maandag 9 januari 2017

Overstag

Vandaag een stukje dat niet over mijn werk gaat. Ik ben van de zomer lekker op vakantie geweest, en daar was ik ook best vol van, dus daar heb ik eigenlijk meteen daarna een stukje over geschreven. Dat is even blijven liggen omdat ik moeilijker op te sporen ben als ik er even tijd overheen laat gaan, en ook omdat ik nooit zeker weet of ik jullie nou wel een lol doe met een stukje wat niet over mijn werk gaat. Maar het is wel fijn om iets te hebben om op te schrijven wat een goed verháál is.

Mijn vakantie begon eigenlijk nietzo goed. Ik had het zwaar gehad, en vrienden van me hadden beslist dat ze me mee zouden nemen op reis. Ik vond het heel lief, maar ik kwam er niet echt ìn. Ze hadden eerst bedacht om naar Turkije te gaan, maar toen daar opeens een couppoging gebeurde hebben we op het laatste moment maar een vlucht naar Griekenland geboekt. Daar hebben we een prima hotelletje gevonden, en veel op het strand gelegen.

Het zijn hele fijne mensen waarmee ik ging, en ik kan goed met ze opschieten, maar wat zij een vakantie vinden is niet echt waar ik naar zoek. We lagen veel op het strand, ik schreef wat voor mijn blogje, en we gingen elke avond in hetzelfde restaurantje eten. We hebben ooknog een kerk bekeken, en we hebben jetski's gereden. Maar als je met een koppeltje rondloopt, ga je niet wilde feesten af en ga je niet flirten, en dat is toch ook belangrijk voor mij.

Ik had ook even nodig om uit mezelf gehaald te worden. Ik had mezelf net bestraffend toegesproken over een klant waar ik als een schoolmeisje op crushte, en dan moet je even wat meemaken en jezelf vernieuwen. En de zon doet dat niet, en een restaurantje waar alles met friet wordt geserveerd doet dat niet, en een stadje waar niets te beleven is doet dat niet. Maar misschien had ik die plek ookwel heel anders beleefd als ik er in mijn eentje was geweest.

Als ik op vakantie ga, dan laat ik niet alleen Nederland even achter, maar ook mezelf. Ik duik in de plek waar ik heenga, en ik ga daar helemaal in mee. Ik feest mee met studenten op spring break, ik heb bejaardenlol op een cruiseschip, ik ga buggyen aan de Oostzee, en ik dompel me daar even in onder. Als ik met mensen ben die ik ken, gedraag ik me toch altijd weer als de Zondares die ze kennen.

Ik kreeg het vakantiegevoel pas op de laatste dag. We hadden uitgecheckt, en we hadden onze bagage bij ons, en we zaten op een terrasje aan het haventje te wachten op de bus naar de grote stad, van daar af zouden we naar het vliegveld gaan voor de reis naar huis. Het was vroeg, en het terrasje was bijna leeg. Er zat een man van begin vijftig, die om een praatje verlegen zat. Ik sprak hem aan.

We raakten aan de praat, en hij bleek een Engelsman te zijn die met zijn boot in de marina lag. Hij flirtte onbeholpen met me, en hij vertelde me dat hij nog op zoek was naar crew. Je vindt daar overal jonge jongens die voor een appel en een ei willen crewen. Het was zo duidelijk dat hij me probeerde te versieren, en zo duidelijk dat hij er niet voor uit wou komen, en hij was zo kansloos. Ik werd meteen helemaal moederlijk van hem. Ik wou hem het liefst uitleggen hoe hij foutzat, maar dat kon ik niet doen met mijn vrienden erbij.

Toen het tijd was voor de bus, had ik opeens in mijn hoofd dat ik nog helemaal niet echt vakantie had beleefd, en ik besloot dat ik wel een latere vlucht zou nemen. Ik gooide mijn plannen meteen om, op intuïtie. Dat doe ik anders dus nooit. Mijn vrienden waren erg verbaasd, en ze wisten niet goed wat ze nou moesten, maar de bus wachtte niet. Zodra ik ze op de bus had gezet, ging ik terug naar het terras, en de Engelsman was netzo opgelucht dat ik terugkwam, als ik was dat hij er nog was.

We gingen naar zijn boot kijken, en dat was weer eens wat anders dan brommers kijken. Hij wou me de kajuit in, dat was heel duidelijk. Alles wat zijn lijf me vertelde was duidelijk, en wat hij zei was erg slecht doordacht. Als hij me in een andere bui had ontmoet had ik hem afgewezen. Maar nu had ik wel zin om mee naar zijn boot te gaan, en ik had eigenlijk gepland om hem daar eens wat te leren, maar toen hij me zijn boot aanwees ging dat plan overboord.

Toen ik een meisje was nam mijn opa me mee uit zeilen. Hij had een zeilboot, een oude schuit waar hij elke winter aan kluste. Mijn moeder zei weleens dat hij niet blij was als er niets aan die boot op te knappen was. In de zomer nam hij ons dan mee uit zeilen. In de zomervakantie belde hij regelmatig op om te zeggen dat hij de zee opging, en of we mee wouden gaan. Ik ging vaak in mijn eentje mee. Ik vond het fijn om met hem de zee op te steken.

Opa was een boer, maar hij had een roeping als zeezeiler gemist. Het was zijn enige hobby. Hij kon het heel goed, en zijn oude schuit kwam altijd op tijd aan. Hij voer in zijn overalls, maar ik moest altijd een enorm blokkig reddingsvest aan. De hele vaart was hij me dan dingen aan aan het wijzen, over de wolken, de zee, het verkeer en hoe de zeilen getrimd moesten. Aan het eind was ik dan rood als kreeften verbrand, maar had ik echt het gevoel dat ik wat had meegemaakt.

Toen opa overleed moest er iets met zijn boot. We lieten hem nakijken door een man van de werf, om te zien hoeveel eraan moest gebeuren. Die liet ons zien dat het ding al jaren door en door òp was, en kapitalen zou kosten om op te knappen. Dat we hem beter konden wegdoen. Ik ging nog kijken, en voor de eerste keer zag ik niet een romantisch scheepje, maar een schimmelend wrak. Ik voelde toen pas echt hoeveel ik opa zou missen.

Het schip waar deze Engelsman mee voer was een prachtig modern polyester zeiljacht, anderhalf keer zo groot als die van opa. Het lag ongeduldig tegen de stootwillen te tikken, en ik wist meteen dat ik mee de zee op wou. De Engelsman was zelf ook meteen aantrekkelijker, en mijn moederlijkheid maakte plaats voor toch wel een beetje bewondering. Goed, hij kon niet versieren, maar hij was wel een schipper.

Aan boord wou hij me meteen de kajuit in hebben, maar ik had de wind gevoeld, en ik wou zeilen. Hij probeerde het nog even maar toen gaf hij ook toe. We voeren uit, tot ver buiten de havenhoofden op de motor, en zeilden een uurtje voordat hij voor anker ging. Hij was de schipper, ik was de maat, en ik deed wat hij me zei, ookal begon het meteen te knagen dat hij toch wel liet zien dat hij niet zo'n hele goeie schipper was.

Die dynamiek die we hadden, schipper en meisje-loos, die werkte wel. Toen we eenmaal voor anker lagen in een flauwe baai liet ik me meenemen naar kooi en heb hem eens goed bereden. Ik had ook een week zonder gezeten, dus ik had het wel even nodig. Het had wel wat om mijn schipper te bedienen, en hij was lekker enthousiast. Op zijn leeftijd kost het even voordat de tweede keer komt, dus we lagen lang te kooi te praten over vanalles.

We bleven daar liggen tot de volgende ochtend. Ik was enthousiast om te horen wat de plannen waren, en ik vond het een beetje een domper om te merken dat hij niet goed wist wat hij met mij aanmoest, en leek te hopen dat ik aan wal gezet wou worden. Ik had niet mijn vlucht laten gaan voor een uurtje zeilen en een paar keer kan-ermee-door neuken. Maar hij zette niet door, dus ik deed gewoon alsof mijn neus bloedde. We gingen zeilen, vond ik. En hij was de schipper, dus hij moest zeggen waarheen.

De tocht ging dus verder, naar het westen, en het begon weer te knagen dat hij eigenlijk niet zo'n goeie schipper was. Dat zag ik doordat hij domme keuzes maakte met navigeren, nooit naar het weer keek, en hartstikke zenuwachtig werd van grote motorschepen, zoals ferries en vrachtschepen, terwijl die juist nooit wat geks doen en altijd voorspelbaar varen. Maar ook doordat er heel veel kleine dingetjes aan boord niet handig waren gedaan.

Hij had allemaal elektronische snufjes aan boord. Radar, GPS, echolood, noem het maar op. Opa voer altijd met een marifoon, en meer niet. Maar met al die snufjes had hij minder door wat er om hem heen gebeurde dan ik van opa was gewend. Ik probeerde me er niets van aan te trekken, want ik had het in mijn hoofd gezet om me door mijn macho schipper te laten domineren. Ik deed wat werk aan boord en ik liet me goed aan hem zien.

Bestwel veel mensen die het aan land niet zouden doen, zijn op een zeilboot nudisten. Opa moest daar niets van hebben, die stuurde me altijd de kombuis in voor koffie en boterhammen als we een blote boot tegenkwamen. Hij vond het al bedenkelijk dat ik een broek droeg, en voor spaghettibandjes heb ik ooit een tik op mijn kop gehad. Dat was wel iets wat ik erg bevrijdend vond om ook eens te kunnen doen. Waar heb je kleren voor nodig op een boot in de middellandse zee?

Die avond lagen we weer voor anker bij een klein eiland, en nadat ik eten had gemaakt was het weer tijd voor seks. Maar deze keer ging het gewoon niet zo lekker als de dag ervoor. Die was ook niet fantastisch geweest ofzo, maar ik had het best naar mijn zin met mijn dominante schipper. Deze avond kon ik er niet zo in geloven, en hij had het ook niet makkelijk. Meer dan één keertje lukte niet.

We lichtten de volgende dag weer vroeg het anker, en ik voelde me een beetje onbestemd. Het weer was ook minder zonnig, en ik viel mezelf ook een beetje tegen. Was ik nou echt me onder een man aan het plaatsen omdat ik een stoere schipper zocht? Deze man had het gewoon nietzo in zich, en dan is het echtwel een beetje zielig als ik ga doen voor mezelf alsof hij me domineerde, terwijl hij dat gewoon niet in huis had.

Ik gooide het over een andere boeg toen hij rond de middag opeens besloot om zijn koers eraan te geven en op de motor een schuilplaats te zoeken om voor anker te gaan. Iedereen die daar zeilt kent de meltemi, en als je dat niet aan ziet komen moet je toch maar eens achter je oren krabben. Bovendien was dit een goed zeewaardig scheepje, dat niet schrok van zes Beaufort. Opa zei al dat met mooi weer iedereen kan zeilen, maar dat je met snertweer een schipper nodighebt. En dat was hij gewoon niet genoeg.

Eigenlijk zag ik het misgaan tussen ons, maar ik heb toch maar gewoon de boel een beetje overgenomen. Ik heb ook mijn papieren, dus ik had er wel vertrouwen in. Op een vreemde boot is het altijd even zoeken, maar zo'n modern scheepje laat zich veel makkelijker zeilen dan zo'n oude houten schuit waar ik het op geleerd had. En als je niet de héle tijd op lij trimde en op loef uitstuurde, bleek het ook nog een snel bootje te zijn ook!

De hele dag lang bleef ik hem tips geven. Ik wist niet dat er zoveel was blijven plakken van wat opa me geleerd had, maar ik hield gewoon niet òp. Hij wist wel wat over zeilen, maar heel veel praktische dingen had hij gewoon niet geleerd. Hij knoopte waar hij moest beleggen, en belegde waar hij moest knopen. Hij schroeide zijn eindjes dicht inplaatsvan te splitsen. Hij had gewoon de kleine kneepjes niet die heel veel uitmaken. Hij liet de GPS het navigeren doen. Maar hij kon vooral niet trimmen. En dat is het hart van zeilen.

Ik merkte dat ik het eigenlijk heel erg naar mijn zin had, en vooral als de wind even flink aantrok en dat scheepje met een klap door een golfje heen sloeg, had ik echt weer het zeilgevoel. En mijn Engelsman, die eerst niet snapte wat er nou gebeurde toen ik hem ging vertellen wat hij moest doen, paste zich ook snel genoeg aan. Eigenlijk denk ik dat hij helemaal niet erg vond wat ik deed. Hij was een beetje bang voor zijn boot, en hij vond het ook wel fijn dat het ding nu deed wat hij wou.

Overstag gaan moet je niet half doen. Dus toen ik de boot eenmaal stuurde, vond ik ook dat we de rollen verderop ook om moesten draaien. Toen ik de dag ervoor de hele dag naakt was geweest, had hij nog een stom kort broekje aan gehouden. Ik vond dat hij nu ook weleens naakt mocht, nu ik de baas was, en hij ging er heel makkelijk in mee. Het was niet dat hij nou zo'n Adonis was waar ik de hele dag naar wou kijken, maar het was gewoon voor mij even belangrijk.

Die avond meerden we af in een mooi plekje, en na het eten hebben we even alle kleine dingetjes opgeknapt. De radarreflektor scheef hangen zoals hij hoort, de lijnen splitsen, even grote schoonmaak houden, en alle gereedschappen opruimen waar ze thuishoren. Daarna nam ik hem mee naar bed, zette hem even een goeie strop om zijn balzak zodat alles mooi strak stond, en had een hele plezierige nacht met hem. Hij vond het raar, maar hij deed het zelf gewoon beter als mijn maat dan als mijn schipper.

We voeren nog twee dagen zo, en daarna was de magie er wel af. Ik had geen condooms meer, het eten was bijna op, en ik had steeds minder tijd over om mijn huisje in orde te brengen en uit te puffen van de vakantie voordat mijn afspraken weer begonnen. Ik heb me af laten zetten in een grote haven, en nam afscheid. Ik heb zijn nummer, hij heeft niet eens mijn naam. Dat is beter zo. Vakantieavontuurtjes moeten vakantieavontuurtjes blijven.

Er zijn in de escort meiden die specialiseren in werk op jachten. Dat is dan vooral op van die luxe motorjachten van mensen die niet weten wat ze met hun geld moeten, maar als dit soort tochtjes als werk kunnen worden gedaan, dan zie ik dat wel zitten. Ik weet niet hoe ik in dat wereldje binnen moet komen, maar ik heb wel het gevoel dat ik er plezier in zou kunnen hebben. Wie weet, misschien kan ik van deze vakantie mijn beroep maken.

6 opmerkingen:

Anoniem zei

Wat een mooi verhaal!

Anoniem zei

Ja ik vind het ook een mooi verhaal! Heel goed geschreven en 't leest lekker door. Mooi dat je toch nog een goeie vakantie hebt gehad. Dank je wel!

Anoniem zei

Geweldig verhaal Zondares! Vooral de (her)ontdekking van je zeilvaardigheden.

Henri Bik zei

Ja mooi beschreven, maar ik ben wel jaloers op die Engelsman.!

Anoniem zei

Ik heb een roeiboot..wil je een keer met mij uit varen? :)

Anoniem zei

Hee scheepsmaatje, indrukwekkend verhaal over je nautische capaciteiten. Als je dan ook nog weet hoe je moet reven en bijleggen moesten we maar eens een keertje gaan zeilen (en ja alleen dat want er gaat niets boven zeilen).