisje had een club gekozen een stukje van haar thuisstad af, om te zorgen dat ze geen bekenden tegen zou komen. Niet tè ver, anders vond ze het zoveel reistijd. Maarja, haar Pa dacht er kennelijk precies zo over. Klanten zijn schuw, en gaan liever buiten hun eigen kringetjes op zoek. Niemand wil veroordeeld worden omdat hij gezien wordt als hij een bordeel uit komt.

In de meeste verhaaltjes is de dochter een tiener, en de vader een jaar of veertig. Dit was een meid van vijfendertig en een vader die net met pensioen was. Dat maakt het minder pikant, want het wordt minder incestporno met een volwassen dochter en een bejaarde vader. Voor hoe ijselijk het is voor de dochter in dit geval maakt het niet echt uit, je Pa in zo'n situatie tegenkomen blijft heel ongemakkelijk.

Dat geldt zelfs voor meiden waar de vader wéét wat ze doen. Dat is eigenlijk iets wat de meeste meiden proberen te vermijden, maar het gaat toch voor een bestwel flink deel van de meiden mis. Soms omdat ze tijdens een onderonsje met Pa hun mond niet kunnen houden, soms omdat ze slordig zijn en Pa iets onder ogen krijgt waardoor hij erachterkomt, maar heel vaak gewoon omdat Pa haar wel kènt, en de puzzelstukjes bijelkaar legt.

Veel ouders weten wel dat hun dochter hoert, en je snapt dan ookwel dat vaders heel voorzichtig worden als ze een hoer willen bezoeken. Dat zorgt er natuurlijk ook weer voor dat die vaders hun dochters niet tegenkomen. Netzoals vaders niet meer naar stripclubs gaan als hun dochter stript, netzoals vaders teruggrijpen naar hun oude VHS-banden als hun dochter porno doet. In dit geval wist de vader van niets. Als hij het wel had geweten, had hij ook wel beter opgepast.

Toen er aangebeld werd, en ze opeens haar vader op het schermpje zag, was het niet haar eerste gedachte dat hij daar was als klant. Ze zag haar Pa, en het eerste wat ze dacht was dat hij haar kwam opzoeken om haar nieuws te geven, slècht nieuws misschien omdat hij het persoonlijk kwam brengen. Ookal kon dat niet kloppen, omdat hij niet wist dat ze hoerde, en al helemaal niet dat ze in déze club hoerde.

Een paar tellen later slikte ze zowat haar sigaret in toen ze zich opeens realiseerde dat Pa daar was als klant, en als ze daar aan de bar bleef zitten, ze hem tegen zou komen. De situatie was heel ongemakkelijk voor haar, zelfs al lag het voor de hand dat ze zich gewoon even ging drukken terwijl Pa langskwam, en er niets aan de hand zou zijn. Ze piepte er snel tussenuit, en vertelde aan een collegaatje dat het haar vader was die aan de deur stond.

Had ze dat maar niet gedaan! Nee, niet het zich drukken, maar aan een collegaatje verklappen dat dat haar Pa was. Als ze dat niet gedaan had, was iedereen ervanuit gegaan dat ze gewoon geen zin had in de klant, en was er niemand geweest die er een moment over nagedacht had. Nu was er alleen een pikant ding aan de hand, en iedereen werd uit haar verveling gehaald, omdat deze vrouw haar kwetsbaarheid had getoond.

Dus de plagerijen begonnen vanaf het moment dat Pa door de deur kwam. Iedereen was nieuwsgierig naar Pa, en de gesprekjes aan de bar gingen erover of hij kids had, en wat hij over zijn dochter kon vertellen. Pa werd er nieteens ongemakkelijk van, en dat maakte de grap voor die vrouwen nog beter. Pa bleek geen idee te hebben over wat zijn dochter ècht deed, en er werd flink pret gemaakt door Pa suggestief te plagen over dat zijn dochter weleens meer zou kunnen doen dan hij wist.

Pa was gewoon een klant, en uiteindelijk willen die op kamer. En er waren genoeg grijnzende meiden die interesse in hem hadden. Er werd een hoop gegiecheld rondom Pa, die de aandacht kennelijk wel kon verdragen. Pa ging na een poosje verleiden voor een triootje met twee hele enthousiaste meiden, en achteraf vertrok hij weer, en kon zijn dochter weer uit de achterkamers komen. Opgelucht dat ze niet door haar vader gezien was.

Daarna is Pa niet meer naar die club gekomen. Misschien omdat het nooit het plan was om vaker dan een keertje te komen, maar misschien ook omdat hij het ongemakkelijk had gevonden met twee van die meiden die een binnenpretje deelden, en plagerig en giechelig om hem heen deden. Mannen zijn daar bestwel gevoelig voor, en die gaan er meteen vanuit dat het giechelen door hem komt, en op een verkeerde manier, want mannen snappen niets van giechelen. Dat is wel een eigen stukje waard trouwens.

Ondanks dat Pa niet terugkwam naar de club bleef het nog lang een dingetje. Natuurlijk werd hardop besproken hoe Pa in bed was geweest elke keer dat zijn dochter erbij was, natuurlijk kreeg de dochter de ene suggestieve opmerking na de andere, en natuurlijk werden ze de grap nooit zat om tegen haar te zeggen: "Kijk, daar is je vader weer!" Maar vooral werd ze "die ene van wie de vader naar de club kwam."

Sommige meiden praatten over hoe haar Pa het naar zijn zin had gehad in de club, zoals je met een vriendin je bescheurt over het nieuwe datingprofiel van je ex, maar dat is meestal met iemand die die ex niet erg vindt om als seksueel wezen te zien. Bij je ex kan je ginnegappen over hoe hij zijn best doet zich neer te zetten als een liefdesgod terwijl hij eigenlijk een lamlul is. Van je vader wil je daar eigenlijk niet aan denken natuurlijk.

Ergens is dat bestwel kinderachtig. Je ouders hebben een seksleven, dat is immers waar jij vandáán komt. En zelfs bij koppels waar het seksleven ingekakt is gebeurt er nogweleens wat, en die kinderen krijgen dat echt wel mee, hoe voorzichtig je ook bent. In mijn dorp dacht elk stel ouders dat hun kinderen van niets wisten, en op een slaapfeestje werd me duidelijk dat al die meiden precies wisten wanneer Pa en Ma een wip maakten.

Het interessantste vond ik om te horen hoe zij zich er zelf over voelde. Ze was bijna betrapt door haar vader, hoe had dat haar aangegrepen? En dat bleek eigenlijk nogal tam te zijn. Ze was toen even geschrokken, en ze verdroeg het plagen maar, maar verder deed het haar nietzoveel. Het was geen schokkende ervaring geweest die haar tekende, het was een anekdote. Een anekdote die vooral andere mensen veel vertellen.

Ze had er wel over nagedacht dat ze misschien haar ouders toch eens wat moest vertellen. Niet omdat ze bang was dat Pa haar alsnog zou vinden, zoals ik eerst dacht, maar omdat ze bedacht had dat het nooit zo heel erg kon zijn als haar ouders wisten wat ze deed. Vooral dus omdat ze het in haar hoofd een paar keer had afgespeeld hoe het zou zijn gelopen als ze niet op tijd had gezien dat het haar Pa aan de deur was.

Ik ben blij dat ik het mijn ouders al heel snel heb verteld nadat ik begon. Dat kan niet bij alle ouders, dat begrijp ik wel. Mijn ouders zijn heel fijn, en ze hoeven niet alles te accepteren wat ik dóé om te accepteren wie ik bèn, en ze hebben geleerd om me te begrijpen, en om te respekteren en te accepteren wat ik van mijn werk heb gemaakt. Trots zijn ze er niet op, nòg niet. Maar trots op mij zijn ze wèl, en dat voel ik.

Maar mijn Pa kom ik liever niet tegen op een werkdate.

zondag 25 februari 2024

Kruiswoordpuzzels

Toen ik nog veel jonger was, en de ramen was ontvlucht vanwege Sjaban, ookal was dat achteraf gezien niet nodig geweest, ging ik in de clubs werken. Clubwerk was heel anders dan raamwerk, en ik moest bestwel even omschakelen. Aan de ene kant was dat een drempel, maar aan de andere kant was het wel een verandering waar ik toen hartstochtelijk voor ging.

Niet dat clubwerk nou zo goed bij me past. Ik werkte veel beter achter de ramen, en de werkstijl was motiverender en hield me scherp. Clubwerk maakte me sloom en gemakzuchtig. Maar juist dat laatste is heel comfortabel, en dat misleidde me om te denken dat ik nu de goede plek had gevonden. Ik ging er helemaal voor, ik paste me totaal aan het clubleven aan, en ik praatte mezelf aan dat alles wat er slecht aan was, ergens tòch iets goeds was.

Het hielp niet dat die clubs een eindeloze stroom alcohol mijn kant op lieten komen. De klanten worden flink onder druk gezet om drankjes voor je te kopen, en je moet echt zelf ingrijpen als je niet echte drank geserveerd wil krijgen. Ik leerde op een gegeven moment wel om kinderchampagne voor me te laten schenken, en thee in plaats van whiskey geschonken te krijgen, maar ik ging heel vaak teut naar huis, vooral in het begin.

In de clubs heb ik leren flirten. Slecht, en zonder echt te begrijpen waar het om gaat, maar daar leerde ik hoe belangrijk het was. Het beginnetje tenminste. Flirten is een kunst, en geen makkelijke kunst. In de clubs heb je het nodig om omzet te draaien, dus leerde ik van de andere meiden om een beetje te flirten, en een beetje is al genoeg. Het was een ontwaken voor me, want ik maakte kontakt op een manier die ik nog nooit meegemaakt had.

Verder heb ik in de clubs echt maar heel weinig geleerd. Ja, ik heb geleerd dat ik een lui varken kan zijn, die zich opperbest voelt in een luie sleur zolang er maar genoeg pretsigaretjes in huis zijn. Ik heb geleerd dat zo'n gesloten wereldje, waar je van je huis naar de club en weer terug gaat, een hele goeie manier is om niet op te hoeven groeien. En dat ik daar nooit meer naar terug wil.

Maar er was best een tijd dat ik alles in de club nog als nieuw zag, en het idee had dat ik heel veel te leren had. Ik zag de vrouwen die daar al langer werkten aan de ene kant als oude temeiers die een beetje sneu waren omdat ze nog werkten terwijl ze al voorbij de veertig waren, waar ik me nu voor schaam, maar aan de andere kant hing ik wel aan hun lippen, en voelde ik me beschermd door die vrouwen.

Echt beschermen was het niet wat ze deden, maar ik en die vrouwen deden alsof het wel zo was. Er hangt zo'n sfeertje bij nieuwe meisjes dat die moeten oppassen dat ze niet opgevreten worden door "het wereldje," terwijl er eigenlijk niets aan de hand is. Je grootste risiko is eigenlijk de mensen die je aanpraten dat je je moet laten helpen, omdàt het allemaal zo gevaarlijk is.

Nou ja, nu ik dit opschrijf vind ik dat wel een beetje een malle uitspraak van mezelf. Nee, het grootste risico is dat je jezelf kapotzuipt, kapotrookt of kapotsnuift. Want dat is wat er in clubs veelteveel speelt. Mannen bijna verplichten om piccolootjes voor je te kopen, mannen zover krijgen dat ze een lijntje snuiven, en dan het coke-pikkie tegengaan door ze een blauw pilletje te verkopen. Ookal werkt dat niet echt.

Ja, de Viagra is meestal nep, en de snuif is meestal ook zo ver versneden dat hij roze is, en een doorgewinterde hoer drinkt niet zoveel alcohol als dat de klant voor haar koopt, maar het ìs er. Om je heen is er een wereldje van drank en drugs, en jij verdient mee aan de omzet die de zaak daaraan maakt. Je bent er dus mee bezig. En waar je mee omgaat, word je mee besmet. Sommige meiden niet, maar ik dus wel.

Ik was een kuikentje. Dat kwam door mij, niet door mijn omgeving, maar in die omgeving kon ik wel helemaal in mijn rol als kuikentje duiken. Ik werd niet gekonfronteerd met dat wat ik deed dom was, dat ik mezelf klein hield, en dat ik me nooit zou gaan ontwikkelen zo. Eigenlijk eerder het omgekeerde. De baas vond het best, want ik hield me braaf aan de regeltjes, de klanten vinden een meisje dat naïef overkomt lekker, en ook mijn collega's vonden het fijn.

Eerst maar even de klanten uitleggen, want er wordt nu snel gedacht dat klanten een naïef chickie lekker vinden omdat die makkelijk te misbruiken zijn, en dat klopt niet. Klanten vinden naïeve meiden lekker omdat ze zich bij meiden met haar op hun tanden snel ongemakkelijk voelen, en hun manlijkheid niet wordt betwijfeld door naïeve meiden. Bovendien houden mannen er ook van om een meid te helpen, te sturen en te steunen, en dat kan wèl met een naïef chickie, en niet met een doorgewinterde hoer.

De clubbazen hebben ook graag naïeve meisjes, en dat is vooral omdat hun zaak veel makkelijker te besturen is als de meiden denken dat ze van hem afhankelijk zijn. Je regels erdoor douwen kan alleenmaar werken als de meiden geloven dat ze in jouw wereldje werken, en mee moeten doen met jouw verwachtingen. Als ze ontdekken dat zo'n baas weinig weet, snapt en kàn, wordt het een hele andere verhouding.

Maar vooral je collega's hebben liefst naïeve meisjes als concurrentie. Die kunnen met een kluitje in het riet worden gestuurd, en dat zorgt ervoor dat ze niet teveel van je omzet afsnoepen. Het zorgt er bovendien voor dat ze met je meepraten en een kliekje met je vormen, en dat soort gekonkel heb je in clubs veel. Je hebt veel van je tijd immers niets anders te doen dan achter elkaars rug om roddelen.

Tijdens de eerste helft van mijn clubtijd had ik altijd wel een vrouw van wie ik de beschermeling was. Soms meerdere. Altijd bij hetzelfde kliekje natuurlijk, want ik was dan meteen ook een pion in alle gekonkel. Dat ging nooit ergens over, maar het was altijd het enige waar de hele toko om gaf. Als mensen geen drama in hun leven hebben, gaan ze het zoeken, en als ze het dan nog niet vinden, gaan ze het wel máken.

Ik had er nooit wat aan, uiteindelijk. Uiteindelijk is al dat beschermende en mentorschap alleen iets als je mentor je echt wat kan leren, en dat was na de eerste vrouw met de eerste weken wel gepiept. En er viel niets te beschermen, want er gebeurt heel weinig waartegen je beschermd zou kunnen worden. Maar het was zoals het ging, en ik vond het wel makkelijk zo. Dus dan liet ik me piepelen. Tot ik uit mijn sleur werd geschopt.

De club waar ik toen werkte was best een grote, en ik had toen ik er begon echt het gevoel bij dat ik een stapje omhoog had gedaan. Dat sloeg nergens op, want mijn verdiensten per uur veranderden niet, en ookal waren er meer klanten, er waren ook veel meer meiden, dus ik draaide er geen uurtje extra om. Maar nu werkte ik wel in een club waar veel mensen tochwel van gehoord hadden, en dat maakte me ergens trots.

In die club waren er een aantal oudere vrouwen, waarvan twee vrouwen me onder hun vleugel hadden genomen. Ik vond het wel prima, en ik voelde me thuis in mijn sleur. Niet dat ik me niet verveelde trouwens, want ik had gewoon de meeste tijd niets omhanden. Dat zou me tegenwoordig helemaal gek maken, maar toen was ik nog onvolwassener, en ging ik gewoon een beetje lopen roken, blowen, of bij de coolste wijven rondhangen en me cool voelen.

Andere vrouwen hadden wel vaak iets wat ze deden tijdens het wachten. Soms lezen, soms vaste vriendinnen om mee te kletsen, soms breien, soms elkaar opmaken, soms kleding ontwerpen, soms astrologie-kaarten maken, weer een ander tekende, je moet immers wàt als er geen hond aan de bar hangt en je wel klaar moet zitten als de volgende op de bel drukt. En één van mijn beschermsters deed kruiswoordpuzzels.

Ze was niet de enige die kruiswoordpuzzels deed. Er waren er drie, alle drie oudere collega's. Ze kwamen vaak met Denksport-boekjes aan, soms andere merken, soms Zweedse puzzels of doorlopers of nog wel meer variaties, en daar zaten ze dan in te puzzelen. Terwijl ze van elkaar in de gaten hielden welke het snelst was, en welke er een puzzel op moest geven omdat ze een woord niet rondkreeg. Of het ergste: een woord maar verzon om alle vakjes vol te krijgen.

Het was een beetje mekaar vliegen afvangen, het was een beetje kompetitief, maar het was vooral je tijd ergens mee verdrijven. Ik kreeg het wel mee dat ze zich er volop in stortten, en afentoe was het duidelijk dat er eentje sjagrijnig achterliep op de anderen, of dat er eentje een boekje in rekordtempo had opgelost, en met haar neus in de lucht rondparadeerde.

Er was ook een opvallend iets, al viel me dat niet op tijd op. Elke week kwam de buurtkrant door de brievenbus, en ookal werd die nauwelijks gelezen, twee dingen gebeurden er wèl altijd mee: de bonnen werden eruit geknipt, en de kruiswoordpuzzel werd door één van die kruiswoordvrouwen opgelost. Hij was simpeler dan in die boekjes die ze meehadden, maar ze konden het niet laten. En ze konden het ook nooit laten op te scheppen over hoe màkkelijk ze het hadden gevonden.

Dus toen ik op een dag net drie klanten met andere meiden naar kamer had zien gaan, en het ernaar uitzag dat ik vanavond niets meer ging verdienen, en me verveelde, en te weinig jonko's bij me had om mezelf suf te blowen, liep ik door de club met mijn ziel onder mijn arm. Ik kwam langs het hokje van de baas, en daar lag in de gang het buurtkrantje te wachten. En ik dacht: waarom niet. Kijken of zo'n kruiswoordpuzzel leuk is.

Ik loste de kruiswoordpuzzel op. Dat was een kwartiertje werk, en daarna legde ik de krant op de plek waar we hem altijd lieten slingeren. Ik vond het best leuk om een keertje te proberen, maar ik vond één keertje wel weer genoeg. Ik ging er in elk geval niet als mijn hobby opnemen. Het zou iets zijn dat ik al meteen vergeten had. Eigenlijk wàs ik het al vergeten. Maar ik werd eraan herinnerd.

Want een paar uur later, toen ik een beetje TV zat te kijken met een sigaret in mijn bek, was er opeens gedoe. Ik vond dat niet interessant, maar ik raakte er toch betrokken bij. Want het bleek over mij te gaan. De buurtkrant was namelijk opgepakt door één van de kruiswoordhoeren, en die zag dat de puzzel al ingevuld was. En daar werd ze heel erg boos om, en de andere twee kruiswoordhoeren ook.

Ik weet echt niet of het nou "haar beurt" was geweest om het buurtkrantje in te vullen ofzo, of dat het er gewoon om ging dat iemand buiten hun drietjes de puzzel ingevuld had, maar er moest onmiddellijk worden verteld wie er die puzzel had ingevuld. Dat werd op hoge toon geëist. Er was duidelijk op iemands tenen getrapt, en ik ben dan zo'n tutje die dan gaat toegeven dat ik het was geweest.

Het zou fijn zijn als ik "was" had kunnen schrijven in plaat van "ben". Zo'n tutje zijn dat meteen toegeeft als andere mensen boos worden is een heel slechte en onvolwassen gewoonte, want je onderwerpt je eigenlijk meteen aan iemand die heftige emoties heeft. En dat is een slecht idee, zelfs als ze gelijk hebben. Ik reageer heel automatisch op de emoties van andere mensen, en dat moet ik meer in de hand leren houden. Ookal is het nu wel veel beter dan toen hoor.

Dat zorgt er namelijk niet alleen voor dat ik me meteen schuldig voel als andere mensen boos worden, maar ook dat ik me al schuldig ga voelen als ik denk dat mensen misschien boos gáán worden. En dan wil ik dat meteen goedmaken, er mijn excuses voor aanbieden, en de verantwoording op me nemen. Nou ja, eigenlijk is het niet willen, eigenlijk is het niet anders dùrven.

Nou ben ik niet meer zo'n slaaf van mijn gevoelens als toen, vooral als ik veel geblowd of gezopen had, maar het is nog steeds een gevoel dat aan me knaagt als er iemand boos is. Ik geef niet meer meteen toe, maar er zit nogsteeds iets heel sterks in me dat gaat pushen dat ik toe moet geven. Mijn empathie is heel goed voor de manier waarop ik hoer, maar het heeft ook nadelen, en ik moet het beter leren beheersen. Maar toen dit gedoe gebeurde, kon ik dat totaal niet.

Dus ik stamelde dat ik het was geweest die het buurtkrantje had ingevuld. Gewoon omdat ik nieuwsgierig was. In tranen, want ze was zo boos. Dat stopt natuurlijk al het gekat niet, eigenlijk maak je het dan alleenmaar erger omdat je laat zien dat je de verontwaardiging van de ander serieus neemt en terecht vindt. Dus die gaat zichzelf ook niet bijsturen. Het werd een hele toestand, vooral toen een ander van die drie wijven werd ingebeld over wat er gebeurd was.

Een kruiswoordpuzzel in een krantje was ingevuld, en zelfs de kwetsbaarste ego's kunnen daar niet lang iets van maken, dus die storm in een glas water was snel weer gaan liggen. Ik was er ook best snel overheen. Er zou wel weer een nieuw buurtkrantje komen, ik had tòch al geen zin meer in die kruiswoordpuzzels, dus het zou wel snel opgelost zijn. En als dit nogeens langs zou komen, zou ik wel een Denksport-boekje kopen en op de tafel leggen, en dan is het voorbij, dacht ik.

Dat dacht ik verkeerd. Ja, het voorval was snel niet meer belangrijk, en iedereen vond het achteraf een beetje raar dat het zo uit de hand gelopen was met verontwaardigd gebel enzo, maar er was iets veranderd, en dat merkte ik langzaam overal aan. Ik had iets gedaan wat temaken had met de kliekige hiërarchie binnen die club, ik had opeens iets gedaan dat je kon zien als iemands territorium negeren, en dat had gevolgen.

Tot die tijd was ik het onnozele kuiken geweest, dat onder iemands vleugel woonde, en dat door iedereen wordt gezien als een onschadelijk en hulpeloos dingetje waar je je niet druk over hoeft te maken. Maar nu had ik onder de duiven geschoten van een paar vrouwen die zich gedroegen alsof ze de baas waren in die club, en ik was in één klap niet meer onschadelijk en hulpeloos. Ik was iemand die haar eigen ding deed, en ik werd opeens gezien als een bedreiging voor de status quo.

Dat je gezien wordt als een bedreiging voor de status quo is normaal. Dat is waar de meeste kantoorpolitiek vandaankomt. Je wordt behandeld als iemand die in bedwang moet worden gehouden, maar tegelijk word je gerespecteerd en wordt er met je onderhandeld, juist omdat mensen weten dat jij kan gaan terugdouwen als iets je niet bevalt. Dat geeft je macht om je eigen plekje te maken, maar tegelijk geeft het je het probleem dat je je moet verantwoorden.

Ik vond het wel fijn als kuikentje. Vooral omdat het wel màkkelijk is als kuikentje, want je hóéft niets. Dat vond ik als onvolwassen meisje met een joint in mijn bek erg belangrijk. Ik kreeg toegestopt wat mijn collega's me gunden, en ik was dankbaar. Als ik iets te zeiken had, werd daar lief naar geluisterd, en knapte iemand het voor me op als het terecht was, en vooral als het niet teveel moeite was. Ik kon hulpeloos zijn.

Na de kruiswoordpuzzel was dat voorbij. Ik kon hulpeloos zijn, maar nu kreeg ik eerder verachting dan hulp. En gunnen was er helemaal niet meer bij, ik heb meer dan een week zitten wachten tot ik weer in een goed blaadje zou komen, en in de tussentijd heb ik geen klant gehad, want die werden allemaal voor mijn neus weggegraaid. Ik dacht dat als ik maar stilletjes zou afwachten, ik wel weer terug zou komen naar hoe het was. Maar dat gebeurde niet.

Het werd eigenlijk alleenmaar erger. De meiden, ook die nooit mee hadden gedaan aan al dat gementor en al dat beschermen, gingen zich irriteren aan mijn gedrag, ookal was mijn gedrag precies hetzelfde als het voor de kruiswoordpuzzel was. Iemand die zich als een kuikentje gedraagt, die niet als een kuikentje wordt erkend, wordt gezien als manipulatief en kinderachtig. En dat is niet onterecht.

Na meer dan een week ging ik pas reageren, en dat was door een beetje terug te douwen. Iedereen liep over me heen, ook de meiden die meestal het pispaaltje waren omdat ze sociaal nietzo sterk waren. En toen ik echt krap zat, en de zoveelste klant werd aangesproken door een ander terwijl hij met mij zat te flirten, en ik eens niet geblowd had omdat ik het niet kon betalen, was het even genoeg.

De meid die mijn klant wilde stelen was zo'n pispaaltje, en ze zal het ook niet breed hebben gehad. Ze kwam heel onbeschoft tussen mij en mijn klant, in de bar waar iedereen het zag. En ik zei er wat van. Het flapte er min of meer uit, het was geen scherpe snedige opmerking ofzo, maar ik gaf wel aan dat ik het er niet mee eens was. Dat meisje probeerde nog me weg te bluffen, maar ik was sjagrijnig en ik schrok niet terug voor ruzie. En die ruzie kwam er dus niet van. Ze ging weg.

Mijn botsing met dat meisje was een grote stap naar de verhoudingen weer normaal maken, maar mijn rol als kuikentje kreeg ik nooit meer terug. Ik kreeg niets meer gegund, maar nu ik had laten zien dat ik niet helemáál passief was, werden ook niet meer al mijn klantjes afgepikt. Ik stond laag op de ladder, en ik had niets in de melk te brokkelen, maar ik had opeens wel een volwassen rol in de club.

Nou verwacht je natuurlijk dat ik daar heel wat van leerde, maar ik vond het vooral moeilijk. Ik wou die kuikentjes-rol weer, en ik ben dus ook best snel daarna naar een andere club overgestapt om te proberen daar dat weer voorelkaar te krijgen. Dat lukte ook wel, maar ik verraste mezelf door er niet meer happy mee te zijn om te leven van wat me gegund werd. Er waren een paar stoppels op mijn tanden aan het groeien, en die moesten gebruikt. En die kuikentjesrol valt dan stuk.

Hoeren zijn ontzettend territoriaal. Niet alleen met onze klanten, niet alleen met onze werkplek, maar met àlles. We werken graag in clubs, buurtjes, groepjes, maar binnen die groepjes is het vechten om elke millimeter en valse achterklap wat de klok slaat. Er vormen kliekjes, er wordt gemanipuleerd en samengezworen, en als er een kliek succesvol is, komt er meteen gezeik en territorialitet binnen die kliek, over wie er de baas van is. We zijn net katten.

Pas jaren later ging ik zien wat er was gebeurd. Maar er was toen iets veranderd aan mij, waardoor ik het niet meer kon verdragen om helemaal machteloos te zijn in mijn werkomgeving. Ik moest zelf wat touwtjes in handen hebben over mijn lot, en ik ging niet meer vertrouwen op een mentor. En zelfs met al die wiet die ik wegrookte, kon ik zien dat dit een verbetering was. Ja, ik moest om mijn territorium vechten, maar het was nu tenminste van mij, en ik was nietmeer afhankelijk van wat me gegund werd.

Waar je dat meteen aan merkte was mijn omzet. Die was meer dan verdubbeld binnen een paar weken. En al snel merkte ik dat er een soort regel was dat je klanten mocht stelen van de wijven die ruzie met je hadden. Dat werd al heel erg snel een sport voor me, en niet alleen zorgde dat voor veel voldoening en stukken meer omzet, maar óók dat niemand meer ruzie met me wou maken. En dat maakte zo'n hok vol katten een stuk fijner om in te werken hoor!

Het is even schrikken als je in een nieuwe werkomgeving opeens van het hulpeloze kuikentje verandert in de collega die meedingt om de promotie, om het vaste kontrakt, of om de leiding in een projekt. En die overgang is nooit leuk. Maar als je een beetje ziet wat er gebeurt, kan je er veel soepeler doorheen, en kan je er meer van maken dan als het je gewoon overkomt. Ik zie dat wel bij medestudenten die nu in het bedrijfsleven zitten.

Die studievrienden zou ik graag vertellen over hoe ik het heb geleerd, maar ze mogen niet van mijn werk weten. Het is zoveel makkelijker als je ziet wat er gebeurt, want anders denk je snel dat opeens je werkomgeving is verzuurd, en jij eruitligt bij je collega's. Terwijl je er juist ìn bent gekomen, en nu de zwembandjes af zijn. Het is tijd om je nieuwe plek te veroveren, niet om terug te hollen naar de oude.

Een beetje ervaring helpt dan. Maar ervaring komt niet vantevoren. Gelukkig heb ik W, die een enorm diep inzicht heeft in kantoorpolitiek en hoe bedrijven werken, en me ook enorm goed kan helpen om mijn work-life balance goed te houden. Met een beetje ervaring, een geweldige mentor, en goede vrienden merk ik dat het heel soepel kan gaan. Niet iedereen heeft die, en ik zie dat er mensen lijden door dit soort dingen. Maar misschien heeft een lezer dan wel iets aan dit blogstukje, wie weet!

zondag 18 februari 2024

Pensioen

Door te studeren ben ik ontwikkelder geworden. Nou ja, vooral door de studie die ik als laatste ben begonnen, want mijn eerdere opleidingen hebben dat eigenlijk helemaal niet met me gedaan. Maar ik merk van mijn laatste studie dat ik er veel ontwikkelder van ben geworden. Ik ben van veelmeer dingen iets gaan snàppen, ik ben veelmeer gaan herkennen wat er nou gebeurt in de wereld. Ook ver buiten mijn studiegebiedje.

Waar al die ontwikkeling zich nogsteeds niet laat merken is als ik ga zitten met een geldmannetje. Ik moet weer een nieuw stukje schrijven over mijn geldmannetje, maar dat kan ik even nog niet doen. Ik moet niet alleen op mijn eigen privacy letten, maar ook die van hem. Hoeren helpen hun verplichtingen van de overheid te voldoen is nog niet strafbaar, maar er is al wetgeving voor in de maak, en het OM loopt daar graag op vooruit.

Geldmannetjes ga ik waarschijnlijk voor altijd nodighebben. Ik ben met heel veel dingen helemaal zelfstandig, maar als het gaat om het doolhof dat belasting- en bedrijfswetgeving heet, ben ik helemaal verloren. Ooit heb ik er veel werk van gemaakt om het te begrijpen, maar dat heb ik gefrustreerd opgegeven toen het jaar daarna de regels weer veranderden. Met een ingewikkelde overgangsregeling natuurlijk. Terwijl ik nog steeds de logica niet had gevonden in die oude regels.

De regels wéten is al lastig, want het staat niet allemaal bijelkaar. En je moet de regels van volgend jaar, èn de series regels van vorige jaren, èn de overgangsregels allemaal bijelkaarzoeken. En dan ooknog allemaal uitzonderingen, uitspraken van rechters, hou maar op. Want als je die allemaal kent, en allemaal doorgewerkt hebt, ontdek je dat die regels heel hard voor jou zijn, maar niet heel hard voor de instanties. Die wijken links en rechts af, als ze er zin in hebben.

Geldmannetjes kunnen akkoordjes maken. Dat vinden de ambtenaren niet alleen acceptabel, ze vinden het gewoon fijn. Want die verzuipen óók in de stortvloed van regeltjes. Het op een akkoordje gooien werkt voor iedereen beter dan je proberen aan zoveel regeltjes te houden dat je door de bomen het bos niet meer ziet. De instanties beloven niet op elke slak zout te leggen en je je eraf te laten maken met een bepaald bedrag, en je geldmannetje belooft niet elke regel uit te spellen om de laatste cent voor jou eruit te persen. Iedereen blij.

Als je dat zèlf probeert kan je erop rekenen dat je door de wringer wordt gehaald. Dan is het geen zakelijk voorstel zoals met een geldmannetje, dan is het de instantie die wel tegen jou gaat zeggen hoe het ìs, en jij die tegen de instantie aan het liegen bent met het wetboek in je hand. Dan ben jij een kriminele fraudeur. Ook als precies diezelfde "konstruktie" wèl zou werken als je geldmannetje het voorstelt. Ik heb het intussen wel genoeg gezien.

Sindskort heb ik ook gezien dat wat de regels zijn, of waar je je aan moet houden tenminste, afhangt van welk geldmannetje je hebt. Voor verschillende geldmannetjes gelden kennelijk verschillende regels, en verschillende geldmannetjes hebben verschillende konstrukties die ze kunnen laten werken. De konstrukties van de ene kan je lang niet altijd meenemen naar de volgende. Het verschil is vaak subtiel, maar telt wel flink.

Dus ik heb een geldmannetje nodig die voor mij kan snappen wat er belangrijk is in het oerwoud van regeltjes, die voor mij kan plannen zodat ik niet over een paar jaar tegen enorme heffingen oploop, en die voor mij dealtjes kan sluiten. Want die dealtjes krijg ik als partikulier niet. En als ex-hoer, want dat denkt de Belastingdienst dat ik ben, al helemaal niet. Ik ben wel door de wol geverfd, en ik doe het zo al tientallen jaren.

En nogsteeds heb ik dat ik bij elk bezoek aan mijn geldmannetje de eerste tien minuten keihard worstel om te snappen wat hij zegt en waar het over gaat, en dat ik daarna als een soort baars met open mond voor me uit zit te staren terwijl er niets meer doordringt in mijn kop, die wel vol natte watten lijkt te zitten. En achteraf willen ze dan beslissingen van je.

Dus ik zat weer op een kantoortje van een geldmannetje, en ik probeerde die natte watten uit mijn hoofd te schudden, want het ging over mijn pensioen. Ik ben altijd heel goed met mijn pensioen geweest, want het geldmannetje waar ik heel lang bij zat vond dat heel belangrijk. Ik heb wat pensioen uit hard werken van vroeger meegenomen, ik heb opvallend veel pensioen opgebouwd toen ik junior manager was, vervolgens bouwde ik achter de ramen en in de clubs níéts op, en heb ik het meeste opgebouwd in de thuisontvangst.

Je pensioen is belangrijk. Vooral als je kinderen hebt die je nadat je stopt met werken nog overeind gehouden moeten worden. Dat hebben we wel gezien, dat wordt generatie na generatie belangrijker. Het kan dat als de boomers omvallen er eindelijk een verandering in de kultuur komt van de kosten op je kleinkinderen laden, maar ik zie het nogwel gebeuren dat elke volgende generatie vindt dat ze al een keer verneukt zijn, en dat de volgende generatie het maar op moet lossen.

Elke regering neemt flinke leningen om zijn uitgaves te betalen zonder de burger boos te maken met hoge belastingen. Geld lenen kost geld, maar bij de regering is het belangrijke punt dan dat het lenen de regering ven nu geld oplevert, en pas geld kost als er iemand anders op het pluche zit. Maar zoals je bij maatschappijleer geleerd krijgt, dat zit wel goed zolang de economie maar blijft groeien.

De reden dat elke politieke partij altijd superbelangrijk vindt dat de economie blijft groeien, is omdat ze die groei nodig gaan hebben om hun uitgaven van nu te dekken. De lening van nu moet door je kids en je kleinkinderen betaald gaan worden, dus die kunnen maar beter goed in de slappe was zitten. Niet omdat het anders zo lullig is voor je kleinkinderen, maar omdat je obligaties veel moeilijker te verkopen worden als mensen gaan denken dat je kleinkinderen het niet terug gaan kunnen betalen.

Natuurlijk hoeft dat niet te zijn doordat je kleinkinderen zo rijk zijn, het kunnen er ook gewoon véél zijn. Zolang er maar genoeg geld bijelkaar is. Dat is de reden dat er de hele tijd zo bezorgd wordt gedaan over dat er te weinig baby's worden geboren, en dat de bevolking van nature krimpt. Ouders krijgen niet meer kinderen dan ze een waardige toekomst kunnen bieden met hun inkomen, en dat zijn er niet veel. Niet genoeg om de leningen te kunnen dragen.

Dan is één oplossing om arbeiders, die bereid zijn voor weinig te werken en later rijk worden en veel gaan afdragen, uit het buitenland binnen te halen. Dat werkt goed voor de werkgevers die die goedkope krachten tijdens hun eerste jaren flink uitwringen, maar nietzogoed voor de hele economie, als die mensen hun dure ouderenjaren hier doorbrengen zonder veel de kas te spekken. Dus dat moet weer opgelost worden met méér goedkope gastarbeiders die we uit kunnen buiten.

Je houdt dus het probleem dat je kosten naar je kleinkinderen schuiven leuk is voor jou, maar niet voor je kleinkinderen. En je voelt dat natuurlijk wel als je de kleinkinderen bent van de boomergeneratie, die dat op de grootste schaal heeft gedaan. Er wordt hard gewerkt door de mensen van nu, maar een flink stuk van wat we produceren gaat naar het verleden, om daar de vorige generaties te financieren. En wij lenen nu weer op kosten van onze kleinkinderen. Zo rollen we het als een sneeuwbal de toekomst in.

Zo'n pyramidespel is niet houdbaar, en je kan je afvragen wanneer het spel uit is. Ja, het wordt gedaan door de overheid, dus het kan veel langer lopen dan als een snelle zakenman het doet, maar het kan niet voor altijd goedgaan. En je moet dus zelf ervoor zorgen dat je je schaapjes op het droge hebt later. Daarom wil je een goed pensioen, in een eigen potje, waar je later van rond kan komen.

Mensen leggen geld in hun pensioenfonds in. Daar heeft de regering al verschillende keren uit gegrist, maar dat is niet vol te houden. Bovendien is het probleem daarmee niet kleiner geworden, want de pensioenfondsen kunnen nu al eigenlijk niet hun uitkeringen op peil houden zonder in te vreten op hun reserves, die ze eigenlijk nogsteeds op aan het bouwen zouden moeten zijn.

Dus de mensen willen geld naar voren schuiven voor hun kinderen en kleinkinderen, en de regering wil dat ze het later hebben zodat ze er nu op kunnen lenen. Maar de regering wil ook dat de mensen het nu breed genoeg hebben zodat die kinderen er kunnen kómen, en de regering wil niet op hoeven draaien voor mensen die klem komen te zitten op de arbeidsmarkt, met alle afbraak van de loondienst.

En de overheid heeft nu dus onderkend dat je je pensioen niet alleen nodig gaat hebben om je kinderen overeind te houden, maar dat bestwel wat mensen wat ze in hun pensioen zouden willen inleggen nu gebruiken om zichzelf terwijl ze nog werken overeind te houden. Dus de overheid heeft regels versoepeld, waardoor je makkelijker je pensioen bij kan spijkeren terwijl je nog niet met pensioen bent. Daar is juichend een wet voor veranderd.

Mijn geldmannetje legde me uit dat dat de grootste verandering was. En hij drukte me op mijn hart dat het een heel erg slecht idee is, als ik denk dat ik ouder dan zeventig ga worden, om in te vreten op mijn pensioenpot. Pensioen is een manier om je leven te kunnen blijven leven als je niet meer werkt, op geld waar je de belasting op uitgesteld hebt. Dat scheelt nogal veel. Vooral als je er intussen mee mag beleggen, wat die pensioenfondsen dus voor je doen.

Gelukkig zijn de meeste mensen stilletjes pensioen aan het opbouwen. Als je in loondienst bent, moet bijna altijd je werkgever voor een pensioenvoorziening zorgen. Dat bouwt lekker op, en wat nu van je loon wordt ingehouden, blijft buiten de klauwen van de Belastingdienst. Dat wordt dan nogwel een keer belast als je het uitgekeerd krijgt, en dan mag je de lagere schalen van dàn nog een keer gebruiken.

Het is, als je nu tenminste maar een beetje uitkomt, verstandig om zoveel van je brutoloon in je pensioen te stoppen als je maar kan. Nou ja, behalve als je ècht goed verdient, want dan is het weer ònhandig, omdat je pensioenpot dan groter wordt dan je ooit opkrijgt. Dan kan het weer nuttiger zijn om een geldmannetje in te schakelen voor een konstruktie waar je wel de voordelen van een pensioenregeling op krijgt, maar die niet opgegeten wordt door het pensioenfonds als je hemelen gaat.

Het idee als je pensioen koopt is namelijk dat je van je inkomen verzekerd bent als je niet meer kan werken. Je weet niet hoe lang je leeft, en dat is lastig. Als je honderd wordt, krijg je tien keer zo lang pensioen als wanneer je negenenzestig wordt. De pensioenfondsen regelen dat door de pensioenpotten van de lang levende ouderen te vullen met de potjes van de mensen die vroeg doodgaan.

Als je dus wil dat er niet teveel van je inkomen verlorengaat aan regeltjes en belastingen, en je wil ook dat je kids er nog wat aan hebben ook als je het niet lang redt, dan moet je precies weten wat je doet. En daar kan ik dus zelf weinig mee. Ik laat het dus door mijn geldmannetje regelen, maar die is allang blij dat ik tenminste wat aan mijn pensioen dóé. Want heel veel mensen doen dat totaal niet.

We hebben al heel lang van alle kanten gehoord dat je je pensioen vooral in de laatste jaren van je carrière opbouwt, en dat heeft veel mensen het idee gegeven dat je kan wachten met aan je pensioen denken. Het is alleen omgekeerd, als je niet in een loondienst zit zoals veertig jaar geleden normaal was. Toen hadden oudere werknemers lagere kosten en een door anciënniteit oplopend loon, dus konden die op het laatst makkelijk meer inleggen. Dat bestaat niet meer, behalve als je ambtenaar bent.

Tegenwoordig moet je vroeg beginnen. Een baan waarbij je inkomen alleenmaar oploopt, terwijl je zeker bent dat je tot je pensioen kan blijven zitten, is een uitzondering. Nu moet je vooral vroeg beginnen, want hoe langer je inleg kan renderen, hoe minder je eraan kwijtbent om een leuk pensioen te hebben. Iedereen die sappelt wil liever weinig aan zijn pensioen doen. En hoeren misschien nogwel het minste.

Hoeren hebben niet vaak een pensioenregeling. Ik heb het er veel met andere hoeren over gehad, juist omdat ik er zoveel weerstand tegen voel om pensioen in te leggen. Ik had het liefste ontdekt dat er een andere hoer was geweest die het beter geregeld had dan ik, zodat ik haar na kon doen. Maar het blijkt dat bijna alle hoeren gewoon helemaal níéts aan hun pensioen doen.

Dat is niet heel raar. Pensioen bouwen mensen meestal op in loondienst, en dat bestaat voor hoeren zo'n beetje niet. Zogenaamd om ons tegen uitbuiting te beschermen heeft de overheid dienstverhoudingen bedacht waarin we aan alle kanten verneukt worden. Onder andere door je pensioen niet zo soepel te kunnen regelen als "gewone" mensen. Het komt dus niet vanzelf.

En zelf pensioen aanleggen is ook niet populair. Niet alleen omdat je meestal geen beschikking hebt over je brutoloon, of omdat zelf wat wegleggen uit je brutoloon in een pensioenregeling snel als belastingfraude wordt behandeld door de Belastingdienst, maar ook omdat hoeren altijd het zwaard van Damocles boven hun hoofd hebben hangen dat de politie opeens je geld "in beslag" kan nemen. Een potje wat op jouw naam staat voelt dan niet veilig. Er zijn al genoeg hoeren die hun appeltje voor de dorst hebben zien verdwijnen.

Dat is ergens heel logisch, maar ergens ook niet. Want het alternatief voor een pensioenpotje is meestal een voorraadje cash, en je hoort véél vaker dat de zedengompen cash laten verdwijnen, dan dat ze je bankrekeningen blokkeren en in beslag nemen. Daar zitten veel meer voeten bij in de aarde, en vooral geeft het veel meer paper trail dan een pak biljetten in je zak proppen.

Er is ook niet echt een besef dat het kàn, ergens. Veel hoeren denken helemaal niet dat ze na hun carrière kunnen gaan rentenieren of met pensioen kunnen. Dat heeft er veel mee te maken dat de meeste hoeren aldoor denken dat ze het nogmaar een paar jaar gaan doen, omdat ze daarna te oud zijn. Dat denken de meisjes van vijfentwintig over dertig worden, de meiden van dertig over vijfendertig worden, en de meiden van vijfenveertig over vijftig worden. We denken altijd in korte eindjes. Denken we.

Iets anders is dat er wel ideetjes zijn over hoe het eindspel eruit gaat zien, maar dat daar ook geen pensioenpotjes in voorkomen. Er zijn veel meiden, veelteveel eigenlijk, die erover fantaseren dat ze wanneer de inkomsten gaan teruglopen, hun rijkste klant wel om hun vinger winden en zijn huisvrouwtje worden. Dat gebeurt soms ook, absoluut wel, maar het gaat zelden zo ideaal als ze denken.

De vrouwen waarvan ik weet dat die mèt een klant gesetteld zijn, hebben vaak ook gesetteld vóór die klant. Meestal was het helemaal niet de rijkste klant, want die wou niet. En de relatie moet ook rechtgetrokken worden door de scheve verhouding waarmee hij begon, netzoals bij mannen die met hun secretaresse trouwen. En je moet ook je onafhankelijkheid, je eigen inkomen, en je seksuele vrijheid inleveren. Dat valt vaak tegen.

Iets anders, wat ik fascinerend vind, is de vrouwen die dominatrix worden als ze te verwassen raken voor het gewone hoeren. Vaak hebben ze dat nog gepland ook. Ik weet van een paar vrouwen uit een club waar ik werkte, die daar graag over praatten bij de koffie. Er werd over gefilosofeerd, en tot de kleinste details over gepland. Niet erg verstandig trouwens, één van de beste ideeën was hoe ze hun slaafjes zouden laten shoppen voor hun SM-speeltjes zodat ze er zelf geen kosten aan zouden hebben.

Het gebeurt echt. Er is gewoon een flink stuk van de domina's die het doen als pensioen. Hoe groot dat deel is weet ik niet, ik heb het niet kunnen nagaan, maar ik ken er meerdere. En die denken dat ze zo'n beetje in de meerderheid zijn, als je de domina's meetelt die niet alleen vanwege hun leeftijd overgestapt zijn, maar ook de meiden die het seksueel gewoon niet trekken.

Ze waren zo overtuigd, dat ik zelfs zelf ging denken dat het voor mij ook de enige optie was. Ik ging er zelf ook voor plannen. Als ik dertig was, zou ik gaan dominatrixen, nam ik me voor. Ik was er nogal lauw over. Ik vond gewoon wippen veel leuker, maar ik legde me er maar bij neer. En dan later, als ik ook voor domina te oud werd, settelen met een slaafje. Of twee.

Gelukkig heb ik dat niet hoeven doen. En ga ik het ook niet doen. Mijn geldmannetje haalde me uit de droom toen ik voor mezelf ging werken, en dat heeft me vooral rust gegeven. En bovendien gaf het me opeens een heel andere kijk op de dominatrixen die helemaal niet als pensioen, als rustigaandoen, hun werk hebben gekozen. Daar zitten veel bad bitches tussen.

De domina's die domina geworden zijn omdat ze een tandje terug wouden, zijn meestal helemaal geen dominante vrouwen. Vaak juist niet. Veel domina's zijn moederlijke, zachte types, die eerder pleasers zijn dan dat ze een dominant soort seksualiteit hebben. De meiden die ècht dominant zijn, talen er juist niet naar. Die hebben meestal juist lange carrières in het reguliere circuit. Hoe dominanter, hoe langer lijkt het wel.

Een pensioenfonds voor hoeren is er niet. Het wordt je niet makkelijk gemaakt. Maar het is nodig, en je kàn het doen. Regel het alleen wel via een geldmannetje, want dan blijft de politie er met zijn klauwen vanaf. Laat je ook niet verleiden om je pensioengeld al voor je pensioen te gebruiken, of het te laten afkopen. Je levert dan lelijk in. Bouw het op, later heb je er pret van, en als je vroeg begint kost het weinig.

Ik bouw dus rustig mijn pensioen verder op. Ik ben er nieteens veel geld aan kwijt, omdat ik het al zo lang zo braaf doe. En dus hoef ik er nu eigenlijk niet meer aan te denken, en heb ik er later veel aan. Maar voor nu blijf ik er lekker af, het komt nog wel over jaren en jaren. Want ik ben nog zó niet aan mijn pensioen toe, dat ik per ongeluk èlke keer dat ik "pensioen" probeer te tikken, eerst automatisch er "penis" van maak.