maandag 13 november 2017

Buurtbewoners

Nu ik mijn eigen plekje niet meer heb, mis ik heel veel aan het honkvast werken. Ik heb daar toch altijd het beste geboerd. Of het nou achter de ramen was, in clubs, of in mijn eigen thuiswerkstek, ik ben iemand die zich graag nestelt. Ik moet nu wel escort doen omdat er verder geen mogelijkheden voor me zijn, en ik zit nu in een hele harde concurrentiestrijd, maar dat is niet omdat ik ervoor koos.

Ik moet de vastigheid missen, de manier waarop je een klantenkring rond een plekje bouwt, hoe je een pleisterplaats wordt voor je mannen. Ik mis ook de stabiliteit, de dagelijkse routine. Er is wel één ding dat ik niet zal missen, en dat is het gedoe met buurtbewoners. In elke honkvaste soort werk heb je daar meer of minder gedoe mee, en met escort heb je daar tenminste geen last van. Buurtbewoners verzieken elke buurt.

Als hoer wil je dat de klant vrolijk en opgeruimd bij je komt. Als die zich eerst door een massa asocialen moet douwen, en dan door een naar pis stinkend portiek bij je ondergekraste deur komt, dan is voor hem de eerste lol er al af. Het liefst hebben we een vrolijke, toegankelijke buurt waar de klant zich op zijn gemak voelt. Een klant die ons in een nette buurt ziet zitten, ziet ons ook als netter. En dat is voor iedereen fijn.

De buurt werkt alleen meestal niet mee. Mensen zijn zuinig op hun eigen huis, en passen goed op hun tuintje, maar de straat gebruiken ze als hun afvalbak. Buurtbewoners zijn erg mondig over of ze wel genoeg rechten hebben om hun straat te gebruiken, maar nemen er geen verantwoordelijkheid voor om het een beetje leefbaar te houden. Er wordt opgelet of de heg van de buren niet je tuin ingroeit, maar samenwerken kan je vergeten.

Natuurlijk is het weer een minderheid die het voor de rest verpest, maar die rest doet zoals altijd weereens niets om die minderheid een beetje te laten dimmen. Daarom heb je altijd de lawaaimakers en de mensen die overal aanstoot aan nemen die de baas van de buurt lijken te zijn. En dat is jammer, want zo lijkt elke buurt asocialer dan hij eigenlijk is. Maar als je je laat piepelen, heb je daar ook zelf wel verantwoordelijkheid voor.

Wil je weten hoe een buurt werkt, vraag het dan aan ondernemers die afhankelijk zijn van de aanloop. Meestal heb je een sigarenboer of een boekhandel die de kar trekt voor alle winkels in de buurt, en initiatieven neemt om de buurt prettig te maken voor de klanten van zijn zaak. Het werkt namelijk. Kijk maar naar al die verloederde winkelcentrums waar je die samenhang niet hebt omdat er een gemeenteprojektgroep of een projektontwikkelaar het voortouw heeft.

Voor sekswerk-ondernemingen is het niet anders. Als je achter een raam zit, ben je de hele tijd bezig met de straat. Je wil klanten trekken, en je wil contact maken op een goeie manier. Daarom wil je graag dat de sfeer in de straat goed is. Toen ik nog achter de ramen zat, waren we nog sociaal de buurt een beetje de baas, en hielden we het leuk. Dat heeft de gemeente vernield, en daarom verloedert het dus ook flink.

Clubs zijn gesloten bedrijven, die niets op straat willen laten zien of horen omdat alles meteen overlast wordt genoemd. Zo'n blinde pui ziet eruit alsof er vanuit de club niets wordt gemerkt van wat er in de buurt gebeurt, maar zo werkt dat niet. Clubs willen discretie uitstralen, maar juist niet onverwelkomend zijn. Elke klant moet toch via de buurt binnenkomen. Dat is danwel niet omdat ze gelokt worden tijdens het stadten, maar ze moeten de zaak toch positief zien.

Klanten zijn een beetje kwetsbaar als ze naar een sekswerker komen. Ze zijn bezig met iets wat maatschappelijk veroordeeld wordt, iets wat toch een beetje "fout" is. Ze moeten zometeen toenadering zoeken tot een vrouw, en daar zit toch wat verlegenheid bij. Dat krijg je nooit uit een man. Ergens in hun achterhoofd knaagt het dat ze afgewezen kunnen worden, dat ze misschien wel verwend zullen worden maar misschien de klik niet krijgen.

We willen dat die klanten een beetje op hun gemak aan kunnen komen. We willen dat ze op straat niet agressief worden benaderd, dat ze niet lastig worden gevallen, dat ze hun auto gerust achter kunnen laten op de parkeerplaats, dat ze door een schone, kalme straat kunnen lopen zonder hondenpoep, frietbakjes en koffiebekertjes, zonder toeterende auto's, zonder mensen die elkaar achterna schreeuwen op straat, en zonder mensen die append tegen ze oplopen.

Klanten zijn vaak gewend aan betere buurten dan waar een bordeel zit. Ramen en bordelen zijn altijd door gemeentes zoveel mogelijk naar oude, verlopen buurten verdrongen. Het zijn buurten waar ze voor iets anders liefst niet zouden komen. Ze kunnen zich danwel in onze zaak welkom voelen, in de buurt voelen ze zich dat meestal helemaal niet. Dat komt niet door de postcode of de gebouwen. Dat komt door de houding van de buurtbewoners.

Als hij vertrekt heeft hij net geneukt. Hij heeft dan een diepe biologische tevredenheid. Dan maakt het hem niet meer uit hoe de straat is, want de wereld is dan een bloementuin in zijn ogen. Zolang hem niet iets overkomt wat hij thuis nogeens anders op gaat vatten, zoals bestolen worden, zien hoe iemand in elkaar geslagen wordt, of dat zijn auto wordt beschadigd, mag de buurt zo lelijk zijn als hij maar wil.

Ook als je thuiswerkt ben je bezig met hoe je in de buurt staat. Je wil niet dat de klant denkt dat hij bij een verlepte huisvrouw aankomt. Die wil toch iets moois, schoons en spannends zien. Dan ben je alleen niet echt met een winkel bezig, en heb je minder temaken met aanloop in je buurt, en ben je meer bezig met wat de buurt van je vindt. Veelmeer dan de andere soorten honkvaste prostitutie.

Dat is iets waar andere soorten bedrijven veel minder last mee hebben. Als een supermarkt voor overlast zorgt, wordt dat gezien als iets wat nou eenmaal zo is. Niets aan te doen. Misschien komt er een handhaver extra langs. Prostitutie wordt altijd in verband gebracht met overlast, of het nou logisch is of niet. Ookal is die overlast meestal gewoon van de buurtbewoners.

Als er iets gebeurt in een buurt waar sekswerk gebeurt, krijgen de sekswerkers eigenlijk automatisch de schuld. En zoals de meeste ondernemers pakken we dan aan om er iets aan te doen. We vertellen onze klanten waar ze mogen parkeren, dat ze rustig moeten doen, dat ze niet rond moeten blijven hangen bij de deur, dat ze niet vlakbij de gevel een sigaretje moeten roken omdat de buren er last van hebben, enzovoort.

Dat hadden we ook achter de ramen. Eigenlijk was dat begonnen net voordat ik begon achter mijn raam, maar ik kreeg het van mijn collegaatjes mee. Je moest klanten aanspreken, ook als je ze wat fout zag doen op straat. Mijn collegaatjes waren daar best agressief mee, en joegen mensen die zich misdroegen liefst gewoon weg, maar ik was daar gewoon te zachtaardig voor, dus ik ging altijd in gesprek.

Ik weet nog dat ik een keer naar huis ging, terwijl meer dan de helft van mijn collegaatjes nog stonden te werken. Het was een slappe dag geweest, met heel weinig klanten. Ik kwam een man tegen die tegen een gevel stond te plassen. Eigenlijk was ik een beetje gegeneerd, en een beetje verlegen, maar ik vond toch dat ik hem aan moest spreken. Dat is helemaal niet hoe ik ben, en ook niet hoe ik toen was. Ik spreek mensen niet graag aan, en toen was ik nog veelmeer een schijtlijster dan nu.

Maar met een kloppend hartje en een droge mond ben ik tochmaar op die man afgestapt. Ik had toen nog flink vertrouwen in de zelfverdediging die ik had geleerd, ookal was dat onterecht, en zonder dat had ik het echt niet gedurfd. Het hielp ook dat het aan het eind van de hoerenbuurt was, dus dat ik de gloed van al mijn collegaatjes achter me had. Alleen op die straat kon ik het durven, buiten de hoerenbuurt zou ik me niet veilig hebben gevoeld.

Ik zei dat we klachten hadden gekregen over wildplassen, omdat de buurtbewoners daar last van hadden. Ik wou nogwel meer zeggen, maar dat kwam er niet echt uit. Natuurlijk is dat genoeg voor hem om te weten dat ik hem aan het vertellen ben dat hij moet kappen met dat asociale gezeik, maar ik had toch het gevoel dat ik het een beetje in het midden liet. Dus ik zei nog wat over dat het niet aardig was voor de buurtbewoners om hier te staan plassen.

Hij piste eerst rustig door, schudde de druppels af, en snauwde me toen toe dat hij een buurtbewoner wàs, dat hij hier wèl thuishoorde en ik niet, dus dat ik niets over hem te zeggen had. Dus dat ik mijn bek moest houden als ik geen klap wou. Er kwam nog iets achteraan over dat hij niet naar huis ging om te pissen omdat hij zijn vrouw wakker zou maken, en wat een beetje plas nou uitmaakte als er overal hoeren stonden.

Dat is maar één voorbeeldje, maar het is wel een patroon. Niet alleen wat ik zie, maar ook van al de collegaatjes waar ik contact mee heb gehad hierover. Als er asociaal geparkeerd wordt, is dat niet de klant. Die wil geen parkeerboete uit hoeven leggen. Dat is die buurtbewoner die anders dertig meter moet lopen. Als er wordt geschreeuwd op straat is dat de buurtbewoner die ruzie heeft met zijn buurman. Als er wordt getoeterd is dat de buurman die zijn vrouw groet.

Ik heb aleens geschreven over overlast. Klanten hebben geen reden om overlast te geven, en waar ze mee bezig zijn als ze naar ons komen is iets waar mannen juist stil en ingetogen van worden. De drukte op de Wallen komt ook niet van de klanten van sekswerkers, maar van de toeristen en de kroegentochten. In andere ramenstraatjes heb je juist dat het er zo akelig stil is, dat we graag muziek zouden spelen. Dat mag alleen van de gemeentes niet.

Er zijn afentoe best klanten die zich niet gedragen. Ze zijn alleen een minderheid tussen de overlastgevers. De buurt maakt zelf de meeste overlast. Dat zag je ook in Utrecht, toen de overlastmeldingen geen spat afnamen nadat alle hoeren waren weggewerkt. Buurtbewoners blijven hun overlast maken, maar nu is het nietmeer een reden om verontwaardigd de hoeren te verketteren, nu kunnen ze er wel genuanceerd over zijn.

Afentoe hoor ik weleens over plannen om bordelen te verbannen naar industrieterreinen. En als ik terugdenk aan die tijd die ik doorgebracht heb in stedelijke gebieden, met al die toestanden en spanningen, zie ik daar eigenlijk wel voordelen in. Ja, voor aanloopbedrijven als de ramen zou het niet werken, voor kleine clubs ook niet, maar voor ruime luxebordelen lijkt het me helemaal niet zo'n slecht idee. Ben je tenminste af van die asociale buurtbewoners.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Er zit veel waars in jouw stukje. Bijvoorbeeld dat gemeenten de neiging hebben om bordelen vooral toe te staan in die buurten die niet zo goed staan aangeschreven. En dat buurtbewoners dan de sekswerkers en hun klanten de schuld geven van alles wat er mis is in de wijk. Dat klopt bijna nooit. Het is (zoals al in jouw betoog te lezen valt) juist andersom: in de betere buurten, waar alles goed gaat, worden er geen bordelen of thuiswerkers geaccepteerd, terwijl de prostitutie daarentegen juist verbannen wordt naar wijken die het toch al niet zo goed doen. Ik denk zelfs wel eens dat het feit dat hoeren en hoerenlopers dan als schuldigen voor de verloedering van de buurt worden aangewezen sommige moraalridders niet eens slecht uitkomt. Zo is er weer een extra reden om tegen prostitutie ten strijde te trekken.

Je hebt gelijk, hoeren en hoerenlopers zijn juist gebaat bij een rustige, veilige buurt. Omdat betaalde seks nog steeds een taboe is en als iets onwenselijks gezien wordt, hebben jij, je collega's en prostitutieklanten zoals ik alle reden om niet op te vallen en geen overlast te veroorzaken.

Voor buurtbewoners (in 'normale' woonwijken) en voor toeristen (op de Wallen) zijn hoeren en hun klanten echter een reden om volop 'apies te kijken'. Ik weet dat het blijkbaar zo werkt en zelf ben ik wel wat gewend. Ja, als ik 'zin' heb, heb ik er allang geen moeite meer mee om me door een horde Britse of Italiaanse toeristen te wurmen om in de Amsterdamse ramenbuurt bij het meisje van mijn voorkeur naar binnen te gaan. Maar goed, liever had ik het anders gezien. Net zoals ik ook niet zat te wachten op de dronken feestvierders die na afloop van mijn damesbezoek joelend van mij wilden weten of ik me wel goed geamuseerd had.
Maar goed, 's middags of aan het begin van de avond is het bezoeken van raamdames meestal goed te doen.

Het bezoeken van dames die op hun eigen adres of in een werkflatje mannen ontvangen gaat vaak zonder problemen, maar inderdaad is de omgeving, de buurt, de entree van het flatcomplex soms weinig uitnodigend. Het weerhoudt mij niet van mijn geplande bezoekje, dat nu ook weer niet, maar echt welkom voel ik mij pas als de dame voor wie ik deze reis heb ondernomen haar deur met een royaal gebaar voor mij openhoudt.

Soms bemerk je bij andere bewoners wel eens wat vijandigheid, als mensen weten (of raden) wat je komt doen. Maar soms is het ook wel 's grappig. "Komt u om te neuken meneer?", vroeg ooit een Marokkaans jochie van een jaar of elf toen hij zag dat ik bij zijn buurvrouw aanbelde. Ja echt, hij zei nog wel "u"...

Anoniem zei

Zo is het maar net zondares xxx

Anoniem zei

Mooi verhaal, bedankt!

Anoniem zei

Als detaillist herken ik hier veel in. Bij ons in het complex is het een slager die al jaren het voortouw neemt om de buurt fris te houden. Hij spreekt andere bedrijven aan op hun gedrag, en zorgt ervoor dat we een professionele maar vertrouwde uitstraling hebben gehouden. In deze tijden van schrale omzet is dat geweest waarom we niet allemaal failliet zijn gegaan.