Vandaag geen stukje over mijn eigen ervaringen, maar over de ervaringen van een andere prostituee. Ik heb geprobeerd haar een ingezonden stukje te laten schrijven, maar zoals zovaak willen mensen best graag vertellen over wat ze meemaken, en ook zelfs best erover appen, maar een stukje schrijven is een brug te ver. Dus dat doe ik dan maar voor haar, want haar verhaal moet wel op mijn blog vind ik.
Mijn collegaatje, ik noem haar hier maar M, werkt in de illegaliteit, net als ik. Zij huurt ruimte in een kelderbox, en moet haar klanten goed screenen om te zorgen dat zij zelf en haar verhuurder niet door de gemeente aan het kruis worden genageld. Ze heeft drie kindjes, en dan word je wel voorzichtig. De overheid schrikt er niet voor terug om ook die tegen je te gebruiken, en met je kinderen te kloten om je te straffen voor het hoeren.
Ik heb het altijd het laagste gevonden. Elke vorm van bestuurlijke straf voor een legale aktiviteit zoals prostitutie gewoon nogsteeds ìs, is onrechtvaardig. Maar de meeste bestuurlijke straffen zijn tenminste dan nog straffen voor de hoer. Die wordt haar pensioen afgepakt, die wordt haar huis afgepakt, die wordt haar baan afgepakt, die krijgt een brandmerk in de overheidsdatabase, allemaal háár straffen.
Maar ze kutten ook met het leven van je kinderen. Niet alleen omdat zij ook op straat staan als de rechter vindt dat je uit huis gezet moet kunnen worden voor hoeren, want de gemeente wordt langs de lat van de regels gelegd die de gemeente zelf verzonnen heeft, maar ook omdat ze die kinderen met Jeugdzorg lastig gaan vallen. Iemand die neukt voor geld kan immers geen goede moeder zijn. Die kinderen worden meegestraft, omdàt de gemeentes weten dat de moeder daar pijn van heeft.
Vrouwen met kinderen zijn dus nog voorzichtiger met de gemeentes dan meiden die nog geen kinderen hebben. Netzoals dat meiden met serieuze carrières tegenwoordig erg in de piepzak zitten, of meiden die een appeltje voor de dorst opgebouwd hebben. Er wordt nogal scheef gehandhaafd, de gemeentes hakken er vooral opin als ze veel kapot te maken hebben. Dus wordt er tegenwoordig bij nieuwe klanten door zulke meiden uitgebreid gescreend.
Dat screenen van je klanten maakt je niet populair. Veel klanten geven tijdens het proces al op, en lopen door naar de volgende, terwijl ze over je onbetrouwbaarheid klagen. We moeten immers altijd beschikbaar zijn, en vooral nietteveel moeite kosten. Het probleem is dat als je weinig moeite voor je klanten kost, je ook weinig moeite kost om door de zedenpolitie verneukt te worden.
M kent het klappen van de zweep, en die doet dus flink aan screening. Vooral door de persoonlijke gegevens van een aspirant-klant na te gaan, want als je dacht dat je veilig was als de klant maar flink veel tijd aan je kwijt is geweest omdat de politie dat zich niet kan veroorloven, of dat zedenagenten geen seksuele handelingen met je mogen verrichten, zit je er flink naast.
Liefst had M een boel klanten, die ooknog een beetje doorliepen, maar dat zit er voor iemand die moet screenen niet meer in. Ze heeft dus vooral vaste klanten, waar ze veel werk instopt. Die moeten wel blijven komen, en die moeten uitgelokt worden om veel diensten af te nemen, terwijl ze er wel blij om blijven. Dat kost werk. En het doet zeer als er een klant afhaakt.
Je kan je dan wel voorstellen dat ze erg opgetogen was toen er een klant, die ze al een poos kwijtwas, weer een afspraak wou maken. Ze had er een vergadering voor verzet, ze had er de kelderbox perfekt voor ingericht om hem op zijn gemak te maken, ze had er zìn in. Toen de klant aankwam, droop ze zowat door haar slip heen, want hij voelde als een verovering, als een verloren gewaande geliefde die thuiskwam, en ze had gewoon zin in hem.
Het was een beetje thuiskomen. Hij kwam na lange tijd weer bij zijn minnares, zij had na lange tijd zijn vertrouwde handen weer op haar lijf, en ze snoven elkaars geuren op terwijl ze elkaar weer verkenden. Het was vertrouwd en fijn, en zij had er minstens zoveel plezier in als hij. Ze suste zichzelf al dat het prima zou zijn om de tijd wat uit te laten lopen deze ene keer.
Daarom was het best even ongemakkelijk, en eigenlijk best even schrikken, dat de man opeens heel anders met haar lijf omging. Normaal was hij een stevige streler, maar nu was hij haar tiet aan het kneden zodat het echt zeer deed. Zij wou er niets van zeggen, maar ze was wel eventjes van haar stuk. Hij kneep haar tiet zowat blauw, en tegelijk werd zijn pik slapper en slapper.
Er was iets aan de hand, voor hem was de roes er duidelijk af, dus voor haar ook. Ze vroeg hem wat er aan de hand was, maar hij zei alleen "sorry hoor!" en kneedde haar tiet alsof hij malsgeknepen moest. Pas toen ze hem de tweede keer vroeg wat er aan de hand was, kwam het hoge woord eruit.
De man was een dokter in het ziekenhuis, dat wist ze al. En hij had bij het betasten van haar borsten iets gevoeld wat hij niet pluis vond. Dus automatisch was hij in het dokteren geschoten, en was aan het voelen gegaan wat het was. En wat hij voelde beviel hem maar niets. Hij vroeg bezorgd of ze haar tieten had laten screenen, en M had dat nog nooit gedaan. Ze was er ook nooit voor opgeroepen.
Zo was de lol van de boeking er wel een beetje af natuurlijk, en ze hebben de rest van de tijd maar aan praten besteed, en aan een belletje naar haar huisarts. Ze spraken af dat als ze meer wist, dat ze dan wel weer kontakt met hem op zou nemen. Die nacht sliep ze niet zo goed, want een knobbel in je tiet, dat kan einde verhaal voor je zijn. Elke keer dat ze zelf voelde, leek hij wel groter te zijn geworden.
De volgende dag was ze bij de huisarts. Die hoorde haar aan, meevoelend knikkend, en voelde zachtjes aan haar tiet. Hij ging zijn handen wassen, en zei dat hij niets bijzonders voelde, en dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. M liet dat niet zomaar gebeuren, en vertelde dat als je harder kneedde, dat je dan wel wat voelde. De huisarts bleef erbij dat er niets aan de hand was.
Maar gelukkig zei M dat een àndere dokter wèl wat had gevoeld. Toen werd de huisarts heel serieus, en ging steviger haar tiet kneden. En vond toen natuurlijk wèl die bobbel. Hij nam het opeens serieus, en ging een afspraak voor haar maken bij een streekziekenhuis in een kleinere stad, waar ze veel expertise hadden. En waar ze bovendien nog dezelfde dag terechtkon. Dat bestaat nog in Nederland!
In dat ziekenhuis aangekomen werd ze snel gescand, en werd er goed gevoeld aan haar tiet. De dokters vonden de knobbel een serieuze kanshebber om kanker te zijn, en ze vroegen haar of het okee was om een biopsie te nemen, dus een stukje weefsel uit de klont weg te prikken voor onderzoek. Intussen was M al zover dat ze die klont zelf uit haar tiet zou hebben gestoken met een viltstift, dus zij was meteen akkoord.
Na de biopsie, toen ze met een gaasje onder haar tiet zat te zenuwen, vertelde de dokter haar dat ze serieus gingen uitzoeken of het een kankergezwel was, maar dat ze zich niet teveel zorgen moest maken, omdat als het een tumor was, hij nog niet erg gevorderd was. Er kwam een verhaal over weefsel rond de tumor, en over lymfeklieren, maar dat ging door de zenuwen helemaal langs M heen.
De biopsie nemen was naar, maar ergens vond ze het heel opluchtend dat het zo serieus genomen werd. Er kon niet meteen een uitslag komen, daarvoor mocht ze thuis wachten. De hele nacht heeft ze opgezeten met haar telefoon, lezend over hoe het is om borstkanker te hebben, en wat haar allemaal kon overkomen. Ze had zich nooit gerealiseerd dat het haar kon overkomen, en nu zat ze er middenin.
Het duurde een aantal dagen voordat er uitslag kwam. M was helemaal op van de zenuwen, en had al dagen geen hap meer door haar keel gekregen. Naar de dokter gaan voelde alsof ze het schavot op moest om haar hoofd onder de guillotine te leggen. De dokter was opgewekt, en eerst vond ze dat heel ongepast. Toen ze de uitslag kreeg, viel dat helemaal van haar af. Geen kanker!
De biopsie had uitgewezen dat er geen kankercellen in de knobbel zaten. Er was ook geen voorstadium van kanker. Het ging om een vergroeiing van de melkkanaaltjes in je tiet, die wel vaker van nature voorkomt. Op de scan ziet dat er verdacht uit, en het is een knobbel in je tiet, maar het kan helemaal geen kwaad. M dacht dat ze ging flauwvallen van opluchting. En ze kon weer naar huis.
Haar klant was hartstikke blij natuurlijk, en wou meteen een afspraak zo snel als haar tiet niet meer bont en blauw was. Die date hebben ze uiteindelijk niet gesekst, maar het alleen over borstkanker-preventie gehad. Want zoals wel vaker, wat je er op school over leert is halfzacht en niet genoeg. Netzoals seksuele voorlichting, het is te weinig en te soft.
Dus als je op zoek bent naar afwijkingen in je tiet, kneed hem dan stevig! Het mag zelfs een beetje zeer doen. De eerste keer kom je allemaal onregelmatige plekken tegen, maar dat is normaal. Leer je tieten kennen, dan leer je ook welke knobbels er altijd al waren, en of er een nieuwe bijzit. Kijk ook uit voor deuken, dikke puisten die niet weggaan, zachte plekjes of blauwe plekken die je niet kan verklaren.
En als je wat vindt, ga ermee naar de dokter en laat je niet afschepen. Vertel hem maar dat hij best harder mag kneden, en vertel hem precies waar de knobbel zit, en dat je je tieten kent, en dat daar eerder geen knobbel zat. Hoe eerder je een borstkanker ontdekt, hoe meer kans je hebt dat je het overleeft. En als je in je familie borstkanker hebt, neem het dan extra serieus, en meld dat ook aan je dokter.
We zien onze klanten naakt, en we zijn dus vaak de eerste die iets zien wat niet klopt. Alleenal omdat wij weten hoe ballen horen aan te voelen, en de klant denkt dat het wel normaal zal zijn hoe knobbelig die zijn. Wij zien de verdachte moedervlekken, en wij hebben niet het nadeel dat we de klant elke dag zien zodat we wennen aan iets wat langzaam gebeurt. Maar het kan dus ook andersom, al is dit de eerste keer dat ik zo'n verhaal hoor.
Screenen is belangrijk. Ook als je naar een streekziekenhuis wordt gestuurd, waar nou net je klant dokter is, en je opeens onder je paspoortnaam naar een collega van hem doorgestuurd wordt...
maandag 30 mei 2022
maandag 23 mei 2022
Schatje
Klanten vinden het leuk om speciaal te zijn. Ze komen bij je voor iets intiems, ze komen bij je voor iets persoonlijks, en ze komen om wèlkom te zijn als persoon, als hunzelf. Ze willen dat je ze ziet staan. Ook als je werkt in een branche waar ze weten dat ze één van velen zijn, zoals achter de ramen of in een grote club, vinden ze het fijn als ze als individu worden gezien, en als je ze volgende keer weer herkent.
Ik hou van al mijn klanten wat gegevens bij. Wanneer ik een afspraak met ze heb, zoek ik die gegevens even na. Die zijn versleuteld, en bovendien zijn het vooral afkortingen, want dat soort gegevens, daar rommelt de politie graag in als ze de kans krijgen. Ik heb al gehoord dat in verhoren van klanten de gegevens over wat ze lekker vonden zijn gebruikt om zo'n vent overstuur te maken, zodat hij braaf meewerkt en verklaart wat de politie wil horen. Ik ben er dus heel zuinig op.
Veel klanten hebben dingen die ze makkelijk vinden om te vragen, en dingen die ze moeilijk vinden om te vertellen dat ze er geil op zijn. Je wil niet dat ze dat nog een keer moeten vertellen als je het er eens uitgekregen hebt. Dus ook daarvoor is het belangrijk om informatie bij te houden van je klant. En natuurlijk heb je dingen waar je mee op moet passen, zoals dingen waar de klant gevoelig voor is.
De klant wil voelen dat je aandacht voor hem hebt. Voor hèm persoonlijk. En dus wil hij niet op dat moement voelen dat hij zomaar een nummer is. Dus moet je hem persoonlijke aandacht geven. Hij wil voelen dat hij een speciaal plekje voor je heeft, en hij wil voelen dat die plek zo blijft. Ook als het alweer een paar jaar geleden is dat je elkaar hebt gezien.
Zelfs de man die alleenmaar komt voor een nummetje pompen wil dat je met hem klikt. Dat hoeft nieteens wederzijds te zijn, maar jij moet naar hem uitstralen dat je met hèm klikt. Dat is nog best lastig, want heel veel mannen geloven het ergens gewoon niet. Die denken dat je hem niet als persoon en als individu kán zien, omdat je al met zoveel andere mannen genaaid hebt. Alsof je daarvan mìnder verschil tussen partners gaat opmerken.
Tegelijkertijd moet je oppassen dat de meeste klanten liefst een beetje afstand houden. Ze willen niet met je geassocieerd worden, want hoeren zijn ergens toch crimineel en gevaarlijk, en zij komen alleenmaar vluchtig op bezoek. Als het ook maar lijkt alsof je in zijn leven ook op bezoek bent, wordt het allemaal te dichtbij voor hem, en krijgt hij het benauwd. Dat wil je niet.
Je kan een klant dus beter niet te vaak bij zijn naam noemen. En al helemáál niet bij een liefkozende verkorting van zijn naam. Natuurlijk laat je zijn naam vallen als je bij hem aankomt, gewoon om te laten zien dat je hem herkent, maar dat houdt daarna op. Bovendien geeft meer dan de helft van de mannen tòch al een nepnaam op, juist omdat ze niet als hoerenloper uitgelekt willen worden.
Dus het worden snel koosnaampjes. Ook omdat als je iedereen "schatje" noemt, de kans klein is dat je Simon per ongeluk Bart noemt. Ook omdat je dan niet moeizaam voor iedere klant moet onthouden welke koosnaampjes je voor hem bedacht hebt. Ook omdat iedereen al iedereen "schatje" noemt als ze een seksuele relatie met hem hebben. Maar het is wel heel aftands, en na de vijftigste keer in dat uur klinkt het ook niet meer als een echt woord.
Je kan dus best een paar koosnaampjes verzinnen, en die afwisselen. Dat komt natuurlijker over. Maar dat is dus nog lastiger dan het lijkt. Als het te complimenteus is, gelooft hij niet dat je ze echt meent. Als ze te intiem zijn, voelt hij zich er ongemakkelijk bij dat jullie misschien te close worden. Het is snel mis, en dus hou ik het maar bij "schatje," en laat ik afentoe eens wat anders vallen als ik niet oplet.
De meeste hoeren geven hier geen moment aandacht aan. Die praten ook minder met hun klanten dan ik. Ik ben meer op de intimiteit gericht dan veel collegaatjes, en daar hoort nou eenmaal praten bij, en dan praten waarbij je vooral elkaar veel aanroept en opstookt. Mijn collega's houden het mentale aspekt zakelijker, zelfs de meiden die minder zakelijk met de lichamelijke kant omgaan.
Onderling heb ik veel gezien dat hoeren elkaar aanspreken met termen als "slet" of "bitch," "teefje" of "kutje," en zelfs "ouwe snol" of "taart." Zelf heb ik dat nooit makkelijk gevonden, al doe ik wel mee als ik in een groepje ben dat zo praat, maar sommige meiden zijn tegen hun collegaatjes heel grof in de mond. En dat werkt voor ons. Het voelt bevrijdend, ergens. Al moet iemand van buiten de branche dat ècht niet doen.
Van de klanten krijg je ook veel "schatje" te horen. Die zijn er soms een beetje opgelaten over. Iets minder vaak noemen ze me "baby" of "babe," en dat zal vooral uit de porno komen. Maar als we eenmaal bezig zijn, gaan de remmen los, en word je vanalles genoemd. Van lieveling tot vuile sloerie, en van godin tot kutwijf. Het komt er allemaal ongefilterd uit, en ik heb al heel lang geleerd me er niets van aan te trekken.
Dat geldt trouwens niet voor de man. Een vent die je net een vet varken heeft genoemd tijdens het laatst stukje voor het klaarkomen, weet dat nog heel goed terwijl hij zich aankleedt, en die kan zich soms moeilijk een houding geven. Meestal is het gewoon al goed om het te verzwijgen, alsof je het niet meegekregen hebt, maar soms moet je hem echt even geruststellen dat je snapt dat hij het niet lullig bedoelt.
Maar daar moet je nooit tè grondig in zijn. Als je vertelt dat het je niets doet als hij zo op je scheldt, is hij soms ergen ook afgeknapt. Want zijn mening moet wel belangrijk voor je zijn. En ergens kan hij er ookwel op kicken tijdens de seks, dat hij je mentaal pijndoet. Dat gebeurt natuurlijk niet, maar als het voor hem werkt wil ik best de illusie bewaren dat ik het uit professionaliteit over me heen laat komen, maar dat het me wel raakt.
Uiteindelijk blijft de doorsneeklant "schatje." En heb ik een handjevol klanten die eens wat anders worden genoemd. Vooral tijdens rollenspellen, maar ook gewoon als ik heb opgeschreven dat "schatje" verkeerd valt. Je hebt dan ooknog een paar mannen die me eerbiedig "mevrouw" noemen, en hoffelijk en beleefd hun afstand houden, hoe vaak je ook vertelt dat dat niet hoeft. En die daarmee júíst op hun gemak zijn.
En eens in de paar jaar komt er een klant, die al sinds mijn clubtijd elke paar jaar opduikt. Hij is een oudere Turk, ik denk wel zeventig jaar, met wie ik nooit veel praat. Zijn Nederlands is ook heel slecht. Alles aan hem geeft hem het label "gastarbeider," van zijn camel jasje tot zijn wijde broek, van zijn dikke snor tot zijn donkere huid, en van zijn doorlopende wenkbrauwen tot zijn scheef en los besneden pik.
Hij noemt me, nog steeds na al die jaren, netjes en beleefd "meneer."
Ik hou van al mijn klanten wat gegevens bij. Wanneer ik een afspraak met ze heb, zoek ik die gegevens even na. Die zijn versleuteld, en bovendien zijn het vooral afkortingen, want dat soort gegevens, daar rommelt de politie graag in als ze de kans krijgen. Ik heb al gehoord dat in verhoren van klanten de gegevens over wat ze lekker vonden zijn gebruikt om zo'n vent overstuur te maken, zodat hij braaf meewerkt en verklaart wat de politie wil horen. Ik ben er dus heel zuinig op.
Veel klanten hebben dingen die ze makkelijk vinden om te vragen, en dingen die ze moeilijk vinden om te vertellen dat ze er geil op zijn. Je wil niet dat ze dat nog een keer moeten vertellen als je het er eens uitgekregen hebt. Dus ook daarvoor is het belangrijk om informatie bij te houden van je klant. En natuurlijk heb je dingen waar je mee op moet passen, zoals dingen waar de klant gevoelig voor is.
De klant wil voelen dat je aandacht voor hem hebt. Voor hèm persoonlijk. En dus wil hij niet op dat moement voelen dat hij zomaar een nummer is. Dus moet je hem persoonlijke aandacht geven. Hij wil voelen dat hij een speciaal plekje voor je heeft, en hij wil voelen dat die plek zo blijft. Ook als het alweer een paar jaar geleden is dat je elkaar hebt gezien.
Zelfs de man die alleenmaar komt voor een nummetje pompen wil dat je met hem klikt. Dat hoeft nieteens wederzijds te zijn, maar jij moet naar hem uitstralen dat je met hèm klikt. Dat is nog best lastig, want heel veel mannen geloven het ergens gewoon niet. Die denken dat je hem niet als persoon en als individu kán zien, omdat je al met zoveel andere mannen genaaid hebt. Alsof je daarvan mìnder verschil tussen partners gaat opmerken.
Tegelijkertijd moet je oppassen dat de meeste klanten liefst een beetje afstand houden. Ze willen niet met je geassocieerd worden, want hoeren zijn ergens toch crimineel en gevaarlijk, en zij komen alleenmaar vluchtig op bezoek. Als het ook maar lijkt alsof je in zijn leven ook op bezoek bent, wordt het allemaal te dichtbij voor hem, en krijgt hij het benauwd. Dat wil je niet.
Je kan een klant dus beter niet te vaak bij zijn naam noemen. En al helemáál niet bij een liefkozende verkorting van zijn naam. Natuurlijk laat je zijn naam vallen als je bij hem aankomt, gewoon om te laten zien dat je hem herkent, maar dat houdt daarna op. Bovendien geeft meer dan de helft van de mannen tòch al een nepnaam op, juist omdat ze niet als hoerenloper uitgelekt willen worden.
Dus het worden snel koosnaampjes. Ook omdat als je iedereen "schatje" noemt, de kans klein is dat je Simon per ongeluk Bart noemt. Ook omdat je dan niet moeizaam voor iedere klant moet onthouden welke koosnaampjes je voor hem bedacht hebt. Ook omdat iedereen al iedereen "schatje" noemt als ze een seksuele relatie met hem hebben. Maar het is wel heel aftands, en na de vijftigste keer in dat uur klinkt het ook niet meer als een echt woord.
Je kan dus best een paar koosnaampjes verzinnen, en die afwisselen. Dat komt natuurlijker over. Maar dat is dus nog lastiger dan het lijkt. Als het te complimenteus is, gelooft hij niet dat je ze echt meent. Als ze te intiem zijn, voelt hij zich er ongemakkelijk bij dat jullie misschien te close worden. Het is snel mis, en dus hou ik het maar bij "schatje," en laat ik afentoe eens wat anders vallen als ik niet oplet.
De meeste hoeren geven hier geen moment aandacht aan. Die praten ook minder met hun klanten dan ik. Ik ben meer op de intimiteit gericht dan veel collegaatjes, en daar hoort nou eenmaal praten bij, en dan praten waarbij je vooral elkaar veel aanroept en opstookt. Mijn collega's houden het mentale aspekt zakelijker, zelfs de meiden die minder zakelijk met de lichamelijke kant omgaan.
Onderling heb ik veel gezien dat hoeren elkaar aanspreken met termen als "slet" of "bitch," "teefje" of "kutje," en zelfs "ouwe snol" of "taart." Zelf heb ik dat nooit makkelijk gevonden, al doe ik wel mee als ik in een groepje ben dat zo praat, maar sommige meiden zijn tegen hun collegaatjes heel grof in de mond. En dat werkt voor ons. Het voelt bevrijdend, ergens. Al moet iemand van buiten de branche dat ècht niet doen.
Van de klanten krijg je ook veel "schatje" te horen. Die zijn er soms een beetje opgelaten over. Iets minder vaak noemen ze me "baby" of "babe," en dat zal vooral uit de porno komen. Maar als we eenmaal bezig zijn, gaan de remmen los, en word je vanalles genoemd. Van lieveling tot vuile sloerie, en van godin tot kutwijf. Het komt er allemaal ongefilterd uit, en ik heb al heel lang geleerd me er niets van aan te trekken.
Dat geldt trouwens niet voor de man. Een vent die je net een vet varken heeft genoemd tijdens het laatst stukje voor het klaarkomen, weet dat nog heel goed terwijl hij zich aankleedt, en die kan zich soms moeilijk een houding geven. Meestal is het gewoon al goed om het te verzwijgen, alsof je het niet meegekregen hebt, maar soms moet je hem echt even geruststellen dat je snapt dat hij het niet lullig bedoelt.
Maar daar moet je nooit tè grondig in zijn. Als je vertelt dat het je niets doet als hij zo op je scheldt, is hij soms ergen ook afgeknapt. Want zijn mening moet wel belangrijk voor je zijn. En ergens kan hij er ookwel op kicken tijdens de seks, dat hij je mentaal pijndoet. Dat gebeurt natuurlijk niet, maar als het voor hem werkt wil ik best de illusie bewaren dat ik het uit professionaliteit over me heen laat komen, maar dat het me wel raakt.
Uiteindelijk blijft de doorsneeklant "schatje." En heb ik een handjevol klanten die eens wat anders worden genoemd. Vooral tijdens rollenspellen, maar ook gewoon als ik heb opgeschreven dat "schatje" verkeerd valt. Je hebt dan ooknog een paar mannen die me eerbiedig "mevrouw" noemen, en hoffelijk en beleefd hun afstand houden, hoe vaak je ook vertelt dat dat niet hoeft. En die daarmee júíst op hun gemak zijn.
En eens in de paar jaar komt er een klant, die al sinds mijn clubtijd elke paar jaar opduikt. Hij is een oudere Turk, ik denk wel zeventig jaar, met wie ik nooit veel praat. Zijn Nederlands is ook heel slecht. Alles aan hem geeft hem het label "gastarbeider," van zijn camel jasje tot zijn wijde broek, van zijn dikke snor tot zijn donkere huid, en van zijn doorlopende wenkbrauwen tot zijn scheef en los besneden pik.
Hij noemt me, nog steeds na al die jaren, netjes en beleefd "meneer."
maandag 16 mei 2022
Op je gemak
Ik ben een huismus. Ik vind het prachtig om lekker op avontuur te zijn, ik vind het heerlijk om te reizen, en ik kan voor een nieuwe ervaring ook wakkergemaakt worden. Maar als je me vrij laat fladderen, fladder ik altijd naar huis, en ga ik mijn gewone sleur weer draaien. Vooral als ik een sleur heb gevonden die voor me werkt, kan ik helemaal ìn die sleur gaan zitten, en me er helemaal in begraven.
Ik ben danook bestwel goed in het máken van zo'n sleur. Ik hou ervan om mijn dagelijkse routine helemaal te verzorgen, te organiseren, mijn nest te maken, en alles geregeld te hebben zodat ik elke dag een soepele en werkbare routine heb. Ik draai mijn dag, ik doe de dingen die ik vertrouwd vind en waarmee ik op mijn gemak ben, en aan het eind ben ik weer een beetje rijker en lekker tevreden. Zalig vind ik dat, dat is echt mijn ding.
Maar het is niet goed voor me. Vooral niet als ik mijn zin krijg, en er verder helemaal niets meer gebeurt. Ik merk dat de beste dingen in mijn leven zijn gekomen door dingen buiten mijn routine. De meeste daarvan zijn gekomen doordat andere mensen me meesleepten op vakantie, of naar feestjes, of dingen voor mijn werk min of meer verplicht maakten, of doordat ik door bazen of opleidingen gepusht werd.
Ik kon terwijl ik uit mijn sleur gehaald werd prima zien dat ik bezigwas om mezelf te verbeteren, en dat ik uit cirkeltjes kwam waar ik in rondging. Het was niet dat achteraf pas me dat lichtje opging dat dit heel goed voor me was geweest. Soms kon ik het zelfs vantevoren al wel zien. Vaak had ik het al heel lang gezien, maar had ik er tegenop gekeken en was ik gewoon doorgegaan met mijn routine.
Tijdens zo'n ontsnapping aan mijn sleur merkte ik meteen dat het iets goeds met me deed. En ik had er bijna altijd een hekel aan, en wou zo snel mogelijk terug mijn sleur in. Vaak ging dat wel over als ik eenmaal meegesleept werd door wat ik meemaakte, maar de aantrekking van mijn sleur ging nooit over. En altijd, nadat ik buiten mijn routine was geweest, sprong ik meteen weer terug in dat warme bad van sleur. Zelfs als ik die sleur later met lange tanden toch voor altijd achterliet.
Als ik dat bij mezelf naga, kan ik het heel makkelijk zien. En als ik het nu meemaak, zie ik het terwijl het gebeurt. Ik werd er vooral mee gekonfronteerd toen ik mijn dagboek ging bestuderen, en sindsdien kan ik het niet meer níét zien. Het is iets wat me niet bevalt aan mezelf, iets waarvan ik kan zie dat het me kleinhoudt, en daarom was het iets dat ik vond dat ik moest begrijpen. Om er wat aan te doen!
Want als ik ernaar kijk, dan is het allemaal helemaal niet zo begrijpelijk en natuurlijk als hoe het voelt wanneer het gebeurt. Ik laat kansen aan mijn neus voorbij gaan, en ik zet mijn leven op een sudderpitje, als ik zo'n sleur afloop. Ik leef het beste en het mooiste als ik uit mijn sleur kom, en die sleur maakt me saai. Waarom ben ik er dan zo tuk op om zo'n sleur de hele tijd te laten bestaan?
Dus ik ben op mezelf gaan letten. En ook, eigenlijk per ongeluk, op andere mensen. En dan ga je het overal zien. Overal, en bij iedereen. Want ik ben niet de enige, en ik ben nieteens heel èrg met die sleurzoekerij. Heel veel mensen doen het, en het zit zoveel door het dagelijkse leven heen, dat het gewoon raar is als je het niet hebt. Het is misschien iets menselijks, of misschien iets cultureels, maar je ziet het overal.
Wat me wel verbaasde, was hoevaak het zelfs áángemoedigd wordt. Er zijn bestwel veel adviseurs, gidsen, dokters, zelfs werkgevers, die je vertellen dat je moet doen waar je je op je gemak mee voelt. Dat ze je niet iets willen laten doen waar je niet comfortabel mee bent. Eigenlijk zeggen heel veel mensen en instanties tegen je, dat je comfort is waaraan je moet afmeten of je goed bezigbent.
Er wordt weleens gebromd over dat de generatie van nu te slap en te beschermd is opgevoed, maar ook toen ik een klein meisje was hoorde je al uit alle monden dat je vooral comfortabel moest zijn, en je veilig moest voelen, met alle dingen waar je mee bezigwas. En zelfs, dat als je je niet veilig voelde, dat je dan wist dat er iets verkeerd zat. en dat er dan vooral gestopt, veranderd, gemeld of gewàcht moest worden.
Ga nou na, hoevaak je ergens "klaar voor" moet zijn volgens de boekjes en het advies. En hoevaak je zelf afwacht tot iets minder oncomfortabel voelt, tot je beslist dat het moment daar is, door af te gaan op je gevoel van comfort. En ga dan ook meteen even na, hoevaak oncomfortabele dingen echt comfortabeler worden door er een poos tegenaan te gaan zitten hikken. Dat gebeurt zo weinig dat je er maar beter niet op kan wachten.
Ja, goed, de jeugd van nu krijgt zoveel labeltjes om zich achter te verstoppen dat je het ze zowat tégen maakt om oncomfortabel te zijn met wat ze mankeert, en het helpt ook niet dat je mensen leert dat dingen als anxiety diep gerespekteerd moeten worden, en je daar ruimte voor moet maken. Door mensen die ruimte te geven, doe je ze ècht geen plezier op de lange termijn.
Heel veel van mijn allerslechtste keuzes heb ik gemaakt uit comfort. Ik koos voor wat me comfortabel leek, en ik dacht daar vooràl nietteveel bij na. En als ik bij de mensen om me heen navraag, hoor ik heel veel hetzelfde. Ook als ze het een rare manier van denken vinden. Eigenlijk werkt mijn gemak volgen alleen soms goed als ik dingen uitzoek die ik wil consumeren. Mijn gemak mag mee als ik kleren, make-up of taartjes voor een feestje ga uitzoeken.
Comfort is niet alleenmaar na de douche in je badjas koffie zitten drinken met je voeten op de verwarming. Ik gebruik het woord hier voor alles waar je mee op je gemak bent. Waarmee je in je comfort zone zit, dus. Comfort gaat over situaties waarin je vanzelf ontspant. Over het makkelijke, over het bekende, over het vanzelf gaan, over het niet hoeven proberen, over het zekere, over het vertrouwde. Over je gevoel volgen. Want je gevoel wil comfort.
Een ongewone vorm van comfort kom je bijvoorbeeld tegen in de hele Corona-discussie, die met het verdwijnen van de maatregelen ook zo'n beetje uitgedoofd is. De grote stromingen daarin waren ook door comfort aangedreven. Je had de grote groep mensen die braaf meepraatten met de verhalen van de overheid, ook toen die steeds krommer werden en steeds verder van de realiteit af gingen staan, want de overheid niet geloven is je een boel eigen verantwoordelijkheid op je nek halen.
Maar de antivaccinatie-wappies waren geen haar beter. Niet dat die zich niet een boel op hun nek haalden, maar die vonden dat minder werk dan accepteren dat we in een pandemie zaten, waar er hele vervelende waarheden waren waar we nou eenmaal mee om moesten gaan. Die fantaseren daar liever een samenzwering bij, waardoor het allemaal nep en vals blijkt, en zij er het hoofd aan kunnen bieden door het lekker niet te geloven. Ook dom.
Een samenzweringstheorie gaat meestàl om comfort, om je vooroordelen over hoe de wereld werkt niet op te hoeven geven. Of ook, om je gevoel van veiligheid, je gevoel van eigen macht, je gevoel van rechtvaardigheid of je gevoel van aan de goede kant staan maar niet door lastig besef kapot te laten drukken. Je overtuigt jezelf gewoon over dat je eigenlijk altijd al gelijk had, en dat is dat.
De mensen die niet voor hun comfort kozen, gingen de moeilijke weg op van zelf proberen te ontdekken wat er aan de hand is. Die hadden geen club om aan aan te sluiten, die hadden geen comfortabele denkbeelden om zich in te verstoppen. Die hadden geen zekerheden, terwijl de grote groepen in de diskussie die wel hadden. Die hadden er veel werk aan, en werden door allebei de kanten van de diskussie uitgekotst.
Want er zijn weinig dingen die zo oncomfortabel zijn als worden geconfronteerd met een mening die je niet bevalt. Vooral als die mening ook nog zinnig is, en je die niet zomaar opzij kan schuiven. Want dat is wat we bijna meteen doen met elke mening die ons niet bevalt. Comfortabele ideeën zijn geloofwaardige ideeën en andersom. Dat maakt studeren soms heel moeilijk, als je leert over bizarre dingen die niet in je denkbeelden passen.
Als je je dom voelt, ben je aan het leren. Als je je kwetsbaar voelt, ben je weerbaar aan het worden. Dat zijn van die mooie inzichten uit mijn helpersploegje, en die vatten heel kort een belangrijke waarheid samen. Jezelf verbeteren is niet comfortabel. En zolang je comfortabel bent, maak je jezelf niet beter. Zolang je een studieboek leest en alles valt op zijn plek, ben je weinig nieuws aan het leren. Zodra je het opeens niet meer volgt, en je je boos en dom voelt, dàt is het stukje waar je de rest van de week aan moet besteden. En niet geërgerd over moet slaan.
Het helpt heel erg om mensen om je heen te hebben, die je opstoken om eens iets anders te doen dan wat je comfort je voorkauwt. Mensen kunnen je meeslepen, kunnen je spiegelen, of kunnen je gewoon laten zien waar je mee bezigbent. Vrienden die hun vinger op de zere plek leggen ontwijk je uit comfort vooral een beetje, maar ze zijn supernuttig. De mensen om je heen hebben invloed, en kunnen je uit je comfort helpen.
Of juist erin. Want zoals mensen je kunnen laten zien dat je meer kàn dan langzaam aan je bank vastwortelen, kunnen ze ook het omgekeerde doen. Als je kringetje bepaalde dingen heeft waarmee ze op hun gemak zijn, wordt het voor jou ook moeilijker om dat comfort stuk te maken. Dus trek je ook hun comfort mee. En voor je het weet zit je in dezelfde sleur, en geloof je dezelfde dingen. Helemaal vanzelf, of het nou verstandig is of niet.
Dat is natuurlijk extra lastig als voor je cirkeltje dingen opgaan die voor jou niet werken. Mijn huisgenote studeert heel weinig, en haalt toch onverklaarbaar goede cijfers. Ik ga me vanzelf aanpassen aan haar dagritme, en ik moet echt veel harder werken dan zij voor mijn cijfers, dus dat werkt niet. En dan heb ik het er nog niet over gehad dat je op haar leeftijd de hele dag voor de TV op de bank kan hangen en je volvreten, terwijl je slank blijft. Dat gaat voor mij ècht niet op.
Sommige mensen kunnen daarom ook alleenmaar fitness volhouden als ze met een groepje meejoggen. In hun eentje krijgen ze de motivatie niet voorelkaar. Ik heb het omgekeerde, ik heb met groepjes altijd zoveel extra irritatie van mensen die te snel, te langzaam of te onbetrouwbaar zijn, dat ik het liever in mijn eentje doe. Fitness is zoiets dat zelfs mèt sleur nooit echt comfortabel wordt, dus dan doe ik het liefst efficiënt, dan ben ik er het snelste vanaf.
Maar ook in mijn fitness heb ik comfort en sleur, want ik doe al járen hetzelfde. Ik neem niet de moeite om een nieuwe sport of een nieuwe dansstijl te leren, en sowieso als ik niet meer op mijn gemak ben met het stijgende nivo van de dansklasjes, dan begin ik smoezen te bedenken om niet meer te gaan. Joggen en squashen is het enige dat ik echt blijf doen, en dat is omdat ik er routine in heb. En omdat het de laatste dingen zijn die ik opgeef, want als ik dat óóknog eraangeef, word ik echt tè gezellig.
Want zo is het wel, als je telkens voor je comfort kiest, dan takel je af. Comfort vermoordt vernieuwing, comfort vermoordt vooruitgang, comfort vermoordt zelfs maar blijven waar je bent. Als je lekker op je gemakje bent, ben je alleenmaar bezig met wat je al gedáán hebt. En dat vervalt en bederft, en de rest van je potentie blijft ongebruikt. Om ooknog maar te zwijgen over de opportunity cost van niet verder proberen te pushen.
In een hoop banen is aftakelen niet zo'n punt. Ik hoor van veel mensen dat ze in het begin van hun carrière hard moesten leren en zich moesten opwaarderen, maar nu zijn ze op een punt waar ze te duur zijn om te vervangen, en zolang ze het minimum maar doen zitten ze veilig en worden ze goed betaald. Dus dat doen ze tot hun pensioen. Die takelen rustig af, worden een schim van zichzelf, en hebben alleen nog maar hun comfort. En dat houden ze dus vast. En dus komen ze nooit meer ergens.
Dat geldt nieteens alleen voor de ambtenaar die zijn stempeltjes van goedkeuring op pakken papier zet die hij nieteens heeft gelezen, en daarna de rest van de dag sigaretjes rookt en Netflix kijkt op zijn telefoon. Heel veel mensen met goede opleidingen en indrukwekkende banen vinden in die rat race ooit een stabiele positie, waar ze even uit kunnen puffen omdat ze even veilig zijn. En dan nooit meer uit hun comfort komen.
Ik hoor van die mannen verhalen over hoe ze een comfortabele positie hebben, die niet hun dromen vervult, waar hun potentie nooit waar wordt gemaakt, en waar ze ookwel merken dat hun grote en messcherpe vaardigheden wegrotten. Dat weten ze bijna allemaal heel goed. Maar ze kunnen het niet slikken om weer uit hun comfortabele veilige holletje te klimmen om verder te ontwikkelen, en een beter plekje in de wereld te veroveren. Het zou dom zijn. Want ze zitten toch goed?
Die mannen komen daar niet mee omdat ze ècht denken dat ze goed zitten. Ze meten dat af aan dat ze comfortabel zijn, en we leven in een samenleving die vindt dat je niet moet klagen als je het comfortabel hebt. Maar intussen snappen ze heel goed dat ze zichzelf tekort doen. En snappen ze heel goed dat ze vastgeroest zijn, en door te blijven waar ze zijn zienderogen minder kans maken om ergens anders nog te kunnen komen. Dat voelen ze. En dat doet ergens pijn. Ik denk dat dat later wel een eigen stukje verdient.
Voor hoeren is aftakelen natuurlijk weer iets anders. Als je aftakelt, vooral lichamelijk, komt het niet goed met de klanten. Je hebt dan misschien nog een paar mannen die uit nostalgie bij je blijven komen, en je kan wat klanten voor het lapje houden zodat ze één keertje komen, maar een zaak bouw je niet meer. Dan wordt het armoe troef, en lol heb je er dan ook niet meer in. Dat heb ik teveel gezien om mezelf zó ver te laten zakken.
Een hele belangrijke reden om niet buiten je comfort te gaan, of het zelfs maar even te probéren, is de angst om te mislukken. Ik gebruik liever daarvoor niet het woord "faalangst," want dat is weer een zalvend labeltje om mensen die niet uit hun comfort durven iets officiëel klinkends te geven om voor zichzelf te verklaren waarom ze dat risico niet durven te nemen. Ik kreeg ooit die "diagnose" van een vertrouwenspersoon, en het was véél te makkelijk om me achter dat labeltje te verstoppen.
Mislukken is iets wat we zien als een teken van Boven, dat we het niet hadden moeten proberen. Als iemand iets probeert waarbij hij mislukt, lachen we hem uit als een verwaande kwast die zichzelf overschat heeft. Een mislukking op je CV is een duidelijke streep tégen je, en roept twijfel af over of je wel kan wat je zegt dat je kan. We zien mislukken als iets ergs, als een brandmerk, en als iets wat straf is voor je hoovaardij.
Tenminste, zo denken veel mensen erover. Sommige hele belangrijke mensen weer niet. Een goede vriendin die werkte bij een bedrijf dat investeerde in andere bedrijven, en soms zelfs hele toko's opkocht om te ontwikkelen en weer van de hand te doen, zegt juist dat het een teken is van durf en kracht om wat fiasco's op je doopceel te hebben staan. Wie niet waagt, die niet wint, en als je het op safe speelt krijg je nooit iets groots voorelkaar. Wijsheid komt niet zonder je neus te stoten.
Van mislukken leer je bovendien. Niet alleen met mislukkingen omgaan, maar ook om mislukkingen te herkennen, om jezelf op te pakken van een mislukking, om te zien waar de zwakheden in je projekt en in jezelf lagen, en vooral leer je op de pijnlijke, en dus effektieve, manier waar je blinde vlekken zijn. Door schade en schande leren is een soort leren die je niet makkelijk negeert. Maar ja, het doet wel pijn.
De angst om te mislukken wordt ons aangeleerd door de maatschappij, en door onze opvoeding, als iets wat we moeten koesteren, als iets om heel serieus te nemen, en iets wat een waarschuwing voor het Kwaad is. Angst om te mislukken houdt je klein, en je ziet wel vaker dat de maatschappij blij is met dingen die de mensen klein houden. Blijf maar binnen de hekken van die angst, in je comfortzone, dan is de pijn en de spot niet je straf voor je mislukking. Noem het faalangst, en je bent respektabel.
Ik ben dus een hopeloze huismus. Als ik niet gedwongen was om mijn ontvangstflatje op te geven, deed ik dat tot ik te oud was om te werken. Maar wat gebeurd is, is gebeurd, en de overheid heeft me toch kunnen verneuken. Dus ik ben nu illegaal, en dat is nogal minder comfortabel. Dat heeft invloed op me, en het heeft even geduurd voordat ik ontdekte wat voor invloed het op me had.
Mijn geest is scherper sinds ik uit mijn nestje ben geschopt. Eigen baas zijn heeft ook een element van prat gaan op je eigen gelijk. Als werknemer moet je altijd alert blijven of je niet nutteloos voor je baas wordt, als ondernemer kan je makkelijker op je lauweren rusten, met al je belasting- en andere voordelen. Je bent de boel pas kwijt als je bedrijf kapotgaat, en dat is niet zo'n groot risico.
In de illegaliteit is het risico groter. Je hebt bovendien alleen nog ondernemersvoordeeltjes, als je je inkomsten via een onderneming witwast. Dat heeft zijn voordelen, maar daar ga ik niet teveel opin. Ik moet mezelf niet te opspoorbaar maken, dat kan me heel veel kosten. Aan de zelfkant, waar je niet in het gespreide bedje van een werknemer of het gespreide bedje van een ondernemer ligt, is comfort ver te zoeken. En dat is goed voor me.
Dat merk ik aan hoe kritisch ik ben geworden. Niet alleen in mijn werk, niet alleen in mijn blik op de hoerenwereld, niet alleen in hoe ik naar overheid, pers en klanten kijk, maar zelfs in mijn studie. Ik krijg er pluimen voor, en tegelijk waarschuwingen dat je er wel studievertraging van kan oplopen. Ik merk het wel, ik moet als tandpasta uit mijn tube van comfort worden geperst, maar die opgedrongen vrijheid is wel heel goed voor mijn ontwikkeling.
Ik word ook een betere hoer als ik van mijn comfort afstap. Sinds ik dat heb ontdekt begrijp ik ook waarom W, als ze meisjes selekteert voor de cursussen die ze geeft of voor de betere klanten, altijd begint door te testen of zo'n meid wel buiten haar comfort zone wil gaan. En hoe ver. Ik begrijp ook veel beter haar verhalen over high performers en high potentials die het desondanks nooit gaan halen omdat ze zich inkapselen in hun comfort.
Misschien moet je het wel ook gewoon zien als een spaak in je eigen wielen steken. Ik heb toen ik jonger was heel vaak mijn eigen plannetjes, ideeën en opstekende interesses verprutst door het maar "raar" te vinden. Als iemand iets voorstelde dat buiten mijn comfortzone lag, was dat meestal mijn tegenargument. Ik hoefde geen rare dingen te doen, het enige wat je serieus hoeft te nemen is wat "gewoon" is. En natuurlijk is dat met seks nog overdrevener zo, dan in de rest van je leven.
Een voorbeeld wat ik veel tegenkom als ik kijk waarom mensen zo slecht met hun seksualiteit omgaan, is dat bij seks comfort heel erg als leidraad wordt genomen. Seks mag geen pijn doen, seks moet niet ongemakkelijk zijn, als je je niet gemakkelijk voelt bij hoe het gaat moet er meteen gestopt worden, je moet op je gemak zijn met je partner, want je zal toch eens een keer iets meemaken wat niet een warm bad van comfort is. Comfortabele seks is goede seks, goede seks is comfortabele seks.
Alles moet natuurlijk gaan. Je moet niet je weg hoeven leren, hoeven leren hoe je mannen moet manipuleren, leren waar je grenzen liggen. En vooral niets doen wat je zelf niet zo geil vindt, maar wat je doet om de ander op te geilen. Want voor je het weet is het misbruik, en slechte seks, die heel schadelijk is. Nou ja, daar heb ik in mijn stukje over angst voor seks al flink over geschreven.
Maar seks en comfort hebben een heel moeilijke relatie. Als het je echt om comfort gaat, kom je niet verder dan masturberen. Dan blijft het bij even snel vibreren inplaatsvan een booty call opzetten, want voor je vibrator hoef je je huis niet op te ruimen, je kan gewoon blijven liggen terwijl je je orgasme door dat ding erdoor laat drukken, en je kan ook geen blauwtje lopen. Zolang je genoeg batterijen hebt.
Als je honderd procent op je gemak bent komt sex ook voor mannen niet verder dan masturbatie. Sex is stressvol, rukken niet. Mensen doen niet aan sex uit comfort. Hoogstens gebruiken ze sex om zich gerust te stellen dat hun partner nog in ze geinteresseerd is. Sex komt van drang, sex komt van drift. Maar dat moet je maar net herkennen.
Ik weet niet echt waarom, maar je bent makkelijk blind voor wat je nodighebt. je hebt pik nodig, je hebt zaad nodig, je hebt je kink nodig, maar je bent alleen lamlendig. En omdat je lamlendig bent, denk je dat je uit moet rusten voor je weer peper in je reet krijgt. Op de bank netflix hangen, je e-mail negeren, en snacks wegvreten in plaats van even goed gaan slapen en daarna plannen maken en áánpakken. En dat versterkt zichzelf.
Okee, ik ben hierboven natuurlijk wat kort door de bocht, al sta ik er wel achter. Maar je hebt ook bijvoorbeeld seks die je doet om comfort. Dan gaat het niet om de spanning, de seks zelf, of de motivatie die je hebt omdat je elkaar begeert en bespeelt, maar juist het omgekeerde. Dan ben je op zoek naar bevestiging van je partner, naar dat gevoel dat alles goed is, terwijl je dat ingekakte libido een kruimel toesmijt.
En als dat je seksleven is, of in elk geval je héle seksleven, dan is dat doodzonde! Ja, buiten je comfort gaan is oncomfortabel, maar het is wel iets waar je behoefte aan hebt. Kijk maar in seksverhalen, kijk maar naar erotische films, er worden telkens mensen uit hun comfort getrokken, of er gebeuren dingen ondànks dat comfort. Ergens weten mensen best dat comfort de moord is voor hun seksleven.
Wat ik intussen wel geleerd heb, is dat mensen hùnkeren naar "moeten" met seks. Dat is het makkelijkste te herkennen voor mensen die slaaf of slavin van een ander willen zijn, maar er zijn heel veel manieren waarop dat "moeten" vorm gaat krijgen. Maar dat is een geweldig onderwerp voor een eigen stukje, en dit stukje is al veel te lang, dus hier laat ik het voor nu even bij.
Ik zie het ook veel bij klanten. Als die binnen hun comfort blijven, maken ze nooit een echt avontuur mee, en zijn ze nooit diep bevredigd. En helaas begrijpen ze dat niet, en proberen hun avontuur binnen hun comfortzone te zoeken. Als je heel goed bent, kan je ze uitlokken om buiten die comfortzone te gaan. Als je heel brutaal bent, kan je ze gewoon overstemmen. Als je die dingen goed doet, heb je klanten die wat bijzonders meegemaakt hebben, en je op handen dragen. Maar als het mislukt, sla je een figuur, en ben je je klant kwijt. En ik kan het niet, dus ik durf het niet.
Dus ik heb meer klanten die naar mij komen omdat dat makkelijk is, maar eigenlijk daar niet mee bevredigen wat ze nodighebben. Veel mannen die ik bedien hebben veel meer nodig dan wat ze bij mij kunnen vinden. Veel hebben echt nodig om een paartje te vormen. Veel hebben avontuur nodig. Veel hebben er "moeten" bij nodig. Veel mannen hebben veel nodig wat ze niet beseffen. En blijven toch, de hele tijd, bij hun comfort.
Maar ook ben ik juist de òplossing voor comfortproblemen. Dat zijn dan niet de problemen die uit het comfort van de klant komen, maar juist de problemen die ze hebben omdat hun partner kiest voor haar comfort, en de spanning en inspanning die bij een gezonde seksuele relatie horen, op een zacht pitje heeft gezet. Of het helemaal uit heeft laten doven. De samenleving geeft die partner gelijk, want die doet ook alleenmaar waar ze mee op haar gemak is...
Die mannen nemen dat hun partners niet kwalijk, die gaan het gewoon bij mij zoeken. Die ontwijken ook het konflikt met hun partner, als ze willen dat die wat spanning erin houdt. Of dat in ieder geval niet tegenwerkt. En zo zijn ze allebei meer met hun gemak bezig, en komen ze nergens. Maar ja, daar heb ik dan weer een klant aan, die bij mij komt halen wat hij thuis zou willen hebben. En het erge is, ze doen elkaar daar allebei geen plezier mee, door elkaars comfort te respekteren.
Aan de andere kant heb ik ook mannen die bij mij hun uitdaging komen halen. Die bij mij komen om eens buiten hun comfortzone te worden gebracht. Dat zijn hele leuke klanten, en daar heb ik veel respekt voor. Die zijn alleen zeldzaam, want niet veel mensen hebben daarvoor genoeg initiatief. Ik doe dan graag mee, en zo'n man kan goed bij me terecht. Het is alleen de mannen die het wel nodighebben, maar niet zoeken, waar ik tekortschiet.
Dus mijn meeste klanten zitten in hun comfortzone. Die gaan daar ook nooit uitkomen. Ik heb intussen wel door waar ik moet zoeken wat ze nodighebben, maar ik zal ze daar nooit heenkrijgen. Ik sta klaar als ze het wel willen, maar intussen blijf ik in hun comfort. Misschien leer ik op een dag goed genoeg verleiden om het wel te kunnen, maar nu ben ik daar nog lang niet. En intussen geef ik ze danmaar de illusie dat ze toch wat meegemaakt hebben.
Comfort lijkt van dichtbij heel waardevol, en als iets waar je hele leven in zou moeten baden. Comfort vertelt je dat je goed zit, en comfort beloont je voor blijven waar je bent. Maar als je terugkijkt, geeft comfort je helemaal geen geluk en tevredenheid. Terugkijken op een periode waarin je je door comfort liet leiden, is terugkijken naar een stilstaande tijd in je leven. Daar kijk je niet met tevredenheid naar terug.
Waar je op de lange termijn blij mee bent, is de tijd in je leven dat je vooruitging. Dat je buiten je comfort ging, en dat je je ambities nastreefde. Eigenlijk meer, dat je verder je potentie ging vervullen. Er is niets mooiers dan je potentie te bereiken, en elke stap daarheen waardeer je later aan jezelf. En andersom is niets zo'n deprimerend gevoel dat je vastzit, en nergens heengaat met jezelf.
Jezelf ontwikkelen is het bevredigendste wat je kan doen. Dat is waarom superslimme mensen daar altijd mee bezigzijn. Het is opbouwen, het is jezelf groter en verstandiger maken, het is ontdekken en telkens nieuwe horizons ontdekken, het is een ontdekkingsreis. Je kan het ook zien in heel veel computergames, daar ligt heel veel van de voldoening die de spelers eruithalen ook in het ontwikkelen en sterker maken van hun personage.
Helaas is het eerste wat je doet als je merkt dat je vastzit, of eigenlijk dat je vastgezeten hèbt, om te vluchten in comfort, om jezelf maar te troosten. De muren rond je comfortzone, die er altijd al uitzien alsof ze niet de moeite waard zijn om te beklimmen, zien er dan helemáál onbeklimbaar uit. En dan zit je alweer in een eindeloze spiraal. Naar beneden.
Maar je komt er wel uit. Bijna iedereen heeft wel periodes waarin ze toch buiten hun comfortzone gaan, ook als ze het niet bewust doen. Dat kan komen doordat je vrienden of familie verwachtingen bij je hebben, en je buiten je comfortzone dwingen. Of doordat problemen je buiten je comfortzone dwingen. Of veel positiever, doordat je lijf je uit je comfortzone dwingt met een verliefdheid.
We leven verhalen. Mensen denken in verhalen, we zien ons leven als een verhaal, mensen zijn verzot op verhalen. En je kan een mooi verhaal van je leven maken, door je te ontwikkelen, en door een arc door te maken. En verhalen gaan over veranderingen, over konflikten, over vooruitgang en het uitvechten van je problemen. Niet over lekker elke avond gezapig voor de TV hangen terwijl je langzaam dikker wordt.
Klanten zijn verzot op verhalen, vooral arcs waar ze zijdelings wat mee temaken hebben. Die verhalen zijn meestal illusies, maar sinds ik daarover geleerd heb, zie ik hoe goed het werkt. En door te doen alsof er allemaal verhalen in mijn leven zijn, krijg ik er ook beweging in. Fake it till you make it zeggen mensen wel, en ze hebben gelijk. Al was het maar doordat het kontrast tussen spannende, dynamische Zondares uit de arcs en stagnerende Zondares op de bank zo groot is. Ik weet voor welke van de twee ik respekt heb.
In een goed verhaal gebéúren er niet alleen dingen, maar je ondernéémt dingen. Verhalen waarin de hoofdpersoon alles maar overkomt, zijn niet zo spannend als verhalen waarin de hoofdpersoon allemaal moeilijke beslissingen neemt. Een goed verhaal gaat nooit over iemand die in zijn comfort blijft hangen. En als je wil dat je in een goed verhaal leeft, moet je daar wel aan geloven.
Maarja, in een leugen blijven leven is wel comfortabeler. Jezelf ervan overtuigen dat je niet anders dan je comfort kàn, of in ieder geval het de logische keuze is vanwege alle smoezen die je jezelf vertelt, is héél makkelijk. Je meet immers bijna vanzelf al aan je comfort af wat er goed en verstandig is. Dus je comfort fluistert je de smoes in, en je comfort vertelt je dat het een goede reden is.
Maar comfort is wel het láátste waar je in je planning van je leven naar moet kijken. Je moet het kwijt, dat je het als doorslaggevend ziet. En dat is lastig als het overal om je heen als zo belangrijk wordt behandeld. Je gevoel volgen is volgen waar je comfortabel mee bent. Je verstand vertelt je vaak dingen waar je moedeloos van wordt. Maar je verstand heeft wel gelijk.
Niemand is een echt comfortbeestje. En dat zeg ìk, en je vindt geen grotere huismus, geen overtuigdere hanger op de sofa, geen mens die liever alles geregeld heeft en rustig zijn gangetje laat gaan. Ik ben een comfortverslaafde, ik ben supergevoelig voor comfort. En zelfs ìk ben beter af als ik me niet teveel door comfort laat leiden. Zelfs ìk leef op als ik buiten mijn comfort ben.
Ik ben gek op gewoonte en gemak. Het is heel belangrijk voor me. Ze hebben ook veel nut. Maar ze maken me wel blind, en ze houden me weg van flexibiliteit, verbetering en zelfkritiek. Ik heb nu een tijdje gekeken naar hoe ik belangrijke beslissingen neem, en ik moet telkens opnieuw beginnen met die beslissingen, want ik zie mezelf telkens in slaap gesust worden door mijn gemak, en telkens domme beslissingen maken op mijn gevoel.
Betekent dit allemaal dat je dan nooit meer comfortabel mag zijn, en dat je verkeerd bent als je op je gemak bent? Tuurlijk niet. Gemak is fijn, en zonder comfort is het leven echt niet meer de moeite waard. Maar je moet er net zo mee omgaan als alle andere drugs, je moet oppassen. En je moet het nooit je beslissingen voor je laten nemen. Op je gemak met iets zijn betekent niet dat het goed voor je is, of dat het verstandig is, of dat het waardevol is. Maar het betekent ook niet het omgekeerde.
Gemak is fijn, en het is op zich, dus om en in zichzelf, waardevol. En het heeft zeker een belangrijke plek in je leven. Het is alleen een stille verleider die je wil veranderen in een genoegzame pad die op haar rottende plompenblad blijft zitten omdat het teveel moeite is om naar het volgende blad te springen. Gebruik je gevoel van waar je op je gemak mee bent om te beslissen wat je gaat doen voor je comfort, niet om er andere dingen mee te beslissen. En herken het als je gemakzucht stiekem je beslissingen beïnvloedt.
Ik ben danook bestwel goed in het máken van zo'n sleur. Ik hou ervan om mijn dagelijkse routine helemaal te verzorgen, te organiseren, mijn nest te maken, en alles geregeld te hebben zodat ik elke dag een soepele en werkbare routine heb. Ik draai mijn dag, ik doe de dingen die ik vertrouwd vind en waarmee ik op mijn gemak ben, en aan het eind ben ik weer een beetje rijker en lekker tevreden. Zalig vind ik dat, dat is echt mijn ding.
Maar het is niet goed voor me. Vooral niet als ik mijn zin krijg, en er verder helemaal niets meer gebeurt. Ik merk dat de beste dingen in mijn leven zijn gekomen door dingen buiten mijn routine. De meeste daarvan zijn gekomen doordat andere mensen me meesleepten op vakantie, of naar feestjes, of dingen voor mijn werk min of meer verplicht maakten, of doordat ik door bazen of opleidingen gepusht werd.
Ik kon terwijl ik uit mijn sleur gehaald werd prima zien dat ik bezigwas om mezelf te verbeteren, en dat ik uit cirkeltjes kwam waar ik in rondging. Het was niet dat achteraf pas me dat lichtje opging dat dit heel goed voor me was geweest. Soms kon ik het zelfs vantevoren al wel zien. Vaak had ik het al heel lang gezien, maar had ik er tegenop gekeken en was ik gewoon doorgegaan met mijn routine.
Tijdens zo'n ontsnapping aan mijn sleur merkte ik meteen dat het iets goeds met me deed. En ik had er bijna altijd een hekel aan, en wou zo snel mogelijk terug mijn sleur in. Vaak ging dat wel over als ik eenmaal meegesleept werd door wat ik meemaakte, maar de aantrekking van mijn sleur ging nooit over. En altijd, nadat ik buiten mijn routine was geweest, sprong ik meteen weer terug in dat warme bad van sleur. Zelfs als ik die sleur later met lange tanden toch voor altijd achterliet.
Als ik dat bij mezelf naga, kan ik het heel makkelijk zien. En als ik het nu meemaak, zie ik het terwijl het gebeurt. Ik werd er vooral mee gekonfronteerd toen ik mijn dagboek ging bestuderen, en sindsdien kan ik het niet meer níét zien. Het is iets wat me niet bevalt aan mezelf, iets waarvan ik kan zie dat het me kleinhoudt, en daarom was het iets dat ik vond dat ik moest begrijpen. Om er wat aan te doen!
Want als ik ernaar kijk, dan is het allemaal helemaal niet zo begrijpelijk en natuurlijk als hoe het voelt wanneer het gebeurt. Ik laat kansen aan mijn neus voorbij gaan, en ik zet mijn leven op een sudderpitje, als ik zo'n sleur afloop. Ik leef het beste en het mooiste als ik uit mijn sleur kom, en die sleur maakt me saai. Waarom ben ik er dan zo tuk op om zo'n sleur de hele tijd te laten bestaan?
Dus ik ben op mezelf gaan letten. En ook, eigenlijk per ongeluk, op andere mensen. En dan ga je het overal zien. Overal, en bij iedereen. Want ik ben niet de enige, en ik ben nieteens heel èrg met die sleurzoekerij. Heel veel mensen doen het, en het zit zoveel door het dagelijkse leven heen, dat het gewoon raar is als je het niet hebt. Het is misschien iets menselijks, of misschien iets cultureels, maar je ziet het overal.
Wat me wel verbaasde, was hoevaak het zelfs áángemoedigd wordt. Er zijn bestwel veel adviseurs, gidsen, dokters, zelfs werkgevers, die je vertellen dat je moet doen waar je je op je gemak mee voelt. Dat ze je niet iets willen laten doen waar je niet comfortabel mee bent. Eigenlijk zeggen heel veel mensen en instanties tegen je, dat je comfort is waaraan je moet afmeten of je goed bezigbent.
Er wordt weleens gebromd over dat de generatie van nu te slap en te beschermd is opgevoed, maar ook toen ik een klein meisje was hoorde je al uit alle monden dat je vooral comfortabel moest zijn, en je veilig moest voelen, met alle dingen waar je mee bezigwas. En zelfs, dat als je je niet veilig voelde, dat je dan wist dat er iets verkeerd zat. en dat er dan vooral gestopt, veranderd, gemeld of gewàcht moest worden.
Ga nou na, hoevaak je ergens "klaar voor" moet zijn volgens de boekjes en het advies. En hoevaak je zelf afwacht tot iets minder oncomfortabel voelt, tot je beslist dat het moment daar is, door af te gaan op je gevoel van comfort. En ga dan ook meteen even na, hoevaak oncomfortabele dingen echt comfortabeler worden door er een poos tegenaan te gaan zitten hikken. Dat gebeurt zo weinig dat je er maar beter niet op kan wachten.
Ja, goed, de jeugd van nu krijgt zoveel labeltjes om zich achter te verstoppen dat je het ze zowat tégen maakt om oncomfortabel te zijn met wat ze mankeert, en het helpt ook niet dat je mensen leert dat dingen als anxiety diep gerespekteerd moeten worden, en je daar ruimte voor moet maken. Door mensen die ruimte te geven, doe je ze ècht geen plezier op de lange termijn.
Heel veel van mijn allerslechtste keuzes heb ik gemaakt uit comfort. Ik koos voor wat me comfortabel leek, en ik dacht daar vooràl nietteveel bij na. En als ik bij de mensen om me heen navraag, hoor ik heel veel hetzelfde. Ook als ze het een rare manier van denken vinden. Eigenlijk werkt mijn gemak volgen alleen soms goed als ik dingen uitzoek die ik wil consumeren. Mijn gemak mag mee als ik kleren, make-up of taartjes voor een feestje ga uitzoeken.
Comfort is niet alleenmaar na de douche in je badjas koffie zitten drinken met je voeten op de verwarming. Ik gebruik het woord hier voor alles waar je mee op je gemak bent. Waarmee je in je comfort zone zit, dus. Comfort gaat over situaties waarin je vanzelf ontspant. Over het makkelijke, over het bekende, over het vanzelf gaan, over het niet hoeven proberen, over het zekere, over het vertrouwde. Over je gevoel volgen. Want je gevoel wil comfort.
Een ongewone vorm van comfort kom je bijvoorbeeld tegen in de hele Corona-discussie, die met het verdwijnen van de maatregelen ook zo'n beetje uitgedoofd is. De grote stromingen daarin waren ook door comfort aangedreven. Je had de grote groep mensen die braaf meepraatten met de verhalen van de overheid, ook toen die steeds krommer werden en steeds verder van de realiteit af gingen staan, want de overheid niet geloven is je een boel eigen verantwoordelijkheid op je nek halen.
Maar de antivaccinatie-wappies waren geen haar beter. Niet dat die zich niet een boel op hun nek haalden, maar die vonden dat minder werk dan accepteren dat we in een pandemie zaten, waar er hele vervelende waarheden waren waar we nou eenmaal mee om moesten gaan. Die fantaseren daar liever een samenzwering bij, waardoor het allemaal nep en vals blijkt, en zij er het hoofd aan kunnen bieden door het lekker niet te geloven. Ook dom.
Een samenzweringstheorie gaat meestàl om comfort, om je vooroordelen over hoe de wereld werkt niet op te hoeven geven. Of ook, om je gevoel van veiligheid, je gevoel van eigen macht, je gevoel van rechtvaardigheid of je gevoel van aan de goede kant staan maar niet door lastig besef kapot te laten drukken. Je overtuigt jezelf gewoon over dat je eigenlijk altijd al gelijk had, en dat is dat.
De mensen die niet voor hun comfort kozen, gingen de moeilijke weg op van zelf proberen te ontdekken wat er aan de hand is. Die hadden geen club om aan aan te sluiten, die hadden geen comfortabele denkbeelden om zich in te verstoppen. Die hadden geen zekerheden, terwijl de grote groepen in de diskussie die wel hadden. Die hadden er veel werk aan, en werden door allebei de kanten van de diskussie uitgekotst.
Want er zijn weinig dingen die zo oncomfortabel zijn als worden geconfronteerd met een mening die je niet bevalt. Vooral als die mening ook nog zinnig is, en je die niet zomaar opzij kan schuiven. Want dat is wat we bijna meteen doen met elke mening die ons niet bevalt. Comfortabele ideeën zijn geloofwaardige ideeën en andersom. Dat maakt studeren soms heel moeilijk, als je leert over bizarre dingen die niet in je denkbeelden passen.
Als je je dom voelt, ben je aan het leren. Als je je kwetsbaar voelt, ben je weerbaar aan het worden. Dat zijn van die mooie inzichten uit mijn helpersploegje, en die vatten heel kort een belangrijke waarheid samen. Jezelf verbeteren is niet comfortabel. En zolang je comfortabel bent, maak je jezelf niet beter. Zolang je een studieboek leest en alles valt op zijn plek, ben je weinig nieuws aan het leren. Zodra je het opeens niet meer volgt, en je je boos en dom voelt, dàt is het stukje waar je de rest van de week aan moet besteden. En niet geërgerd over moet slaan.
Het helpt heel erg om mensen om je heen te hebben, die je opstoken om eens iets anders te doen dan wat je comfort je voorkauwt. Mensen kunnen je meeslepen, kunnen je spiegelen, of kunnen je gewoon laten zien waar je mee bezigbent. Vrienden die hun vinger op de zere plek leggen ontwijk je uit comfort vooral een beetje, maar ze zijn supernuttig. De mensen om je heen hebben invloed, en kunnen je uit je comfort helpen.
Of juist erin. Want zoals mensen je kunnen laten zien dat je meer kàn dan langzaam aan je bank vastwortelen, kunnen ze ook het omgekeerde doen. Als je kringetje bepaalde dingen heeft waarmee ze op hun gemak zijn, wordt het voor jou ook moeilijker om dat comfort stuk te maken. Dus trek je ook hun comfort mee. En voor je het weet zit je in dezelfde sleur, en geloof je dezelfde dingen. Helemaal vanzelf, of het nou verstandig is of niet.
Dat is natuurlijk extra lastig als voor je cirkeltje dingen opgaan die voor jou niet werken. Mijn huisgenote studeert heel weinig, en haalt toch onverklaarbaar goede cijfers. Ik ga me vanzelf aanpassen aan haar dagritme, en ik moet echt veel harder werken dan zij voor mijn cijfers, dus dat werkt niet. En dan heb ik het er nog niet over gehad dat je op haar leeftijd de hele dag voor de TV op de bank kan hangen en je volvreten, terwijl je slank blijft. Dat gaat voor mij ècht niet op.
Sommige mensen kunnen daarom ook alleenmaar fitness volhouden als ze met een groepje meejoggen. In hun eentje krijgen ze de motivatie niet voorelkaar. Ik heb het omgekeerde, ik heb met groepjes altijd zoveel extra irritatie van mensen die te snel, te langzaam of te onbetrouwbaar zijn, dat ik het liever in mijn eentje doe. Fitness is zoiets dat zelfs mèt sleur nooit echt comfortabel wordt, dus dan doe ik het liefst efficiënt, dan ben ik er het snelste vanaf.
Maar ook in mijn fitness heb ik comfort en sleur, want ik doe al járen hetzelfde. Ik neem niet de moeite om een nieuwe sport of een nieuwe dansstijl te leren, en sowieso als ik niet meer op mijn gemak ben met het stijgende nivo van de dansklasjes, dan begin ik smoezen te bedenken om niet meer te gaan. Joggen en squashen is het enige dat ik echt blijf doen, en dat is omdat ik er routine in heb. En omdat het de laatste dingen zijn die ik opgeef, want als ik dat óóknog eraangeef, word ik echt tè gezellig.
Want zo is het wel, als je telkens voor je comfort kiest, dan takel je af. Comfort vermoordt vernieuwing, comfort vermoordt vooruitgang, comfort vermoordt zelfs maar blijven waar je bent. Als je lekker op je gemakje bent, ben je alleenmaar bezig met wat je al gedáán hebt. En dat vervalt en bederft, en de rest van je potentie blijft ongebruikt. Om ooknog maar te zwijgen over de opportunity cost van niet verder proberen te pushen.
In een hoop banen is aftakelen niet zo'n punt. Ik hoor van veel mensen dat ze in het begin van hun carrière hard moesten leren en zich moesten opwaarderen, maar nu zijn ze op een punt waar ze te duur zijn om te vervangen, en zolang ze het minimum maar doen zitten ze veilig en worden ze goed betaald. Dus dat doen ze tot hun pensioen. Die takelen rustig af, worden een schim van zichzelf, en hebben alleen nog maar hun comfort. En dat houden ze dus vast. En dus komen ze nooit meer ergens.
Dat geldt nieteens alleen voor de ambtenaar die zijn stempeltjes van goedkeuring op pakken papier zet die hij nieteens heeft gelezen, en daarna de rest van de dag sigaretjes rookt en Netflix kijkt op zijn telefoon. Heel veel mensen met goede opleidingen en indrukwekkende banen vinden in die rat race ooit een stabiele positie, waar ze even uit kunnen puffen omdat ze even veilig zijn. En dan nooit meer uit hun comfort komen.
Ik hoor van die mannen verhalen over hoe ze een comfortabele positie hebben, die niet hun dromen vervult, waar hun potentie nooit waar wordt gemaakt, en waar ze ookwel merken dat hun grote en messcherpe vaardigheden wegrotten. Dat weten ze bijna allemaal heel goed. Maar ze kunnen het niet slikken om weer uit hun comfortabele veilige holletje te klimmen om verder te ontwikkelen, en een beter plekje in de wereld te veroveren. Het zou dom zijn. Want ze zitten toch goed?
Die mannen komen daar niet mee omdat ze ècht denken dat ze goed zitten. Ze meten dat af aan dat ze comfortabel zijn, en we leven in een samenleving die vindt dat je niet moet klagen als je het comfortabel hebt. Maar intussen snappen ze heel goed dat ze zichzelf tekort doen. En snappen ze heel goed dat ze vastgeroest zijn, en door te blijven waar ze zijn zienderogen minder kans maken om ergens anders nog te kunnen komen. Dat voelen ze. En dat doet ergens pijn. Ik denk dat dat later wel een eigen stukje verdient.
Voor hoeren is aftakelen natuurlijk weer iets anders. Als je aftakelt, vooral lichamelijk, komt het niet goed met de klanten. Je hebt dan misschien nog een paar mannen die uit nostalgie bij je blijven komen, en je kan wat klanten voor het lapje houden zodat ze één keertje komen, maar een zaak bouw je niet meer. Dan wordt het armoe troef, en lol heb je er dan ook niet meer in. Dat heb ik teveel gezien om mezelf zó ver te laten zakken.
Een hele belangrijke reden om niet buiten je comfort te gaan, of het zelfs maar even te probéren, is de angst om te mislukken. Ik gebruik liever daarvoor niet het woord "faalangst," want dat is weer een zalvend labeltje om mensen die niet uit hun comfort durven iets officiëel klinkends te geven om voor zichzelf te verklaren waarom ze dat risico niet durven te nemen. Ik kreeg ooit die "diagnose" van een vertrouwenspersoon, en het was véél te makkelijk om me achter dat labeltje te verstoppen.
Mislukken is iets wat we zien als een teken van Boven, dat we het niet hadden moeten proberen. Als iemand iets probeert waarbij hij mislukt, lachen we hem uit als een verwaande kwast die zichzelf overschat heeft. Een mislukking op je CV is een duidelijke streep tégen je, en roept twijfel af over of je wel kan wat je zegt dat je kan. We zien mislukken als iets ergs, als een brandmerk, en als iets wat straf is voor je hoovaardij.
Tenminste, zo denken veel mensen erover. Sommige hele belangrijke mensen weer niet. Een goede vriendin die werkte bij een bedrijf dat investeerde in andere bedrijven, en soms zelfs hele toko's opkocht om te ontwikkelen en weer van de hand te doen, zegt juist dat het een teken is van durf en kracht om wat fiasco's op je doopceel te hebben staan. Wie niet waagt, die niet wint, en als je het op safe speelt krijg je nooit iets groots voorelkaar. Wijsheid komt niet zonder je neus te stoten.
Van mislukken leer je bovendien. Niet alleen met mislukkingen omgaan, maar ook om mislukkingen te herkennen, om jezelf op te pakken van een mislukking, om te zien waar de zwakheden in je projekt en in jezelf lagen, en vooral leer je op de pijnlijke, en dus effektieve, manier waar je blinde vlekken zijn. Door schade en schande leren is een soort leren die je niet makkelijk negeert. Maar ja, het doet wel pijn.
De angst om te mislukken wordt ons aangeleerd door de maatschappij, en door onze opvoeding, als iets wat we moeten koesteren, als iets om heel serieus te nemen, en iets wat een waarschuwing voor het Kwaad is. Angst om te mislukken houdt je klein, en je ziet wel vaker dat de maatschappij blij is met dingen die de mensen klein houden. Blijf maar binnen de hekken van die angst, in je comfortzone, dan is de pijn en de spot niet je straf voor je mislukking. Noem het faalangst, en je bent respektabel.
Ik ben dus een hopeloze huismus. Als ik niet gedwongen was om mijn ontvangstflatje op te geven, deed ik dat tot ik te oud was om te werken. Maar wat gebeurd is, is gebeurd, en de overheid heeft me toch kunnen verneuken. Dus ik ben nu illegaal, en dat is nogal minder comfortabel. Dat heeft invloed op me, en het heeft even geduurd voordat ik ontdekte wat voor invloed het op me had.
Mijn geest is scherper sinds ik uit mijn nestje ben geschopt. Eigen baas zijn heeft ook een element van prat gaan op je eigen gelijk. Als werknemer moet je altijd alert blijven of je niet nutteloos voor je baas wordt, als ondernemer kan je makkelijker op je lauweren rusten, met al je belasting- en andere voordelen. Je bent de boel pas kwijt als je bedrijf kapotgaat, en dat is niet zo'n groot risico.
In de illegaliteit is het risico groter. Je hebt bovendien alleen nog ondernemersvoordeeltjes, als je je inkomsten via een onderneming witwast. Dat heeft zijn voordelen, maar daar ga ik niet teveel opin. Ik moet mezelf niet te opspoorbaar maken, dat kan me heel veel kosten. Aan de zelfkant, waar je niet in het gespreide bedje van een werknemer of het gespreide bedje van een ondernemer ligt, is comfort ver te zoeken. En dat is goed voor me.
Dat merk ik aan hoe kritisch ik ben geworden. Niet alleen in mijn werk, niet alleen in mijn blik op de hoerenwereld, niet alleen in hoe ik naar overheid, pers en klanten kijk, maar zelfs in mijn studie. Ik krijg er pluimen voor, en tegelijk waarschuwingen dat je er wel studievertraging van kan oplopen. Ik merk het wel, ik moet als tandpasta uit mijn tube van comfort worden geperst, maar die opgedrongen vrijheid is wel heel goed voor mijn ontwikkeling.
Ik word ook een betere hoer als ik van mijn comfort afstap. Sinds ik dat heb ontdekt begrijp ik ook waarom W, als ze meisjes selekteert voor de cursussen die ze geeft of voor de betere klanten, altijd begint door te testen of zo'n meid wel buiten haar comfort zone wil gaan. En hoe ver. Ik begrijp ook veel beter haar verhalen over high performers en high potentials die het desondanks nooit gaan halen omdat ze zich inkapselen in hun comfort.
Misschien moet je het wel ook gewoon zien als een spaak in je eigen wielen steken. Ik heb toen ik jonger was heel vaak mijn eigen plannetjes, ideeën en opstekende interesses verprutst door het maar "raar" te vinden. Als iemand iets voorstelde dat buiten mijn comfortzone lag, was dat meestal mijn tegenargument. Ik hoefde geen rare dingen te doen, het enige wat je serieus hoeft te nemen is wat "gewoon" is. En natuurlijk is dat met seks nog overdrevener zo, dan in de rest van je leven.
Een voorbeeld wat ik veel tegenkom als ik kijk waarom mensen zo slecht met hun seksualiteit omgaan, is dat bij seks comfort heel erg als leidraad wordt genomen. Seks mag geen pijn doen, seks moet niet ongemakkelijk zijn, als je je niet gemakkelijk voelt bij hoe het gaat moet er meteen gestopt worden, je moet op je gemak zijn met je partner, want je zal toch eens een keer iets meemaken wat niet een warm bad van comfort is. Comfortabele seks is goede seks, goede seks is comfortabele seks.
Alles moet natuurlijk gaan. Je moet niet je weg hoeven leren, hoeven leren hoe je mannen moet manipuleren, leren waar je grenzen liggen. En vooral niets doen wat je zelf niet zo geil vindt, maar wat je doet om de ander op te geilen. Want voor je het weet is het misbruik, en slechte seks, die heel schadelijk is. Nou ja, daar heb ik in mijn stukje over angst voor seks al flink over geschreven.
Maar seks en comfort hebben een heel moeilijke relatie. Als het je echt om comfort gaat, kom je niet verder dan masturberen. Dan blijft het bij even snel vibreren inplaatsvan een booty call opzetten, want voor je vibrator hoef je je huis niet op te ruimen, je kan gewoon blijven liggen terwijl je je orgasme door dat ding erdoor laat drukken, en je kan ook geen blauwtje lopen. Zolang je genoeg batterijen hebt.
Als je honderd procent op je gemak bent komt sex ook voor mannen niet verder dan masturbatie. Sex is stressvol, rukken niet. Mensen doen niet aan sex uit comfort. Hoogstens gebruiken ze sex om zich gerust te stellen dat hun partner nog in ze geinteresseerd is. Sex komt van drang, sex komt van drift. Maar dat moet je maar net herkennen.
Ik weet niet echt waarom, maar je bent makkelijk blind voor wat je nodighebt. je hebt pik nodig, je hebt zaad nodig, je hebt je kink nodig, maar je bent alleen lamlendig. En omdat je lamlendig bent, denk je dat je uit moet rusten voor je weer peper in je reet krijgt. Op de bank netflix hangen, je e-mail negeren, en snacks wegvreten in plaats van even goed gaan slapen en daarna plannen maken en áánpakken. En dat versterkt zichzelf.
Okee, ik ben hierboven natuurlijk wat kort door de bocht, al sta ik er wel achter. Maar je hebt ook bijvoorbeeld seks die je doet om comfort. Dan gaat het niet om de spanning, de seks zelf, of de motivatie die je hebt omdat je elkaar begeert en bespeelt, maar juist het omgekeerde. Dan ben je op zoek naar bevestiging van je partner, naar dat gevoel dat alles goed is, terwijl je dat ingekakte libido een kruimel toesmijt.
En als dat je seksleven is, of in elk geval je héle seksleven, dan is dat doodzonde! Ja, buiten je comfort gaan is oncomfortabel, maar het is wel iets waar je behoefte aan hebt. Kijk maar in seksverhalen, kijk maar naar erotische films, er worden telkens mensen uit hun comfort getrokken, of er gebeuren dingen ondànks dat comfort. Ergens weten mensen best dat comfort de moord is voor hun seksleven.
Wat ik intussen wel geleerd heb, is dat mensen hùnkeren naar "moeten" met seks. Dat is het makkelijkste te herkennen voor mensen die slaaf of slavin van een ander willen zijn, maar er zijn heel veel manieren waarop dat "moeten" vorm gaat krijgen. Maar dat is een geweldig onderwerp voor een eigen stukje, en dit stukje is al veel te lang, dus hier laat ik het voor nu even bij.
Ik zie het ook veel bij klanten. Als die binnen hun comfort blijven, maken ze nooit een echt avontuur mee, en zijn ze nooit diep bevredigd. En helaas begrijpen ze dat niet, en proberen hun avontuur binnen hun comfortzone te zoeken. Als je heel goed bent, kan je ze uitlokken om buiten die comfortzone te gaan. Als je heel brutaal bent, kan je ze gewoon overstemmen. Als je die dingen goed doet, heb je klanten die wat bijzonders meegemaakt hebben, en je op handen dragen. Maar als het mislukt, sla je een figuur, en ben je je klant kwijt. En ik kan het niet, dus ik durf het niet.
Dus ik heb meer klanten die naar mij komen omdat dat makkelijk is, maar eigenlijk daar niet mee bevredigen wat ze nodighebben. Veel mannen die ik bedien hebben veel meer nodig dan wat ze bij mij kunnen vinden. Veel hebben echt nodig om een paartje te vormen. Veel hebben avontuur nodig. Veel hebben er "moeten" bij nodig. Veel mannen hebben veel nodig wat ze niet beseffen. En blijven toch, de hele tijd, bij hun comfort.
Maar ook ben ik juist de òplossing voor comfortproblemen. Dat zijn dan niet de problemen die uit het comfort van de klant komen, maar juist de problemen die ze hebben omdat hun partner kiest voor haar comfort, en de spanning en inspanning die bij een gezonde seksuele relatie horen, op een zacht pitje heeft gezet. Of het helemaal uit heeft laten doven. De samenleving geeft die partner gelijk, want die doet ook alleenmaar waar ze mee op haar gemak is...
Die mannen nemen dat hun partners niet kwalijk, die gaan het gewoon bij mij zoeken. Die ontwijken ook het konflikt met hun partner, als ze willen dat die wat spanning erin houdt. Of dat in ieder geval niet tegenwerkt. En zo zijn ze allebei meer met hun gemak bezig, en komen ze nergens. Maar ja, daar heb ik dan weer een klant aan, die bij mij komt halen wat hij thuis zou willen hebben. En het erge is, ze doen elkaar daar allebei geen plezier mee, door elkaars comfort te respekteren.
Aan de andere kant heb ik ook mannen die bij mij hun uitdaging komen halen. Die bij mij komen om eens buiten hun comfortzone te worden gebracht. Dat zijn hele leuke klanten, en daar heb ik veel respekt voor. Die zijn alleen zeldzaam, want niet veel mensen hebben daarvoor genoeg initiatief. Ik doe dan graag mee, en zo'n man kan goed bij me terecht. Het is alleen de mannen die het wel nodighebben, maar niet zoeken, waar ik tekortschiet.
Dus mijn meeste klanten zitten in hun comfortzone. Die gaan daar ook nooit uitkomen. Ik heb intussen wel door waar ik moet zoeken wat ze nodighebben, maar ik zal ze daar nooit heenkrijgen. Ik sta klaar als ze het wel willen, maar intussen blijf ik in hun comfort. Misschien leer ik op een dag goed genoeg verleiden om het wel te kunnen, maar nu ben ik daar nog lang niet. En intussen geef ik ze danmaar de illusie dat ze toch wat meegemaakt hebben.
Comfort lijkt van dichtbij heel waardevol, en als iets waar je hele leven in zou moeten baden. Comfort vertelt je dat je goed zit, en comfort beloont je voor blijven waar je bent. Maar als je terugkijkt, geeft comfort je helemaal geen geluk en tevredenheid. Terugkijken op een periode waarin je je door comfort liet leiden, is terugkijken naar een stilstaande tijd in je leven. Daar kijk je niet met tevredenheid naar terug.
Waar je op de lange termijn blij mee bent, is de tijd in je leven dat je vooruitging. Dat je buiten je comfort ging, en dat je je ambities nastreefde. Eigenlijk meer, dat je verder je potentie ging vervullen. Er is niets mooiers dan je potentie te bereiken, en elke stap daarheen waardeer je later aan jezelf. En andersom is niets zo'n deprimerend gevoel dat je vastzit, en nergens heengaat met jezelf.
Jezelf ontwikkelen is het bevredigendste wat je kan doen. Dat is waarom superslimme mensen daar altijd mee bezigzijn. Het is opbouwen, het is jezelf groter en verstandiger maken, het is ontdekken en telkens nieuwe horizons ontdekken, het is een ontdekkingsreis. Je kan het ook zien in heel veel computergames, daar ligt heel veel van de voldoening die de spelers eruithalen ook in het ontwikkelen en sterker maken van hun personage.
Helaas is het eerste wat je doet als je merkt dat je vastzit, of eigenlijk dat je vastgezeten hèbt, om te vluchten in comfort, om jezelf maar te troosten. De muren rond je comfortzone, die er altijd al uitzien alsof ze niet de moeite waard zijn om te beklimmen, zien er dan helemáál onbeklimbaar uit. En dan zit je alweer in een eindeloze spiraal. Naar beneden.
Maar je komt er wel uit. Bijna iedereen heeft wel periodes waarin ze toch buiten hun comfortzone gaan, ook als ze het niet bewust doen. Dat kan komen doordat je vrienden of familie verwachtingen bij je hebben, en je buiten je comfortzone dwingen. Of doordat problemen je buiten je comfortzone dwingen. Of veel positiever, doordat je lijf je uit je comfortzone dwingt met een verliefdheid.
We leven verhalen. Mensen denken in verhalen, we zien ons leven als een verhaal, mensen zijn verzot op verhalen. En je kan een mooi verhaal van je leven maken, door je te ontwikkelen, en door een arc door te maken. En verhalen gaan over veranderingen, over konflikten, over vooruitgang en het uitvechten van je problemen. Niet over lekker elke avond gezapig voor de TV hangen terwijl je langzaam dikker wordt.
Klanten zijn verzot op verhalen, vooral arcs waar ze zijdelings wat mee temaken hebben. Die verhalen zijn meestal illusies, maar sinds ik daarover geleerd heb, zie ik hoe goed het werkt. En door te doen alsof er allemaal verhalen in mijn leven zijn, krijg ik er ook beweging in. Fake it till you make it zeggen mensen wel, en ze hebben gelijk. Al was het maar doordat het kontrast tussen spannende, dynamische Zondares uit de arcs en stagnerende Zondares op de bank zo groot is. Ik weet voor welke van de twee ik respekt heb.
In een goed verhaal gebéúren er niet alleen dingen, maar je ondernéémt dingen. Verhalen waarin de hoofdpersoon alles maar overkomt, zijn niet zo spannend als verhalen waarin de hoofdpersoon allemaal moeilijke beslissingen neemt. Een goed verhaal gaat nooit over iemand die in zijn comfort blijft hangen. En als je wil dat je in een goed verhaal leeft, moet je daar wel aan geloven.
Maarja, in een leugen blijven leven is wel comfortabeler. Jezelf ervan overtuigen dat je niet anders dan je comfort kàn, of in ieder geval het de logische keuze is vanwege alle smoezen die je jezelf vertelt, is héél makkelijk. Je meet immers bijna vanzelf al aan je comfort af wat er goed en verstandig is. Dus je comfort fluistert je de smoes in, en je comfort vertelt je dat het een goede reden is.
Maar comfort is wel het láátste waar je in je planning van je leven naar moet kijken. Je moet het kwijt, dat je het als doorslaggevend ziet. En dat is lastig als het overal om je heen als zo belangrijk wordt behandeld. Je gevoel volgen is volgen waar je comfortabel mee bent. Je verstand vertelt je vaak dingen waar je moedeloos van wordt. Maar je verstand heeft wel gelijk.
Niemand is een echt comfortbeestje. En dat zeg ìk, en je vindt geen grotere huismus, geen overtuigdere hanger op de sofa, geen mens die liever alles geregeld heeft en rustig zijn gangetje laat gaan. Ik ben een comfortverslaafde, ik ben supergevoelig voor comfort. En zelfs ìk ben beter af als ik me niet teveel door comfort laat leiden. Zelfs ìk leef op als ik buiten mijn comfort ben.
Ik ben gek op gewoonte en gemak. Het is heel belangrijk voor me. Ze hebben ook veel nut. Maar ze maken me wel blind, en ze houden me weg van flexibiliteit, verbetering en zelfkritiek. Ik heb nu een tijdje gekeken naar hoe ik belangrijke beslissingen neem, en ik moet telkens opnieuw beginnen met die beslissingen, want ik zie mezelf telkens in slaap gesust worden door mijn gemak, en telkens domme beslissingen maken op mijn gevoel.
Betekent dit allemaal dat je dan nooit meer comfortabel mag zijn, en dat je verkeerd bent als je op je gemak bent? Tuurlijk niet. Gemak is fijn, en zonder comfort is het leven echt niet meer de moeite waard. Maar je moet er net zo mee omgaan als alle andere drugs, je moet oppassen. En je moet het nooit je beslissingen voor je laten nemen. Op je gemak met iets zijn betekent niet dat het goed voor je is, of dat het verstandig is, of dat het waardevol is. Maar het betekent ook niet het omgekeerde.
Gemak is fijn, en het is op zich, dus om en in zichzelf, waardevol. En het heeft zeker een belangrijke plek in je leven. Het is alleen een stille verleider die je wil veranderen in een genoegzame pad die op haar rottende plompenblad blijft zitten omdat het teveel moeite is om naar het volgende blad te springen. Gebruik je gevoel van waar je op je gemak mee bent om te beslissen wat je gaat doen voor je comfort, niet om er andere dingen mee te beslissen. En herken het als je gemakzucht stiekem je beslissingen beïnvloedt.