Toen ik pas begonnen was met experimenteren met mijn advertentie, een poos geleden alweer, ging ik ook flink aan de gang met nieuwe foto's. Ik had eerst een hele tijd dezelfde foto's gebruikt, die eigenlijk door een fotograaf-vriendje waren geschoten als kunstkiekjes, maar ik moest er toch maareens aan om wat beters te maken. Al was het maar omdat die foto's meer dan tien jaar oud waren.
Een poosje geleden schreef ik al over advertenties, en wat daar allemaal in komt te zitten, en daar had ik nog wel wat van te leren toen. Ik had niet goed nagedacht over hoe mijn foto's een verhaal vertelden, en ik had gewoon wat laten maken waarop je mijn sterke punten veel ziet, en mijn zwakke punten nietzo. Deze keer niet door een fotograaf, maar gewoon door een vriend met een camera, want thuiskiekjes leken me wel zo oorspronkelijk.
Mijn fotootjes veranderen had meteen resultaat. Ik kreeg een bats nieuwe klanten, van buiten mijn gewone klantenkring. Andere soort mannen, ik kon het al voelen aan de telefoon. Dit waren klanten die ik anders niet zou zien in mijn werkflatje. Dat is altijd leuk, je horizon verbreden. Allemaal nieuw, allemaal spannend, en allemaal waren ze een beetje, soms zelfs nogàl, teleurgesteld toen mijn slip uitging.
De eerste paar keer dacht ik er achteraf nietteveel over na. Met nieuwe klanten is het zo gewonnen, zo geronnen. Maar het gebeurde met bijna al die nieuwe, net andere, klanten. Dat ging wel opvallen, en ik ging me wel afvragen wat ik nou deed wat ze zo liet afknappen, want dat sloeg nergens op. En uiteindelijk was er eentje die er wat van zei, waardoor ik er eindelijk achterkwam wat er nou gebeurde.
Hij was een wat oudere vent, met een zo'n grijs stoppelbaardje wat hij nooit helemaal netjes weggeschoren krijgt, met van die blauwe spinnenwebaders eronder. Hij had vanaf het begin al een grote grijns. Toen het bij deze klant tijd was om mijn slipje langs mijn heupen te laten glijden, viel die grijns van zijn gezicht. En inplaatsvan er verder stil over te blijven, zoals al die andere mannen, vroeg hij: "Oh, heb je geschoren?"
Ik wou het nu wel weten ook, dus ik ging daar eens opin. De aap kwam uit de mouw. Als je op een bepaalde manier naar één van mijn foto's keek, leek het alsof ik een dikke zwarte driehoek schaamhaar had. Dat is niet erg gewoon bij mijn soort hoeren, dus daar was meteen de hele groep liefhebbers opaf gekomen. Ze hadden elkaar zelfs getipt, hoorde ik. Al die mannen kwamen voor de vrouw met de baard, en werden teleurgesteld.
Ik zag het eerst niet, want ik wist dat ik naar een dikke schaduw zat te kijken, maar opeens was het heel duidelijk waar ik eigenlijk zonderdat ik het wist mee aan het adverteren was. Ik heb die foto weggedaan, en maar wat verduidelijkt dat ik schoor, want je moet geen verwarring zaaien. In mijn soort werk voelen de klanten zich toch al zo snel bedonderd.
Heel kort heb ik erover nagedacht om die stroom klanten hun zin te geven, en mijn schaamhaar te laten staan. Dat heb ik bijna meteen weer laten varen, want dan raak ik minstens zoveel van mijn vaste klanten kwijt die daar niets van moeten hebben, maar vooral vind ik het zelf maar niets. Ik hou mezelf liever helemaal glad en kaal, want dat vind ik gewoon prettiger.
Ik scheer graag. Niet het scheren zelf, want wie houdt er nou van om haar schaamlippen af te krabben met gel en een mesje, maar van mijn schaamhaar afzijn. Ik vind het fijn om mijn oksels, benen en kruis glad te hebben. Het is makkelijker met het werk, het voelt prettiger tijdens de seks, het voelt prettiger in mijn lingerie, als je zovaak moet wassen als ik is schaamhaar heel snel iets wat hard en stug wordt, en ik vind het gewoon vrouwelijker staan bij mezelf.
En de klanten vinden het meestal leuk. Dat ooknog. Eigenlijk zou ik dat hoger moeten hebben staan op mijn lijstje met gedachtes hierover, maar ik heb eigenlijk altijd gevonden dat je nietteveel moet kijken naar wat er in de mode is bij de klanten. Voor iedereen zijn wel klanten, als je gewoonmaar oplet dat je de dingen doet die er ècht toe doen. Dan kan je gewoon verder jezelf zijn.
Ik kijk een beetje met tegenzin naar de mode van het schaamhaar, dat de bossen seventies-haar weer terug zouden komen volgens de bladen. Dat zie ik in de business nog helemaal niet, maar ik hoop dat het niet doorzet. Het liefst zou ik hebben dat het schoonheidsideaal glad is, en dat de meeste vrouwen daar niet de moeite voor nemen. Daar steek ik dan mooi bij af.
Met deze serie foto's had ik dus het verkeerde verhaal verteld. Zonderdat ik het wist, en zonderdat ik het aan zag komen. Misschien is dat raar voor een kunstenares, maar ik had de beeldtaal helemaal niet erbij bedacht. En ookal is je publiek geile mannen die willen weten hoe je eruitziet, je moet toch met die beeldtaal aan de slag. Maar dan wel met een anonieme naaktfoto.
Uit mijn studententijd had ik nog bestwel wat fotografen die ik kende, maar die wou ik natuurlijk niet in contact laten komen met mijn beroep. Je moet toch oppassen met je identiteit. Maar je kan het zo gek niet bedenken of je hebt wel een klant die het doet, dus ik heb eens contact gezocht met een klant die ook een fotografiestudio had. Dat was een heel leuk gesprek.
Ik zal niet in de diepte gaan over hoe hij werkte, maar ik kan wel zonder risico vertellen dat veel getalenteerde fotografen die echt graag mooie sprekende kunst maken, daar niet van kunnen leven, en dus maar wat minder werk doen om de kost te verdienen, en dan wel hun kunst ernaast maken. Hij maakte vooral pasfoto's en schoolfoto's, en hoopte de kans te krijgen reclamefoto's te gaan doen. Voor het geld, maar ook omdat daar wel vakmanschap inzit.
Deze man was intussen een kunstenaar in zijn hartje, en vond het heerlijk met me te praten over de kunst van het fotograferen. Ik kon mijn foto-problemen aan hem kwijt, en hij kon me vanalles uitleggen over waarom foto's zo anders spreken dan ze zouden moeten, als je ze op de gewone manier maakt. En hoe ze je geen recht doen, als je gewoon maar op het knopje drukt als je iets moois ziet.
Als ik een kiekje maak, zie ik iets wat ik leuk eruit vind zien, en haal ik mijn kamera tevoorschijn. Als ik het plaatje achteraf bekijk, zie ik wel dat er staat wat ik wou fotograferen, maar zie ik niet de schoonheid terug. Het plaatje lijkt wel "verkeerd" of gewoon "plat." Dat komt omdat ik niet bezig ben met de foto maken, ik ben bezig met iets te zien, en wil dàt vastleggen.
Zo werkt een foto niet. Dat wordt een rechthoekig stukje karton, waar je als je niet oppast rare compositie krijgt. Het is plat, het heeft geen diepte, en het kan nooit het hele lichtspel laten zien wat de zon kan doen, het kan nooit het onderwerp in de hele omgeving laten zien, en het kan nooit de beweging en de dynamiek laten zien van het onderwerp. En dat kan allemaal heel zonde zijn als je iets moois wil vastleggen, of heel handig als je een mooie foto wil maken.
In een foto valt de diepte weg. Het plaatje wordt plat. Je rondingen zien eruit alsof ze gewoon flabbig zijn, je scherpe lijnen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Maar het belangrijkste is dat een mens bewéégt, en een stilstaande pose doet je gewoon geen recht. Eigenlijk wil je die beweging laten zien, maar foto's maken tijdens je beweging laat pas echt zien hoeveel rare houdingen je eigenlijk hebt op een dag.
Een fotograaf kijkt niet alleen naar mooie dingen om een foto van te maken, die kijkt vooral naar mooie foto's waar hij de wereld voor kan gebruiken. Die denkt niet vanuit de wereld zijn lens in, die denkt vanaf zijn film door de lens naar buiten. Daar heeft hij echte schoonheid uit de echte wereld voor nodig, maar je kan niet een hele indruk vangen in een kamera. Je moet er een plaatje van maken.
Soms heb je geluk, en komt een plaatje vanzelf samen. Meestal is dat flink veel werken om alles goed op zijn plekje te krijgen. En om een plaatje te maken dat er natuurlijk uitziet, moet je soms dingen doen die juist niet natuurlijk zijn. Er zijn wildlife-fotografen die daarom graag tamme dieren gebruiken, of aas neerleggen dat beesten uit hun verstopplekken moet lokken.
Als het om mijn foto's ging, was er genoeg onnatuurlijks. Hij heeft wat goeie foto's van me genomen, waarin ik eruitzie op mijn best, en alsof ik totaal ontspannen en verlokkend ben. Dat voelde niet zo tijdens het fotograferen. Het was de ene na de andere moeilijke gespannen houding op meubels die normaal nooit zo staan, na de andere moeilijke hoek waarbij ik grapjes moest vertellen aan de plafondlamp terwijl ik mijn rug en mijn buik tegelijk holtrok.
Het werkte wel. Zijn foto's laten zien wat ik wil laten zien, en het trekt de goeie soort klanten aan. Klanten die zoeken naar wat ik wil bieden. Het rare is dus dat je met gekunstelde foto's veelmeer laat zien van wat er natuurlijk aan je gezien wordt als je echt samenbent. En natuurlijk zorg je dat de foto's wel vleiend zijn, want wie wil dat nou niet? De klant heeft ook graag mooie plaatjes.
maandag 5 oktober 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Leuk en instruerend stukje, al gaat het meer over de fotografie dan over jouw vak. Maar ik begrijp nu waarom mijn foto's zo slecht zijn.
Apropos foto's en klantenselectie, in het boek 'Verborgen Verleiders' werd uitgelicht hoe General Motors via de foto's in de advertenties de doelgroepen van hun merken selecteerde:
Chevrolet voor 'blue collar workers', Oldsmobile voor ambtenaren en Buick voor zakenmensen.
Over schaamhaar gesproken, Tataarse vrouwen scheren zich al sinds mensenheugenis, evenals Romeinen en Grieken in de oudheid.
In plaats van regelmatig scheren lijkt een lichttherapie mij effectiever. Recentelijk vernam ik dat er inmiddels ook crèmes zijn die haar langdurig verwijderen.
Een reactie posten