Dit is een stuk in drie delen, die de komende weken geplaatst gaan worden. Ik heb het niet alleen in drieën gehakt om jullie wat makkelijker te maken, maar ook omdat mijn nakijkploeg in opstand kwam. Ik dacht dat ik eindelijk weereens een stukje kon schrijven waar ik geen opzoekwerk aan had, en dan komt het heel snel op het papier, tè snel dus. En met schrappen kwam ik er niet, als ik het de lengte zou geven die het in het begin had moest het in vijf stukken, en niet drie. Ik ga om het niet al te lang laten uitrekken dan maar voor één keertje mijn "antwoord op" stukje overslaan.
Ooit was ik een trotse feministe. Nu noem ik mezelf niet meer zo. Er zijn nog heel veel mensen die me een feministe zouden noemen hoor, en ik wil ook niet zeggen dat er helemaal niets is aan feminisme wat me nog aantrekt, maar ik heb die hele beweging eigenlijk helemaal achter me gelaten. En dat is vooral omdat ik het niet meer serieus kon nemen nadat ik heel veel over vrouwen en mannen had geleerd door mijn werk.
Het begon voor mij op de universiteit. Ik had op school natuurlijk al wel een hoop geleerd en gehoord over feminisme, en er zelfs een spreekbeurt over gehouden, maar dat was eigenlijk zo oppervlakkig dat ik er niets mee deed. Ik wist dat het een soort beweging was van mensen die vonden dat vrouwen gelijk moesten zijn aan mannen, dat mannen meer leidinggevende posities hadden, en dat mannen meer geld verdienden dan vrouwen, en dat was alles wel.
Op de universiteit was ik er ook helemaal niet naar op zoek, maar ik was wel op zoek naar wat keuzevakken die makkelijk studiepuntjes opleverden. En een vriendin van me had daar wel een goed antwoord op, we konden naar een andere universiteit om daar wat vakken over gender te volgen. Die leverden puntjes op en andere meiden vonden het heel makkelijk. Daar had ik wel zin in, want het ging niet echt lekker met studeren.
Ja, het was makkelijk puntjes krijgen, en ik kreeg mooie cijfers, maar dat was ook omdat ik echt een beetje meegesleept werd. Ik wist niets over mannen, ik vond ze vooral een beetje eng, en ik was toch ook nog wel een beetje een vadersmeisje, ookal werd me dat toch wel te benauwd, en wou ik eens loskomen. Ik zoog op wat ik leerde, ik ging helemaal mee in de theorie, en het voelde goed.
Ik kwam door die colleges ook in contact met een groepje feministische studentes, die aktivisties waren, en die in de kraak woonden. Ik voelde me daar als een vis in het water, en ik ging heel veel bij die meiden rondhangen. Ze hielpen me niet alleen met de vakken, maar ze haalden me gewoon binnen, omdat ik zo enthousiast was over hun soort van feminisme. Zo kwam ik ook aan een plekje in de kraak.
Het waren echte radfems. Dit waren geen Opzij-lezeressen, we waren radikaal en militant. Sommige van die meiden hadden als politieke beslissing genomen om lesbisch te worden, en lazen de hele tijd de meiden die het nog met mannen deden de les. We deden zo onvrouwelijk mogelijk, want we zagen overal onderdrukking in, en dus de gelegenheid om ons af te zetten. We vonden dat we de patriarchie omver moesten werpen door de kracht van vrouwen.
De filosofie was dat wij vrouwen als éénlingen worden onderdrukt door de patriarchie, en dat mannen de vrouwen in hun onderworpen positie houden om hun eigen machtswellust te bevredigen. Door de patriarchie heeft elke man macht over elke vrouw, en heeft een man in een relatie zijn eigen slaaf en zijn eigen seksspeeltje. Tegen die culturele onderdrukking moesten wij vrouwen ook gaan samenwerken, en een vuist gaan maken.
We hadden een gewoonte om alles als geweld te gaan zien. Onze onderdrukking was geweld, dat mannen vrouwen niet serieus namen was geweld, seks was geweld, porno was geweld, zelfs sommige soorten taalgebruik vonden we geweld. Talige ekspressie van patriarchie vonden we altijd een mooie om over te beginnen als de vragen te moeilijk werden, want je kan altijd boos worden over hoe iemand wat zegt. Maar vooral kritiek op ons was geweld.
Achteraf is het hilarisch hoe we onze oren dichtstopten. We hadden in onze filosofie zoveel deurtjes om naar een veilige plek te ontsnappen. Je kon iemand met kritiek beschuldigen van onderdeel zijn van de patriarchie, van verbale verkrachting, van blind zijn voor zijn privilege, en natuurlijk ook dat hij niet genoeg wist van feministische theorie om mee te kunnen praten. Dan mocht hij pas praten als hij alles van Greer, Dworkin, Beauvoir, Solanas, Hite, French en Friedan had gelezen. Je kon ook iemand altijd een seksist noemen, dan was je in één keer overal vanaf, want dan hoefde je niet meer naar hem te luisteren.
Zo vaak we konden gingen we naar lezingen, soms in het buitenland. We waren vooral bezig met de filosofie, en met het luisteren naar dingen die in die filosofie pasten. Eigenlijk hoorde je bijna nooit wat nieuws, het was altijd maar hetzelfde, maar je kon je zo lekker boos gaan zitten maken met je vriendinnen, en voelen hoe je samen boos was over hetzelfde en de mannen ging omverwerpen!
Feminisme is anders in het buitenland. Dat merkte ik al snel. In Amerika is gestoord feminisme, wat helemaal van het padje af is, veel geaccepteerder door universiteiten. Hier moeten ze het toch wel een beetje normaal houden, en wordt het nog steeds niet héél erg serieus genomen als studie-materiaal. Het wordt hier meer gezien als een filosofische richting, en iets politieks, maar daar heeft het bijna netzoveel gewicht als een wetenschap.
Het Franse feminisme vond ik bijvoorbeeld heel anders dan hier, omdat ze daar tot in de regering een serieuze macht zijn, maar dat pakt telkens anders uit dan wat de bedoeling was, en daar is heel veel debat over. En binnen de beweging zijn er hele felle gevechten over hoe de overheid dat feminisme moet toepassen. Hier in Nederland konden we tenminste altijd vinden dat de overheid een instrument van de patriarchie was, dat is lekker makkelijk. Terwijl Nederland eigenlijk netzo vrouwvriendelijk is, puntje bij paaltje.
Eigenlijk deden we verder heel erg weinig. Het was vooral veel luisteren naar elkaar, en boeken bespreken, en lezen wat er sinds de jaren zeventig was geschreven. Ik heb nog een poosje vrijwilligerswerk gedaan bij een opvang voor vrouwen die slachtoffer waren van huiselijk geweld, en dat was misschien wel de leerzaamste ervaring die ik eraan overhield. Dat waren niet de arme lieverdjes die je op de posters ziet.
We hadden een hele kritische kijk naar wetenschap. Dat was mannenwetenschap, en die deed alsof ze objectieve waarheden vonden, terwijl het wel allemaal vanuit de kijk van witte mannen was bedacht. Feiten bestaan niet, vonden we, het is allemaal afhankelijk van jouw narrative, en hoe je je zienswijze aktualiseert. Met cijfers laat je het maar lijken alsof het een waarheid is waar je niet anders mee om kan gaan. Daar waren we tegen. Maar als we het tegen de eigenaar van de wetenschap konden keren, dan was dat een echte overwinning.
Het ging niet om dingen doen, het ging om het gevoel. Het was meer een geloof, dan dat we echt iets deden wat je ook vast kon pakken. We vonden dat we wetenschappelijk waren, en als Melissa Farley iets onderzocht had dan likten we dat op, maar eigenlijk was het alleen maar een gevoel, en een plaatje, en alles in dat plaatje laten passen. Het was bijna een religieus geloof.
Als je het helemaal ontleedde, was het een geloof dat de wereld bestond uit grote bewegingen, van mannen, die alles deden in cultuur, filosofie en economie, om hun eigen groep een voordeel te geven. En dat wij vrouwen dat moesten gaan doen, omdat we over ons heen hadden laten lopen. Wij waren altijd individueel geweest, en altruïstisch, en eerlijk, en we hadden naïef gedacht dat we eerlijk zouden worden behandeld. Het feminisme wat wij in gedachten hadden zou die beweging dan zijn. We zouden het gevecht aangaan tegen die netwerken van mannen die ons uitbuitten.
We gingen best wel ver. Andrea Dworkin was bijvoorbeeld iemand die we serieus namen, en we vonden Germaine Greer heel gematigd. Dit soort van speeches kon applaus van ons krijgen. We vonden dat mannelijk gedrag ziekelijk was, en we vonden dat ze zich moesten gedragen zoals vrouwen het goed vonden. Dat verstopten we niet eens. Als je zo de hele tijd elkaar opjut, hoef je je ook niet meer in te houden. Vrouwelijke waarden waren goed, en mannelijkheid was geweld.
Het lijkt misschien heel raar, maar we waren ook van die vrouwen die heel verontwaardigd worden als een man zich niet aan de hoffelijkheidsregels voor mannen hield. Als hij niet de deur openhield, of een vrouw voor zichzelf liet betalen, dan vonden we dat hij haar als een voetveeg behandelde. Achteraf vind ik dat heel erg raar, en kan ik het ook niet meteen uitleggen. Want funfems, die hadden het meestal juist andersom!
Wat we deden was gewoon seksisme. We schoren alle mannen over één kam, en we gaven ze van alles de schuld. Als ik lees wat ik toen voor blaadjes en pamfletten prachtig vond, schaam ik me nu best wel. We waren er niet eens genuanceerd over. Het was hakken op mannen, puur met je onderbuikgevoel. We verstopten ons achter moeilijke woorden uit de filosofie, maar eigenlijk was het allemaal het uiten van een gevoel van haat.
Op de universiteit werd het ook niet gematigder. Daar was het meer dan alleen maar katten over mannen die de baas van de maatschappij zijn en ons onderdrukken. We hadden het daar over dingen als culturele genderverschillen, of het glazen plafond, en zo meer. De docenten waren langnietzo agressief als wij, maar ze deden er ook zeker niets aan om ons rustiger aan te laten doen. Ze vonden het volgens mij juist wel mooi dat we zo agressief en hatelijk waren. Vooral de mannen.
Daar was er wel discussie, maar dat ging over de vorm van het plaatje waar we alles in lieten passen. Dat deden ze vooral met psychologische theorieën en Marxistische theorieën. De Marxistische waren nog het minst vreemd. Er werd gepraat over het internaliseren van onderdrukking, en over referentiekaders die zo vervormd zijn dat je onderdrukking normaal gaat vinden. False conciousness, geïnternaliseerd cultureel misogynisme, en vrouwen als onderklasse. Dat waren de ideeën waar je àlles in kon passen.
Bij het schrijven van dit stukje gebruik ik trouwens de termen van nu. Patriarchie, dat noemden we de mannenmaatschappij, de term radfem bestond nog niet, enzovoorts. Maar ik ga ervanuit dat mensen gaan zoeken op Internet, en dan kan ik beter de termen gebruiken die nu populair zijn. De nieuwe termen zijn eigenlijk ook duidelijker, en minder omslachtig.
Ik las bij de voorbereiding van dit stukje een essay dat ik had geschreven voor zo'n vak op de universiteit. Ik wist nog dat ik het toen heel goed vond, maar toen ik het nu las vond ik het echt verschrikkelijk beschamend. Het ging erover dat oorbellen en andere piercings door de patriarchie waren bedoeld om een vrouw de hele tijd gepenetreerd te houden met die sieraden, en zo haar te conditioneren dat ze een penetratie-object was. Ik had een negen ervoor.
Je doet met zo'n groepje in een soort van split tussen syncretiek of fundamentalisme. Je moet je principes geweld aandoen of je moet ze helemaal volgen als je zo'n idee volgt. En omdat we radfems waren, kozen we dus fundamentalisme. Maar dat betekent wel dat je helemaal àlles in het kader van je filosofie moet passen. Dat gaat na een poosje vanzelf, maar daar krijg je echt problemen mee. Vooral als je anderen het toch half ziet doen.
Daar hadden we nog het meeste ruzie mee. We maakten ruzie met de mannenmaatschappij, maar dat lukte nooit zo. Die mannenmaatschappij ging nooit lekker mee met de ruzie. Volgens ons omdat de mannenmaatschappij het debat uit de weg ging, maar eigenlijk omdat er niet echt een samenzwering van mannen is die je aan kan spreken. Daar kwam je dus niet verder mee. We waren vooral bezig, eigenlijk bijna alleen, met ruziemaken met andere feministen die het verkeerd deden volgens ons.
Er waren allemaal truukjes om van vervelende feiten af te komen. Het plaatje van de patriarchie kan namelijk niet verkeerd zijn, anders slaat je hele feminisme nergens op. Alles moest in het plaatje passen, en daarvoor moet je van feiten af die je tegenspreken. Maar het plaatje van alle mannen die stiekem samenwerken en alle vrouwen willen onderwerpen, dat is heel moeilijk om met de feiten te laten kloppen.
Het was namelijk wel erg lastig om in de jaren negentig nog te denken dat vrouwen achtergesteld werden. We namen het liefst de verhalen over uit de jaren zeventig, toen er nog echt wat maatschappelijke ongelijkheid was. Toen wij feministen waren, had je die konkrete dingen niet meer om tegen te vechten, en werd het steeds meer een soort van vaag gevoel dat de maatschappij tegen ons was.
Je had zoals ik het toen zag drie groepen, je had de ouwe Opzij-feministen, die waren blijven hangen in de jaren zeventig, en nog steeds aan het mopperen zonder dat ze brutaal durfden te worden, je had de nepfeministen die bezig waren met de kleine, persoonlijke onrechtjes die er nog overwaren, maar de rest van de maatschappij wel goedkeurden, en je had ons, de èchte feministen, die de hele wereld wouden vernieuwen door de macht van de mannen te vernietigen.
Eigenlijk zijn er heel veel meer soorten feministen, en de zinnige feministen willen vaak niet eens feministe meer worden genoemd. En je moet ook niet denken dat ik het over die mensen heb in dit stukje. Nou ja, behalve als ik het over funfems heb. Die willen niet met de zuurpruimen met een samenzweringsidee worden vergeleken. Ze zijn wel bezig om de rechten van vrouwen te verbeteren, en te zorgen dat ze ook krijgen waar ze recht op hebben, maar die zijn niet bezig om dat te doen ten kosten van mannen. Je kan ze eigenlijk beter mensenrechtenaktivisten noemen. En we hàdden toch een hekel aan die meiden, want die gingen lang niet ver genoeg!
Ik moet wel erbijzeggen, wij waren misschien de extremen, maar het idee was wel hetzelfde. Als je keek naar waar die minder extreme feministes mee bezigwaren, dan was dat wel de theorie die door de radfems was ontwikkeld. Al de feministische theorie komt van radfems af, maar wordt dan verdund toegepast door de funfems. Die zijn wel zinniger dus, maar als je je op feminisme baseert dan kom je wel altijd bij de gekte van radfems vandaan. Als je gewoon iemand bent die zich niets van de theorie aantrekt maar gewoon wil dat vrouwen óók netjes worden behandeld, dan kan je je wel feministe noemen, maar dan neem je wel die hele geschiedenis meteen ook mee.
Sommige mensen gingen ons ook te ver hoor. Er waren van die clubjes die wouden dat we konden klonen, want dan hadden we mannen niet meer nodig en konden alle jongetjes geaborteerd worden zodat er in de wereld alleen vrouwen zouden zijn. Dat gaf niet echt problemen met ònze feministische filosofie, maar toch vonden we dat wel te ver gaan. Maar de doodstraf voor verkrachters vonden we weer wel een superidee. En een idee dat je negentig procent van de mannen bij de geboorte kon kastreren, dat was een goeie middenweg. Dat zou verkrachting tegengaan. Hou in de gaten dat we zelfs sneller waren met dingen verkrachting noemen dan de Zweden. En een promotiestop voor mannen totdat alle toppen van bedrijven voor minstens de helft uit vrouwen bestonden. En geen mannen in de regering toelaten, want die grepen toch maar de macht.
Ik moet nu eigenlijk een beetje lachen als ik denk aan hoe we toen vonden dat elke soort werk voor de helft vrouw moest zijn, maar dat we óók verdedigden als er meer vrouwen dan mannen met iets bezig waren. Dat was dan vanwege dat vrouwen gewoon béter zijn, en òndanks de patriarchie toch hun superioriteit in dat werk lieten zien. We maakten kattige grapjes over "gelijkheidsfeministen" die uitwaren op gelijkheid inplaatsvan vrouwen vooropzetten.
Als je zo met gender bezig bent, kom je vanzelf ook in de problemen met trans* mensen. Die roepen bij verschillende soorten feministen hele verschillende reakties op. Ik vind dat wel interessant. Zelf vind ik dat mensen zich mogen kleden, noemen en verbouwen wat ze maar willen. Het gaat mij eigenlijk niet aan. Voor de radfems is het een iets waar ze echt heel boos over kunnen worden, want als je hele wereldbeeld draait om de scheiding tussen mannen en vrouwen moet je die scheiding wel hard kunnen houden.
Ik heb een ladyboy gekend toen ik nog in de clubs werkte, en daar kon ik heerlijk mee tutten. Ik behandelde hem als een vrouw, want dat vond hij fijn. Hij viel op mannen, dat maakte het natuurlijk voor mij wel weer makkelijker, maar toch was ik nieuwsgierig en best wel open als hij me eens de kans had gegeven voor een ritje op zijn best wel mooie lul. Ik had vantevoren wel problemen met hoe ik hem/haar nou moest zien, maar dat gaat snel over als je met iemand praat als mèns. Maar dat is misschien iets voor een eigen stukje ooit.
De radfems zoals wij vonden dat wij de enige echte strijders waren, en dat de funfems niets voorelkaarkregen. We zagen het als een overwinning op de patriarchie dat vrouwen mochten werken, naar school mochten, dat we abortus hadden, enzovoort. Daar klopte niets van. De schreeuwfeministen zeggen dat wel graag, maar het was juist de gewone mensen die het zover brachten, niet de extremisten. Juist de genuanceerde meningen overtuigden de vrouwen èn de mannen dat het tijd was voor verandering. Zonder de lawaaiige feministische groepen zouden we er netzogoed zijn gekomen.
Je kan zelf ook wel zien dat het geen overwinning van vrouwen tegen de patriarchie was. Het is niet iets mannelijks om tegen abortus te zijn, en iets vrouwelijks om ervóór te zijn. Ga maar kijken wie er meer staan te posten bij abortusklinieken. En je bent ook niet bij de tijd als je denkt dat mannen het geen grote opluchting vinden dat er abortus bestaat. Ze zijn nog steeds banger voor baby's dan voor SOA. Het waren telkens overwinningen van individuele rechten over moralistische regeltjes.
We konden het bloed wel drinken van funfems, van die meiden die zeggen dat ze feministen zijn maar geen oorlog willen met mannen, en alleen af en toe eens zuchten dat het leven zo zwaar is voor vrouwen. Nou ja, eigenlijk vonden wij iedereen die niet radfem was een funfem. We kwamen regelmatig op funfem-bijeenkomsten, die meestal bedoeld waren voor inzamelingen voor vrouwen in de derde wereld enzo, om ze eens de les te lezen. Eigenlijk was dat gewoon de hele boel verstoren. Wat waren we dan tevreden met onszelf, daar konden we nog maanden tevreden herinneringen over ophalen.
Ik was eigenlijk best een gewone radfem. Eigenlijk was ik gewoon een meeloper. Ik kan me niet herinneren dat er mensen waren die ik tè erg vond, behalve misschien mannelijke radfems. We wouden die wel aardig vinden, maar er was iets scherps aan die mensen dat me altijd deed denken aan een gek die zomaar door kan slaan. Je hoort weleens van de weg-met-ons mentaliteit, maar dit ging nog een stapje verder. Mannelijke feministen zijn rare mannen, maar mannelijke radfems vond ik zelfs toen al eng.
EDIT: Feminisme deel 2
Feminisme deel 3
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
13 opmerkingen:
Zo, dit is een diep stuk, zeg. Veel nuance. Veel stof tot nadenken. Erg herkenbaar als je veel bezig bent geweest met groepsgedrag, psychologie en sociologie.
Eigenlijk een bijzonder akelige sekte waar je toen in zat.
Je hint al naar waarom je er mee gestopt ben. Ben benieuwd naar de volgende twee stukken.
Ik vind de gereformeerden en moslims vrouwonvriendelijk genoeg om ze met rente hun eeuwenlange wangedrag door feministen (+ ook annderen) te laten straffen, zij zijn ook nietsontziend in hun strijd tegen de prostituee's.
Co.
@ Co, Is dat zo? Scheer je nu niet alle Moslims over één kam? Net als niet alle Christenen Gereformeerd zijn (in feite fundamentilistische Christenen) zijn ook niet alle Moslims fundamentalistisch.
In Turkije bijvoorbeeld is prostitutie al meer dan 100 jaar legaal. En de Islam biedt de mogelijkheid om voor één uur een soort huwelijk af te sluiten, zodat je seks kan hebben, en daarna weer te scheiden. Dat zal heus ook wel tegen betaling gebeuren. Toch?
En wie weet is het patriarchaat wel weer een reactie op een matriarchaat waarin de mannen niet voor vol werden aangezien. Je kan mensen van de huidige generatie niet gaan straffen voor wat vorige generaties hebben gedaan. Dat kweekt alleen maar weer opnieuw onrecht, maar dan voor een andere groep.
Heel entertaining, ondanks het onderwerp. Ik ben zelf niet zo gecharmeerd van feministen, en ik had niet verwacht dat je het van deze kant zou beschrijven.
Mooi stuk. Wat ik me nog afvraag; je schrijft dat je gedurende de prostitutie er pas achter bent gekomen dat dergelijk feminisme ongegrond is.
Wat ik dan niet snap; je bent in die tijd de prostitutie in gegaan, als ik de chronologie goed begrijp. Dit terwijl ik het toch een vrij extreme vorm van feminisme vind, en zeker dat voorbeeld met piercings en onderdrukking vond ik dat tekenen. Vond je indertijd prostitutie niet helemaal verwerpelijk op dat gebied? Ik bedoel; daarbij bestaat daadwerkelijk het beeld dat vrouwen alleen door mannen als seksueel lustobject worden gezien en dergelijke; ongeacht of het klopt. Wat heeft jou bewogen om met deze filosofie, toch de prostitutie in te gaan? Of kon je het voor jezelf nog op een bepaalde manier goedpraten? Wellicht komt het in een volgend stukje aan bod, maar hier ben ik toch wel heel benieuwd naar!
Moslims: Ondanks legaliteit worden ze vermoord (eerwraak)( In burka naar bordeel,zie dit blog).
Co.
@co
Ik heb een moslima prostituee gekend, hele leuke meid die ook buiten haar job vele mannen verslond. Nu is ze getrouwd met een moslim man, vroeger ook een macho type. Beide zijn momenteel extreem religieus, op het fundamentalistische af.
Griezelige religie...
Dat stuk over die mannelijke feministen doet me denken aan een Amerikaanse professor, Robert Jensen geheten (niet de televisiepresentator dus). Dat is ook iemand die het volledig eens is met de ideeen van Dworkin en MacKinnon ('Macdworkin'). Hij heeft ook een boek geschreven over pornografie waarin (als ik het goed begrijp, heb het zelf nooit gelezen eerlijk gezegd) het centrale argument is dat porno een uiting is van mannelijke dominantie..
Beste zondares: kijk eens naar sekswerkerfgoed.nl
had je deze idiote website al gezien?
http://www.totheildesvolks.nl/chap/home.html
Ik herinner mij zo'n maf wijf in de jaren 80. Zo'n linkse feministe, ze zei: jammer dat er aan een penis een 'man' zit.
HAHAHAHAHA, feminisme, ik veeg m'n reet er mee af.
Alle vrouwen waar ik een relatie mee heb gehad hielden ervan om gedomineerd te worden, en niet alleen in bed! Ik ben zelf niet dominant, ik geloof in gelijkheid in relaties. Maar al mijn vorige relaties liepen stuk omdat ik niet dominant genoeg was, die fout maak ik niet meer, ik hou de touwtjes strak, tegenwoordig. Ik raad alle mannen, behalve de onderdanige types dan, aan om hetzelfde te doen.
erik,
niet alleen feminisme is shit, al die ismen deugen niet, van kapitalisme tot anarchisme, weg ermee.
Interessante reacties, jongens.
Een reactie posten