maandag 27 april 2015

Wapens

Twee weken geleden schreef ik over vechtsporten. Binnen het hoerenwereldje ben ik altijd best opvallend veel meiden tegengekomen die daar wat mee hadden. Die meiden hebben niets met het sport-deel van een vechtsport, maar het zijn driftkikkers die van zich af willen kunnen bijten. Het liefst zouden ze onverslaanbare vechtjassen zijn, maar dat is voor vrouwen nou eenmaal niet weggelegd.

Bovendien weet je maar nooit of iemand die je wat wil doen niet gewapend is. Mensen die hoeren willen aanvallen hebben vaak wel een wapen bij. De vrouwen al helemaal. En het wil ook best gebeuren dat het meerdere mensen tegelijk zijn die het op je gemunt hebben. Het is dus een beetje onzin om te geloven dat je met een eerlijk gevecht te maken gaat krijgen, en daar moet je je eigenlijk ook niet op instellen.

Veel van de meiden die graag vechtjassen zijn hebben daarom ook een bepaalde liefde voor wapens. Daar zijn lange gesprekken over gevoerd, waarbij hele filosofieën werden uitgesponnen. Waar het altijd om ging, was om de bèste van de stèrkste wapens te hebben. Ik weet nog verhitte discussies over welk merk vechtmes nou het beste was, de Kabar of één van Coldsteel.

Een aantal meiden zaten ook op schietclubs, en er waren er met een wapenvergunning. Er waren er ook die geen wapenvergunning konden krijgen omdat iemand erachter was gekomen dat ze in de prostitutie hadden gewerkt. Ik ben weleens meegegaan naar de schietbaan, om eens te kijken. Ik vond het best interessant, maar nog interessanter om te zien hoe mannen toch iets extra's vinden aan een vrouw met een gun.

De meiden die wat met geweren hadden, hadden alleen meestal helemaal geen eigen geweer, maar waren er alleen gek op. Er was er maar één die ook echt er één had, en die lag altijd thuis in de kluis. Als verdediging had ze er dus helemaal niets aan. Dat was maar goed ook, want ze was er heel erg mee in de problemen gekomen als ze ermee op haar werk was betrapt. Een wapen wat meer problemen maakt dan het oplost, dat wil je ook niet.

Soms krijg je klanten die wat van je willen kopen. Meestal viagra, of drugs, maar er zijn er ook best wel die willen weten of je een geweer voor ze kan regelen. Soms met merk en model erbij. Ik vraag me altijd af of dat bij andere meiden wel zou lukken, want ik zou niet weten waar ik zo'n ding zou moeten halen. Het was met de pepperspray al heel moeilijk, en iedereen zegt dat je die overal koopt.

Bij de vechtjassen hoorde ook wat visserslatijn. Er zat toch wel wat dikdoenerij bij. Dat zien mensen graag als je groter voordoen dan je bent, maar eigenlijk denk ik dat het een soort uitdagen is. Sommige meiden deden aan competitieve vechtsport, maar de grootste vechtjas deed aan erotic fighting. Daarbij vergapen mannen zich voor veel geld aan meiden die hard tegen hard vechten. En achteraf betalen er nogal wat om door haar in elkaar te worden geslagen.

Zelfs als zo'n vent zich maar half verdedigde moest ze al uitkijken. Ze was ècht sterk voor een vrouw, maar een man blijft altijd een gevaar. Ze had er zelf meer plezier in dan de klant, en vooral als de klant echt terugvocht. Soms kwam ze onder de blauwe plekken op de club, en dan stuurde de baas haar weg omdat ze er niet uitzag. Het kon haar niet schelen. Ze nam het voor lief, om maar bloeddorstig te kunnen zijn afentoe.

In de club waar er meerdere waren, tijdens de tijd dat ze er waren, want ze vertrokken ookweer, was er altijd discussie. Martial arts tegen de vechtsporters, wapengekken tegen de andere twee, ze vonden allemaal vanalles van wat de anderen deden, en vonden allemaal dat ze het zelf beter deden. En ze vertelden uitgebreid waarom. Ze daagden elkaar regelmatig uit om eens te laten zien wie er nou gelijkhad, ookal kwam dat er eigenlijk nooit van.

Het meeste van de discussiepunten vond ik nogal zinloos. Of je geweer nou vijfenveertig of negen millimeter moest zijn, of dat je telescopische ploertendoder nou beter was dan een kubotan, daar kon de discussie telkens weer over doorgaan. Schoppen of stoten was ook zoiets. Dat was het enige waar ik ooit over meepraatte, en dat was uitleggen dat het voor mij allebei niet had gewerkt.

Zo kreeg ik toch best nog wat mee van wat die vechtjassen allemaal leerden, en elkaar uitlegden. Ik vond het reuze interessant, maar ik durfde toch niet echt met ze mee te gaan, want het was wel eng. Ik zat daar maar een beetje bij, maar ik heb wel altijd het gevoel gehad dat ik daar wel wat mee moest, want ik moest toch voor mezelf kunnen opkomen. En met een wapen zou ik misschien niet zo'n schijtlijster zijn, dacht ik.

Intussen heb ik wel geleerd dat dat idee, je kunnen verstoppen achter een wapen, echt héél dom is. Een wapen kan niet overtuigend voor jou zijn, en het beschermt je niet tegen iemand die je kwaad wil doen. Het legt alleenmaar meer verantwoordelijkheid in je handen. Een wapen is alleen goed om iemand geweld mee aan te doen, en dat is nogal wat. Daar moet je juist éérst sterk voor in je schoenen staan.

Dat moest ik eerst nog leren. En dus had ik al in mijn clubtijd een heel groot, gevaarlijk Rambomes. Dat ding had ik de eerste keer onder het kussen gestopt. Als ik dat aan mensen die er wat van snappen vertel, gaan ze allemaal lachen, dus lach maar, lezers! Dat leverde rare blikken op, dus dat verdween onder het bed, waar ik er niet goed bijkon. Daar had ik dus maar heel weinig aan.

Pas toen ik op mezelf was gaan werken, kwam ik de eerste keer in een situatie waar ik een vent met geweld van me af moest krijgen. Ik had nog geen beveiligers, en de man was gewoon lastig. Opeens, zonder waarschuwing, werd hij boos en begon hij te slaan. Niet effectief, hij kreeg me niet eronder, maar het deed pijn en ik voelde me bedreigd. Het mes onder het bed was veelte ver weg, dat hielp me helemaal niets.

Toen ik een grote mond tegen die man opzette schrok hij, en bond hij in. Ik kreeg hem toen snel mijn plekje uit, en dat was maar goed ook, want ik had verder niets achter de hand. Het was wel duidelijk dat wat ik had, niet genoeg was. Ik ging dus maareens nadenken. En dat nadenken gaf wel wat ideeën, maar ik liet het er maar bij totdat ik wéér een agressieve vent kreeg, en toen heb ik toch maar doorgepakt.

Gelukkig kreeg ik goed contact met mijn beveiligers. Ik ga niet verder in op hoe ik die leerde kennen, daar staat al genoeg over in mijn blog. Ik moet ook aan hun positie denken. Die zijn de enige vorm van veiligheid geweest die ècht altijd de moeite waard is geweest, en zonder die jongens had ik me niet zo lekker gevoeld. Al de wapens en hulpen die ik heb gehad, hebben me in de steek gelaten, behalve de jongens.

Ik heb wel wat geprobeerd. Behalve het Rambomes heb ik ooknog pepperspray gehad. Dat heb ik één keer gebruikt, eigenlijk te vroeg, maar ik schatte de situatie verkeerd in. Het werkte maar half, maar het maakte wel duidelijk dat ik niet verder in discussie wou gaan. Ik word nog elke keer als ik stofzuig herinnerd aan die ene keer, omdat het nog steeds niet helemaal uit mijn tapijt is. Ik voel het in mijn keel.

Daarbij heb ik ookwel geleerd dat pepperspray niet altijd werkt. En ik had er bijna netzoveel last van als de lastige vent op wie ik het spoot. Die had er wel last van, maar dat spul verblindde mij een paar seconden later ook. Het brandt heel erg, maar het maakte hem niet weerloos genoeg om veilig te zijn. Toen ik hem zich moest laten aankleden, was dat een heel ongemakkelijke situatie. Daar heb ik wel van geleerd.

Omdat ik toch eigenlijk me nietzo lekker voel bij een wapen wat ook tegen me kan worden gebruikt, had ik me een personal alarm laten verkopen. Het was een zwart doosje, wat je ergens aan vast kon laten maken, en er zat een soort veiligheidspen in. Als je die eruithaalde, ging er een ontzettend hard alarm af. Dat leek me wel wat, want dan jaag je de overvaller weg zonder geweld.

Dat ding heeft een jaar aan mijn muur vastgezeten, totdat ik bij de grote schoonmaak me afvroeg of hij het wel dééd. Ik haalde er heel even de pen uit, en hij begon zo hard te fluiten dat mijn oren pijndeden. Ik stopte de pen maar vlug terug, maar dat zette hem niet meer uit! Het lawaai ging maar door, en de stekker eruit trekken hielp niet, want er zat een soort accu in. Ik heb mijn beddengoed er in een hoop tegenaangelegd om het geluid te verminderen.

Het duurde een aantal uren voordat het ding ophield met lawaaimaken. In die tijd bedacht ik wel dat ik er best veel last van had, en ondanks al het alarm hadden mijn buren niets gemerkt. Ik heb mijn flatje goed laten isoleren, voor mijn werk. Als alarm was het niet erg handig. En ookal zal het best een verkrachter van zijn lust afhalen, hij wordt dan wèl weer boos, en dit doet niets tegen geweld van één of andere engerd, en hoogstens verbergt het de geluiden die hij zelf maakt.

Ik had ook een boksbeugel gekregen, daar had ik goeie dingen over gehoord, en ze zien er héél gevaarlijk uit. Ik heb hem gelukkig nooit gebruikt, en ik heb bij het spelen ermee wel gemerkt dat je vantevoren moet weten dat je hem nodig gaat hebben, omdat er anders ongelukken gebeuren. Je krijgt hem makkelijk verkeerd om je vingers, en dan is het snel gevaarlijk voor jouzelf geworden.

Het Rambomes heb ik niet meer in mijn werkflatje liggen. Dat komt omdat ik het een tijdje terug aan mijn beveiliger liet zien. Hij legde me heel grafisch uit wat ik moest doen met dat mes om een man ècht ongevaarlijk te maken. Dat had hij geleerd toen hij werkte voor "de Baas" en ik voelde me een beetje wegtrekken toen hij het me zo duidelijk liet zien. Dat kan ik gewoon niet, zelfs niet als ik voor mijn leven vrees. Dan liever wat anders.

Een gun vond hij ook maar niets, want hij legde me uit dat dat wel een stuk moeilijker te hanteren is dan in de films, en je er ook niet "een béétje mee kan schieten." Pepperspray vond hij niet bruikbaar genoeg. Dat had ik toen ookwel geleerd, maar het was goed dat hij het even uitlegde. Ik moest naar een ander iets op zoek, en dat was toen er nieuws op TV was over dat de politie stroomschokwapens zou gaan gebruiken.

Die stroomschokstunners zijn verboden, maar je kan er véél makkelijker aankomen dan ik dacht. Ik koos een hele dure, met de hoogste volts, omdat ik er wel op moest kunnen vertrouwen. Toen ik hem trots aan mijn beveiliger liet zien, legde die uit dat dat ding niet te vertrouwen is. Toen ik hem ècht niet geloofde, mocht ik het zelfs op hem uitproberen. En ik keek behoorlijk op mijn neus. Hij had wel pijn, maar hij pakte het ding gewoon van me af.

Mijn beveiliger heeft toen even met me gepraat over wat je nou wel en niet kan doen, en wat er nou wel en niet wèrkt. Heel kalm, en zonder macho te doen. Ik kreeg echt even les, en wat ik vooral te leren kreeg was dat makkelijk, veilig en betrouwbaar geweld toepassen niet bestáát. Je kan niet iets simpels doen wat je altijd een goed resultaat geeft, er zijn geen wapens die je veilig maken.

Het viel me erg op dat hij me een paar precies dezelfde dingen vertelde als mijn statistiekmannetje. Die heeft verborgen talenten, want die lijkt overàl wel wat van te weten. Het klopt ooknog allemaal, en die allesweters hebben dat anders nooit. Ook mariniers die klant zijn komen met dezelfde dingen. Mannen met ervaring met geweld zijn het bestwel eens over hoe dat werkt, veelmeer dan de vechtjassen, dat is wel opvallend.

Ik kreeg wel complimentjes over mijn verstopplekken. Ik heb voor véél geld een bedrijfje een paar plekken in mijn huis laten bouwen waar ik me snel in kan verstoppen vanuit mijn werkkamer, en die zijn met slimme systemen gebouwd zodat geen aanvaller achter me aan kan komen. Dat was trouwens even wennen in het begin, dingen die niet zo werken als je denkt. Die plekken zijn veilig tegen grof gereedschap, en houden makkelijk iemand lang genoeg tegen tot mijn jongens komen.

Laat ik maar nietteveel uitleggen over die verstopplekken, want ookal ben ik er ápetrots over, ik moet natuurlijk geen geheimen verklappen over hoe ze werken en waar ze zitten, niet alleen voor aanvallers die dat niet mogen weten, maar ook omdat de politie anders meteen weet wie ik ben. Die hebben die dingen gezien, en hebben beslist dat dat een teken van mensenhandel is.

Van die beveiliger heb ik nog wat oefeningen geleerd om met hele grove bewegingen me uit de handen van iemand te krijgen, en om niet neergedrukt te worden. Dat zijn hele praktische dingen, ookal zijn ze eigenlijk nietzo spannend als de oefeningen die ik vroeger op zelfverdediging deed. Ze werken alleenmaar in een paar situaties, en op een paar manieren. Heel beperkt dus, maar ik kàn ze tenminste.

Al met al heb ik geen supermanier gevonden om met geweld om te gaan. Dus is het maar goed dat het zo zeldzaam is. Als ik het met een grote mond niet afkan, en dat is nòg zeldzamer, dan kan ik een vent wel genoeg van me afkrijgen dat ik me kan verstoppen totdat mijn jongens komen. Dat is gewoon de verstandige manier om het te doen, dus ik hou me daar ook maar bij. Het zou erg fijn zijn om te weten dat ik het helemaal zelf afkan, maar het is gekkenwerk om dat te geloven.

De gedachte voor dit stukje, en dat over vechtsporten, werd geboren toen ik het hierover had met een vechtjas die ik van vroeger kende. Toen ik met haar in discussie ging over dat geweld nooit beheersbaar is, en al die dingen waar ze zo'n fan van was helemaal geen zekerheid gaven, ontdekte ik pas dat het een stuk van de kick voor haar is. Die meiden zijn niet uit op een zekere, beheerste manier om hun veiligheid te garanderen. Die zoeken juist het gevaar van het geweld. Maar hoe dàt zit, daar weet ik het fijne nog niet van.

8 opmerkingen:

Supergrover zei

Dit was weer een pareltje.
Maw , een mooie stukje.

schemerlamp zei

Hoe zou het met Sweet Mizzy zijn? Sweet Mizzy mocht je dit lezen, 't Beste!

gewoon een gekkie zei

Top stukje! Niet verwacht dat ik dit hier tegen zou komen.

Die meiden die (net zoals mannen die hetzelfde hebben) met een grote bek en die het zo goed weten allemaal komen zichzelf nog wel tegen als het er nog is van komt.

Écht geweld waar je ongevraagd in terecht komt is altijd KUT. Er is niks stoers aan op dat moment en iemand die geestelijk gebrand is op overleven/wegkomen heeft meer power dan iemand die wel ff wil vechten.

Het is misschien een idee om iets van een (goedkope) kandelaar of een beeldje wat je makkelijk vast kan houden binnen handbereik te hebben staan.

Het is ter "decoratie" dus je kunt het open en bloot in de buurt hebben en als je echt in de penarie komt kun je er misschien naar grijpen. Je kan dan met dezelfde grove, felle dingen aan de slag als je beveiliger waarschijnlijk liet zien, maar met veel meer impact dan alleen een blote hand.

Verder is het allemaal maar narigheid en kutzooi. Grote onzin, maar soms eenmaal nodig. Het beste is dingen van te voren voorkomen.

Anoniem zei

Dat vind ik wel het mooie van hoeren.

Ze weten stoer (wapens, brutaal, lef, grote mond) optimaal te combineren met vrouwelijkheid (nail-art, hairextensions, gematigd exhibitionisme, sierlijk, knap, seksueel).

reguliere vrouwen kunnen dat niet zo goed.

Sorry feministen & Sorry religieuze maagden.

NB En over hun uitzonderlijke seksuele capaciteiten zullen we het hier nu maar niet hebben.

Anoniem zei

@Anoniem: hoeren zijn ook reguliere vrouwen in hun vrije tijd hoor! Hoerzijn is een vak, geen karaktereigenschap.

Anoniem zei

Je hebt gelijk. Ik ben soms met een hoer even "regulier". Om haar bijvoorbeeld door wat Nederlandse bureaucratie heen te sluizen*. Dan is ze plotseling stukken saaier.

Disclaimer:
*ik word daarvoor niet betaald

Anoniem zei

@anoniem
Hoeren zijn even saai als gewone vrouwen, ze doen gewoon rapper hun kleren uit en doen hun best om u zo snel mogelijk te doen klaarkomen. En ze doen wat extra moeite als er kans bestaat dat je terugkomt. Als je veel komt doen ze geen moeite meer, dan doen ze gewoon alsof ze je vriendin zijn met benefits, gewoon om minder te moeten werken voor hetzelfde geld. Dat is allemaal alleen maar omdat ze ervoor betaald worden, met hun eigen vent zijn ze net zo saai als alle andere relaties.

Anoniem zei

Wie is die baas, in het zinnetje van je beveiliger? Is dat Saban B?