donderdag 25 oktober 2012

Rapport Jurisprudentie Mensenhandel

Vlak voor het plenaire debat in de Eerste Kamer over de WRP komt Corinne Dettmeijer, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen een rapport van tweehonderdvijftien kantjes uitgegeven over de jurisprudentie in mensenhandelzaken. Over jurisprudentie staat in het woordenboek:
de jurisprudentie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [jyr?spru'd?n(t)si] uitspraken van rechters waaruit blijkt hoe ze denken over de toepassing van bepaalde wetten.
Daar heb ik ook wel over geschreven de afgelopen tijd, en het geeft een duidelijk signaal af over hoe er met mensenhandel wordt omgegaan. Omdat dit rapport toch ook wel invloed gaat hebben op de Eerste Kamer, wil ik er op tijd mijn mening over geven.

Ik ga weer niet overal op in. Dan had ik ook tweehonderd pagina's nodig. Ik pak er alleen uit wat ik vind dat ik nu even moet zeggen. Een groot stuk is van Bouche, maar ik heb het wel aangepast. Heel hartelijk bedankt voor al je harde werk!

In dit rapport lees ik twee verhalen, de opsomming van de uitspraken van rechters, waar het dus eigenlijk over gaat, maar ook een verhaal wat er staat zonder dat het echt de bedoeling was, de insteek van Dettmeijer zelf, en hoe zij vindt dat er met mensenhandel moet worden omgegaan. Dat laatste ding, daar ga ik vooral opin.

Het rapport is voor een groot deel opsommen van hoe de wet in elkaar zit, en hoe de resultaten zijn in opzicht van het aantal veroordelingen. Er wordt gekeken naar hoe efficiënt de delen van de wet worden gebruikt voor het in de cel krijgen van mensen. Wordt wel gebruikt dat 273f lossere bepalingen heeft dan vergelijkbare wetten, zodat door creatief interpreteren nog een veroordeling erdoor gedrukt kan worden? Is wel voldoende gekeken naar mogelijkheden om strafverzwarende omstandigheden erbij te slepen?

Mensenhandel is een woord waar ik mee zit. Het gevoel dat mensen hebben als ze het over mensenhandel hebben, is simpel en duidelijk. Mensenhandel is verkeerd. Mensenhandel is moderne slavernij, horen we steeds maar weer van politici en ambtenaren. Dan hebben we beelden van mensen die in uitzichtloze situaties onder dwang worden gehouden, en uit worden gebuit. Daar is iedereen wel tegen. Ik ook. Alleen uitbuiters zouden voor zijn.

Daar houdt het alleen niet mee op. Het wetsartikel dat de vervolging van mensenhandel regelt, is namelijk nogal vreemd. Er staan dingen in die veel te vaag zijn (voor meerdere uitleg vatbaar, niet in gradatie specifiek). Er staan termen in (uitbuiting) die onvoldoende specifiek zijn. Er wordt in dit wetsartikel ook expliciet een lagere drempel gesteld voor vormen van deze uitbuiting in het geval van prostitutie, hoewel prostitutie een legaal beroep is.

Deze wet is al stokoud, maar is maar mondjesmaat gebruikt tot de hype over wijdverbreide internationale mensenhandelnetwerken een aantal jaren geleden op begon te komen. Hierna is dit artikel herhaaldelijk van stal gehaald in prostitutiegerelateerde zaken. Hij is nuttig om prostitutie mee aan te pakken, want de bepalingen komen uit oude verdragen die vooral bedoeld waren om blanke vrouwen uit de handen van buitenlandse slavenhandelaren te houden. In het begin van de twintigste eeuw, toen de verdragen werden gesloten, was "white slavery rings" een hot item. Pas een paar jaar geleden werden ook vormen van uitbuiting strafbaar gesteld die niet met de protitutie te maken hadden. Natuurlijk blijven de regels wel de prostitutie apart noemen, en blijft de drempel daar lager. Niemand heeft er ooit bij stilgestaan of deze regels nog wel passend zijn in een nieuwe tijd waar we prostitutie legaal noemen, ook al kijken we er nog steeds vreemd tegenaan.

De verdragen zijn in de loop van de tijd veranderd en verbreed, en de wet die nu op de boeken staat is het resultaat van verschillende verdragen en richtlijnen, waaronder die van de VN en de EU. In tegenstelling tot de meeste strafrechtelijke wetten, die duidelijk en solide een gedraging die schadelijk aan anderen is definiëren, en passend straffen, is het verdragsmateriaal waarop 273f is gestoeld vooral ingegeven door sentiment.

De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen is ooit aangesteld omdat de mensenhandel een issue werd in de publieke opinie, maar wel eentje waar eigenlijk weinig aan vast te pakken was. Er zijn wetten zat die het strafbaar stellen om mensen af te persen, te bedreigen, geweld aan te doen, te verkrachten, te bestelen of gevangen te houden. Maar ze konden niets doen tegen iets wat vooral in de publieke opinie bestaat. De politiek stelt dan een commissie of een bureau in.

Er is één ding wat 273f wèl nuttig toevoegt, en dat is uitbuiting van een feitelijk overwicht. Een feitelijke machtsverhouding kan worden gebruikt om mensen te benadelen, en op weinig andere plekken in de wetgeving wordt dat zo specifiek erkend als in dit artikel. Helaas is dat een kleine minderheid van het daadwerkelijke gebruik.

Het rapport wijdt enkele tientallen pagina's aan een totaal kritiekloze beschouwing. Zonder spoor van ironie wordt eerst grif onderschreven dat bij 273f lid 1 sub 3 instemming van het slachtoffer van geen betekenis is, en bij de behandeling van minderjarigheid van het slachtoffer de verhoogde strafmaat voortkomt uit het feit dat de wetgever daarmee tot uitdrukking wilde brengen dat aan de wil van een minderjarige geen betekenis toekomt. Dat een minderjarig slachtoffer tot een hogere straf moet leiden is an sich natuurlijk geheel terecht, maar de gammele redenering die het rapport aanvoert is een aanfluiting.

Een onschuldig ogend paragraafje stelt dat in behandelde mensenhandelzaken betreffende de seksindustrie er "relatief vaker" sprake is van geweldsdelicten en overtredingen van de Wet Wapens en Munitie, en dat dit "wellicht het verschil in criminele sfeer rond de verschillende vormen van mensenhandel" illustreert. Dit is een nutteloze verdachtmaking middels "guilt by association".

De NRMSGtK verzucht dat er teveel verschil is in straftoemeting, en daar heeft ze wel gelijk in. Er moet één lijn worden getrokken. Helaas houdt dat voor Dettmeijer in dat elke rechtbank die nietzover gaat als de meest agressieve, niet hard genoeg zijn best doet. Er zit immers nog meer in de wet, dat eruitgehaald kan worden.

Ook verzucht de NRMSGtK herhaald dat rechters soms "ten onrechte" aantijgingen van mensenhandel in de prostitutie met dezelfde maatstaf meten als aantijgingen van mensenhandel in andere soorten bedrijvigheid. De wet specificeert immers expliciet dat bij prostitutie lichtvaardiger tot veroordelen over moet worden gegaan.

Alweer onkritisch is de behandeling van het feit dat er een hoog percentage van de verdachten in mensenhandelzaken wordt vrijgesproken. Met de vage, brede bepalingen in 273f, en de immer uitdijende opsporingsbevoegdheden waar de overheid zich gretig van bedient zou het leveren van panklare zaken telkens tot veroordeling moeten leiden - als het delict waarvan verdacht wordt tenminste echt bestaat.

De kritiekkraan gaat echter open in het geval van vrijspraak. Als een rechtbank zich houdt aan de geest van de wet zoals door de wetgever toegelicht:
"Mensenhandel is kort gezegd het dwingen - in ruime zin - van mensen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (seksuele) diensten of om eigen organen beschikbaar te stellen. (...) Mensenhandel is (gericht op) uitbuiting. Bij de strafbaarstelling van mensenhandel staat het belang van het individu steeds voorop. Dat belang is het behoud van zijn of haar lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid. De staat dient strafrechtelijke bescherming te bieden tegen aantasting van het recht op die integriteit en vrijheid."
maar ook zich beperkt tot het gebruiken van de letter van de wet om tot veroordeling te komen, zonder zich van semantische trucjes te bedienen, is er volgens het rapport tekortgeschoten.

De wet, al zo breed in haar bewoordingen, is voor Dettmeijer nog steeds te beperkend. Fysiek geweld of dreiging daarmee moet gelijk worden gezien met "manipulatieve dwangmiddelen" of "psychisch geweld". Zo krachtig als ze eerder is dat alle mogelijkheden in de bewoordingen moeten worden aangewend om veroordelingen te scoren, zo snel is ze nu om de expliciete beperkingen in de wet weg te wuiven.

Er wordt nog even ingegaan op misbruik van een kwetsbare positie. Dettmeijer beroept zich weer op verdragen en de wet, maar dit is weer een vaag criterium om zo'n zware strafbaarstelling aan te koppelen.

Kritiek komt ook op een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, die van mensenhandel vrijspreekt in een zaak waar geen dwang is. Dettmeijer wijst op het feit dat er geen onvrijwilligheid of uitbuiting hoeft te zijn om tot veroordeling te komen. Zelfs de vage term "ertoe brengen" wordt op de meest toegankelijke wijze uitgelegd opdat zoveel mogelijk mensen veroordeeld kunnen worden.

Is Dettmeijer dan van indruk dat er veroordeeld moet worden, ook al is het niet zo erg? Als de rechtbank Den Bosch lid 12 sub 3 "een van de minst ernstige vormen van mensenhandel" noemt, steekt Dettmeijer een eigenaardige zinsnede af:
Zo is het evenmin begrijpelijk dat bij een strafoplegging ter zake sub 3 in het
voordeel mee zou wegen dat geen dwang is gebruikt, geweld achterwege is gebleven, de vrouw al in
de prostitutie zat, dan wel dat van een uitbuitingssituatie geen sprake was. Deze omstandigheden zijn
geen onderdeel van sub 3, betreffen dus niet de omstandigheden waaronder het feit is begaan en beho-
ren evenmin via de strafmotivering bij de beoordeling een rol te spelen. Mochten die omstandigheden
zich immers wel voordoen dan is al snel één van de andere subleden van toepassing.
Er moet volgens haar netzohard gestraft worden in het geval van een hoertje naar Nederland helpen, als iemand met geweld dwangarbeid opleggen.

Waar het echt de mist ingaat is in de conclusies, waar het voorgaande wordt geduid. In het begin van het hoofdstuk is een passage waar van de werkelijkheid flink wordt afgeweken:
Mensenhandel is een delict dat de samenleving ondermijnt. Het gaat soms gepaard met georganiseerde
criminaliteit, het is vaak grensoverschrijdend, er wordt veel geld mee verdiend en mensenrechten wor-
den geschonden. Het is een vorm van criminaliteit, waarbij gebruik wordt gemaakt van faciliteerders
waardoor de gevolgen zich als een olievlek kunnen verspreiden. Zowel het feit dat zoveel Nederlandse
daders als zoveel Nederlandse, ook minderjarige, slachtoffers hierbij zijn betrokken en dat preventieve
maatregelen onvoldoende effect sorteren is een reden tot ernstige zorg.
Hoe mensenhandel de samenleving ondermijnt is niet duidelijk. Het is te betwijfelen of ontwrichting van de samenleving hard te maken zou zijn. Dat het soms gepaard gaat met georganiseerde criminaliteit is ofwel onzinnig door het impliceren van een non-causaal samenkomen, ofwel onjuist omdat een oorzakelijk verband wordt gesuggereerd dat uit de feiten niet naar voren komt. Dat het "vaak" grensoverschrijdend is, wordt gefundeerd op het feit dat vele aangebrachte zaken lid 1 sub 3 bevatten. Dat is niet zo vreemd in het licht van het gemak waarmee dit artikel bewezen kan worden verklaard. Met de huidige stand van zaken moet een buitenlandse vrouw die sub 3 kan vermijden als een curiositeit worden beschouwd. Het huidige prostitutiebeleid maakt dit immers haast onmogelijk. Hoeveel geld er wordt verdiend is gebaseerd op wilde schattingen, die het niveau van inkomsten zwaar overschatten en de onkosten bagatelliseren. Het is daarbuiten onbelangrijk als het misdrijf op haar gehalte van onrecht wordt beoordeeld. De reden dat het wordt aangehaald is om te benadrukken hoe aantrekkelijk het uitoefenen van mensenhandel zou zijn, opdat de magistratuur makkelijker meegaat in het zwaarder bestraffen. Mensenrechten worden geschonden, want zoals herhaaldelijk in het rapport staat is mensenrechtenschending automatisch het geval bij mensenhandel. Prostitutie wordt automatisch met het schenden van persoonlijke integriteit gelijkgesteld. Zelfs bij vrijwilligheid, zoals in de wet blijkt. Dat dit onjuist is kan men elders in dit blog duidelijk lezen. Het gebruik van "faciliteerders" is waar het hele artikel om draait, en wat gelezen moet worden in verspreiden als een olievlek is onduidelijk. Aan te nemen is dat het een alarmistische beeldspraak voor de bühne is, zonder inhoud. Dat preventie onvoldoende effect sorteert, alsmede de suggestie dat het een veel voorkomend misdrijf is, zijn nergens op gefundeerd. Toch is de publieke opinie reeds zover gekneed dat dit bij weinigen vragen op zal roepen.

Zo zie je maar, een enkel paragraafje bevat al een kluwen fouten en ijdele veronderstellingen.

De indruk die uit het rapport kon worden gelezen, is minder één van een rapport omtrent jurisprudentie, en meer één van een activiste die de rechtspraak maant meer te veroordelen, meer mee te gaan in de aanklacht, meer in te vullen voor de aanklager, en de lezing van de wet hier zoveel mogelijk voor op te rekken. Dettmeijer manifesteert een gespleten persoonlijkheid. Als de wet beperkingen oplegt, wordt hier met vage semantiek zoveel mogelijk ruimte in gezocht, maar een letterlijke lezing wordt vermanend opgelegd aan wie de letterlijke bewoordingen in de wet niet als dwingend tot veroordelen behandelt, of tot hun uiterste uitbuit op jacht naar zo veel mogelijk straftoemeting.

De motivatie die Dettmeijer opvoert is het bestrijden van ernstige mensenrechtenschendingen. Ze gaat echter naadloos over in het voorvechten van vervolging van mensen die aanzienlijk minder ingrijpende zaken doen (zoals sub 3, natuurlijk), op dezelfde titel. Dwang en geweld, waar als motivatie mee begonnen is, zijn luttele pagina's later niet meer belangrijk. Ook zonder die bagatellen kan immers met de huidige wet al veroordeeld worden. Ze staat voor dat kleine onbenullige misstandjes over één kam worden geschoren met de gruwelen die het gesundenes Volksempfinden al met de bedrieglijke term "mensenhandel" associeert, en die worden gebruikt om het grove machtsgebruik en de vage wet te rechtvaardigen.

Kennelijk zit de motivatie dus anders. Het blijft gissen, maar er is onmiskenbaar een zweem van moralistische instelling te lezen in de tekst. De vriendelijkste lezing die ik kan geven is een vermoeden tot het willen redden van de underdog, de kleine vrouw tegenover de rijke baas. Een minder vriendelijke is dat deze moralistische vrouw de viezigheid van amorele seks met elk beschikbaar middel wil opruimen. Tot er een geloofwaardige motivatie wordt gegeven, vermoed ik het laatste.

Naar aanleiding van het rapport heb ook ik een aanbeveling. Laten we de titel van Dettmeijer veranderen in Nationaal Activist aam veranderen in Nationaal Activist Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, want van enige neutraliteit, die een rapporteur toch nodig heeft, is geenszins sprake.

9 opmerkingen:

Jaap zei

Interessante analyse van een onderwerp dat door de pers zelden kritisch onder de loep genomen is. Mijn complimenten aan u en uw co-auteur.

Zelf had ik de toespraak van mevrouw Dettmeijer en een gedeelte van het rapport ook nog even doorgenomen. De dingen die mij net als u opvielen waren het gebruik van de termen 'mensenhandel' en 'uitbuiting' en de oproep in artikel 273f SR om deze in de ruime zin op te vatten. Het deed mij haast pijn om dit te lezen. Striktheid, terughoudendheid en consistentie bij het uitleggen van wetten zijn van levensbelang voor een vrije samenleving. Dat zowel mevrouw Dettmeijer als de wetgever onder het mom van dat laatste, consistentie, weg willen doen met de eerste twee baart mij geen opzien, enkel zorgen.

Met uw conclusie over de motivatie achter dit rapport was ik het gedeeltelijk eens, maar ik wil graag een andere lezing bieden op grond van een historisch perspectief. De geschiedenis van deze wetsartikelen leest voor mij namelijk als de geschiedenis van de schifting van een christelijke naar een seculiere samenleving. Sommigen zullen dit proces enkel toejuichen, maar ik wil graag een kritische kanttekening plaatsen. Bij de christenen wist men namelijk waar men stond; prostitutie was simpelweg immoreel, basta. Het werd getolereerd, maar niet geaccepteerd. De mens was immers een gevallen wezen en het was niet de taak van de overheid om de wereld van zonde te bevrijden, dat was voorbehouden aan Christus.
De huidige situatie is minder duidelijk. De bijna unanieme verwerping van het Christendom door moderne intellectuelen betekende niet de opmars van een eenduidige seculiere denkwijze of moraal, met als grote uitzondering hierop het idee van de maakbare samenleving. Dit zien we terug bij het vraagstuk van prostitutie en dit is de oorzaak van de gemengde zweem van moralisme en socialisme die u terecht opmerkt in uw conclusie. Rondom de prostitutie komen allerlei moderne seculiere opvattingen van liberale, feministische en marxistische aard sterk met elkaar in conflict. De legalisatie van prostitutie was een duidelijk liberale zet waar veel feministen van gruwden. Als wapen hiertegen wordt een marxistisch concept zoals uitbuiting in zijn meest radicale vorm opgesteld. Daarom geldt nu dat enkel en alleen voor de prostitutie elke relatie tussen werkgever en werknemer bijna automatisch een vorm van uitbuiting is.

Het resultaat is de huidige situatie waarin men bereid is om heel stilletjes aan de poten van het recht te zagen om zijn eigen seculiere evangelie er doorheen te drukken. Heel cynisch wijst de overheid hierbij naar haar eigen falen in het handhaven van de bestaande wetten omtrent prostitutie en voert dit als bewijs op dat zij te weinig macht heeft. Om af te sluiten wil ik degenen die vinden dat alle middelen in dergelijke zaken geoorloofd zijn deze bekende uitspraak van Benjamin Franklin nog meegeven: "They that can give up essential liberty to obtain a little temporary safety deserve neither liberty nor safety."

Anoniem zei

off-topic: Zondares, ik ben benieuwd naar je mening over Help een Hoer in de klas, documentaire die onlangs op tv was, en nog online is terug te zien.

Unknown zei

Beste Jaap,
"Daarom geldt nu dat enkel en alleen voor de prostitutie elke relatie tussen werkgever en werknemer bijna automatisch een vorm van uitbuiting is": Kun je het waarom daarvan duidelijker uitleggen?
Co.

Jaap zei

Co,

Het concept van economische uitbuiting geeft houvast in een situatie waar anders bijna geen vat op is te krijgen. In onze zedelijk bevrijde samenleving is het namelijk bijzonder moeilijk om grenzen te stellen aan seksueel gedrag. Mensen die prostitutie per definitie beschouwen als seksuele uitbuiting, maar tegelijk niet willen tornen aan hun eigen seksuele vrijheden worden dus gedwongen andere argumenten te zoeken. Het economische argument ligt voor de hand en is makkelijk uit te breiden naar een definitie waarbij het bijna alle financiële overdrachten aan derden (dus niet die tussen klant en prostituee) binnen de prostitutie dekt.

Johann zei

OK, Bouche de la Loi die weet het. Graag weer een stukje van je eigen hand Z.

Henri Bik zei

In dit kader is het Franse alternatief interessant. In Frankrijk is prostitutie legaal, mits de prostitué zelfstandig voor eigen rekening werkt en ingeschreven is bij de Franse variant van een KvK.

Pooierschap (proxénitisme)is in alle vormen verboden en dat wordt heel breed uitgelegd. Iedereen die aan de prostituée in de uitvoering van haar beroep verdient kan wegens proxénitisme veroordeeld worden: de vriend die haar naar haar werkplek rijdt, de hoteleigenaar die haar een kamer verhuurt om haar klanten te ontvangen, de kollega in wiens appartement zij haar klanten ontvangt of de massagesalon eigenaar, die sex met klanten toe staat.

Politie en Justitie hebben dus alle mogelijkheden om tegen uitbuiting op te treden en doen dat vaak ook, waarbij de 'uitgebuite' prostituée geen aanklacht in hoeft te dienen. De politie verzamelt zelf bewijzen.
http://www.midilibre.fr/2012/07/27/les-hotesses-proposaient-des-massages-complets,540087.php

Het resultaat is onder andere dat de tarieven van Franse prostituées veel hoger zijn dan in Nederland.

Maar of er nu minder meisjes tot prostitutie worden gedwongen is moeilijk te bepalen.




Henri Bik zei

Op 25 oktober zag ik op TV Nederland 2 een reportage over de aanstaande sluiting van de tippelzone in Heerlen. Interessant was de attitude van de twee gevraagde wethouders. De Heerlens wethouder negeerde het probleem dat die sluiting gaat opleveren voor de daar werkzame dames en ging evenmin in op de argumenten van de Groningse wethouder om in Groningen de tippelzone open te houden.
De Heerlense wethouder is een typisch voorbeeld van een politicus, waar zondares zo van baalt. Politici die zonder er zich werkelijk in te verdiepen op vruchteloze wijze de prostitutie in willen dammen.

Hier in Frankrijk werd in 2002 door de toenmalige minister van Binnenlandse zaken N. Sarkozy een wet doorgedrukt die het aanbieden en opvragen van sexuele diensten op de openbare weg verbiedt, zowel actief als passief dus elke frivole dame die langs de weg staat en volgens de politie sex aanbiedt kan met 2.500 euro beboet worden.

Hielp dat ..? Welnee de dames verplaatsten zich van de grote weg naar zijweggetjes die zichtbaar zijn vanaf de grote weg.

De gemeenten gebruiken de wet alleen maar om de tippelaarsters te verwijderen uit gebieden, waar klachten komen van omwonenden:
http://www.midilibre.fr/2012/10/26/quatre-maires-mobilises-contre-la-prostitution-sur-la-rn-100,584047.php

Johan zei

Had je dit artikel in de Trouw al gezien ?

http://www.trouw.nl/tr/nl/6704/Sociale-Vraagstukken/article/detail/3339141/2012/10/29/Registratieplicht-prostituees-moet-landelijk-ingevoerd.dhtml

Zondares zei

Jaap, helemaal met je eens dat de pers inderdaad helemaal niets bekritiseerd of kritisch bekijkt! Daar zijn ze toch voor? Maar ik weet niet of de oorzaken die je noemt wel kloppen hoor. Ik denk dat het meer door eht relatiedenken komt.

Henri, wat ik hoor is dat het in Frankrijk veel gemener is met de pooiers dan hier, want daar hebben ze meer te verliezen. Je kan daar geen nette zaak hebben die niet kan worden opgerold, dus alleen penoze doen het.

Bedankt voor de koppelingen jongens.