Toen ik nog veel jonger was, en de ramen was ontvlucht vanwege Sjaban, ookal was dat achteraf gezien niet nodig geweest, ging ik in de clubs werken. Clubwerk was heel anders dan raamwerk, en ik moest bestwel even omschakelen. Aan de ene kant was dat een drempel, maar aan de andere kant was het wel een verandering waar ik toen hartstochtelijk voor ging.
Niet dat clubwerk nou zo goed bij me past. Ik werkte veel beter achter de ramen, en de werkstijl was motiverender en hield me scherp. Clubwerk maakte me sloom en gemakzuchtig. Maar juist dat laatste is heel comfortabel, en dat misleidde me om te denken dat ik nu de goede plek had gevonden. Ik ging er helemaal voor, ik paste me totaal aan het clubleven aan, en ik praatte mezelf aan dat alles wat er slecht aan was, ergens tòch iets goeds was.
Het hielp niet dat die clubs een eindeloze stroom alcohol mijn kant op lieten komen. De klanten worden flink onder druk gezet om drankjes voor je te kopen, en je moet echt zelf ingrijpen als je niet echte drank geserveerd wil krijgen. Ik leerde op een gegeven moment wel om kinderchampagne voor me te laten schenken, en thee in plaats van whiskey geschonken te krijgen, maar ik ging heel vaak teut naar huis, vooral in het begin.
In de clubs heb ik leren flirten. Slecht, en zonder echt te begrijpen waar het om gaat, maar daar leerde ik hoe belangrijk het was. Het beginnetje tenminste. Flirten is een kunst, en geen makkelijke kunst. In de clubs heb je het nodig om omzet te draaien, dus leerde ik van de andere meiden om een beetje te flirten, en een beetje is al genoeg. Het was een ontwaken voor me, want ik maakte kontakt op een manier die ik nog nooit meegemaakt had.
Verder heb ik in de clubs echt maar heel weinig geleerd. Ja, ik heb geleerd dat ik een lui varken kan zijn, die zich opperbest voelt in een luie sleur zolang er maar genoeg pretsigaretjes in huis zijn. Ik heb geleerd dat zo'n gesloten wereldje, waar je van je huis naar de club en weer terug gaat, een hele goeie manier is om niet op te hoeven groeien. En dat ik daar nooit meer naar terug wil.
Maar er was best een tijd dat ik alles in de club nog als nieuw zag, en het idee had dat ik heel veel te leren had. Ik zag de vrouwen die daar al langer werkten aan de ene kant als oude temeiers die een beetje sneu waren omdat ze nog werkten terwijl ze al voorbij de veertig waren, waar ik me nu voor schaam, maar aan de andere kant hing ik wel aan hun lippen, en voelde ik me beschermd door die vrouwen.
Echt beschermen was het niet wat ze deden, maar ik en die vrouwen deden alsof het wel zo was. Er hangt zo'n sfeertje bij nieuwe meisjes dat die moeten oppassen dat ze niet opgevreten worden door "het wereldje," terwijl er eigenlijk niets aan de hand is. Je grootste risiko is eigenlijk de mensen die je aanpraten dat je je moet laten helpen, omdàt het allemaal zo gevaarlijk is.
Nou ja, nu ik dit opschrijf vind ik dat wel een beetje een malle uitspraak van mezelf. Nee, het grootste risico is dat je jezelf kapotzuipt, kapotrookt of kapotsnuift. Want dat is wat er in clubs veelteveel speelt. Mannen bijna verplichten om piccolootjes voor je te kopen, mannen zover krijgen dat ze een lijntje snuiven, en dan het coke-pikkie tegengaan door ze een blauw pilletje te verkopen. Ookal werkt dat niet echt.
Ja, de Viagra is meestal nep, en de snuif is meestal ook zo ver versneden dat hij roze is, en een doorgewinterde hoer drinkt niet zoveel alcohol als dat de klant voor haar koopt, maar het ìs er. Om je heen is er een wereldje van drank en drugs, en jij verdient mee aan de omzet die de zaak daaraan maakt. Je bent er dus mee bezig. En waar je mee omgaat, word je mee besmet. Sommige meiden niet, maar ik dus wel.
Ik was een kuikentje. Dat kwam door mij, niet door mijn omgeving, maar in die omgeving kon ik wel helemaal in mijn rol als kuikentje duiken. Ik werd niet gekonfronteerd met dat wat ik deed dom was, dat ik mezelf klein hield, en dat ik me nooit zou gaan ontwikkelen zo. Eigenlijk eerder het omgekeerde. De baas vond het best, want ik hield me braaf aan de regeltjes, de klanten vinden een meisje dat naïef overkomt lekker, en ook mijn collega's vonden het fijn.
Eerst maar even de klanten uitleggen, want er wordt nu snel gedacht dat klanten een naïef chickie lekker vinden omdat die makkelijk te misbruiken zijn, en dat klopt niet. Klanten vinden naïeve meiden lekker omdat ze zich bij meiden met haar op hun tanden snel ongemakkelijk voelen, en hun manlijkheid niet wordt betwijfeld door naïeve meiden. Bovendien houden mannen er ook van om een meid te helpen, te sturen en te steunen, en dat kan wèl met een naïef chickie, en niet met een doorgewinterde hoer.
De clubbazen hebben ook graag naïeve meisjes, en dat is vooral omdat hun zaak veel makkelijker te besturen is als de meiden denken dat ze van hem afhankelijk zijn. Je regels erdoor douwen kan alleenmaar werken als de meiden geloven dat ze in jouw wereldje werken, en mee moeten doen met jouw verwachtingen. Als ze ontdekken dat zo'n baas weinig weet, snapt en kàn, wordt het een hele andere verhouding.
Maar vooral je collega's hebben liefst naïeve meisjes als concurrentie. Die kunnen met een kluitje in het riet worden gestuurd, en dat zorgt ervoor dat ze niet teveel van je omzet afsnoepen. Het zorgt er bovendien voor dat ze met je meepraten en een kliekje met je vormen, en dat soort gekonkel heb je in clubs veel. Je hebt veel van je tijd immers niets anders te doen dan achter elkaars rug om roddelen.
Tijdens de eerste helft van mijn clubtijd had ik altijd wel een vrouw van wie ik de beschermeling was. Soms meerdere. Altijd bij hetzelfde kliekje natuurlijk, want ik was dan meteen ook een pion in alle gekonkel. Dat ging nooit ergens over, maar het was altijd het enige waar de hele toko om gaf. Als mensen geen drama in hun leven hebben, gaan ze het zoeken, en als ze het dan nog niet vinden, gaan ze het wel máken.
Ik had er nooit wat aan, uiteindelijk. Uiteindelijk is al dat beschermende en mentorschap alleen iets als je mentor je echt wat kan leren, en dat was na de eerste vrouw met de eerste weken wel gepiept. En er viel niets te beschermen, want er gebeurt heel weinig waartegen je beschermd zou kunnen worden. Maar het was zoals het ging, en ik vond het wel makkelijk zo. Dus dan liet ik me piepelen. Tot ik uit mijn sleur werd geschopt.
De club waar ik toen werkte was best een grote, en ik had toen ik er begon echt het gevoel bij dat ik een stapje omhoog had gedaan. Dat sloeg nergens op, want mijn verdiensten per uur veranderden niet, en ookal waren er meer klanten, er waren ook veel meer meiden, dus ik draaide er geen uurtje extra om. Maar nu werkte ik wel in een club waar veel mensen tochwel van gehoord hadden, en dat maakte me ergens trots.
In die club waren er een aantal oudere vrouwen, waarvan twee vrouwen me onder hun vleugel hadden genomen. Ik vond het wel prima, en ik voelde me thuis in mijn sleur. Niet dat ik me niet verveelde trouwens, want ik had gewoon de meeste tijd niets omhanden. Dat zou me tegenwoordig helemaal gek maken, maar toen was ik nog onvolwassener, en ging ik gewoon een beetje lopen roken, blowen, of bij de coolste wijven rondhangen en me cool voelen.
Andere vrouwen hadden wel vaak iets wat ze deden tijdens het wachten. Soms lezen, soms vaste vriendinnen om mee te kletsen, soms breien, soms elkaar opmaken, soms kleding ontwerpen, soms astrologie-kaarten maken, weer een ander tekende, je moet immers wàt als er geen hond aan de bar hangt en je wel klaar moet zitten als de volgende op de bel drukt. En één van mijn beschermsters deed kruiswoordpuzzels.
Ze was niet de enige die kruiswoordpuzzels deed. Er waren er drie, alle drie oudere collega's. Ze kwamen vaak met Denksport-boekjes aan, soms andere merken, soms Zweedse puzzels of doorlopers of nog wel meer variaties, en daar zaten ze dan in te puzzelen. Terwijl ze van elkaar in de gaten hielden welke het snelst was, en welke er een puzzel op moest geven omdat ze een woord niet rondkreeg. Of het ergste: een woord maar verzon om alle vakjes vol te krijgen.
Het was een beetje mekaar vliegen afvangen, het was een beetje kompetitief, maar het was vooral je tijd ergens mee verdrijven. Ik kreeg het wel mee dat ze zich er volop in stortten, en afentoe was het duidelijk dat er eentje sjagrijnig achterliep op de anderen, of dat er eentje een boekje in rekordtempo had opgelost, en met haar neus in de lucht rondparadeerde.
Er was ook een opvallend iets, al viel me dat niet op tijd op. Elke week kwam de buurtkrant door de brievenbus, en ookal werd die nauwelijks gelezen, twee dingen gebeurden er wèl altijd mee: de bonnen werden eruit geknipt, en de kruiswoordpuzzel werd door één van die kruiswoordvrouwen opgelost. Hij was simpeler dan in die boekjes die ze meehadden, maar ze konden het niet laten. En ze konden het ook nooit laten op te scheppen over hoe màkkelijk ze het hadden gevonden.
Dus toen ik op een dag net drie klanten met andere meiden naar kamer had zien gaan, en het ernaar uitzag dat ik vanavond niets meer ging verdienen, en me verveelde, en te weinig jonko's bij me had om mezelf suf te blowen, liep ik door de club met mijn ziel onder mijn arm. Ik kwam langs het hokje van de baas, en daar lag in de gang het buurtkrantje te wachten. En ik dacht: waarom niet. Kijken of zo'n kruiswoordpuzzel leuk is.
Ik loste de kruiswoordpuzzel op. Dat was een kwartiertje werk, en daarna legde ik de krant op de plek waar we hem altijd lieten slingeren. Ik vond het best leuk om een keertje te proberen, maar ik vond één keertje wel weer genoeg. Ik ging er in elk geval niet als mijn hobby opnemen. Het zou iets zijn dat ik al meteen vergeten had. Eigenlijk wàs ik het al vergeten. Maar ik werd eraan herinnerd.
Want een paar uur later, toen ik een beetje TV zat te kijken met een sigaret in mijn bek, was er opeens gedoe. Ik vond dat niet interessant, maar ik raakte er toch betrokken bij. Want het bleek over mij te gaan. De buurtkrant was namelijk opgepakt door één van de kruiswoordhoeren, en die zag dat de puzzel al ingevuld was. En daar werd ze heel erg boos om, en de andere twee kruiswoordhoeren ook.
Ik weet echt niet of het nou "haar beurt" was geweest om het buurtkrantje in te vullen ofzo, of dat het er gewoon om ging dat iemand buiten hun drietjes de puzzel ingevuld had, maar er moest onmiddellijk worden verteld wie er die puzzel had ingevuld. Dat werd op hoge toon geëist. Er was duidelijk op iemands tenen getrapt, en ik ben dan zo'n tutje die dan gaat toegeven dat ik het was geweest.
Het zou fijn zijn als ik "was" had kunnen schrijven in plaat van "ben". Zo'n tutje zijn dat meteen toegeeft als andere mensen boos worden is een heel slechte en onvolwassen gewoonte, want je onderwerpt je eigenlijk meteen aan iemand die heftige emoties heeft. En dat is een slecht idee, zelfs als ze gelijk hebben. Ik reageer heel automatisch op de emoties van andere mensen, en dat moet ik meer in de hand leren houden. Ookal is het nu wel veel beter dan toen hoor.
Dat zorgt er namelijk niet alleen voor dat ik me meteen schuldig voel als andere mensen boos worden, maar ook dat ik me al schuldig ga voelen als ik denk dat mensen misschien boos gáán worden. En dan wil ik dat meteen goedmaken, er mijn excuses voor aanbieden, en de verantwoording op me nemen. Nou ja, eigenlijk is het niet willen, eigenlijk is het niet anders dùrven.
Nou ben ik niet meer zo'n slaaf van mijn gevoelens als toen, vooral als ik veel geblowd of gezopen had, maar het is nog steeds een gevoel dat aan me knaagt als er iemand boos is. Ik geef niet meer meteen toe, maar er zit nogsteeds iets heel sterks in me dat gaat pushen dat ik toe moet geven. Mijn empathie is heel goed voor de manier waarop ik hoer, maar het heeft ook nadelen, en ik moet het beter leren beheersen. Maar toen dit gedoe gebeurde, kon ik dat totaal niet.
Dus ik stamelde dat ik het was geweest die het buurtkrantje had ingevuld. Gewoon omdat ik nieuwsgierig was. In tranen, want ze was zo boos. Dat stopt natuurlijk al het gekat niet, eigenlijk maak je het dan alleenmaar erger omdat je laat zien dat je de verontwaardiging van de ander serieus neemt en terecht vindt. Dus die gaat zichzelf ook niet bijsturen. Het werd een hele toestand, vooral toen een ander van die drie wijven werd ingebeld over wat er gebeurd was.
Een kruiswoordpuzzel in een krantje was ingevuld, en zelfs de kwetsbaarste ego's kunnen daar niet lang iets van maken, dus die storm in een glas water was snel weer gaan liggen. Ik was er ook best snel overheen. Er zou wel weer een nieuw buurtkrantje komen, ik had tòch al geen zin meer in die kruiswoordpuzzels, dus het zou wel snel opgelost zijn. En als dit nogeens langs zou komen, zou ik wel een Denksport-boekje kopen en op de tafel leggen, en dan is het voorbij, dacht ik.
Dat dacht ik verkeerd. Ja, het voorval was snel niet meer belangrijk, en iedereen vond het achteraf een beetje raar dat het zo uit de hand gelopen was met verontwaardigd gebel enzo, maar er was iets veranderd, en dat merkte ik langzaam overal aan. Ik had iets gedaan wat temaken had met de kliekige hiërarchie binnen die club, ik had opeens iets gedaan dat je kon zien als iemands territorium negeren, en dat had gevolgen.
Tot die tijd was ik het onnozele kuiken geweest, dat onder iemands vleugel woonde, en dat door iedereen wordt gezien als een onschadelijk en hulpeloos dingetje waar je je niet druk over hoeft te maken. Maar nu had ik onder de duiven geschoten van een paar vrouwen die zich gedroegen alsof ze de baas waren in die club, en ik was in één klap niet meer onschadelijk en hulpeloos. Ik was iemand die haar eigen ding deed, en ik werd opeens gezien als een bedreiging voor de status quo.
Dat je gezien wordt als een bedreiging voor de status quo is normaal. Dat is waar de meeste kantoorpolitiek vandaankomt. Je wordt behandeld als iemand die in bedwang moet worden gehouden, maar tegelijk word je gerespecteerd en wordt er met je onderhandeld, juist omdat mensen weten dat jij kan gaan terugdouwen als iets je niet bevalt. Dat geeft je macht om je eigen plekje te maken, maar tegelijk geeft het je het probleem dat je je moet verantwoorden.
Ik vond het wel fijn als kuikentje. Vooral omdat het wel màkkelijk is als kuikentje, want je hóéft niets. Dat vond ik als onvolwassen meisje met een joint in mijn bek erg belangrijk. Ik kreeg toegestopt wat mijn collega's me gunden, en ik was dankbaar. Als ik iets te zeiken had, werd daar lief naar geluisterd, en knapte iemand het voor me op als het terecht was, en vooral als het niet teveel moeite was. Ik kon hulpeloos zijn.
Na de kruiswoordpuzzel was dat voorbij. Ik kon hulpeloos zijn, maar nu kreeg ik eerder verachting dan hulp. En gunnen was er helemaal niet meer bij, ik heb meer dan een week zitten wachten tot ik weer in een goed blaadje zou komen, en in de tussentijd heb ik geen klant gehad, want die werden allemaal voor mijn neus weggegraaid. Ik dacht dat als ik maar stilletjes zou afwachten, ik wel weer terug zou komen naar hoe het was. Maar dat gebeurde niet.
Het werd eigenlijk alleenmaar erger. De meiden, ook die nooit mee hadden gedaan aan al dat gementor en al dat beschermen, gingen zich irriteren aan mijn gedrag, ookal was mijn gedrag precies hetzelfde als het voor de kruiswoordpuzzel was. Iemand die zich als een kuikentje gedraagt, die niet als een kuikentje wordt erkend, wordt gezien als manipulatief en kinderachtig. En dat is niet onterecht.
Na meer dan een week ging ik pas reageren, en dat was door een beetje terug te douwen. Iedereen liep over me heen, ook de meiden die meestal het pispaaltje waren omdat ze sociaal nietzo sterk waren. En toen ik echt krap zat, en de zoveelste klant werd aangesproken door een ander terwijl hij met mij zat te flirten, en ik eens niet geblowd had omdat ik het niet kon betalen, was het even genoeg.
De meid die mijn klant wilde stelen was zo'n pispaaltje, en ze zal het ook niet breed hebben gehad. Ze kwam heel onbeschoft tussen mij en mijn klant, in de bar waar iedereen het zag. En ik zei er wat van. Het flapte er min of meer uit, het was geen scherpe snedige opmerking ofzo, maar ik gaf wel aan dat ik het er niet mee eens was. Dat meisje probeerde nog me weg te bluffen, maar ik was sjagrijnig en ik schrok niet terug voor ruzie. En die ruzie kwam er dus niet van. Ze ging weg.
Mijn botsing met dat meisje was een grote stap naar de verhoudingen weer normaal maken, maar mijn rol als kuikentje kreeg ik nooit meer terug. Ik kreeg niets meer gegund, maar nu ik had laten zien dat ik niet helemáál passief was, werden ook niet meer al mijn klantjes afgepikt. Ik stond laag op de ladder, en ik had niets in de melk te brokkelen, maar ik had opeens wel een volwassen rol in de club.
Nou verwacht je natuurlijk dat ik daar heel wat van leerde, maar ik vond het vooral moeilijk. Ik wou die kuikentjes-rol weer, en ik ben dus ook best snel daarna naar een andere club overgestapt om te proberen daar dat weer voorelkaar te krijgen. Dat lukte ook wel, maar ik verraste mezelf door er niet meer happy mee te zijn om te leven van wat me gegund werd. Er waren een paar stoppels op mijn tanden aan het groeien, en die moesten gebruikt. En die kuikentjesrol valt dan stuk.
Hoeren zijn ontzettend territoriaal. Niet alleen met onze klanten, niet alleen met onze werkplek, maar met àlles. We werken graag in clubs, buurtjes, groepjes, maar binnen die groepjes is het vechten om elke millimeter en valse achterklap wat de klok slaat. Er vormen kliekjes, er wordt gemanipuleerd en samengezworen, en als er een kliek succesvol is, komt er meteen gezeik en territorialitet binnen die kliek, over wie er de baas van is. We zijn net katten.
Pas jaren later ging ik zien wat er was gebeurd. Maar er was toen iets veranderd aan mij, waardoor ik het niet meer kon verdragen om helemaal machteloos te zijn in mijn werkomgeving. Ik moest zelf wat touwtjes in handen hebben over mijn lot, en ik ging niet meer vertrouwen op een mentor. En zelfs met al die wiet die ik wegrookte, kon ik zien dat dit een verbetering was. Ja, ik moest om mijn territorium vechten, maar het was nu tenminste van mij, en ik was nietmeer afhankelijk van wat me gegund werd.
Waar je dat meteen aan merkte was mijn omzet. Die was meer dan verdubbeld binnen een paar weken. En al snel merkte ik dat er een soort regel was dat je klanten mocht stelen van de wijven die ruzie met je hadden. Dat werd al heel erg snel een sport voor me, en niet alleen zorgde dat voor veel voldoening en stukken meer omzet, maar óók dat niemand meer ruzie met me wou maken. En dat maakte zo'n hok vol katten een stuk fijner om in te werken hoor!
Het is even schrikken als je in een nieuwe werkomgeving opeens van het hulpeloze kuikentje verandert in de collega die meedingt om de promotie, om het vaste kontrakt, of om de leiding in een projekt. En die overgang is nooit leuk. Maar als je een beetje ziet wat er gebeurt, kan je er veel soepeler doorheen, en kan je er meer van maken dan als het je gewoon overkomt. Ik zie dat wel bij medestudenten die nu in het bedrijfsleven zitten.
Die studievrienden zou ik graag vertellen over hoe ik het heb geleerd, maar ze mogen niet van mijn werk weten. Het is zoveel makkelijker als je ziet wat er gebeurt, want anders denk je snel dat opeens je werkomgeving is verzuurd, en jij eruitligt bij je collega's. Terwijl je er juist ìn bent gekomen, en nu de zwembandjes af zijn. Het is tijd om je nieuwe plek te veroveren, niet om terug te hollen naar de oude.
Een beetje ervaring helpt dan. Maar ervaring komt niet vantevoren. Gelukkig heb ik W, die een enorm diep inzicht heeft in kantoorpolitiek en hoe bedrijven werken, en me ook enorm goed kan helpen om mijn work-life balance goed te houden. Met een beetje ervaring, een geweldige mentor, en goede vrienden merk ik dat het heel soepel kan gaan. Niet iedereen heeft die, en ik zie dat er mensen lijden door dit soort dingen. Maar misschien heeft een lezer dan wel iets aan dit blogstukje, wie weet!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
20 opmerkingen:
Ik snap niet zo wat je met dit blog wil zeggen.
Zie! Het kleine kuikentje is uiteindelijk toch een mooie zwaan geworden!🐣
Waar een beetje hoeren al niet goed voor is..
Klinkt alsof je nog lang hebt kunnen blijven hangen als het nieuwe meisje. De meeste meiden maken binnen weken al wel een foutje.
Beter een kuiken dan een ei!
Leuk stukje!
Klopt het dat besneden penissen meer vaginaal stimulatie geven , zondares. ?
Reken maar dat besneden pikken meer stimulatie geven, maar dan moet je kut wel in vorm zijn. Voor iemand die stevig aan de slag gaat is het verschil heel duidelijk, voor je buurvrouw waarschijnlijk niet.
Besnijdenis is top. Met een voorhuidje, ook al is hij nog zo kort, voel je maar de helft van de pik in je doos. Zoveel mannen hebben dan ook nog een voorhuidje van een maatje te groot, of zelfs gewoon hele mouwen van extra vel die er zelfs nog over heen blijven als hij hard is, en dan is er echt weinig meer aan met het neuken. Besnijdeni is een verbetering voor elke man.
Besneden stimuleert meer. Je voelt ze gewoon beter gaan.
Voorhuiden voelen erger dan condooms. Condooms houden tenminste STI's tegen, voorhuiden geven meer condooms.
Ik wil wel zeggen dat ik liever een gewone korte voorhuid heb die goed naar achter blijft dan een veel te losse besneden leuter waar je nog steeds van alles hebt dat schuift zoals bij veel turken en joden, of zo'n amerikaan die nog steeds te vroeg komt omdat hij besneden is halfweg zijn pik langs in plaats van netjes aan zijn eikel. Doe het goed bedoel ik, ik ben natuurlijk ook voor besnijden, maar je kan ook besneden pikken hebt waar je net zo veel gekloot mee hebt.
Ik heb nog nooit klachten over mijn voorhuid gehad. Al mijn bedgenotes, betaald of niet, hebben er nooit met een woord over gerept. Iedereen is dik tevreden met mijn voorhuid, en ik vooral! Besnijden zou ik nooit overwegen.
Ik wil wel een lans breken voor voorhuiden bij anaal, dan zijn ze super! Ik doe veel anaal, en ik ben erg blij dat ik in een land woon waar de voorhuid blijft zitten. En als je de klant niet veel aan vindt is het ook in de kut prettiger als hij een voorhuid heeft, dan voel je hem minder. Alleen met vaste vriendjes en neukertjes heb ik het graag anders, want die gaan alleen mijn kut in, en die wil ik wel voelen.
Mijn oma deed graag Zweedse puzzels, en nu vraag ik me toch wel af wat zij in haar jeugd heeft gedaan.
Wat maakt voorhuiden super voor anaal?
Ik ben niet besneden en ik hou wel van anaal, dus.
Ik heb geen enkele binding met de prostitutie, maar ik herken heel goed wat je hier beschrijft. Ik was bij mijn bedrijf (consultancy in overheidsprojecten) "het kuikentje", aangetreden als stagiair, en opgeklommen tot associate. Ik maakte een keer de verkeerde opmerking tijdens een vergadering, en mijn beschermde status verdween als sneeuw voor de zon.
Maar hoe veel mannen hebben nou helemaal een "gewone, korte voorhuid" tegenwoordig? Het komt zo weinig voor dat ik ervan opkijk als er weer eentje langskomt tussen de voorhuiden die net te lang zijn, en de voorhuiden die echt een belachelijke shitshow zijn.
Zo ultiem herkenbaar dit
Aan vrouwen: wat maakt besneden penissen lekker tijdens het neuken? Vertel eens
Een reactie posten