maandag 28 maart 2016

De kruik gaat te water tot hij breekt

Dagelijks heb ik te maken, bij het nieuws bijhouden, bij het schrijven van mijn blogje, gewoon door de dingen die ik elke dag over mijn werk tegenkom, met hypocrisie. De hele anti-prostitutiewereld is zo vol van hypocrisie dat je gaat denken dat zonder hypocriet zijn je niet tegen prostitutie zou kunnen zijn ofzo. Ik ben er een beetje overgevoelig voor geworden, en als ik het ergens opmerk, ben ik er meteen heel boos over.

Misschien dat ik daarom ook zo blij ben met helpers die me in de gaten houden, om zeker te zijn dat ik me niet zelf laat uitlokken om ook hypocriet te gaan doen. Als je in een lange discussie bent met een groep mensen die de hele tijd valsspelen, heb je snel de neiging om dat dan ook maar te gaan doen om een eerlijke kans te hebben. Maar dat is verkeerd, en dan is je hele inzet juist voor niets.

Als je zo denkt is het heel schokkend, en een beetje een aanleiding om toch maar wat in je hartje te gaan kijken, als je merkt dat je zelf ook ongemerkt iets hypocriets doet. Ik ben ook maar een mens, en soms merk je alleen door het per ongeluk zelf te doen hoe makkelijk mensen fouten maken, en hoe ongemerkt het gaat om hypocriet te zijn. Dat gebeurde nu door een klant.

Die klant is al jaren een vaste. Hij komt een paar weken meerdere keren per week, en dan weer maanden niet. Ik ken hem al sinds ik uit de clubs stapte en voor mezelf begon, en hij is altijd met me meegereisd. Reizen is voor hem geen hindernis meer. Hij is een fijne klant, met een gewone maat, een lekker besneden pik en een keiharde, betrouwbare erectie. Hij is speels en flirterig, hij houdt wel van een beetje plagen, en hij is fijn om mee te werken.

Zoals heel veel klanten praat hij graag. En zoals de meeste klanten gaat dat over zijn leven, en zijn belevenissen. En zoals altijd gaat dat veel over zijn werk. Hij heeft geen gezin, dus daar hebben we het niet over, en zijn hobby is zijn werk, dus daar zit ook geen variatie in. Hij heeft zijn werk, en dat is zijn alles. Hij vindt het de beste baan ter wereld, en hij is er al die jaren al vol van.

Hij is beroepsduiker. Hij werkt "in de offshore," en hij werkt voor iedereen die hem opbelt. Volgens hem is het alleen goed verdienen als je veel verschillende opdrachtgevers hebt, en veel "premium" werk doet. Dat houdt in dat je extra betaald krijgt als je werk gevaarlijk, moeilijk, langdurig, oncomfortabel, of gewoon pijnlijk is. En die soorten werk vindt hij juist het spannendste.

Al jaren vertelt hij me erover, met al het jargon en de details die ik maar half begrijp, met al de anekdotes over hoe hij aan gevaren is ontsnapt, en soms niet ontsnapt. Hij heeft een enorme brandwond opgelopen tijdens een duik, die pas kon worden behandeld toen hij "uit saturation kwam" en wat nu dus een lelijk litteken is. Hij is steeds dover geworden, en hij heeft gewrichtsklachten die je op zijn leeftijd nog niet hoort te hebben.

Zijn verhalen waren voor hem allemaal flink verschillend. Zo praatte hij, dat was duidelijk. Voor mij was het telkens hetzelfde, hij moest opeens per helikopter naar een verlaten stuk ijskoude zee, en daar tientallen meters onder water waar je maar een halve meter zicht hebt met grote gevaarlijke stukken machine werken. Of dat een "prop," een "blow up preventer" of een "linkage" is, maakt voor mij niet uit. Ik luister gewoon.

Hij praat honderduit, vertelt met een schittering in zijn ogen, laat de tijd de tijd en duikt terug in zijn herinnering van elke duik. Hoe moeilijker, pijnlijker, kouder, dieper, duisterder en gevaarlijker, hoe beter. Als hij vertelt over een duik naar meer dan honderd meter diep, dan overstijgt hij zichzelf. Als hij vertelt over gasmengsels, ballast, of vastgevroren gaskranen, dan klinkt het als een professionele voetballer die over het beslissende doelpunt van de Cup praat.

Ik vind het meestal ijselijke verhalen. Ik vind onder water zijn maar niets, moet je weten. Ik zwem graag, en ik zat op waterpolo, maar ik ga niet graag koppie onder. Als klein meisje vond ik het nogwel leuk, afentoe, maar ik ben steeds minder op mijn gemak geraakt met onder water gaan. Vooral in open water vermijd ik het helemaal, in het zwembad vind ik het al niet fijn. Ik adem liever makkelijk.

Als ik me voorstel hoe hij aan het eind van een lange slang meer dan honderd meter onder water zit, in een verwarmd pak, op een kale zeebodem staat te werken aan een machine, terwijl het er aardedonker is behalve door zijn hoofdlampjes, dan slaat het me koud om mijn hart. De gevaren van zoiets zijn enorm, ookal verzekert hij me dat hij het allemaal in de hand heeft. Dan steekt hij trouwens wel meteen van wal met een verhaal over hoe alles, die ene keer, helemaal foutging.

Hij vindt het zelf ook gevaarlijk werk. Hij vindt zelf ook dat het slopend is, en dat het veel van hem vraagt. Misschien wel meer dan het geeft. Maar hij is verliefd op zijn werk, en hij houdt zelfs van dat slopen en dat gevaar. Dat hoort erbij voor hem. Hij heeft het gevoel dat hij het meeste leeft als hij met speciale chemische gassen in leven moet worden gehouden. Als het aan hem ligt, stopt hij nooit.

Ik heb wel met hem gepraat over zijn toekomstplannen. Hij wil zo lang mogelijk door blijven duiken, zo gevaarlijk mogelijke taken doen voor zoveel mogelijk geld. Op een dag kan hij het niet meer, want elk mens wordt te oud, maar hij is van plan pas te stoppen als het ècht niet meer gaat. En dan wil hij nog door als iets met duiken, en liefst een soort duiken die er zoveel mogelijk op lijkt.

Misschien wil hij wel in havens gaan duiken, of in bassins van viskwekers of atoomcentrales. Daar is kennelijk wel werk voor hem. Hij zegt het alsof hij er nu al lange tanden over heeft. Het is te saai, en geen uitdaging voor hem. Hij kan opleider worden, maar daar peinst hij niet over. Dan zegt hij "Ja, lekker andere kerels opleiden om te doen wat ik zelf wil doen, mij niet gezien."

Na een beurt heeft hij me weleens, terwijl we nalagen, en ik hem lekker aan het krieuwelen was, verteld dat hij eigenlijk hoopte dat hij niet terug zou hoeven gaan naar kalmer soort werk. Hij hoopte dat hij als het allemaal niet meer kon, om zou komen op zijn werk. Dat was de gedachte die hem het meeste rust gaf. Ik vond dat een hele gevaarlijke manier van denken. En ik wist niet wat ik ervan moest zeggen.

Sindsdien voelde ik me een beetje ongerust over die man. Ik voel me een beetje verantwoordelijk voor al mijn klantjes, en ik wil graag dat al mijn klantjes goed terechtkomen. Ik had het gevoel dat hij niet goed bezig was, en ik liep er een beetje mee in mijn maag. Ik voelde me er niet goed over. Ik had het gevoel dat ik de verantwoordelijkheid had om er wat van te zeggen, en om hem te laten zien dat er meer was, en dat hij niet moest aansturen op een ongeluk.

Jaren liet ik het er maar bij. Zelfs als hij er weer mee kwam, dat hij met het ouder worden niet steeds voorzichtiger zou worden, maar juist steeds meer risico zou gaan nemen. Ik wist niet wat ik moest, en ik liet het er maar bij. Maar op een boze dag kwam hij bij me aan, en voelde ik meteen al toen we gedag zoenden dat er iets niet klopte. Er was een vinger weg aan zijn hand.

Met de meeste klanten zou ik er niets van hebben gezegd, als ik ze voor het eerst zag. Mannen zijn onzeker over gebreken, zelfs als die er niet toe doen. Bij hem heb ik hem meteen gevraagd wat er was gebeurd. Ik kon even niet wachten tot na het nummertje. Dat is er ook niet van gekomen, ik had alle tijd opgemaakt met ons gesprek. Hij heeft natuurlijk niet hoeven betalen, om even duidelijk te zijn.

Hij vertelde in geuren en kleuren hoe het gebeurd was. Haast alsof het een verdienste was, waar hij trots op kon zijn. Alsof het een leuk avontuur was geweest. Bij een ongeluk diep onder water was zijn vinger vast komen te zitten aan een scheepswrak, en hij had geen keus behalve "hem daar maar achter te laten." Mijn mond hing open, en ik kon me niet voorstellen dat hij daar zo makkelijk over kon praten.

Ik kon het niet laten. Ik heb hem een preek gegeven over dat hij niet goed voor zichzelf zorgde, dat hij een destruktief pad afliep, en dat hij zich helemaal had blindgestaard op dat duiken. Dat hij zijn ogen moest openen voor meer in de wereld, en dat er mensen hem zouden missen als hem wat overkwam. Ik bijvoorbeeld. En dat hij eens volwassen moest worden en moest zien wat die baan van hem hem nou kostte!

Het was heel logisch geweest als hij nooit meer was teruggekomen. Ik was bestwel prekend en bazig geweest, en hij was voor niets naar mijn werkflatje gekomen. Maar zo is hij niet, en hij boekte gewoon weer. Toen hebben we wel een wip gemaakt, en een hele goeie ook, en daarna nam ik zoals altijd wat tijd voor naspel. Dat heeft hij altijd al leuk gevonden. Meestal neem ik er vijf minuten voor, bij deze klant een kwartier.

Dat kwartier gebruikte hij om het eens uit te leggen dat hij niet bezig was om zijn eigen leven op het pad naar het einde te zetten. Hij deed al dat duiken niet omdat hij andere dingen niet wou doen. Het was omdat het duiken zelf het allemaal waard was. Het duiken was zijn passie, en zijn liefde, en het bracht hem veel meer dan wat het hem kostte. Hij miste zijn vinger, maar nietzoveel als hij het duiken zou missen als hij stopte.

Als ik hoorde hoeveel liefde hij in zijn stem had voor zijn werk, kon ik niet meer doen alsof het allemaal zo simpel was. Ik kon het niet meer alleen zien als iets wat slecht voor hem was, en waar ik me niet lekker bij voelde. Voor hem was het niet iets engs en lelijks, voor hem was het iets moois, iets spannends, iets avontuurlijks, iets fijns, en iets waarmee hij iets aan de wereld toevoegde.

Toen hij weg was begon het een beetje te knagen. Er was iets. Hij had iets bij me losgemaakt, en dat moest een plaatsje hebben, en ik voelde me er helemaal niet op mijn gemak mee. Er was iets mis, en dat moest worden opgeruimd. Ik zocht dat eerst een beetje bij hem, maar terwijl ik de keukenboel aan het afnemen was, sloeg het besef me opeens in mijn gezicht: ik was ontzettend hypocriet geweest met die vent.

Al jaren schrijf ik in mijn blogje briesend over al die mensen die het zogenaamd beter weten, terwijl ze nog nooit prostitutie hebben geprobeerd, maar wèl doen alsof ze weten wat ons motiveert, wat we meemaken en hoe dat is. Daar kan ik met mijn hoofd niet bij, dat ze die gotspe telkens weer herhalen. Ik ga daar hard tegenin, en ik steek niet onder stoelen of banken dat ik dat hypocriet en oneerlijk vind.

En nu zag ik opeens dat ik gewoon precíés hetzelfde had gedaan bij die duiker! Ik weet niets van zijn werk, ik heb het nog nooit gedaan, maar in mijn onwetendheid vind ik het maar eng en zie ik de waarde niet. En dan ga ik het veroordelen, en natuurlijk net na een incident. Ja, er zitten nadelen aan zijn werk, maar ook voordelen, en die vindt hij meer waarde hebben dan die nadelen. Hoe haalde ik het in mijn hoofd om dat voor hem, in mijn onwetendheid, béter te weten?

Ik kon haast niet wachten tot de volgende keer dat hij kwam. Dat was gelukkig al snel. Ik heb hem toen gewoon gezegd wat ik zou willen dat mensen ook bij mij zouden zeggen, dat het allemaal zijn keus was, en dat ik daar geen oordelen over moest verzinnen, omdat ik er eigenlijk niets van weet. Hij was blij, en hij voelde zich extra op zijn gemak om zichzelf bij me te kunnen zijn. Niet omdat ik het begreep, maar omdat ik niet dat onbegrip liet beslissen hoe ik erover dacht.

De verhalen die hij sinds toen vertelt, zijn nogsteeds dezelfde verhalen. Maar ik luister niet meer naar wat ik zelf voel bij al die verhalen van losgeschoten kabels die door het donker in de diepzee maaien en hem bijna knock out slaan, maar ik leef mee met hoe spannend hij het vindt, en hoe tevreden hij is van de mooie manier waarop hij die situatie heeft opgelost. Ik ga mee met hoe hij zijn leven leidt, en ik gun hem dat hij dat zelf mag beslissen.

Ooit zal het misschien helemaal foutgaan voor hem. Voor hem is dit zijn leven. Zijn vervulling. Als hij moet kiezen tussen oud worden met al zijn vingers, of zelfs überhaupt oud worden, of dit werk, kiest hij hiervoor. Ik hoop dat hij nog lang niet bij zijn eind is. Hij kan wel stoppen, maar wat voor leven heeft zo'n duiker in hart en nieren dan? De kruik gaat net zo vaak te water tot hij breekt. Maar wat moet zo'n kruik nou, heel en wel, in het gras naast de put?

maandag 21 maart 2016

Antwoord op: Ik ben ook maar een klein radertje

Er wordt heel wat gekoeioneerd in de prostitutie, vooral door de overheid en de bloedzuigers van de reddingsindustrie die eraanhangen. Er wordt vroom gepraat over het normaliseren van ons vak, terwijl ze hun uiterste best doen om ons zo abnormaal mogelijk te behandelen. Daar schrijf ik nu al járen over, en ik ben het al langer dan dat al zat om het maar te blijven accepteren.

Ik heb, en niet alleen ik trouwens, heel veel van mijn collegaatjes ook, weleens laten horen wat we ervan vinden als we weer gecontroleerd, betast, overvallen, gemanipuleerd, verhoord, betutteld, gereguleerd, bedreigd of afgescheept werden door vadertje Staat of een andere overheid. Dan praat je tegen iemand die onderdeel is van dat grote anonieme apparaat, en dan krijg je altijd iets te horen wat betekent: "Daar kan ik niets aan doen. Ik ben ook maar een klein radertje."

Het is om gek van te worden. Niemand vindt dat ze verantwoordelijk zijn voor wat ze doen. Je kan íédereen in het hele circus aanspreken, maar níémand neemt verantwoordelijkheid, zelfs niet voor het hele kleine stukje van het circus dat zij zelf uitvoeren. Ze geven soms gewoon schouderophalend toe dat wat er met je gebeurt nergens op slaat, maar ze vinden het niet hun eigen pakkie-an.

Zóveel mensen gebruiken dit idee. En allemaal verstoppen ze zich erachter als je ze erop aanspreekt.

De klant die een meid aangeeft bij stichting Meld Misdaad anoniem voelt zich een hele bink. Die heeft zijn verantwoordelijkheid genomen, en een meisje gered! Als ze hem aanspreekt op de ellende die hij haar op de hals heeft gehaald, is hij beduusd en verontwaardigd. Je kan toch niet van hem verwachten dat hij eerst nagaat wat er ècht met haar aan de hand is, en wat er ècht gebeurt met zo'n meisje wat wordt aangegeven? En wat moet hij anders doen? Die ellende vindt hij niet zijn schuld. Hij is maar een klein radertje in die ellende.

De politiemannen die erbijstaan als de gemeentecontroleurs in mijn slipjesla zitten te wroeten staan er een beetje bij. Die snappen niet dat ze boze blikken krijgen. Als je ze vraagt om in te grijpen bij een controleur of zedensmeris die zijn boekje ver tebuitengaat, lachen ze een beetje. Zij zijn er om te zorgen dat de controle rustig verloopt, het is ook niet hun idee geweest. Die controleur zal wel weten wat hij wel en niet mag. Waarom word ik boos op hen? Zij maken de regels niet. Ze zijn maar een klein radertje.

Gemeentecontroleurs zijn een speciaal geval, want dat zijn heel vaak juist een soort kwaadaardige smurfen die het niet konden redden om de politieschool in te komen, maar als je er eentje goed op zijn nummer zet, komt er ook hetzelfde gegrien uit. Ze zijn maar een klein radertje, ze doen ook alleenmaar wat ze moeten doen van de gemeente, het is hun werk om die regels te controleren, en dat kan nou eenmaal niet anders.

De belastingambtenaar die telkens WTP's uit komt voeren of mijn hele administratie probeert verdacht te maken kijkt er ook vanop als je hem vraagt waarom hij zo gebrand is om fraude te vinden terwijl niets erop wijst dat je oneerlijk bent geweest. Hij legt uit dat bij hoeren het protocol nou eenmaal zo is, en dat uit veel beschikkingen blijkt dat hoeren toch voor tonnen gefraudeerd hebben. Als je hem vraagt of dat met al die aannames geen zelfvervullende profetie wordt, vindt hij daar niets over te beslissen heeft. Hij is alleen dat protocol aan het uitvoeren, want hij is maar een klein radertje.

De vergunninghoudende exploitant let op zijn vergunning, en nergens anders op. Hij houdt meiden weg die bij andere plekken vanwege vermoedens zijn weggestuurd, en hij verlinkt àlles waar hij wel van weet dat het goedzit, maar waar Zeden een luchtje aan kan vinden zitten. Hij moet om zijn vergunning denken. Als je hem confronteert met hoe hij de meiden dupeert, legt hij uit dat hij ook zijn hoofd boven water moet houden. Hij heeft het ook niet bedacht. Hij is maar een klein radertje.

De rechter die je helpt zonder vergoeding te ontslaan, die je zonder pardon je huis uit laat zetten, die zonder bewijs en tegen je zin je vent in de cel laat gooien, en die minderjarigen overlevert aan commerciële sektes, die kijkt heel vreemd op als je haar daarop aanspreekt. Het was toch door het OM geëist? En die hadden toch aan de bewijsvereisten voldaan? Wat moet je dan nog? Als rechter moet je je ook houden aan de verwachtingen en de regels. Je bent uiteindelijk maar een klein radertje...

De boegbeeldhoer die zich naar voren laat schuiven als de stem van alle hoeren, maar zich uiteindelijk vooral als buikspreekpop laat gebruiken, en dan nieteens verontwaardigd aftreedt of naar de pers stapt om de misleiding open te gooien, maar het gewoonmaar laat gebeuren omdat dit het beste was wat ze kon kopen, die heeft haar best gedaan. Dat zij haar hoer-zijn laat gebruiken als buikspreekpop was ook niet haar idee. Maar ze moest toch meedraaien? Als een klein radertje.

De hulpverlener die meiden verlinkt die denken dat ze haar beroepsgeheim niet zal schenden, of die braaf meelult met mensen die komen polsen of ze misschien wel misstanden kan inbeelden ookal heeft ze eigenlijk nooit ècht iets gezien is heel verbaasd als je je wantrouwen uit. Zij probeert alleenmaar te hèlpen, en ze heeft cursussen en leidraden gehad om haar uit te leggen hoe dat moet. Zij doet alleenmaar wat er van haar verwacht wordt, ze is ookmaar een klein radertje...

De belangenbehartiger voor hoeren die meelult met de overheid en zo'n beetje trouw zweert aan de hype om de kleine dingetjes te verbeteren waar hij nou net zijn idealistische focus op heeft, snapt niet dat de hoeren afkeuren dat hij meewerkt aan handreikingen en "oplossingen" waar dezelfde mythes wéér worden herhaald, maar dan met een kleine nuance, en waardoor onze rechten wéér worden geschonden. Als hij niet meelulde, kreeg hij helemáál niets gedaan. Zoveel invloed heeft hij niet op de grote lijn. Hij is maar een klein radertje.

De mensenhandel-activiste die vooral meisjes wil redden van een afschuwelijk lot, en dan nieteens als een vermomming voor religieuze of feministische repressie, maar ècht om te redden, maar daarbij gewoon met boter en suiker de mythes over prostitutie slikt en herhaalt, begrijpt niet waarom we zo boos worden. Ze wil alleenmaar helpen, en wat ze gehoord heeft gelooft ze ècht, zij heeft het ook niet verzonnen! Wie is zij nou om tegen de dogma's van haar eigen organisatie in te gaan? Zij is gewoon een klein radertje.

De woningbouwman die een gezinnetje uit hun huis zet omdat moeder hoert, vindt het heel vervelend voor haar en haar gezin. Maar het moet nou eenmaal, het zijn de regels, en ze heeft het er ook echtwel naar gemaakt als ze zoiets extreems doet als seksuele dienstverlening. Nouja, hij kan het je ookniet uitleggen, en hij begrijpt dat het heel vervelend voor je is, maar hij maakt ookniet de regels, dus waarom word je nou boos op hem? Hij is maar een klein radertje.

De baas die een hoer haar burgerbaan uitzet doet dat ook alleenmaar omdat hij niet meegesleept wil worden in toestanden rond prostitutie. Vooral niet als hij van Zeden heeft gehoord dat hij maar "passende maatregelen" moet treffen. Dat er ook bazen zijn die weigeren om mee te gaan met de ophef als een werknemer seksuele diensten verkoopt is niet van belang voor hem. Hij heeft niets temaken met de hele verbiedertjeskermis, hij krijgt het ookmaar op zijn bord. Hij is niet degene die het allemaal beslist. Hij is maar een klein radertje.

De politicus die meestemt ookal heeft hij nooit iets gesnapt van het onderwerp kijkt heel raar op als je contact met hem zoekt. Als je hem mailt stuurt hij hoogstens een antwoord met dat het niet zijn portefeuille is. Hij stemt mee met zijn partij, want dat hoort zo. Waarom hou je hem verantwoordelijk voor zijn stem als hij zich toch nooit echt in alles waar hij over stemt zich kan verdiepen? Hij luistert naar de politicus van zijn partij die die portefeuille heeft, en verder is hij alleen een klein radertje...

De politicus met prostitutie in haar portefeuille vindt dat je het niet snapt. Ze maakt al die wetten en regels en bevoegdheden die alleen kunnen worden gebruikt om je te verbannen en verbieden gewoon om je te hèlpen. Die verboden zijn alleen bedoeld tegen mìsstanden. Maar waarborgen dat het daartoe beperkt blijft, zijn niet nodig. Dat wordt ècht niet misbruikt. En ze moet toch wàt doen tegen al die misstanden? Al is het maar een symbool? En het OM en de reddingsindustrie en de vastgoedbranche en de confessionelen vragen er àllemaal om, hoe kan zij dan dwars gaan liggen door kritisch te doen? Ze is immers maar een klein radertje...

De schooldirecteur die je kind van school stuurt omdat het ontdekt is dat zijn moeder hoert, kan er ook niets aan doen. Hij moet ook de andere kinderen beschermen, en voor de kleine is het ook niet leuk als hij gepest wordt. Dan kan hij beter ergens anders opnieuw beginnen. Ja, de directeur vindt het ook niet eerlijk, maar die kan niet een hele cultuur veranderen, dat is vechten tegen de bierkaai, vooral als er ouders woedend op zijn deur hebben geklopt. Dan is hij maar een klein radertje.

De onderzoeker die je interviewt, en die je kan aanwijzen dat zijn hele enquète uit leidende en geladen vragen bestaat, snapt het wel een beetje dat je boos bent. Maar dit is een onderzoek dat bedoeld is om een bepaalde invalshoek te gebruiken, daar heeft de overheid de opdracht op toegesneden, en nu is het gewoon uitvoeren. Hij moet ook brood op de plank, en niet alles hoeft keiharde wetenschap te zijn. Het verandert toch niets, en anders is er voor hem wel een ander. Hij is ook maar een klein radertje.

De journalist die een stukje over prostitutie schrijft, weet wat verkoopt. Die selecteert het persbericht van de politie of het OM, kopiëert en plakt het, en schrijft er misschien nog wat emotioneel heftigs bij, maakt een pakkende koptekst, en plaatst het. Nee, hij heeft er nooit naar gekeken, hij is niet kritisch geweest, maar hij moet ookmaar een boterham verdienen. Hij is geen specialist, hij heeft geen achtergrond. Hij is maar een klein radertje.

De uitgever die een lekker ellendepornoverhaal van een raar figuur met indianenverhalen over prostitutie binnenkrijgt, weet wat er verkoopt. Die laat een ghostwriter er wat leesbaars van maken, en verkoopt het als "true crime." Als weereens blijkt dat het verhaal alleenmaar onzin is, en is geschreven als masturbatie door een borderliner, neemt hij geen verantwoordelijkheid. Als uitgever is hij maar een klein radertje in het proces. Hij zorgt alleen dat het boek van de schrijver er komt. Oh ja, en het is háár waarheid, niet dè waarheid.

De burger die verder niets met ons temaken heeft, maar wel graag de media nablaat over alle misstanden in de prostitutie, dat het een schande is en dat er eens harder moet worden aangepakt, is heel verbaasd als ik daar boos op reageer. Dit weet iedereen toch? Dit is toch niet van hem afkomstig? Hij is toch geen journalist die dat verkondigt? Moet hij dan overal van uitzoeken of het wel klopt? Moet hij verantwoordelijk zijn voor wat hij zegt? Het is toch zijn méning? En hij is zó'n klein radertje, hèm moet je niet hebben...

Mijn antwoord op al die mensen is: Je kan meer doen dan alleen je schouders ophalen en uitleggen dat je maar een klein radertje bent. Je kan kijken naar dat hele kleine stukje waar jij mee te maken hebt, en dáár in elk geval wat aan doen! Zelfs als je ècht geen keus hebt, en daar gaan jullie allemaal véél te makkelijk vanuit, kan je in elk geval nog aan de kaak stellen wat er gebeurt, het aan de wereld laten zien, en je hard maken voor wat je wèl kan.

Ik zie héél veel mensen die gewoon niet eens willen kijken naar wat de gevolgen zijn van wat ze doen. Die vinden het reuze makkelijk om maar te doen alsof ze daar niet over hóéven na te denken, omdat dat toch nietmeer hun pakkie-an is. Als het uit hun handen is, is het niet meer hun ding. Wat komt nadat ze hun dingetje hebben gedaan, dat moet iemand anders maar zien.

Als je nergens over nadenkt, is het heel makkelijk. Dan zie je niet dat je wat foutdoet, en dan ben je de vermoorde onschuld. Die mensen kunnen toch ook niet weten dat er zulke rare dingen gebeuren met dat kleine dingetje wat ze doen? Je moet maar een belangrijker iemand aanspreken, die overzicht heeft, en de baas is. Waarom ben je zo gemeen dat je dat kleine radertje aanspreekt? Als je zo'n klein radertje bent, hóéf je toch ook helemaal niet te kijken naar wat de gevolgen zijn van wat je doet?

Wat je doet is niet een gebaartje dat verdwijnt in een grote wereld, wat je doet doet ertoe, en je hebt de verantwoordelijkheid om te zíén wat je teweegbrengt. Ook als iemand anders je vertelt wat je moet doen, ben jij nogsteeds de mens die het dóét. Je wil betaald worden omdat jij het doet, dus mag je ook op andere manieren de erkenning doen dat jij het doet.

Als je een regel toe moet passen waarvan je ziet dat hij niet gaat doen wat hij zegt dat hij gaat doen, dan is er iets mis met die regel of hoe hij toegepast moet worden, en dan doe je het niet, en koppel je terug met je baas omdat je het mìs ziet gaan. Netzoals alle verstandige mensen doen in alle bedrijven en andere groepen mensen. En zelfs als je niet durft om zo "ongehoorzaam" te zijn, dan is dat nog geen smoes om maar níéts te doen!

Je kan, zelfs als je je foute regel tòch toepast, nog wel naar je baas doorspelen dat wat je aan het doen bent helemaal foutgaat. Je kan binnen je apparaat aan de bel trekken, of aan de noodrem. Als je dat niet doet, verwaarloos je gewoon je verantwoordelijkheid. Je kan wel doen alsof het er niet toe doet, maar dat is gewoon lafheid en oneerlijkheid. Doen alsof het misgaat bij iemand die jou opdrachten geeft, en dat wat jij doet daarmee prima is, slaat nergens op.

En zelfs als dàt niet kan, en zeg nou zelf, hoevaal is dat nou ècht zo, dan heb je duidelijk temaken met een ziek instituut, waar geen verbetering in kan komen en dat alleen maar verder weg kan glijden terwijl het mensen met zich meesleurt. Dan heb je een verantwoordelijkheid om daarmee de publiciteit in te gaan, en te laten zien aan de wereld dat je instituut niet alleen mensen mangelt voor niets, maar zelfs niet in staat is om zichzelf te beteren.

Als je zèlfs dat niet kan, bijvoorbeeld omdat je te laf bent om je uit te spreken, dan kan je tenmìnste nog aan de mensen die je geplet ziet worden vertellen wat er gebeurt, en wat ze het beste kunnen doen om te ontsnappen aan jouw kleine stukje van de vervolging en verdrukking. Als je dat zelfs niet doet, heb je helemaal niets meer om je achter te verstoppen. Dan doe je zelfs voor de kleinste dingen nog of je neus bloedt.

Schaam je! Je kan je niet verstoppen achter dat er een heel groot apparaat is waar jij maar een klein stukje van bent. Jij doet iets, en ookal wordt jou verteld wat je doen moet, jij bent het wel die het doet! En als je iets doet waarvan je ziet dat het slecht is, dan doe je daar wat aan, dat is jóúw verantwoordelijkheid! Je kan niet doen alsof je er niets mee temaken hebt!

Je handen wassen in onschuld is huichelarij als je wel degelijk iets zou kunnen betekenen. Je bent nog steeds een mens met eigen keuzes, eigen wil en een eigen stem, en als je kiest om je werk zo te doen als er van je verwacht wordt, als je het nalaat om wat te ondernemen tegen het onrecht waaraan je meewerkt, en er bovendien ooknog stil over blijft en niet de wereld vertelt wat er gebeurt, is dat allemaal iets van jóú.

Als je deelneemt aan een organisatie die foute dingen doet, heb jij daar deel aan. Ookal is het maar een beetje. Ookal ben je niet de eindverantwoordelijke. Je hoort erbij, en wat jouw club doet, dat geeft op jou af. Je kan niet kiezen om er wel deel van te zijn als je trots bent op wat je club doet, en dan te doen alsof de smerigheid niets met jou te maken heeft. En daar kijk ik je recht op aan.

Don't blame me
I just work here
but I want to
fuck you!

-the Offspring (Americana)


maandag 14 maart 2016

Pillowtalk

Mijn werk is om klanten even lekker los te kunnen laten gaan in de korte tijd dat ze bij mij zijn. Dat is vooral seks, maar zelfs klanten die alleen voor de seks komen moet je ooknog op andere manieren los krijgen, want anders gaat de seks niet voor ze doen wat ze nodig hebben. Dat gaat niet alleen om ze verleiden, en niet alleen om ze bespelen, en zelfs niet alleen om ze op te winden. Het gaat vooral om ze zich geaccepteerd laten voelen.

De meeste mannen gaan zoveel om met mensen die ze niet als seksobjekt mogen zien, dat ze het eigenlijk moeilijk te geloven vinden als je ze laat zien dat ze dat bij jou wèl mogen. Daar moet je ze flink van overtuigen. Vaak lukt dat niet de eerste keer, maar als ze vaste klant worden, kan je ze rustig bewerken zodat ze zichzelf echt een beetje loslaten bij de seks. En bijna nooit snappen ze eigenlijk wat er gebeurt.

Seksueel losgaan bij een partner is heel intiem. Dat merk je wel aan hoe je klantjes naar je gaan kijken. Je hebt een echt risico dat ze verliefd worden, maar ook de mannen die niet verliefd worden raken erg aan je gehecht. Je geeft je letterlijk bloot aan elkaar, en voor veel mensen is dat iets wat ze heel ingrijpend vinden. Natuurlijk moet je het zakelijk houden, maar intimiteit is nou eenmaal intimiteit.

Ik accepteer mijn klanten seksueel. Dat is iets waar veel klanten totaal niet aan gewend zijn in hun dagelijkse leven. Mensen hebben toch altijd seksuele moraal die ze mee laten tellen, al is het maar onderhuids, en al zien ze zichzelf àltijd als vrijer en verlichter dan de mensen om zich heen. Die veroordelen ergens toch immorele seks, zelfs als ze vinden dat iedereen dat voor zichzelf moet uitmaken. Het blijft vies in hun ogen, maar vies dat danmaar màg.

De ergste rechter voor elke klant is nog steeds hijzelf. Klanten zijn er meestal helemaal niet trots op dat ze klant zijn. Je moet ze vaak toch een beetje overtuigen dat ze niet met iets verkeerds bezigzijn, dat je ze echt graag als klant hebt, en dat je je niet over tegenzin heen aan het zetten bent voor de betaling. Dat vinden ze maar heel moeilijk te geloven, want klanten kijken ook TV.

Maar vooral denken heel veel mannen dat ze eigenlijk niet seksueel meetellen. Ze voelen zich alsof ze saai en droog zijn, en niemand echt wild van ze zal worden. Ze hebben zich er vaak allang bij neergelegd dat ze geen seksobjekt zijn. Seks is eigenlijk voor mooie mensen op TV, en niet voor gewone mannen zoals zij. Ze lopen een beetje met hun ziel onder hun arm, en zien zichzelf niet eens meer als seksueel. Het is een sneue gedachte.

Het is onzin natuurlijk. Iedereen heeft seks in zijn of haar lijf, en dat moet een vorm krijgen. Teveel mensen rollen dat op en stoppen het diep weg, en de frustratie die daarvan komt, daarvan geven ze de schuld aan de verlopen gordijnen die niet bij de bank kleuren, dat hun man niet genoeg verdient, Marokkanen, de economische crisis, dat de buren hun kerstversiering maar laten hangen, of dat hun collega zijn neushaar maar niet knipt.

In een gefrustreerde omgeving leven maakt jou ook gefrustreerd, vooral als je zelf nog wèl wat met je seksleven wil. Je kan best proberen om seksueel gezond te zijn door er eens wat mee te doen, maar als je in een wereld met het relatiedenken woont, en je vrouw heeft haar libido in de ijskast gezet omdat ze het maar gedoe vindt, dan voel je je bestwel een alien. Ookal ben je dan zelf de enige die goed bezig is.

Naar een hoer gaan kan dan voor veel mannen even luchthappen zijn. Die kunnen éventjes seksueel zijn zonderdat er meteen toestanden van komen. Die kunnen er dan weer even tegen.

Je kan je voorstellen dat zo'n vent toch niet zomaar in een wild beest verandert als hij bij me binnenkomt. Die heeft zóveel bagage mee te slepen, die legt hij niet maar eventjes af. Vaak hebben ze juist het idee dat ze zo'n beetje gaan ontploffen, en denken ze dus dat ze in één keer helemaal losgaan, maar dat gaat niet vanzelf. Ze zullen hun wip wel maken, maar loskomen gaat werk van mij kosten voor het lukt.

Dat laat je ze natuurlijk niet zien. Als een vent al denkt dat hij seksueel niet meetelt moet je hem vooral niet laten merken dat je hem een beetje moet uitlokken voordat hij zich als een vent gaat gedragen. Alles moet helemaal natuurlijk lijken. Je moet hem vooral over zijn eigen drempels heentrekken, en dat moet hij voelen als dat hij zijn natuur eindelijk kan volgen.

Bij mij op de kamer zitten we eventjes in onze mikrokosmos, en is de rest van de wereld eventjes zoek. Dat hoort ook zo, je hoort tijdens seks niet verder te kijken dan je partner. Of partners. Het is ook heel belangrijk dat wat we doen in die kamer, ook in die kamer blijft. Als hoer is diskreet zijn absoluut iets wat van je verwacht mag worden. Je kan het niet maken om informatie te lekken. Dat is een zaak van ethiek.

Je hebt dan snel een speciale band met je klant, al is het maar voor een uurtje. Je bent intiem, je bent discreet, je krijgt hem los, je wekt dingen in hem op die hij normaal niet eens voelt, je bent benaderbaar, je accepteert hem, en er komen kennelijk van seks allemaal hormonen enzo los. Al die dingen apart maken een man al praatgraag, maar als je die dingen samen hebt, is het niet te stoppen. Hij moet zijn ei kwijt.

Het is minstens tien procent van de mannen die echt veel praat. Je krijgt van elke vent wel wat verhalen te horen, maar sommige mannen komen echt alleen voor het praatje, en de seks is vooral om de spraakwaterkraan open te draaien.

Wat ik het meeste hoor is frustratie. Mannen die niet worden erkend, die niet worden begrepen, en die dromen hebben die hun omgeving maar onzin vindt. Soms zijn het dingen waar een volwassen vent toch beter mee om zou moeten kunnen gaan. Soms zijn het echt hele treurige dingen. Soms is het boosheid die ergens heenmoet. En natuurlijk heel vaak de frustratie dat hun vrouw ze niet begrijpt.

Dat zinnetje, "mijn vrouw begrijpt me niet," is iets waar mensen van met hun ogen rollen. Het wordt zoveel gebruikt in komedie, en zoveel gebruikt om aan te geven dat een vent een huichelaar is, dat het een wonder is dat je het nog hoort. Mannen willen ook niet als een huichelaar worden gezien immers. Maar het is een frustratie die je heel veel hoort, omdat hij er gewoon heel veel ìs.

Niet alles is alleen frustratie. Soms krijg je juist een bloesem die zich opent, heel veel authentieke persoonlijke dromen en gevoelens, die je nooit had afgezien aan zo'n man. Zijn zieleroerselen komen aan het licht. Hij opent echt zijn hartje voor je. Soms is het gewoon mooi om naar te luisteren, en hoor je ademloos over al die dingen die hij in zijn geest koestert, en al die dingen die hij stilletjes heeft bedacht terwijl hij het nergens kwijtkon.

Soms breekt het je hart. Er zit bij sommige mensen zoveel bitterheid. Bij knorrepotten is dat maar heel relatief, en doet het je niets, maar sommige mensen zijn niet zo. Die zijn langzaam murw gemaakt en afgeknot, en die bitterheid komt dan vanonder een glimlachende, vriendelijke vent naar boven. Die vertelt over wat zijn leven vast heeft laten lopen op een plek waar hij nooit had willen blijven.

De kans om te vertellen over die dingen die ze normaal voor zichzelf moeten houden grijpen mannen met beide handen aan. Soms is het echt luchten, echt dingen van hun lever krijgen. Dat is wel het moment om even door te pakken. Als je niet open genoeg bent schrikken ze soms een beetje van zichzelf, en kruipen terug in hun schulp. Reageren hoeft niet, beter van niet zelfs, maar je moet laten zien dat je met hem meeleeft.

Een beetje doorvragen op precies het juiste moment is eigenlijk alles wat je moet doen. Je moet niets uit hem trekken. Het komt vanzelf. Het enige wat je kan doen is zien wanneer hij hapert, omdat hij niet meer weet hoe hij verder moet met zijn verhaal. Dan is een simpel vraagje meestal genoeg. Dan komt het spraakwater weer aan het stromen. Als hij echt leiding zoekt, dan leid je hem naar kalmere kanten van zijn onderwerp.

Waar ik jaren geleden heel verbaasd over was, was dat ze ook vaak de kans grijpen om te vertellen over hun geheimen. Ik ben natuurlijk een geheim, want ze vertellen niet over hun bezoekjes aan mij, maar ik krijg ook te horen van boekhouders die al jaren geld verduisteren, en wat ze daar voor gedachtes over hebben. Over mannen die vervreemd zijn geraakt van hun kinderen en nog alleen doen wat ze weten dat ze horen te doen, maar het gevoel er niet meer bij hebben. Van nette huisvaders met goede banen en een kleine, beheerste heroïneverslaving.

Ze zijn zo open, dat ze zonder na te denken je dingen vertellen die heel gevaarlijk voor ze kunnen zijn. Maar ze hebben je geneukt, dus dan vertrouwen ze je makkelijker. Je hebt ze uitgelokt om zichzelf te zijn, dus ze voelen instinctief dat je alles zal begrijpen dat ze je vertellen. Ze weten dat je discreet bent, dus ze hoeven éíndelijk niet op hun mond te passen. Ik vind het nogal durven.

Pillowtalk is een stuk van het werk. Je kan het niet zien als verloren tijd, of als die types die de rij bij de Dirk tegenhouden omdat ze een praatje met de kassière beginnen. Voor de klant is het een heel belangrijk onderdeel van de intimiteit, en je kan je daar gewoon niet zomaar vanafmaken. Bovendien leer je heelwat over je klanten, en over mensen in een bredere zin.

Wat je nóóit moet doen, is wat je hoort in de pillowtalk doorvertellen. Ik kom weleens meiden tegen die het leuke anekdotes vinden om te vertellen over wat ze van hun klanten horen, en dan niet nadenken of dat informatie is die een bekende van zo'n klant met zo'n klant kan verbinden. Dan schend je zijn vertrouwen wel héél erg. Pillowtalk is een stuk van het werk, maar daar discreet over zijn is een nog groter stuk van het werk.


maandag 7 maart 2016

Antwoord op: Meewerken

Vandaag weer een antwoordstukje, maar een beetje anders dan anders. Deze keer begon ik niet met schrijven omdat ik wat in de openbare discussie had gezien, en daarop wou reageren, maar omdat in mijn mail druk werd gepraat tussen mijn helpers. Die zijn het vaker oneens, maar deze keer gingen ze best diep, en vonden toen zelfs een uitkomst waar ze allemaal tevreden mee waren. En ik vond het ontroerend wat eruitkwam.

Met dit stukje wil ik van een hoop dingen afzijn die ik veel van andere hoeren, hulpverleners, aktivisten en goedbedoelende mensen krijg, over hoe ik moet samenwerken, lobbyen, invloed hebben of op andere manieren aktief moet zijn. En dat hoor ik best veel. Ik denk dat ik hiermee niet echt één vraag beantwoord, maar dat er wel een hoop vragen niet meer gesteld hoeven worden als dit stukje maar eenmaal gelezen is.

Het antwoord van vandaag gaat over iets wat ik veel te horen krijg, en mondigere meiden dan ik nog vaker, namelijk dat we de manier van het debat verkeerd doen. Dan krijg je te horen dat je niet constructief bent, of te negatief, of niet samenwerkt, of dat je overeenkomsten moet zoeken, of dat je minder hard moet zijn, of dat de toon van het debat verkeerd is, allemaal tegenover mensen die jouw bedrijfstak en netzomakkelijk jouw leven kapot willen maken. Je moet maar meewerken.

Dat slaat natuurlijk nergens op.

De gedachte achter positief doen, samenwerken, raakvlakken vinden, of flexibel zijn is dat we nu wel tegen elkaar vechten, maar dat we een nieuwe weg gaan zoeken die we allebei willen aflopen. Echt van die dingen die schooljuffen ook zeggen als er ruzie is in de klas. Het maakt niet uit of er recht wordt gedaan, als er maar rust is. Dat wordt makkelijk verward met zoeken naar een win-win situatie.

Als er echt een situatie is waarbij er een misverstand voor het conflict zorgt, kan dat werken. Als er geen misverstand is, en de belangen zijn echt tegengesteld, dan is er geen win-win, hoogstens een compromis. Als het gaat om een salami-techniek van de ene om de andere langzaam te marginaliseren en te vernietigen, dan is het alleennog de vraag hoe ver je die ander kan laten toegeven voordat die toch moet vechten of vernietigd worden.

Omdat het zoveel wordt gezien als een goeie en redelijke manier om met conflicten om te gaan, is het iets wat flink wordt uitgebuit door politici. Niemand doet dat beter dan van der Laan. Hij ontwijkt lastige vragen, en moeilijke gesprekken in hun geheel, door te zeggen dat er zo weinig opbouwends is, en er zo weinig wordt toegegeven, en er zo'n negatieve houding is, dat we het toch niet eens worden. Dan kan je kiezen, of je gaat voor het begin al toegeven, of hij gaat niet in gesprek.

Het neemt natuurlijk nog veelmeer vormen aan. Het is bijvoorbeeld bepalen wat de toon en de regels van een debat moeten zijn, en dan een positie innemen die niet kan worden aangepakt zonder die regels geweld aan te doen. Bijvoorbeeld door het onderwerp al de conclusie in zich te laten hebben. Deze kennen we allemaal: "Hoe gaan we de geweldig grote misstanden in de prostitutie oplossen?" en dan elke opmerking over dat die aanname niet klopt, als een afwijking van het onderwerp te behandelen.

Eentje die je ook veel hoort, vooral van politici, is dat je veel te vroeg je zorgen maakt. Alles moet nog worden uitgedokterd. We gaan niet over één nacht ijs. Je sticht paniek om niets. Je bent met je overhaaste protesten onbeleefd en dom. En op een dag gaat dat opeens om, naar dat je nú nog eens met protest komt? Nu is het te laat! Je hebt maanden, jaren gehad om wat te zeggen, en nu is de strijd gestreden! En tussen die twee zit geen moment dat je wel recht van spreken had.

Ze willen van je dat je "positief" bent. Dat klinkt heel goed en fijn, en dat klinkt ook als iets wat een redelijk mens hoort te doen, maar dan is "positief zijn" wèl zo gedraaid dat het betekent dat je het standpunt van je tegenstander als iets positiefs moet behandelen, ookal is dat juist het donkerste soort negativiteit. Daarmee geef je al uit handen dat je kan bestrijden dàt je tegenstander iets positiefs als standpunt heeft.

Soms doen ze zelfs alsof je ruzieachtig bent, en beter afbent als je niets zegt. Dan zeggen ze dat je erboven moet staan, en niet je moet laten uitlokken tot ruzie als er weer een smerig stukje leugenwerk in de pers komt vanuit de zieligheidsindustrie. Erbovenstaan is zo'n juffenuitspraak, van mensen die het erger vinden dat iets uitgevochten wordt, dan dat de reden voor het vechten blijft bestaan.

En als je je hier niets van aantrekt, en gewoon wèl je laat horen, en wèl de leugenaars en de knopendraaiers op hun nummer zet, dan krijg je, zèlfs van mensen van je eigen kant, regelmatig te horen "dat we nu samen verder moeten." Dat houdt dan in dat je na een kleine overwinning moet gaan verzoenen, en toch weer compromissen sluiten. Het is alsof je huis in brand staat, en als de hal is geblust, dat we die dan maar moeten opruimen en een nieuw verfje geven voordat we aan de rest van het bluswerk beginnen.

Iedere keer als je je gaat houden aan de regeltjes van een ander krijg je dit soort dingen. Bovendien zijn wij hoeren, wij zijn gewend aan rechtuit onderhandelen. Onze tegenstanders zijn meestal politici en lobbyisten, die geslepen zijn om elk voordeeltje uit de regels van hun omgeving te halen. We beginnen met een nadeel, en dat nadeel wordt alleenmaar groter. Ik heb het nog nooit goed zien gaan, niet in debatten, niet in gesprekken, niet op talkshows, niet op internet.

Meewerken is meestal helemaal niet wat we moeten doen, al klinkt het nogzo redelijk. Het hele circus, het hele systéém is tegen ons soort mensen opgezet. Het systeem van regeltjes en politiek is gemaakt om de regeltjes en de politiek hun ding te laten doen, en weg te sussen of weg te zetten wie daardoor geplet wordt. Meedraaien in het systeem geeft helemaal geen oplossingen, het zorgt alleen dat het probleem voor het systeem is weggenomen. Maar daar heeft een helper in de e-mail veel dieper over nagedacht (wat ik op moest zoeken heb ik maar meteen een koppeling van gemaakt):

OK, Ik denk dan dat we het in elk geval over het volgende eens kunnen zijn:
Gelul over misstanden is al een sofistisch mijnenveld, als we ons willen conformeren aan het discours dat opgeld doet komen we alleen verder in de shit. Het probleem is niet een gebrek aan invloed in het discours, het probleem is het stacked deck dat ons zelfs als we er wat argumenten in krijgen diskwalificeert en terzijde schuift. We moeten derhalve buiten de bestaande kaders (buiten 'het prostitutiedebat') om informatie EN argumenten naar het bredere publiek zien te krijgen. Doelwit daarvoor zijn uiteraard mensen die reageren op onbekende verse info, niet die lui die liefst hun vingers in hun oren houden. Conservatieven ga je toch niet veranderen. Het is dus verloren energie te proberen argumentatie te bouwen die conservatieven prikkelt en probeert te overtuigen. Niemand zo blind als die niet wil zien, etc. Dat houdt ook in dat we ons geen zorgen hoeven te maken over of onze argumenten de conservatieven voor het hoofd stoten. Fuck them. Niks kan ze van hun kruis af helpen, dus dan maakt het niet uit ook. Kan zelfs voor wat interessante exchanges zorgen. Opstootjes trekken aandacht.

We komen dan inderdaad in een risicogebied a priori afgeschreven te worden als opruiers zonder inhoud. Het is derhalve belangrijk onze uitingen altijd te voorzien van een duidelijke zin en inhoud die niet ontkend kan worden. We boksen op tegen een beeld van harmonie en samenwerking waar de toehoorder geimpliceerd wordt deel van uit te maken, terwijl wij een beeld broadcasten over dezelfde instanties als zijnde moralistische en/of graaiende bestrijders van onze branche, en als zijnde leugenachtig en geniepig. Dat wordt gezien als een beschuldiging, en dit is Holland, dus wij worden gezien als degenen met bewijslast. Aangeven dat de vijand geen bewijs kan tonen voor hun initieren van het conflict wordt niet gezien als valide, want *alles wat de overheid en reddingsindustrie doet geldt als status quo in the public eye*. Ze hoeven niet eens te erkennen dat er wat uit te leggen valt. Wij moeten eerst aannemelijk maken dat ze iets te verantwoorden hebben. De noodzaak voor de overheid de branche aan te vallen zoals gebeurt is voor de publieke opinie de nulhypothese.

Als we niet kunnen voorkomen telkens gevangen te worden in valse dichotomieen tussen endemisch en inherent geweld (in de breedste zin des woords) enerzijds en onzinnig hoge eisen van puurheid en zuiverheid in de branche anderszijds blijven we ongeloofwaardig voor de toehoorder. Zoals Zon al consequent doet, haal de maatstaven voor andere beroepsgroepen er bij. Haal het huwelijk er bij, dan zitten we helemaal al goed in de plus, de misbruikstatistieken zijn erger dan voor sexwerk. Waar we ons eens NIET in moeten laten lokken is kiezen tussen 2 sprookjes. Nagenoeg iedere challenge je positie in het verlengde te leggen van een strijd tegen misstanden in de prostitutie is een vork (schaak) tussen meegaan in een misstandsverhaal of jezelf tegen hulp aan zielige slachtoffertjes uit te spreken. Dat is opvallend vaak een tactiek die uitgaat van de gespreksleiding in debatten of talkshows. Er is geen betere metafoor te bedenken voor onze positie dan dat de arbiter in het debat ons forceert een valse dichotomie te omarmen.

Belangrijk nieuw scheidingspunt, mochten we het debat OOIT op het niveau krijgen waar dat begrepen zal worden, is het onderscheid maken tussen misstanden VAN vs misstanden IN prostitutie. Dat er hoeren aan misstanden onderworpen worden is niet door het proces danwel het beroep van hoererij, maar door externe factoren zoals misstanden binnen liefdes-/gezinsrelaties (nog steeds causa #1 voor alle soorten geweld en overmacht) of criminele predatie uitgelokt door onze sociale uitsluiting. Zo lang hoererij nog steeds in het luchtledige wordt beschouwd kan ALLES als endemisch worden aangemerkt omdat andere betrekkingen dan alleen sexwerk zelf niet in overweging worden genomen. Dat ontspoort de discussie op elk vlak, en wederom wordt uitleg over dit punt pervers genoeg als ontwijking beschouwd.

In discussies heeft onze kant steevast meer logisch procedureel succes dan de vijand. Die komt in het algemeen alleen met stellingen, en als die zijn aangetast zet zij nieuwe stellingen neer met dezelfde strekking. Puur in een analytische context kan men stellen dat we altijd slagen voorlopen op de vijand, zelfs als we puur reactief handelen en diens aanvallen ongefundeerd tonen. Het loont alleen geen flikker, want er wordt door niemand van de grote maatschappelijke groeperingen analytisch gevolgd wat er gebeurt, er wordt alleen emotioneel meegevoeld, meestal vanuit vooroordeel. De vijand geeft dus geen fuck om echecs, want ze doen er niet toe. Tot nog toe is het eerder een opzetje geweest voor nieuw slachtofferschap, want 'de prostitutie springt je in je nek als je zooo moedig bent dat je wat durft te zeggen over misstanden, boehoehoe'.

De massamedia zijn vrijwel nutteloos als kanaal om onze stem te laten horen. Het is met de media als met een condoomzeikerd. Ze horen alleen wat ze willen horen, en je moet derhalve continu en in elke uitspraak rigide vasthouden aan je voorgenomen regels. Compromissen proberen te sluiten om toch een happy ending aan een interview te krijgen leidt alleen tot het negeren van je eerdere uitspraken, en de context die je compromis aanvaardbaar maakte wordt terzijde geschoven en niet getoond. Dat betekent meestal dat van je urenlange interviews (zodat je de diepte en de nuance ingaat) 1 zin wordt gebruikt die schijnbaar ingaat tegen wat je hebt gezegd en uitputtend hebt onderbouwd. De rest eindigt op de cutting room floor. Dat is niet eens altijd kwade opzet a la Jojanneke. Vaak ben je het token weerwoord, zodat ze kunnen zeggen aan wederhoor te hebben gedaan, ook al is er geen enkel voornemen ook echt een contrepoint te laten maken. Pers probeert altijd evenhanded te klinken, maar doet dat door wat magere en zeer beperkte tegenspraak toe te staan, niet door de essentiele conflicten te achterhalen en uit te lichten. Dat zit vaak fout via Okrent's law. Bovendien word je zelfs als je al deze valkuilen vermijdt alsnog als witte raaf afgeserveerd.

Zorgvuldig doelen kiezen heeft tot nu toe weinig vruchten afgeworpen. We hebben wat resultaat geboekt bij enkele onderzoeksjournalisten, wat wetenschappers, en een handvol buitenstaanders. Laten we eerlijk zijn, daarvan had een grote fractie zelf ook de weg wel gevonden. Politici zijn tot nog toe nauwelijks nuttig gebleken. De meesten komen aan de prostitutieportefeuille omdat ze al entrenched in een morele positie zijn, en staan niet open voor enige inlichting of verandering. We zagen hoeveel opener, interactiever en geinteresseerder de invalster voor GL in de 1e Kamer was dan de normale zaakgelastigde. Ook niet-zaakgelastigden die breder kijken en geen *eigen* prostitutieagenda hebben (Quik, de Lange) bleken opener. Sowieso zit het politieke systeem in Nederland muurvast, en daar gaan we als marginale groep geen speld tussen krijgen. Het lijkt het beste vooral munitie te geven aan mensen die toch al sympathie naar ons hebben. Van de zogenaamd geinteresseerde politici, vooral die uit de 2e Kamer, is zo langzaam aan wel duidelijk geworden dat ze publiek interesse veinzen, vervolgens een persoonlijk babbeltje maken waar ze niet de diepte ingaan en je volledig lijken te willen volgen, en je daarna vol in je bek schijten als het op daden aankomt.

Ik verzet me tegen elke suggestie dat we in intiemere insluiting in de huidige discussieframeworks, en dan vooral intiemere samenwerking met de overheid, meer kunnen bereiken. Het omgekeerde tekent zich steevast af. Wanneer een groep probeert zich als volwaardige gesprekspartner op te stellen wordt iedere keer weer de salami-tactiek toegepast. Dan spreek ik over de originele salamitactiek van de fascisten, communisten en nazi's uit de jaren '30: gesprekspartners afrekenen op hun radicalen en daarom diskwalificeren en afserveren, opdat zij die radicalen verstoten, en de nieuw ontstane uiterste rand opnieuw als radicaal bestempelen, en het proces herhalen tot alleen fellow travelers overblijven. Als het eind van dat proces bereikt wordt, en de kont tegen de krib wordt gegooid, stelt de vijand zich op als degene die redelijk wilde overleggen, en nu door een onredelijk weigerende hoerenbende wordt gefrustreerd. We zijn telkens verder aangepakt via salamitactiek tot er niks overbleef van onze slagkracht. De conclusie is dan ook niet verder te proberen een boegbeeld of een aanspreekpunt te geven, of een centrale moot salami, maar als onafhankelijk sprekende entity buiten het systeem te blijven.

Het helpt ook niet dat er steeds weer groene hoeren staan te popelen om zich door de overheid te laten pooieren als excuustruus. Die groepjes of stichtingen of losse hoeren worden na een echec of scoop die twijfels laat ontstaan over overheidsbeleid uitgenodigd om mee te werken, en starstruck als ze zijn denken ze dat er *eindelijk* geluisterd gaat worden. De overheid doet even alsof dat het geval is, doet heel verbaasd over al die open deuren die al decennia voor ze ingetrapt worden, en belooft beterschap. Nu is het de taak van de hoerenbende om hun achterban te kalmeren. Zij zijn het aanspreekpunt, etc. De overheid zet haar beleid gewoon voort natuurlijk, en indien aangesproken spreekt zij de excuustruzen aan op hun eigen afspraken. Via door in the face technieken komen ze om de gebruikelijke my way or the highway negotiation tactic van de hoeren (kent iemand een hoer die niet zo onderhandelt?) heen, en voor je het weet verhandelen de excuustruzen alles weg voor een paar pet points. Aan het eind blijft het alleen over dat je 1 enkel punt van de gemeente terugkoopt door te beloven met al het andere als Mitlaufer braaf in te stemmen. Dat ene punt krijgen ze vaak niet eens, daar maakt de overheid een sport van. Als de groep ten opzichte van de achterban geen kracht meer heeft (zoals Geisha na no time at all, bijv.) verdwijnt het naar de achtergrond. Als er een eindrel komt zoals de Rode Draad nog moedig probeerde doet de overheid verbluft omdat zij altijd van goede wil veinzen te zijn geweest. Resultaat in the public eye is dat de overheid het heeft geprobeerd, maar het hoereninitatief heeft gefaald. Resultaat voor de overheid is weer tijdswinst zonder openbare kritiek. Resultaat voor ons is tijdsverlies. De volgende groene meiden in die eindeloze estafette staan weer te trappelen om het nog eens over te doen.

We hebben allemaal intussen gemerkt dat het niet meer is zoals het decennia geleden was. De situatie is in veel opzichten verslechterd. Niet alleen de hoeveelheid actuele overheidsrepressie, niet alleen het beeld wat opgeld doet onder de klanten, maar vooral de tendens naar meer taboe in het discours, en de grote mate van activisme binnen de overheid om dit taboe aan te wakkeren en geloofwaardigheid te verschaffen. We vechten niet tegen een overheid die zich door de anti-lobby laat verleiden, we hebben een activistische overheid die geallieerd is aan de rescue industry, en de media die linksom en rechtsom meewerken. In de academische wereld begint zich al een Schweigespirale af te tekenen die al langer in de publieke opinie aan de gang is, de standvastige types waar we allemaal fangirl van zijn zijn NIET de norm. Dit is het mechanisme wat voor een kentering kan zorgen, en door individuen van munitie te voorzien om hun niet-deelname aan de spiraal mee te ondersteunen kunnen we meer doen dan door te proberen de aanstichters te overtuigen dat ze kwalijk handelen. Er is geen sympathie meer voor de sit-in. Demonstraties zijn tegenwoordig gereedschap voor de navelstaarder (occupy) of de militant (anti/pro islam, antifa's en nazis) om exhibitionistisch te zijn. Voorlichtende waarde is nul. Enige waarde van demonstraties is te tonen dat de beweging brede aanhang heeft, dus niet een handvol hoeren is, en mobiliseerbaar is. Dat heeft PROUD goed gedaan, en we zien hoe apathisch de publieke opinie reageerde.

We handelen rijkelijk laat. Ik wil niet suggereren dat eerder handelen een aanwijsbare verbetering zou hebben opgeleverd, want onze invloed als randgroepering is en blijft beperkt. We zullen alleen voor onze eigen veiligheid buiten de kijker moeten blijven. Pogingen binnen de regels van het discours te blijven zijn al eerder onwerkbaar gebleken, en zullen alleen meer zo worden. We zullen niet alleen dissident-status moeten accepteren, maar moeten omarmen. Als anderen 'volwaardige gesprekspartners' willen blijven kunnen ze van munitie worden voorzien, maar laten we niet investeren in een zinkend schip.

Daar gaan we de hoofdmoot van de sexwerkers niet in meekrijgen. Daar gaan we de talking heads die er al zijn ook niet voor kunnen interesseren. We kunnen alleen hopen een doorn in het oog van de vijand te kunnen blijven zelfs als we kunnen worden denounced als dissidenten. Dat heeft voornamelijk te maken met hoeveel exposure we kunnen genereren, en daarmee is Zon goed bezig. De kracht van haar blog ligt echter voornamelijk in de authenticiteit van haar ervaringen en de kwaliteit van haar artikelen, niet in autoriteit of reikwijdte, want die heeft ze buiten de onafhankelijk opererende NL-hoeren nauwelijks. Het ligt inderdaad voor de hand om daar door strategisch bondgenoten zoeken verandering in te brengen, maar dan heeft ze meteen het probleem dat ze moet gaan indammen wat ze zegt om binnen de samenwerkingsgrenzen met de bondgenoten te blijven. Aansluiting zoeken heeft nog nooit resultaat opgebracht, en heeft haar bij sommige belangrijke groepen al geloofwaardigheid gekost. Een isolationistische approach is dus niet alleen anonimiteitstechnisch een goed idee, maar ook om de vrijheid van positiekeuze zeker te stellen. We hoeven ons daarbij ook niet meer aan te trekken dat wat Zon schrijft betrokken wordt op andere organisaties, omdat Zon duidelijk afstand houdt.

Met het verschuivende Overton-window mbt prostitutie is Zon steeds verder buiten het acceptabele gekomen met haar 'tamme stukjes' en heeft daartegen geageerd door steeds stelliger j'accuses en argumentatieve artikelen te publiceren. Dat is logisch, nuttig, en het laat duidelijk zien dat ze gelijk heeft, maar het jaagt wel de casual lezer weg. Als ze zich minder probeert te verantwoorden ziet het er ook minder uit alsof ze iets te verantwoorden *heeft*. Ze voelt zich steeds meer alsof ze boven haar kunnen gaat, en wendt zich graag tot hulptroepen, maar ik denk dat hoe meer we ons bemoeien, hoe meer zeggingskracht als persoonlijk document het blog zal inboeten. Politieke platforms hebben we al genoeg, juist de persoonlijke invalshoek is belangrijk, en daar moet Zon niet van afstappen.

Hoewel de argumentatieve stukjes aangenaam leesvoer zijn, werken ze de casual lezer op de zenuwen. Vooral als ze toch impliciet deelname zijn aan het publieke debat, door bijvoorbeeld tegenspraak te bieden aan concepten die door overheid en rescue industry worden gedebiteerd. Die geven een kinderlijk simpel plaatje van prostitutie, met herhalende inspirerende leuzen, en dan ben je beperkt tot het uitleggen van de complexiteit van de werkelijke situatie, en dat die geen recht wordt gedaan door de gesimplificeerde voorstelling die je bestrijdt. Er wordt door de vijand vrij agressief een Nirvana-fallacy gebracht, die licht verteerbaar is, waarbij binnen het kader van de meeste venues voor de discussies geen tijd is om de hoeveelheid detail toe te lichten die nodig is om die fallacy uit te duiden. Het is als Hitler al schreef:
Die Aufnahmefähigkeit der großen Masse ist nur sehr beschränkt, das Verständnis klein, dafür jedoch die Vergesslichkeit groß. Aus diesen Tatsachen heraus hat sich jede wirkungsvolle Propaganda auf nur sehr wenige Punkte zu beschränken und diese schlagwortartig so lange zu verwenden, bis auch bestimmt der Letzte unter einem solchen Worte das Gewollte sich vorzustellen vermag. Sowie man diesen Grundsatz opfert und vielseitig werden will, wird man die Wirkung zum Zerflattern bringen, da die Menge der gebotenen Stoff weder zu verdauen noch zu behalten vermag.
Dat is een les die de huidige generatie politici zich dicht op het hart heeft gedrukt. De gemiddelde burger krijgt gemiddeld eens per maand via zijn populaire media te horen dat er een simpel slavernijscenario plaatsvindt, en dat hij uitgenodigd wordt zijn steun uit te spreken voor bestrijding van de ongereguleerde situatie waardoor deze slavernij kan floreren. Daar horen wat sexy leuzen bij, en het komt 'in stereo' van verschillende media, en van anderen in zijn omgeving die dezelfde propaganda aannemen en herhalen. Uitingen van hoeren als Zon daarentegen zijn niet eenvoudig, bieden geen emotionele voldoening, en vereisen opname van veel informatie voordat wordt gevraagd om verschillende belangen van verschillende partijen tegen elkaar af te wegen. Dat is eenmalig nog niet problematisch, maar waar herhaling van de overheidspropaganda een comfortabel idee over rechtvaardigheid onderstreept en welkom is, is het opbrengen van onoplosbare issues iets wat snel op de zenuwen gaat werken, en als zodanig heel snel onwelkom. Berusting manen in overgave aan maatregelen door een nobele overheid is immers veel comfortabeler voor de toehoorder dan onrustbarende onderkenning van de onmacht van de maatschappij verbetering op te leggen te bepleiten. Daarbij is het snel 'zij weer' die met de onwelkome boodschap komt. Het stereo-effect is er niet, zodat ze makkelijk als een outlier te negeren is, zelfs als de argumentatie goed wordt begrepen en keihard is. De verleiding is dan groot om echo's te krijgen van andere publicaties, maar dat vereist weer allianties en compromissen die ze zich niet kan veroorloven. De potentiele verliezen aan zeggingskracht, en de zekere compromissen en conflicten die haar huidige operaties zouden beperken zijn te fnuikend. Beter dan om niet te proberen in te breken op het publieke debat, maar dissident te blijven. Dan moet ze duizend manieren vinden om hetzelfde te zeggen, en niet telkens zichzelf te lijken herhalen, want dat wordt saai. Leedvermaak, sarcasme en humor zijn de sleutels om niet telkens hetzelfde te klinken. Mensen komen voor de vorm, hebben plezier aan de spot en scherts waarmee de zaak wordt benaderd en de vijand te kijk wordt gezet, en krijgen de boodschap slechts impliciet mee. Lastig bij zo'n wrang onderwerp, maar een keus hebben we niet. Empathie opwekken is noodzakelijk. Net als andere mediaal gemarginaliseerde groepen kan dat alleen door hardnekkigheid te tonen. Wat je ook doet, hardnekkigheid is het enige dat mensen overtuigt van je ernst en respect afdwingt. Probleem ligt dan wel bij de weinig fotogenieke hoer die niet zo dom is om voor camera's te verschijnen. Afhaken doordat je veel gekut in je leven krijgt toont overgave. Andere verschijningsvormen zijn nodig.

Er moet wel empathie worden opgewekt als er dissidentstatus wordt aangenomen. Het is immers optioneel om een dissident uberhaupt aan te horen. We kunnen het best naar Gandhi kijken. Hij was ook een dissident, niet alleen ten opzichte van het Britse rijk en haar mores, maar ook binnen zijn eigen land. Hij wist desondanks veel empathie te kweken, zelfs onder hen die hem a priori of blijvend verfoeiden. Gandhi had het goed door. Hou het bij de feiten, speel niet vals of gemeen, Satyagraha. De Satyagrahi dwingt de vijand Duragraha aan te nemen. De vijand geen kans geven je als destructief aan te merken, desondanks hem niet toestaan zijn repressie door te voeren, en hem op die wijze vals te tonen is uiteindelijk de sleutel. Klagen doet ze geen zeer zo lang we doen wat ze willen. De vijand moet op jouw territorium repressie komen doorvoeren, en door ons zelf te beperken tot ons eigen territorium geven we hem geen legitimiteit. Wij mogen soevereiniteit over onszelf aannemen, hij moet soevereiniteit over ons aantonen. De essentie van de werkzaamheid van Satyagraha ligt gelukkig daarin, niet in de khadi of de kuisheid. Ook niet in veronderstelde zachtaardigheid in Gandhi, die speelde hard tegen hard. Hij zag geweld niet als aangewezen middel, maar prefereerde geweld wel boven lafheid. Hij dwong alleen zijn tegenstanders door onmiskenbaar zuiver handelen hun positie langs de lijnen van hun beleid naar de logische escalatie te brengen, en daarmee hun onhoudbaarheid te tonen. Wij schrikken nu telkens terug voor escalatie, maar laten daarmee wel telkens de repressieven winnen. Men neemt snel aan dat repressie een reactie is op schendingen door hen die de repressie ondervinden, maar als wij vasthoudend tonen dat we op elke aantijging een weerwoord hebben, en genadeloos door valse argumenten heen prikken, blijft er steeds minder over voor de vijand om zich achter te verschuilen. Met alleen civil disobedience komen we er niet, zoals Gandhi er ook niet mee kwam. Civil disobedience volgens Satyagraha hebben we feitelijk al gedaan door uit te wijken naar de ongereguleerde of illegale markt toen er steeds meer gesloten werd. Dat leidde alleen tot meer repressie, zoals *alles* tot meer repressie leidt. De vijand is niet van plan ons ergens respijt te geven.

Het woord 'genadeloos' gebruik ik hier weloverwogen. Er wordt door derden uit de sexwerkerij bepleit om een 'Golden bridge' te laten waarover de vijand met gezichtsbehoud kan terugtrekken, een concept dat (abusievelijk) aan Sun Tzu wordt toegeschreven. Het komt in werkelijkheid van Tu Mu en is daar onderdeel van een reeks concepten omtrent valse opties en hinderlagen. De Golden Bridge moet alleen de vijand in een ergere hinderlaag laten lopen. Dat gezichtsbehoud is juist wat we niet willen. De vijand zal terughoudender zijn na harde nederlagen, maar gratis terug kunnen trekken zal geen indruk maken. Daarbij is een belangrijke overweging dat de vijand zich veel verlaat op ad verecundiam argumenten, die we alleen bij voldoende twijfel aan diens autoriteit af kunnen schieten. Hoe vaker hij publiek en hard nat gaat, hoe minder autoriteit om tegen ons in stelling te brengen. Vernederende nederlagen zoals het OM zichzelf regelmatig aandoet zijn een grotere steun voor onze positie dan alle publieke discussies met de vijand die op positieve noot zijn gesloten. Die nederlagen melken we alleen consequent niet uit, waardoor het niet in het publieke besef blijft, en het OM haar autoriteit nog steeds behoudt. Als de overheid faalt, door Perquingate, door Utrecht dat pijnlijk lang faalt en laag na laag van bedrog en incompetentie afpelt voor het oog van de wereld, door Shaban die de benen kon nemen door OM-falen, telkens staan we toe dat dit als afwijkende incidenten worden gebagatelliseerd, omdat we het te druk hebben met elkaar feliciteren dat er eindelijk iets door de overheids-omerta heen gebroken is. Dan zitten we als dikke padden prat te gaan en te glunderen over die paar kolommetjes in de krant in plaats van te kapitaliseren op de publiciteit en naar buiten te brengen dat dit een manifestatie is van een sociaal abces waar de overheid debet aan is. Dat dit echec niet de zeldzame uitzondering is, maar het *uitlekken* van het echec. Op dat moment is het niet op de lauweren rusten, dat is nou net het ENIGE moment dat er even aandacht is voor onze punten, en die moeten DAN juist doorgeramd worden via elk kanaal dat wil luisteren.

Helaas is ook in dit geval de voorgestelde aanpak suboptimaal. In de Nederlandse mentaliteit heeft de overheid namelijk soevereiniteit op elk vlak, en moeten we die als een bevoogdende ouder toelaten te handelen in naam van onze bestwil. Terugtrekken buiten waar de overheid in de publieke opinie soevereiniteit geniet is effectief onmogelijk.

Ons sterkste wapen is dat we gelijk hebben en onze vijand liegt. Elke observer die we uitlokken zelf onderzoek te gaan doen komt aan onze kant te staan. We zijn een minderheid, en die blijven we ook. We hebben niet de situatie van homo's die zo geboren zijn, en dat we zelf kiezen voor ons werk maakt ons in veler ogen de aanstichter van het conflict met de vijand. Dat wij vrije keus hebben, en dus niet technisch met onze rug tegen de muur staan maakt onze positie in de ogen van veel bijstanders triviaal, waarbij ze ons werk onderschatten als ongeschoolde non-arbeid die derhalve als beroep gebagatelliseerd mag worden.

Mensen moeten voor ons rooten, ons sympathiek vinden, meeleven. Anders wordt het bij pure argumentatieve uitwisseling snel argumentum ad temperantiam, heel spruitjes-Hollands: de waarheid ligt altijd in het midden. Ook als dat bizarre situaties oplevert. Empathie, meevoelen, is de enige manier om door te dringen tot de public conciousness. Meegevoel opwekken betekent niet dat je lief en vergevend moet zijn. Juist je woede kan zijn waar men in meevoelt. Dat is in de jaren '60 gelukt. Hoeren waren instrumenteel in de vrije liefde beweging, we hebben nog steeds de meeste welwillendheid voor het ontvangen van ons gedachtengoed bij mensen met een minder verkrampte sexuele moraal. De feministen weten prima dat we daar vorige eeuw de feministen groot mee hebben helpen maken, en willen dat stuk van hun geschiedenis wegsaneren door juist prostitutie met sexuele ONvrijheid te associeren. Die zien ons als bedreiging in hun eigen wereldbeeld van sexuele machtsblokken. Dat kanaal, van het winnen van empathie door het voorvechten van sexuele vrijheid, wordt ons daarmee momenteel ontzegd. Niet omdat we het niet doen, maar omdat de go-to politieke bewegingen ons afbeelden alsof we het omgekeerde vertonen van wat we werkelijk betekenen. Het is tijd om mediawijs te worden. Helaas kiest de media voor de weg van de minste weerstand, e.g. de Fokkens-zusjes. Manipuleerbaarheid is een grote pre om door massamedia te worden gefeteerd. Daarom kiezen ze ook de soft targets bij voorkeur. Grootste mediawijsheid die we in het huidige klimaat kunnen toepassen is daarom dissidentie en het ontwijken van de mediacultuur. Hou het maar bij het blog.

Cut/paste credits aan wie zich geplagieerd voelt.