Ooit was ik een burgermeisje, en gebruikte ik nauwelijks condooms. Als ik condooms gebruikte, was dat vooral om zwangerschap te voorkomen. En als de man daar niet aan meewerkte, en ik bedoel ook echt mééwerkte, dan gebeurde het gewoon niet en deden we het zonder condoom. Want ik was dom, naïef, onverantwoordelijk, en vooral ook onwetend. Maar die onwetendheid kwam weer door die onverantwoordelijkheid, dus misschien is die wel het belangrijkste geweest.
Als je het me had gevraagd zou ik trouwens hebben gezegd dat ik het altijd met condoom deed. Netzoals mijn vriendinnen nogsteeds zeggen. Want als je wordt gevraagd of je het met condoom doet, denk je met een nuchter hoofd aan of je je volgende lover, die nog helemaal theoretisch is en waar je niets bij voelt en niet op geilt, in rubber gaat rollen, en dan zijn de goede voornemens sterk. Je kijkt niet naar hoevaak dat nou eigenlijk gebeurt als je met een dronken kop een vent over je heen laat kruipen.
Toen ik ging hoeren was ik nog niet veel beter geworden. Ik was slordig en onhandig met condooms, en ik pijpte gewoon zonder. Niet alleen omdat de klanten het lekkerder vinden, maar ook omdat ik zelf liever pik proef dan rubber. Ik had geen idee wat voor risico's je daarmee neemt. En van mijn collegaatjes in de club leerde ik ook niets beters, want die pijpten ook allemaal zonder.
Pas toen ik besloot om volwassen te worden, ging ik beter naar condooms kijken. En toen ik voor mezelf begon, besloot ik om goed met condooms om te gaan. Dat ging niet zonder slag of stoot, want de klanten zijn het niet gewend, maar het kwam goed. Ik gaf ze ook geen andere keus, als ze moeilijk gingen doen over condooms konden ze iemand anders gaan zoeken. Sommige mannen deden dat ook, maar ik kreeg mijn agenda wel vol.
Goed condoomgebruik heeft ervoor gezorgd dat ik sinds ik volwassen besloot te worden nooit meer iets opgelopen heb. Ook geen kleine dingetjes, die niet als SOA tellen. Streng zijn met je condoomgebruik zorgt ervoor dat je echt gezond kan werken, en dat je zeker van je zaak kan zijn. Streng zijn met je condoomgebruik is gewoon je verantwoordelijkheid, want anders laat je de verantwoordelijkheid over aan geile mannen.
Ik kocht mijn condooms in dozen van een gros, of dozen van duizend. Ik draaide er superveel doorheen, want als je ze in zulke grote partijen koopt kosten ze heel weinig, en hoef je niet op een condoom meer of minder te kijken. Ik ben heel handig geworden met condooms, ik kan ze op verschillende manieren op verschillende pikken aanbrengen, met mijn handen of met mijn mond. Ik ben blij met hoe mijn condoombeleid werkte.
Maar de klad zit erin. Niet in hoe ik met mijn condooms omga, maar de wereld wil maar niet hetzelfde blijven. Er zijn meerdere dingen die ervoor zorgen dat ik me aan moet gaan passen, en ik ben er nog niet helemaal uit hoe.
Ik was ooit een vaste klant bij Durex. Durex stond aangeschreven als het topmerk van condooms, en als je zekerheid wou, kocht je Durex. Ik heb ettelijke tienduizenden Durex-condooms gekocht en gebruikt. En toen ik begon was dat ook gewoon precies hoe het werkte, je kon wat mindere condooms kopen, maar Durex was minder gedoe omdat ze minder scheurden en minder afgleden. Tegelijk waren ze ook fijner, minder plakkerig en soepeler dan de andere merken. Ik was tevreden.
Dat is niet meer zo, en dat is niet alléén omdat de andere merken verbeterd zijn. Je kan tegenwoordig nog maar lastig slechte condooms vinden, de meeste zijn gewoon prima. Maar Durex is flink achteruitgegaan. Tegenwoordig zitten ze vaak slecht opgerold, met plooien die in elkaar gevouwen zijn, met rolletjes die niet lekker lopen, vastgeplakt door gummend glijmiddel, en soms met scherpe vouwen of beginnende scheurtjes er al in als ze in de verpakking zitten.
Lang geleden had je dat nauwelijks met Durex. Hoogstens eentje per gros. Maar elke keer als ze veranderen van branding, als ze vormen en verpakkingen veranderen, of als ze watdanook veranderen, merk ik dat de kwaliteit zakt, en er meer fouten gebeuren. Tegenwoordig heb ik één condoom op tien met een fout die genoeg is om het condoom meteen in het vuilniszakje te flikkeren. Met Durex dan, want andere merken zijn veel beter tegenwoordig.
Ik heb flink wat andere condooms uitgeprobeerd, en ik heb met de meeste andere merken minder gedoe dan met Durex. Ik ben nogsteeds geen fan van Pasante, BillyBoy, Chess, Trojan, en nog wel meer merken. Maar dat zijn geen slèchte condooms. W zweert bij Sagami en Okamoto, maar die zijn niet goedkoop te vinden. Ik heb een poosje Ceylor gebruikt, en Ritex, maar ik ben de laatste tijd vooral met Kruidvat Huismerk erg tevreden. Veel beter dan Durex. Dat had ik tien jaar geleden nooit geloofd.
Je kan zeggen dat Ritex en vooral Ceylor echt wel beter zijn dan Kruidvat Huismerk, maar ik moet die dingen bestellen, en ik kan voor de Kruidvat condooms gewoon de Kruidvat binnenlopen. Bovendien heb ik niet meer zo'n omzet als vroeger, en dan voel je het meer als je een condoom van een Euro weggooit dan wanneer je een condoom van dertig cent weggooit. En de kwaliteit van het condoom is goed als het condoom goed genoeg is. Supercondooms neuken even veilig als gewoon goeie condooms.
Nou, opgelost, denk je dan. Waar zeikt Zondares nou weer over. Overstappen op een ander merk condooms is toch geen big deal? Ja, overstappen is geen big deal. Maar dat het bekendste en bestverkopende merk condooms zo afglijdt is echt opvallend en maakt me ongerust. Vooral omdat je er buiten de hoererij niets over hoort. Scheurende condooms zorgen ervoor dat er SOA verspreiden, en daar krijgen we via via toch weer mee te maken.
Het laat ook zien dat de markt kennelijk Durex niet dwingt om degelijke condooms te maken. Verschillende hoeren hebben Durex benaderd over de problemen, maar Durex speelt stommetje. Durex is marktleider, en ik maak me zorgen of andere merken er misschien ook achteraan zullen gaan. Gelukkig lijkt dat nog niet aan de hand, maar dit soort ontwikkelingen zie je wel vaak gebeuren. Als de markt Durex niet meer behandelt als marktleider gaat het prima, en ik hoop ook dat dat zo gebeurt.
Maar eigenlijk is dit niet het punt van dit stukje. Er zijn veel grotere problemen dan de inzakkende kwaliteit van Durex, en dat is alleen een teken aan de wand. Het echte probleem is het inzakkende begrip voor de noodzaak van condooms. Je hebt altijd een klus gehad aan mannen in condooms krijgen, vooral als je er fris en gezond uitziet, maar die klus is langzaam groter aan het worden. Dat is voor mij een probleem, al kan ik er wel mee omgaan, maar ook een maatschappelijk probleem.
Eigenlijk merk ik het verminderde draagvlak voor condooms pas laat. Iedereen anders lijkt het eerder doorgehad te hebben. Ik ging van thuisontvangst, waar je zelf de regels maakt en de klanten daar makkelijker in meegaan omdat ze bij jou op bezoek zijn, naar escort, waar je op bezoek bent bij de klant. Het besef dat je in een omgeving met regels bent is er dan gewoon veel minder, al hebben de meeste klanten wel door dat jij de regels maakt als je op bezoek bent.
Vrouwen snappen vaak niet wat mannen tegen condooms hebben. En burgervrouwen snappen al helemaal niet wat ervaren vrouwen tegen condooms hebben. Er is veel onbegrip over de weerstand tegen condooms, en dat helpt natuurlijk helemaal niet om te zorgen dat het probleem wordt opgelost. Gewoon nuffig doen over mensen die moeilijk doen over condooms, zoals de voorlichters het al jaren proberen aan te pakken, werkt hoogstens averechts.
Een goed aangebracht, modern condoom is een kleine barrière voor gevoel. Een onbesneden man in een condoom heeft de meeste sensaties nog wel die hij zonder condoom ook zou hebben, zolang je het condoom maar zo aanbrengt dat de voorhuid vrij kan blijven rollen. Vooral de supercondooms kun je een man zo aandoen, dat hij zich afvraagt of het ding misschien gescheurd is. Het probleem gaat namelijk eigenlijk niet zo om het neukgevoel.
Ja, het afrollen is een ongemakkelijk gevoel, en als je een condoom wil omdoen dat strak genoeg zit, moet er een veeltestrak rolletje over zijn eikelrand heen. Dat vindt geen enkele vent geil. Het geeft een bekneld gevoel, het is onnatuurlijk gefrut en gepruts, vooral als hij het zelf doet. Als ik het doe heb ik truukjes om dat omdoemoment minder op te laten vallen, maar het gaat niet om het gevoel van het omdoen. Het gaat om het wéten dat hij omgedaan is.
Het probleem dat veel mannen, en ook ervaren vrouwen, met condooms hebben, is vooral conceptueel. Wéten dat je lover een condoom omheeft, en je dus afgeschermd bent, is een afknapper. Voor een man is voelen dat hij afgeschermd is precies hetzelfde, maar een man krijgt het veel direkter mee wat er gebeurt. Vooral het moment van het afrollen is voor zo'n man een echte afknapper. Of afslapper, eigenlijk.
Je wil niet afgeschermd zijn. Je wil niet met een laagje rubber ertussen. Je wil niet zoiets nets en schoons en behoorlijks en ergens ook afwijzends tussen jullie in. En ookal zijn moderne condooms supergoed, èlk beetje dat je zo'n condoom waarneemt is al teveel, en wijst je er al teveel op dat er iets tussen je in zit. Je wil geen bescherming, je wilt bloot. Je wilt huid. Je wilt zaad, en hij wil zijn zaad in jou.
Ik probeer weleens vriendinnen uit te leggen hoe een condoom voor een man voelt door de vergelijking te maken met een vrouwencondoom. Vrouwencondooms zijn al heel lang op de markt, maar niemand gebruikt ze. Ik heb ze weleens gebruikt, maar ik hou het liever bij mannencondooms. Veiliger en makkelijker. Vrouwencondooms zijn ergens logischer dan mannencondooms, want ze zijn losser en beweeglijker, dus voor een vrouw leveren ze minder problemen met stimulatie op dan een mannencondoom bij een man.
Mijn burgervriendinnen gruwen al bij het idee. Niemand wil een vrouwencondoom proberen. En vooral voor dezelfde redenen dat een man geen mannencondoom wil: je voelt het zitten. Je moet het bewust aanbrengen. Het is gekloot en gepruts voordat het goed zit. Je moet het dan ooknogeens tijdens de beurt in de gaten houden dat er niets mee misgaat. En als die dingen opeens op jouw bordje terechtkomen, ga je zien hoe hinderlijk dat is. Dat hebben mannen dus.
Zonder condoom is lekkerder, en vooral geiler. Je hebt een handjevol condoomfetisjisten, maar dat zijn ook echt de enige mensen die condooms lekker vinden. Voor de rest van ons zijn ze een noodzakelijk kwaad, want je wil geen SOA oplopen of ongewenst zwanger worden. Dus met een zucht rol je dan toch maar weer een condoom over dat lekkere stuk manvlees wat je tegemoet staat te kloppen, en gooi je met het gebruikte condoom het rijke zaad in de prullenbak. Zonde, maar beter dan een ongeneeslijke SOA.
En daar zit de verandering in. Toen ik begon, eind jaren negentig, was er flink angst voor AIDS. HIV was het grote risico waar iedereen bang voor was, en de epidemie leek altijd maar uit te breiden. Er was angst voor AIDS. En het enige wat je kon beschermen, was een condoom. Dat was waar mensen condooms voor droegen, om niet besmet te raken met AIDS. Er was geen andere SOA die ook maar bij mensen opkwam om het voor te doen.
Ik heb in mijn schooljaren wel flink wat bange verhalen, en ook bangmaakverhalen, over AIDS gehoord. Dat je het van íédereen kon krijgen, dat het steeds meer werd, dat heel Afrika al lag te sterven aan AIDS, eindeloze stromen anekdotes over frisse jonge meiden die één keertje wipten met een gescheurd condoom en meteen aan AIDS begonnen dood te gaan, dat het weleens zoveel mensen kon doden dat het het eind van de mensheid kon zijn, ik gruwde ervan.
Die paniek hielp. Mensen gingen condooms gebruiken. Zelfs de homo-scene ging condooms gebruiken. En dat hielp. Aids verspreidde zich steeds minder, en andere SOA werden ook flink teruggedrongen. Klanten klaagden niet over dat je condooms wou, want die snapten wel waarom. Als je alle verhalen geloofden waren wij bovendien allemaal allang besmet met HIV, en wìl je dus ook geen hoer neuken zonder condoom. Al waren er natuurlijk genoeg mannen die dat risico best wouden nemen als hun pik eenmaal stond. Maar zelfs die hadden er begrip voor als jij condooms wou.
Het begrip, dat is weg aan het zakken. En dat komt vooral doordat de angst voor AIDS wegzakt. Want tegenwoordig zijn er AIDS-medicijnen waardoor mensen met HIV heel goed de gevolgen van hun ziekte tientallen jaren uit kunnen stellen. En tijdens goed gebruik van die medicijnen zijn ze ook nieteens meer besmettelijk. Er wordt zelfs beweerd dat HIV niet dodelijk meer is.
In grote lijnen is het waar, gedeeltelijk is het ook overdreven zonnig, maar het is vooral de reden voor een soort opluchting. AIDS is voorbij. We kùnnen weer. Dat allemaal andere lelijke ziektes nogsteeds ongeneeslijk zijn, en de geneeslijke ziektes ook nogsteeds een probleem zijn, daar wordt nietzo naar gekeken. Want AIDS heeft de spotlight, en nu hij die niet meer verdient heeft hij nogsteeds de spotlight.
De angst voor AIDS daalt al een tijdje. Toen bleek dat het de homo-scene niet uitroeide zoals veel mensen hadden voorspeld, was de angst al wat gezakt. Er was zelfs een subcultuurtje binnen de homo-scene, kennelijk best omvangrijk, die het als een soort lidmaatschap zag om HIV te hebben, en als iets onvermijdelijks als je een "echte" homo was. Er werd mee gekoketteerd, en het was een onderwerp om drama van te maken, het was voor sommigen een ereteken van homo-zijn. De homo's die ik kende vonden het eerst schokkend, toen genant, en toen iets wat gewoon zo is.
Homo's zijn ons voorland. Ik weet niet waarom, maar de homo-scene loopt altijd voor op de hetero's, bij homo's zijn nieuwe ontwikkelingen altijd eerder zichtbaar, en we lopen altijd achter de homo-scene aan als het gaat om wat er gangbaar is. Vooral als het om SOA gaat. Als je op sites over SOA gaat kijken, zie je meestal ook dat ze vooral zich op homo's richten. Dat kan zijn omdat homo's gewoon met veel meer SOA rondlopen, dat is waar, maar ik denk ook dat het komt omdat wanneer je de homo's meekrijgt, de hetero's volgen.
De homo's zijn niet bang meer voor HIV. Een groot deel haalt er zijn schouders over op, en vindt het wel best. Je hebt medicijnen, je gaat er niet meer zo makkelijk aan dood, de angst begint ook flink oud te worden, en met de jaren hebben mensen tòch gezien, ondanks alle berichtgeving over hoe HIV bij iedereen voorkomt, dat je het vooral ziet bij drugsspuiters, homo's, en mensen uit Afrika. Dat zorgt ervoor dat afkeer tegen HIV gaat voelen als homohaat of racisme.
Als je daar je twijfels bij hebt, hoef je alleenmaar te kijken naar hoe gereageerd werd op de uitbraak waar ik op 1 augustus 2022 over schreef. Geen koppeling, omdat ik anders weer in de censuur terechtkom. Bij die uitbraak was het heel duidelijk de homo-scene die het slachtoffer was, en meteen werd alles uit de kast gehaald om maar mensen te vertellen dat het echt geen homo-ziekte was.
En het afzwakken van de angst voor AIDS is doorgezakt naar de hetero's. Er is minder angst voor SOA. Er is minder bewustzijn voor SOA. En de grootste reden om een condoom te dragen is tegenwoordig niet meer SOA, maar omdat je er respect naar elkaar toe mee toont. Je bent nette, hygiënische mensen als je er een rubbertje omheendoet. En als je dus in een sleazy bui bent, komt dat condoom niet meer aan de orde.
Ik ken meer burgervrouwen die condooms gebruiken als anticonceptie, dan tegen SOA. Sowieso weten veel mensen niet meer dan drie SOA op te noemen, en meestal blijft het alleen bij AIDS. En AIDS is voorbij. Nou ja, het is niet voorbij. Er gaan nu meer mensen wereldwijd dood aan AIDS dan in paniekjaar 1989, en er lopen meer HIV-positieven op de wereld rond dan toen. Er is verbetering, maar het gaat langzaam.
Die verbetering komt helaas niet van condooms. Die zijn beter geworden, maar mensen gebruiken ze gewoon niet genoeg. Je ziet in het rijke Westen vooral verbetering door grote, dure medicijnprogramma's die de besmettelijkheid van HIV-positieve mensen onderdrukken. In Afrika zie je vooral resultaat van grote besnijdenisprogramma's, want de miljoenen HIV-positieve mensen daar kunnen die dure medicijnen niet betalen, en krijgen minder effektieve behandelingen als ze besmet zijn.
Er gaan nogsteeds mensen dood aan AIDS. Ook in Nederland. En mensen met HIV die niet aan AIDS lijden, hebben ook klachten en een achteruit gaande gezondheid. Je wil nogsteeds voorkomen om HIV te krijgen. En de kans om het op te pikken is netzogroot als tijdens de paniek toen ik een meisje was. Maar mensen voelen het anders. Mensen kijken niet naar de cijfers. En mensen denken niet na. Vooral niet als ze geil zijn.
Mensen zoeken niet meer naar veiligheid. En zo krijg je ook dus dat de grootste condoomfabrikant, die zijn vinger aan de pols heeft van de markt, zich niet meer richt op top-betrouwbaarheid. Die gaat zoeken naar waar mensen nog wèl hun portemonnee voor trekken. En dat is vooral beloftes van betere seks, en vooral geile marketing. Het condoom moet beloven dat het je niet in de weg zit, if het zelfs béter maakt. Of het dan nog werkt is minder belangrijk.
Om mijn beroep te kunnen doen op een verantwoordelijke manier moet ik condooms gebruiken. Met hoeveel partners ik heb is daar geen keus aan. Met mannen die een beetje bang waren om door mij besmet te worden was dat makkelijk. Nu die mannen die angst niet meer hebben, komt de verantwoordelijkheid nog maar van één kant. En dat vind ik wel vervelend, want ik hoop dat die trend niet verder gaat dan nu.
Ik heb in mijn vroege carrière maar een paar klanten gehad die afhaakten om het condoom. In de afgelopen twee jaar zijn het er al evenveel als in mijn hele vroegere carrière. Goed, dat zijn geen aantallen waar je goed statistiek op kan gebruiken, maar toch zegt het me wat.
Gedeeltelijk is het ook door de hetzes vanuit de overheid. Veel van de misèreporno benadrukt dat we onveilig moeten werken, veel van de overheidsbetutteling beleert ons om condooms te leren gebruiken op een manier dat zelfs de handleiding in het pakje nog geavanceerder is. Dat dringt het idee op dat de norm binnen ons vak is om zonder condoom te werken. En dat werkt bij klanten èn collega's in de hand dat er wordt gedacht dat het ookwel mìnder kan met de condooms.
Ik pijp al heel wat jaartjes met condoom. Veel collega's doen dat niet. Die pijpen "gewoon" zonder. En veel lopen ze niet op, dus ze vinden het wel best. Er zijn er genoeg die zeggen dat ze nooit iets van pijpen hebben opgelopen. Netzoals er veel meiden zijn die ook wel neuken zonder, en nooit wat opgelopen hebben, zeggen ze. Maar er gaat genoeg rond wat je pas veel later merkt, van hepatitis tot kankerverwekkende HPV. Vaccins helpen, maar niet honderd procent. Condooms blijven belangrijk.
Voor dat pijpen met condoom is steeds minder begrip. Ooit werd het zonder slag of stoot geaccepteerd. Sommige meiden doen het zo. Nu heb ik steeds meer zeikers die het onnodig vinden, en erover in discussie gaan. Terwijl ik het in mijn advertentie, en nog een keer tijdens het boeken, wel duidelijk maak. Ik doe niet aan pzc, en dat verandert niet als je gaat mopperen.
Ik kom tegenwoordig ook meer klanten tegen die denken dat ze met hun eigen condooms aan de slag kunnen. Dat gaat natuurlijk niet, want je hebt teveel mannen die kloten met zo'n condoom. Meestal per ongeluk, als dat ding heeft liggen bakken in het handschoenenkastje van hun auto tot hij bijna over de houdbaarheid is, maar vaak genoeg ook expres. Dan doen ze hun best een condoom voor te bereiden om te gaan scheuren.
En je hebt tegenwoordig ook condooms in veel meer maten. Vroeger had ik al het probleem dat mannen een XL-condoom wouden terwijl ze niet of nauwelijks groter waren dan gemiddeld. Tegenwoordig heb je condooms van bijvoorbeeld MySize, die in allerlei maten komen. Dus krijg je een klant met een gewone Hollandse lul die een condoom om wil dat zou slobberen bij een paard. Dat geeft wrijving in de date, want dat moet ik weigeren natuurlijk, en daar wordt de wip niet beter van.
Wat realiteit zou ik fijn vinden. Dat mensen gewoon blijven begrijpen dat ik condooms moet gebruiken, en dat condoomgebruik belangrijk is, ook als er geen onredelijke angst wordt gezaaid, of als er geen paniek is over een ziekte. Want als we allemaal gewoon condooms gebruikten tot we schoon getest hebben, en allemaal regelmatig controleerden of we ergens mee rondliepen, dan stierven al die smerige ziektes gewoon uit. Condooms zijn nodig omdat mensen ze te weinig gebruiken.
maandag 18 september 2023
maandag 11 september 2023
Het boek van Amber
Het boek van Amber kwam bij me binnen terwijl ik bij een klant was, en dat is best toevallig, omdat dat tegenwoordig nog maar een paar uurtjes per week is. Het kwam in kadopapier binnenin de kartonnen envelop. Ik had het niet besteld. Maar mijn hulpploeg kan soms totaal alle subtiliteit laten varen als ze willen dat ik ergens over schrijf, en één van die krengige hoeren had er bijna twintig Euro voor betaald. Ik denk dat ik weet welke. Nou, ze krijgt haar zin.
Mijn hulpploegje wil graag dat ik een stukje schrijf over het boek van Amber. Eigenlijk willen ze al heel lang dat ik een stukje schrijf over de column van Amber in de Linda, maar nu ze een boek uitbrengt dat breder geplugd wordt, is er een reden om er meer druk achter te zetten. Op mij. De oordelen van de mensen in mijn hulpploeg zijn nogal vernietigend, ik ben er toch wat genuanceerder over dan zij.
Voor wie het nog niet weet, in het magazine Linda verschijnt al tien jaar een column over en door Amber van Esphen, een High Class Escort. Ze werkt naar eigen zeggen voor "het beste escortburo van Nederland," en elke aflevering is een anekdote over een date. Ze heeft nu een boek uitgebracht, en dat is gewoon een bundeling van haar columns, met een paar extra columns zodat de lezer zich niet met oud spul bekocht voelt, en een nawoord over zichzelf.
Als het er eenmaal ligt, dan voel ik me ook wel een beetje alsof ik er wat mee moet. Ik heb mijn bloknoot gepakt, een nieuw potlood genomen, en ik ben gaan lezen. Dat duurde niet lang, want ookal zijn het bijna tweehonderd bladzijdes, het is geen zware kost. Je bent er in een avond doorheen. En als je dan naar bed gaat en er de volgende dag een stukje over wil schrijven, ben je blij dat je aantekeningen hebt gemaakt, want het blijft niet echt bij.
Ik wil Amber leuk vinden. Ik wil haar als bondgenoot. Ze heeft véél meer bereik dan ik, en mijn stukjes hebben veel meer kracht als er andere hoeren zijn die ook hun verhaal doen, omdat ik dan niet meer de enige ben die in de woestijn staat te roepen. Ik hoop altijd dat er nieuwe meiden komen die ook hun verhaal gaan doen, over lief en leed vertellen, en mensen laten zien hoe het werk ècht is.
Liefst zou ik hebben dat er veel meiden zijn die schrijven met een boodschap die de mijne aanvult. Liefst zouden die meiden allemaal nèt anders, nèt op hun eigen manier schrijven, zodat er voor elke lezer wel iets aanvult of aanspreekt. Liefst zouden we allemaal samen een duidelijk, neutraal, en eerlijk beeld geven van hoe het leven als hoer is, en hoe we mènsen zijn die wèrk doen. En dat laatste probeert Amber ook wel echt.
Maar het belangrijkste is wel dat mensen een ècht en éérlijk beeld krijgen. Er wordt zóveel gefantaseerd, aangenomen en gewoon gelógen over het vak, dat eerlijkheid echt zeldzaam en waardevol is. En omdàt er zoveel onzin over ons rondgaat, is het idee over ons meer fantasie dan hoe het echt is. En daar worden meningen door gemaakt, en door die meningen gaan mensen mee in de heksenjachten. Dus het heeft echte gevolgen.
En juist die wáárheid, daar zit Amber me niet makkelijk. Want als je al die columns bijelkaar legt, dan vormt zich toch een plaatje wat er gewoon niet wáár uitziet. Stuk voor stuk bekeken zijn al die columns vaak een beetje onwaarschijnlijk, maar dan denk je: "Nou vooruit, dit kàn nog wel waar zijn." Alles bijelkaar is het wel heel erg veel om bij te denken dat het echt waar is. En met zo'n boekje vol columns bijelkaar gaat dat schuren.
Ik kan nu gaan muggenziften op elke bladzijde, maar ik denk dat het stukje dan weereens veel te lang wordt, en ik heb er eigenlijk ook niet zo'n zin in. Bovendien gaat het niet om alle kleine dingen, waarvan ik zèlf al vind dat ze details zijn, maar om wat je gaat zien als je alle columns bijelkaar neemt. En natuurlijk gaat het vooral om dingen die je als hoer meteen oppikt, maar voor mensen van buiten het vak niets betekenen.
Je gaat na een poosje merken dat alle stukjes ongeveer hetzelfde lopen. Het is elke keer een anekdote, elke keer zonder uitleg hoe zo'n date waarover ze schrijft wèrkt. Ze laat heel veel ongezegd, en richt zich vooral op de gevoelens die ze over een, tèlkens weer afwijkende, klant heeft. Ze praat over de seksuele handelingen met zoveel afstand en zo weinig professionaliteit dat het gaat opvallen. Het lijkt er echt alleen maar in te staan om te prikkelen, want het draagt meestal niets bij.
Wat je als hoer meteen oppikt van de paar vage opmerkingen die ze maakt over de seks, is dat ze er weinig feeling mee heeft, niet professioneel mee aanpakt, en niet echt veel van lijkt te weten. De termen die ze voor de seks gebruikt zijn bovendien het soort beschrijvingen die je als hoer niet zo zou doen, maar dat heeft misschien temaken met het volgende punt.
Elk stukje wat ze schrijft is in de stijl van een stuiverromannetje. De vage, omfloerste, broeierige beschrijvingen van de seks, de suggesties die nooit duidelijk worden gemaakt, en vooral de manier waarop ze omschrijft wat ze doet. Het zijn losse handelingen voor haar. Ook als ze beschrijft hoe ze de seks ervaart hangt er duidelijk aanvast dat ze ergens in onervaren relatieseks hangt in haar hoofd, en daar de date mee beoordeelt. Het taalgebruik, hoe de scènes zijn opgezet, wat er belangrijk is om te vertellen, alles lijkt op een stuiverromannetje.
Ze is niet zo bruusk als een hoer. Ze is niet zo grof in de mond als een hoer, al kan je denken dat dat voor de Linda zou worden gedempt. Behalve als je interviews in de Linda leest waar ze best grof in de mond kunnen zijn. Ze is niet direct, ze slaat geen spijkers met koppen, ze is niet tot in de puntjes bekend met haar lijf, ze beschrijft nooit de conditie die je opdoet als hoer, ze zit niet zo in haar lijf als een hoer, en ze heeft heel veel relatiedenken in zich. Dat valt heel erg op.
Telkens gaat het stukje over een klant. Telkens valt je op hoe de klant wordt beschreven op een nogal onplezierige manier. Ook de klanten die ze leuk vindt zijn altijd flinterdunne karakters, en de beschrijving van ze als sekspartners beperkt zich tot dingen die een hoer niet het belangrijkste zou vinden, terwijl de klik met de vent, waar je het wèl van moet hebben, nieteens onderbelicht wordt. Het lijkt in haar wereld niet te bestaan.
Het gaat ook altijd óver de klanten. Altijd is de klànt net weer afwijkend, is de klànt wat ze observeert. Wat je totaal niet leest is hoe ze zichzèlf tegenkomt, hoe ze iets in het werk of iets in de bedrijfsvoering of iets in haar seksuele palet observeert. Er zijn wel stukjes waar ze dat lijkt te probéren, maar die slaan zo ver de plank mis dat ik niet eens zeker weet of die observatie wel de bedoeling was.
Als ze de klanten omschrijft, krijg je ook niet mee dat ze verstand heeft van de mannelijke anatomie. In haar verhaaltjes leeft nog heel erg het burgermeisjes-idee over hoe een mannenlijf werkt. Hoe erekties werken, hoe een man gestimuleerd raakt, wat hem over de drempel helpt, daar heeft ze geen hoerenkennis over. En over hoe een mannengéést werkt, daar toont ze ook nooit een spatje inzicht in.
Wanneer je lang genoeg gehoerd hebt, ga je de mannelijke seksualiteit beter begrijpen dan de man zelf. Dan komen er mogelijkheden om hem te verrassen en te bespelen. Dan krijg je ook ver vantevoren al door waar problemen kunnen liggen. En dat "lang genoeg" duurt ècht niet lang. Maar Amber laat daar nooit wat van zien. Die ziet niets aankomen, en kijkt nooit voorbij de klant.
Ze bekijkt dingen niet vanuit het oogpunt van een hoer. Hoeren kijken naar andere dingen, hoeren vinden andere dingen belangrijker, hoeren zijn met andere dingen bezig dan zij allemaal beschrijft. Wat ze schrijft laat niet zien dat ze pràktisch omgaat met haar ervaringen. Het laat niet zien dat ze er wèrk van maakt. Het proeft allemaal meer als een lange rij pity dates met mannen waar iets bizars aan is.
Het leven als hoer wordt ook nauwelijke behandeld. Over hoe je roze brillen kwijtraakt, over hoe vriendjes bezwijken onder de jaloezie, over hoe een vrouwelijkheid die gewend is volop te woeden opeens gefrustreerd in een doosje moet als je op de uitslag van een SOA-test moet wachten of als je een wondje of een ontsteking of een ongelukje hebt, helemaal niets. En ik kan me niet voorstellen dat je dat in zestien jaar niet meemaakt.
Er komt helemaal niets langs over hoe schadelijk de haat is. Hoe schadelijk de heksenjacht is, hoe idioot de wetten zijn, hoe vals de zedenpolitie is, hoe dom het denkbeeld is, hoe idioot het idee is wat mensen over klanten hebben, de discriminatie in rechtzalen, als het op woonrecht aankomt, de echte belàngrijke dingen die je met zo'n column kan brengen bij mensen voor wie het nog echt nieuws is. Helemaal niets.
Maar dan lees je wèl opmerkingen over dat ze "gelukkig" geen condoom bij de klant hoeft om te doen omdat hij dat zelf al doet. Dat is zo'n beetje het omgekeerde van wat elke professionele hoer ervan vindt als een man zelf zijn condoom om wil doen. Wèl een onwaarschijnlijk verhaal over een transgender die haar gewèldig neukt met een voorbinddildo. Wèl ongemakkelijkheid met stevig vastgepakt worden. Wèl ongemakkelijkheid met niet weten wat de klant precies wil, en dan terugvallen in een soort passiviteit. Wèl een wederkerigheid verwachten, op een bepaalde manier, voor onuitgesproken dingen.
En oordelen over die klanten. Want wat oordeelt ze veel! Ze kan heel neerbuigend doen over klanten die ze om stomme kleine dingen niet aantrekkelijk vindt, of die ze gewoon slecht beheert. Want veel van het gedrag wat ze beschrijft waar ze op afknapt, is gedrag dat je als hoer in een handomdraai gefikst hebt. Maar zij niet. Zij oordeelt in stilte, en draait wat hij vraagt.
Op basis van wat ze beschrijft, kan "het beste escortburo van Nederland" maar één van twee mogelijkheden zijn. En allebei die mogelijkheden zijn toko's die in opspraak zijn gekomen, van hun voetstuk zijn gedonderd, en intern heel veel drama hebben gehad. Daar komt ook niets van terug in haar columns. Dat vind ik vreemd, want de meiden die ik ken die bij die tenten gewerkt hebben, kunnen daar nog stééds hun kop niet over houden.
Amber zou zestien jaar gewerkt hebben. Om je een idee te geven, mijn blogje is komende oktober vijftien jaar oud. Of ze nou zestien jaar doorgewerkt heeft is nieteens helemaal duidelijk, want in haar nawoord schrijft ze wel dat ze zo'n beetje gestopt is. En pauzes nemen veel meiden. Maar ze zegt in ieder geval dat ze genoeg heeft gewerkt voor tien jaar aan stukjes. En in al die tijd is ze niet ontwikkeld. Je kan haar stukjes husselen, en je ziet nergens aan wat een jong of een oud stukje is. Het blijft de hele tijd hetzelfde.
Dat nawoord is ook een nest rode vlaggen trouwens. Ze beschrijft dat ze immens veel geld heeft verdiend, drie huizen en nog meer ook. Dat is ongeloofwaardig. Ja, je kunt goudgeld verdienen in de echte top van de high class, maar zij laat vanalles zien waardoor je weet dat ze geen tophoer kan zijn geweest. Van haar luxe-geilheid tot haar gevoeligheid voor merken tot haar gebrek aan opbouw van klantrelaties tot haar totale gebrek aan inzicht, ze kàn geen tophoer zijn geweest.
En als je geen tophoer bent, is de high class sappelen. Dan verdien je echt niet veel. Ja, per uur staat de teller hoog, maar veel verdwijnt naar je agency, en veel verdwijnt naar alle bijkomende kosten, en je uren zijn laag. Je houdt in de high class minder over dan in de gewone escort, en in de gewone escort hou je minder over dan in de thuisontvangst, en in de thuisontvangst heb ik héél goed geboerd voor mijn branche, en dat soort geld waar zij over praat is voor mij zelfs onhaalbaar. Laat staan voor iemand die zestien jaar lang het inzicht van een groentje houdt.
Ze vertelt een bizar onwaarschijnlijk verhaal over hoe ze een vriendin meenam op een boeking in het buitenland, en hoe die vriendin dan haar ging outen. Ik ken veel verhalen over hoe je geheim kan klappen, maar dit is verreweg het minst geloofwaardige verhaal over zoiets óóit. Het klopt niet met hoe die verhalen gaan, en hoe meer je probeert het met de werkelijkheid te passen, hoe raarder het eruit gaat zien.
Dus er klopt vanalles niet aan Amber. Hoeveel ik ook zou willen dat het niet zo was. In het begin vond ik het leuk om die columns te zien, maar ik was er wel klaar mee na de eerste tien ofzo. Ik geloofde het wel. En misschien is dat naïef, maar je moet ècht niet denken dat die columns alleenmaar bolstaan van de rooie vlaggen. Het eerste wat ik erin las, was dat dit best eens echt kon zijn. Het ging niet volgens het misèreporno-patroon, en het had een duidelijke vingerafdruk die me wel beviel.
Een vingerafdruk van een onervaren groentje die net wat dates had gehad in de high class, en het idee had dat ze nu alles wist. Ik ben ook zo geweest. Toen ik net wat ervaring had, dacht ik dat ik alles wist en overzag, beter dan de onervaren burgervrouwen natuurlijk, maar ook beter dan de door de wol geverfde hoeren die ik als vastgeroest en uitgeblust zag. Die overmoed en die gretigheid om je verhaal te doen, die herkende ik wel. Vooral met een beetje drama en een beetje melancholie, lekker.
Dat heb ik dus al die jaren over haar meegenomen. Ook toen andere meiden uit mijn hulpploeg al Amber afserveerden als totale nep. Ik zag haar als iemand die misschien niet alles al heeft gezien, maar die wel wàt heeft gezien, en die daarvanuit sprak. En dat dat beter is dan géén hoer aan het woord hebben. Maar tien jaar is lang om dat te blijven geloven zonder eens te kijken of het nog wel klopt wat je denkt.
Dus dan maar nu.
Wat is Amber nou? Gewoon afdoen als nep vind ik haar geen recht doen. Ja, er klopt veel niet, maar er is een reden dat ze met me klikte toen ik die eerste stukjes las. Er moet ergens iets inzitten, en ik heb best even met mijn hulpploegje zitten brainstormen wat dat dan kan zijn. Ook de meiden die al lang hameren dat Amber nep is en ik me ervan zou moeten distantiëren voordat ze opeens iets schadelijks zegt, konden dan wel nuanceren.
Misschien is Amber wel echt een hoer. In de high class. Die ooit begonnen is, en daar columns over kon verkopen. Die het niet geleerd heeft, geen vorderend inzicht heeft gehad, en wiens high class carrière dan doodbloedt. Maar die de columns nog steeds wil verkopen, en dus al tien jaar voortborduurt op de kennis die ze in haar begintijd van de new girl money heeft opgedaan, en die dat steeds verder verdunt met fantasie.
Misschien is Amber wel geen hoer, maar een journaliste of schrijfster die ooit een jonge groene high class escort heeft geïnterviewd, en verder blijft schrijven op de inspiratie die ze van dat meisje heeft gekregen. Dat zou wel verklaren waarom er niets verandert, behalve dat het melancholieke in haar stukjes wel steeds verfijnder wordt geschreven.
Misschien is die journaliste wel helemaal niet aan het interviewen geweest, maar leest ze boekjes en schrijfsels van hoeren. Dat is iets wat sommige meiden sterk aanhangen, omdat de columns een heel sterke Angelsaksische zweem hebben, en meer passen in de Amerikaanse escort dan in de Nederlandse. Het kan dat ze Amerikaanse columns vertaalt of Amerikaanse boeken van escorts als inspiratie gebruikt.
Of misschien is Amber helemaal niet één schrijfster. De stijl waarmee ze schrijft is niet heel sterk persoonlijk, en kan makkelijk gekopiëerd worden zonderdat het opvalt. Het kan best dat er meerdere mensen zijn die als ze een momentje hebben een seksuele ervaring die ze hebben meegemaakt of die ze uit hun omgeving horen, omzetten in een ervaring van een helemaal fictieve "Amber."
ik heb nog een mogelijkheid, maar niemand in mijn hulpploeg gelooft die. Dat is dat Amber wel degelijk een prostituee is, waarschijnlijk sappelend in de high class, maar dat ze al snel doorhad dat het blad niet zat te wachten op stukjes met inzicht en inhoud. En dat ze dus weet dat ze onzin verkoopt, maar dat ze het doet omdat ze haar columns niet wil of kan missen.
Er is wel druk op je als prostitutie-schrijfster om het sappig en lichtvoetig te houden. Ik voel een knauw in mijn ziel als ik zie hoe weinig mijn zwaardere stukjes worden gelezen. Ik weet dat mensen maar voor een deel komen voor mij, en de meeste nieuwsgierigen hier zijn voor de seks en de prikkeling. Als je dat niet genoeg geeft, krijg je al snel variaties op de oproep om eens wat gijls te schrijven. Dat zal voor Amber niet anders zijn.
Jullie wouden weten wat ik van het boek van Amber vond, en nou weten jullie het. Ik vond dit geen leuk stukje om te schrijven. Het voelt gemeen.
Mijn hulpploegje wil graag dat ik een stukje schrijf over het boek van Amber. Eigenlijk willen ze al heel lang dat ik een stukje schrijf over de column van Amber in de Linda, maar nu ze een boek uitbrengt dat breder geplugd wordt, is er een reden om er meer druk achter te zetten. Op mij. De oordelen van de mensen in mijn hulpploeg zijn nogal vernietigend, ik ben er toch wat genuanceerder over dan zij.
Voor wie het nog niet weet, in het magazine Linda verschijnt al tien jaar een column over en door Amber van Esphen, een High Class Escort. Ze werkt naar eigen zeggen voor "het beste escortburo van Nederland," en elke aflevering is een anekdote over een date. Ze heeft nu een boek uitgebracht, en dat is gewoon een bundeling van haar columns, met een paar extra columns zodat de lezer zich niet met oud spul bekocht voelt, en een nawoord over zichzelf.
Als het er eenmaal ligt, dan voel ik me ook wel een beetje alsof ik er wat mee moet. Ik heb mijn bloknoot gepakt, een nieuw potlood genomen, en ik ben gaan lezen. Dat duurde niet lang, want ookal zijn het bijna tweehonderd bladzijdes, het is geen zware kost. Je bent er in een avond doorheen. En als je dan naar bed gaat en er de volgende dag een stukje over wil schrijven, ben je blij dat je aantekeningen hebt gemaakt, want het blijft niet echt bij.
Ik wil Amber leuk vinden. Ik wil haar als bondgenoot. Ze heeft véél meer bereik dan ik, en mijn stukjes hebben veel meer kracht als er andere hoeren zijn die ook hun verhaal doen, omdat ik dan niet meer de enige ben die in de woestijn staat te roepen. Ik hoop altijd dat er nieuwe meiden komen die ook hun verhaal gaan doen, over lief en leed vertellen, en mensen laten zien hoe het werk ècht is.
Liefst zou ik hebben dat er veel meiden zijn die schrijven met een boodschap die de mijne aanvult. Liefst zouden die meiden allemaal nèt anders, nèt op hun eigen manier schrijven, zodat er voor elke lezer wel iets aanvult of aanspreekt. Liefst zouden we allemaal samen een duidelijk, neutraal, en eerlijk beeld geven van hoe het leven als hoer is, en hoe we mènsen zijn die wèrk doen. En dat laatste probeert Amber ook wel echt.
Maar het belangrijkste is wel dat mensen een ècht en éérlijk beeld krijgen. Er wordt zóveel gefantaseerd, aangenomen en gewoon gelógen over het vak, dat eerlijkheid echt zeldzaam en waardevol is. En omdàt er zoveel onzin over ons rondgaat, is het idee over ons meer fantasie dan hoe het echt is. En daar worden meningen door gemaakt, en door die meningen gaan mensen mee in de heksenjachten. Dus het heeft echte gevolgen.
En juist die wáárheid, daar zit Amber me niet makkelijk. Want als je al die columns bijelkaar legt, dan vormt zich toch een plaatje wat er gewoon niet wáár uitziet. Stuk voor stuk bekeken zijn al die columns vaak een beetje onwaarschijnlijk, maar dan denk je: "Nou vooruit, dit kàn nog wel waar zijn." Alles bijelkaar is het wel heel erg veel om bij te denken dat het echt waar is. En met zo'n boekje vol columns bijelkaar gaat dat schuren.
Ik kan nu gaan muggenziften op elke bladzijde, maar ik denk dat het stukje dan weereens veel te lang wordt, en ik heb er eigenlijk ook niet zo'n zin in. Bovendien gaat het niet om alle kleine dingen, waarvan ik zèlf al vind dat ze details zijn, maar om wat je gaat zien als je alle columns bijelkaar neemt. En natuurlijk gaat het vooral om dingen die je als hoer meteen oppikt, maar voor mensen van buiten het vak niets betekenen.
Je gaat na een poosje merken dat alle stukjes ongeveer hetzelfde lopen. Het is elke keer een anekdote, elke keer zonder uitleg hoe zo'n date waarover ze schrijft wèrkt. Ze laat heel veel ongezegd, en richt zich vooral op de gevoelens die ze over een, tèlkens weer afwijkende, klant heeft. Ze praat over de seksuele handelingen met zoveel afstand en zo weinig professionaliteit dat het gaat opvallen. Het lijkt er echt alleen maar in te staan om te prikkelen, want het draagt meestal niets bij.
Wat je als hoer meteen oppikt van de paar vage opmerkingen die ze maakt over de seks, is dat ze er weinig feeling mee heeft, niet professioneel mee aanpakt, en niet echt veel van lijkt te weten. De termen die ze voor de seks gebruikt zijn bovendien het soort beschrijvingen die je als hoer niet zo zou doen, maar dat heeft misschien temaken met het volgende punt.
Elk stukje wat ze schrijft is in de stijl van een stuiverromannetje. De vage, omfloerste, broeierige beschrijvingen van de seks, de suggesties die nooit duidelijk worden gemaakt, en vooral de manier waarop ze omschrijft wat ze doet. Het zijn losse handelingen voor haar. Ook als ze beschrijft hoe ze de seks ervaart hangt er duidelijk aanvast dat ze ergens in onervaren relatieseks hangt in haar hoofd, en daar de date mee beoordeelt. Het taalgebruik, hoe de scènes zijn opgezet, wat er belangrijk is om te vertellen, alles lijkt op een stuiverromannetje.
Ze is niet zo bruusk als een hoer. Ze is niet zo grof in de mond als een hoer, al kan je denken dat dat voor de Linda zou worden gedempt. Behalve als je interviews in de Linda leest waar ze best grof in de mond kunnen zijn. Ze is niet direct, ze slaat geen spijkers met koppen, ze is niet tot in de puntjes bekend met haar lijf, ze beschrijft nooit de conditie die je opdoet als hoer, ze zit niet zo in haar lijf als een hoer, en ze heeft heel veel relatiedenken in zich. Dat valt heel erg op.
Telkens gaat het stukje over een klant. Telkens valt je op hoe de klant wordt beschreven op een nogal onplezierige manier. Ook de klanten die ze leuk vindt zijn altijd flinterdunne karakters, en de beschrijving van ze als sekspartners beperkt zich tot dingen die een hoer niet het belangrijkste zou vinden, terwijl de klik met de vent, waar je het wèl van moet hebben, nieteens onderbelicht wordt. Het lijkt in haar wereld niet te bestaan.
Het gaat ook altijd óver de klanten. Altijd is de klànt net weer afwijkend, is de klànt wat ze observeert. Wat je totaal niet leest is hoe ze zichzèlf tegenkomt, hoe ze iets in het werk of iets in de bedrijfsvoering of iets in haar seksuele palet observeert. Er zijn wel stukjes waar ze dat lijkt te probéren, maar die slaan zo ver de plank mis dat ik niet eens zeker weet of die observatie wel de bedoeling was.
Als ze de klanten omschrijft, krijg je ook niet mee dat ze verstand heeft van de mannelijke anatomie. In haar verhaaltjes leeft nog heel erg het burgermeisjes-idee over hoe een mannenlijf werkt. Hoe erekties werken, hoe een man gestimuleerd raakt, wat hem over de drempel helpt, daar heeft ze geen hoerenkennis over. En over hoe een mannengéést werkt, daar toont ze ook nooit een spatje inzicht in.
Wanneer je lang genoeg gehoerd hebt, ga je de mannelijke seksualiteit beter begrijpen dan de man zelf. Dan komen er mogelijkheden om hem te verrassen en te bespelen. Dan krijg je ook ver vantevoren al door waar problemen kunnen liggen. En dat "lang genoeg" duurt ècht niet lang. Maar Amber laat daar nooit wat van zien. Die ziet niets aankomen, en kijkt nooit voorbij de klant.
Ze bekijkt dingen niet vanuit het oogpunt van een hoer. Hoeren kijken naar andere dingen, hoeren vinden andere dingen belangrijker, hoeren zijn met andere dingen bezig dan zij allemaal beschrijft. Wat ze schrijft laat niet zien dat ze pràktisch omgaat met haar ervaringen. Het laat niet zien dat ze er wèrk van maakt. Het proeft allemaal meer als een lange rij pity dates met mannen waar iets bizars aan is.
Het leven als hoer wordt ook nauwelijke behandeld. Over hoe je roze brillen kwijtraakt, over hoe vriendjes bezwijken onder de jaloezie, over hoe een vrouwelijkheid die gewend is volop te woeden opeens gefrustreerd in een doosje moet als je op de uitslag van een SOA-test moet wachten of als je een wondje of een ontsteking of een ongelukje hebt, helemaal niets. En ik kan me niet voorstellen dat je dat in zestien jaar niet meemaakt.
Er komt helemaal niets langs over hoe schadelijk de haat is. Hoe schadelijk de heksenjacht is, hoe idioot de wetten zijn, hoe vals de zedenpolitie is, hoe dom het denkbeeld is, hoe idioot het idee is wat mensen over klanten hebben, de discriminatie in rechtzalen, als het op woonrecht aankomt, de echte belàngrijke dingen die je met zo'n column kan brengen bij mensen voor wie het nog echt nieuws is. Helemaal niets.
Maar dan lees je wèl opmerkingen over dat ze "gelukkig" geen condoom bij de klant hoeft om te doen omdat hij dat zelf al doet. Dat is zo'n beetje het omgekeerde van wat elke professionele hoer ervan vindt als een man zelf zijn condoom om wil doen. Wèl een onwaarschijnlijk verhaal over een transgender die haar gewèldig neukt met een voorbinddildo. Wèl ongemakkelijkheid met stevig vastgepakt worden. Wèl ongemakkelijkheid met niet weten wat de klant precies wil, en dan terugvallen in een soort passiviteit. Wèl een wederkerigheid verwachten, op een bepaalde manier, voor onuitgesproken dingen.
En oordelen over die klanten. Want wat oordeelt ze veel! Ze kan heel neerbuigend doen over klanten die ze om stomme kleine dingen niet aantrekkelijk vindt, of die ze gewoon slecht beheert. Want veel van het gedrag wat ze beschrijft waar ze op afknapt, is gedrag dat je als hoer in een handomdraai gefikst hebt. Maar zij niet. Zij oordeelt in stilte, en draait wat hij vraagt.
Op basis van wat ze beschrijft, kan "het beste escortburo van Nederland" maar één van twee mogelijkheden zijn. En allebei die mogelijkheden zijn toko's die in opspraak zijn gekomen, van hun voetstuk zijn gedonderd, en intern heel veel drama hebben gehad. Daar komt ook niets van terug in haar columns. Dat vind ik vreemd, want de meiden die ik ken die bij die tenten gewerkt hebben, kunnen daar nog stééds hun kop niet over houden.
Amber zou zestien jaar gewerkt hebben. Om je een idee te geven, mijn blogje is komende oktober vijftien jaar oud. Of ze nou zestien jaar doorgewerkt heeft is nieteens helemaal duidelijk, want in haar nawoord schrijft ze wel dat ze zo'n beetje gestopt is. En pauzes nemen veel meiden. Maar ze zegt in ieder geval dat ze genoeg heeft gewerkt voor tien jaar aan stukjes. En in al die tijd is ze niet ontwikkeld. Je kan haar stukjes husselen, en je ziet nergens aan wat een jong of een oud stukje is. Het blijft de hele tijd hetzelfde.
Dat nawoord is ook een nest rode vlaggen trouwens. Ze beschrijft dat ze immens veel geld heeft verdiend, drie huizen en nog meer ook. Dat is ongeloofwaardig. Ja, je kunt goudgeld verdienen in de echte top van de high class, maar zij laat vanalles zien waardoor je weet dat ze geen tophoer kan zijn geweest. Van haar luxe-geilheid tot haar gevoeligheid voor merken tot haar gebrek aan opbouw van klantrelaties tot haar totale gebrek aan inzicht, ze kàn geen tophoer zijn geweest.
En als je geen tophoer bent, is de high class sappelen. Dan verdien je echt niet veel. Ja, per uur staat de teller hoog, maar veel verdwijnt naar je agency, en veel verdwijnt naar alle bijkomende kosten, en je uren zijn laag. Je houdt in de high class minder over dan in de gewone escort, en in de gewone escort hou je minder over dan in de thuisontvangst, en in de thuisontvangst heb ik héél goed geboerd voor mijn branche, en dat soort geld waar zij over praat is voor mij zelfs onhaalbaar. Laat staan voor iemand die zestien jaar lang het inzicht van een groentje houdt.
Ze vertelt een bizar onwaarschijnlijk verhaal over hoe ze een vriendin meenam op een boeking in het buitenland, en hoe die vriendin dan haar ging outen. Ik ken veel verhalen over hoe je geheim kan klappen, maar dit is verreweg het minst geloofwaardige verhaal over zoiets óóit. Het klopt niet met hoe die verhalen gaan, en hoe meer je probeert het met de werkelijkheid te passen, hoe raarder het eruit gaat zien.
Dus er klopt vanalles niet aan Amber. Hoeveel ik ook zou willen dat het niet zo was. In het begin vond ik het leuk om die columns te zien, maar ik was er wel klaar mee na de eerste tien ofzo. Ik geloofde het wel. En misschien is dat naïef, maar je moet ècht niet denken dat die columns alleenmaar bolstaan van de rooie vlaggen. Het eerste wat ik erin las, was dat dit best eens echt kon zijn. Het ging niet volgens het misèreporno-patroon, en het had een duidelijke vingerafdruk die me wel beviel.
Een vingerafdruk van een onervaren groentje die net wat dates had gehad in de high class, en het idee had dat ze nu alles wist. Ik ben ook zo geweest. Toen ik net wat ervaring had, dacht ik dat ik alles wist en overzag, beter dan de onervaren burgervrouwen natuurlijk, maar ook beter dan de door de wol geverfde hoeren die ik als vastgeroest en uitgeblust zag. Die overmoed en die gretigheid om je verhaal te doen, die herkende ik wel. Vooral met een beetje drama en een beetje melancholie, lekker.
Dat heb ik dus al die jaren over haar meegenomen. Ook toen andere meiden uit mijn hulpploeg al Amber afserveerden als totale nep. Ik zag haar als iemand die misschien niet alles al heeft gezien, maar die wel wàt heeft gezien, en die daarvanuit sprak. En dat dat beter is dan géén hoer aan het woord hebben. Maar tien jaar is lang om dat te blijven geloven zonder eens te kijken of het nog wel klopt wat je denkt.
Dus dan maar nu.
Wat is Amber nou? Gewoon afdoen als nep vind ik haar geen recht doen. Ja, er klopt veel niet, maar er is een reden dat ze met me klikte toen ik die eerste stukjes las. Er moet ergens iets inzitten, en ik heb best even met mijn hulpploegje zitten brainstormen wat dat dan kan zijn. Ook de meiden die al lang hameren dat Amber nep is en ik me ervan zou moeten distantiëren voordat ze opeens iets schadelijks zegt, konden dan wel nuanceren.
Misschien is Amber wel echt een hoer. In de high class. Die ooit begonnen is, en daar columns over kon verkopen. Die het niet geleerd heeft, geen vorderend inzicht heeft gehad, en wiens high class carrière dan doodbloedt. Maar die de columns nog steeds wil verkopen, en dus al tien jaar voortborduurt op de kennis die ze in haar begintijd van de new girl money heeft opgedaan, en die dat steeds verder verdunt met fantasie.
Misschien is Amber wel geen hoer, maar een journaliste of schrijfster die ooit een jonge groene high class escort heeft geïnterviewd, en verder blijft schrijven op de inspiratie die ze van dat meisje heeft gekregen. Dat zou wel verklaren waarom er niets verandert, behalve dat het melancholieke in haar stukjes wel steeds verfijnder wordt geschreven.
Misschien is die journaliste wel helemaal niet aan het interviewen geweest, maar leest ze boekjes en schrijfsels van hoeren. Dat is iets wat sommige meiden sterk aanhangen, omdat de columns een heel sterke Angelsaksische zweem hebben, en meer passen in de Amerikaanse escort dan in de Nederlandse. Het kan dat ze Amerikaanse columns vertaalt of Amerikaanse boeken van escorts als inspiratie gebruikt.
Of misschien is Amber helemaal niet één schrijfster. De stijl waarmee ze schrijft is niet heel sterk persoonlijk, en kan makkelijk gekopiëerd worden zonderdat het opvalt. Het kan best dat er meerdere mensen zijn die als ze een momentje hebben een seksuele ervaring die ze hebben meegemaakt of die ze uit hun omgeving horen, omzetten in een ervaring van een helemaal fictieve "Amber."
ik heb nog een mogelijkheid, maar niemand in mijn hulpploeg gelooft die. Dat is dat Amber wel degelijk een prostituee is, waarschijnlijk sappelend in de high class, maar dat ze al snel doorhad dat het blad niet zat te wachten op stukjes met inzicht en inhoud. En dat ze dus weet dat ze onzin verkoopt, maar dat ze het doet omdat ze haar columns niet wil of kan missen.
Er is wel druk op je als prostitutie-schrijfster om het sappig en lichtvoetig te houden. Ik voel een knauw in mijn ziel als ik zie hoe weinig mijn zwaardere stukjes worden gelezen. Ik weet dat mensen maar voor een deel komen voor mij, en de meeste nieuwsgierigen hier zijn voor de seks en de prikkeling. Als je dat niet genoeg geeft, krijg je al snel variaties op de oproep om eens wat gijls te schrijven. Dat zal voor Amber niet anders zijn.
Jullie wouden weten wat ik van het boek van Amber vond, en nou weten jullie het. Ik vond dit geen leuk stukje om te schrijven. Het voelt gemeen.
maandag 4 september 2023
Bubbels
Ik ben opgegroeid in een kerkelijk dorp. Niet zo'n dorp dat volstaat met kerken, we hadden er maar één, maar die ene kerk zat wel elke zondag tjokvol. En dan was het dorp ook leeg. Toen ik ooit eens naar huis werd gestuurd door mijn ouders omdat ik misselijk was, en tijdens de dienst terugliep naar ons huis, viel het me voor de eerste keer op dat het dorp tijdens de kerkdiensten gewoon een spookdorp was.
Dat was waar ik mee opgegroeid was, en dat was normaal. Ik kwam niemand tegen die dat niet gewend was, die dat niet normaal vond. En ik kon me eigenlijk niet voorstellen dat je anders kòn leven. Ja, ik hoorde natuurlijk genoeg over dat er mensen waren die wel anders leefden, maar ik kon me niet echt een realistisch beeld bedenken hoe hun leven eruit moest zien. Wat ik me bedacht, was dat ze wel erg veel tekort moesten komen.
Pas toen ik op waterpolo ging, een heel eind uit het dorp, in een stadje wat voor mij aanvoelde als een enorme wereldstad, kwam ik mensen tegen van buiten die bijbeldorpse bubbel. Dat was ook iets waar mijn moeder zich een beetje zorgen over had gemaakt, en waar mijn opa me voor had gewaarschuwd. Ik wist dat ik nu mensen van buiten ging ontmoeten, en toch was het heel verwarrend en verrassend.
De meiden op mijn waterpolo-team vond ik enòrm werelds. Nu ik terugkijk zie ik dat ze eigenlijk zo werelds niet waren, en nogsteeds flink kerkelijk en nogsteeds minder werelds dan de gemiddelde Nederlander, maar toen was het echtwel een beetje een schok voor me. Ten eerste omdat ze bestònden, maar ten tweede ook omdat ze zoveel menselijker, genuanceerder, gelukkiger, logischer en onbevangener waren dan ik had verwacht.
Ik had altijd geloofd, want dat kreeg ik mee van de kerk, dat wereldse mensen de héle tijd bezigzijn om zich in bochten te draaien om voor zichzelf te kunnen verantwoorden dat ze God ontkennen. Ik had het idee meegekregen dat die wereldse mensen helemaal samen te vatten zijn als bezigzijn met wereldsheid. Toen ik een meisje van waterpolo een ander meisje van waterpolo zag troosten omdat haar konijn was overleden, kon ik dat me eigenlijk moeilijk bij wereldse meisjes voorstellen.
Ja, ik wìst ergens wel dat wereldse meisjes ook konijnen kunnen hebben, en dat ze daarvan houden, en dat ze verdrietig zouden zijn als dat konijn doodgaat. Maar dat was niet onderdeel van het plaatje wat ik had van wereldsheid, met alle TV, popmuziek, seks, drugs, geweld en wat daar nogmeer bijhoort. En toen ik ooknog dat troostende meisje hoorde praten over hoe het konijn nu naar de hemel was gegaan, was voor mij helemáál alles ondersteboven.
Volgens mijn kerkgenootschap gaan beesten niet naar de hemel, dat is voor mensen. Maar volgens mijn kerk proberen wereldse mensen ook juist God en de hemel in alles te ontkennen. Dus dat dat wereldse meisje het wèl over de hemel had, maar óók niet leek te snappen dat konijnen daar niet heengaan, dat kreeg ik niet in mijn wereldbeeld. En toen ik dus eruitflapte dat konijntjes niet naar de hemel gaan, was ik sociaal natuurlijk meteen het buitenbeentje in mijn team.
Daar snapte ik níéts van. Achteraf is het natuurlijk superduidelijk, maar toen zat ik nog zó in de bubbel waar ik in opgegroeid was, dat het totaal logisch was dat ik even herinnerde aan wat we in de kerk geleerd hadden over dat de hemel alleen voor mensen is, en niet voor dieren. Ik was dan zelfs aardig, want ik zorgde dat ze zich niet voor schut zette met dat soort onzin. En ik kon er niet anders tegenaankijken.
Uit die bubbel komen, toen ik ging studeren, was echt even pijnlijk. Er zijn mensen die zitten te wachten, zitten te hùnkeren om uit hun bubbel te breken, en die het ervaren als een bevrijding. Maar ik, en véél andere mensen, vond het helemaal geen leuke ervaring om te ontdekken dat de wereld groter, genuanceerder en ingewikkelder is dan wat ik had geloofd.
Je voelt je namelijk meteen een bekrompen sulletje als je ontdekt dat je in een bubbel hebt gezeten. Je merkt meteen dat je onbeholpen bent buiten je bubbel, omdat je gewoon niet weet hoe je ermee om moet gaan om buiten je bubbel te zijn. En al die status die je tochwel opgebouwd hebt binnen je bubbel, is niets waard buiten die bubbel. Als je probeert om die status te laten gelden buiten die bubbel, heb je mazzel als ze je alleenmaar raar vinden.
Ik was te schuchter om me daartegen af te zetten. Veel mensen gaan wel schoppen namelijk. Je hebt als je uit je bubbel komt niet meteen het idee dat je nu een bredere blik krijgt, of dat je eens kritisch moet zijn op wat je van je vorige bubbel geleerd hebt. Je eerste neiging is om extra kritisch te zijn op wat jouw oude bubbel tégenspreekt. En dat kan goedschiks of kwaadschiks.
Goedschiks is als je denkt dat al die arme zoekende mensen buiten jouw bubbel hun andere waarden en andere ideeën hebben vanwege een gebrek aan kennis en verlichting die jouw bubbel wel heeft. Dan kan je gaan prediken en die mensen verheffen. Kwaadschiks is om te denken dat die mensen dat allemaal expres doen, terwijl ze wel weten van de geweldige kennis binnen jouw bubbel, maar die om stomme of boosaardige redenen niet willen erkennen.
Allebei die dingen zijn soms waar. Héél soms. En bij heel afwijkende bubbels. Bij religieuze bubbels, of politieke bubbels, of andere sociale bubbels, zijn ze nooit waar. Maar ik kan wel zien dat dit soort denken wèl een keertje klopt bij mensen uit academische bubbels, zolang het over hun gebied van expertise gaat. En zelfs dan moet je oppassen, want de conclusies die jij trekt binnen je academische bubbel zijn wèl de conclusies van een academicus met academische waardes.
Het duurt even voordat je accepteert dat het gewoon ànders kan dan in je oude bubbel. En meestal komt dat besef pas als je in een nieuwe bubbel stapt. Maar in een nieuwe bubbel stap je niet in met dezelfde status, en in een nieuwe bubbel word je vaak eerst nog afgerekend op de bubbel waar je net uitkomt. Zelfs bubbels die er werk van maken nieuwe mensen binnen te halen, maken de overstap vaak niet makkelijk. Vaak moet je je toch bewijzen.
Daarnaast heb je ooknog dat je enorm veel te leren hebt. Nieuwe manieren van kijken naar de wereld, andere dingen belangrijk vinden, leren accepteren wat je eerder veroordeelde, dat is allemaal moeilijk en hard werk. Je bent van je boot gevallen, en nu is het spartelen in een zee van onzekerheid. En voor mij was de oplossing dan om zo snel als je kan op een nieuwe boot te klimmen.
Op mijn eerste studie als tienertje werd ik snel al bij de hand genomen en in nieuwe bubbels geïntroduceerd. Daar was ik dankbaar voor, en daar ging ik ook helemaal voor. Elke nieuwe bubbel was dè nieuwe bubbel voor mij, waarvan ik kon doen alsof het geen bubbel was, maar gewoon een groep mensen die de waarheid over de wereld begrepen, terwijl de meeste mensen in onze waarheid leefden maar hem gewoon niet snapten. Net als iedereen, net als èlke bubbel.
Dus ik zat al snel in de studentenbubbel, waar ik het niet lang volhield, en was al heel snel daarna in de krakersbubbel beland, die me beter vasthield. Via de krakersbubbel kwam ik in de dierenaktivisten-bubbel terecht, die een flinke overlap hadden. Van daaruit sprong ik over naar de feministenbubbel, wat één van de diepste en sterkste bubbels was die ik ooit gezien heb.
Terwijl ik in de feministenbubbel zat, kwam ik ook in de bubbel van het kunstwereldje terecht. Die bubbels hielpen elkaar versterken, want ze hadden respekt voor elkaar. Ik zat toen dubbel ingebubbeld, en dat was best stressvol. Sommige stukken van de ene bubbel zitten niet binnen de andere bubbel, dus al snel heb je de keus tussen een mentale spagaat dat je alles van allebei accepteert, òf iedereen moet verketteren die niet in allebei de bubbels tegelijk zit. Dat laatste is fijner, want dan kan je lekker oordelen over mensen die jou tochwel als hun bubbelgenoot willen houden. En jij bent meer incrowd geworden.
Heel veel bubbels geven het gevoel dat je onderdeel bent van een groepje dat de wereld begrijpt, terwijl de meeste mensen spartelen en dwalen in wat zij niet begrijpen, maar jij wel. Maar tegelijk hebben ook heel veel bubbels een ondertoon van slachtofferdenken. Heel veel bubbels voelen zich belaagd door de drommen die andere dingen willen dan de bubbel, en voelen zich bedreigd.
Dat is logisch. Mensen die zich bedreigd voelen, ballen samen. Dus dat is goed voor de bubbel, en daar gaat de bubbel dan naar staan. Mensen zijn altijd verbaasd als ik vertel over hoe de kerkelijke bubbels zo bang zijn voor afbraak van het Christelijk erfgoed, en de opmars van het wereldlijke. Over hoe dierenaktivisten niet zien hoe er steeds méér diervriendelijkheid in de wereld is gekomen, maar juist het idee hebben dat we afglijden naar meer dierenwreedheid.
Slachtofferdenken werkt het beste als het zwartwit is. Wij zijn de slachtoffers, en waar wij ons slachtoffer over voelen wordt dus veroorzaakt door de daders. Die daders wijzen wij aan, en die hebben zich als daders op te stellen, want anders vinden we ze huichelaars. Vooral de wat diepere slachtoffersektes kunnen heel boos worden als mensen erop wijzen dat ze meer onderdrukking dóén dan ondervinden, en die kunnen heel vijandig worden naar wie dat aanwijst.
Ik hoef denk ik niet uit te leggen dat het feminisme het duidelijkste voorbeeld is van een groep die juist veel privileges en respekt krijgt, maar er zo'n beetje om gáát dat ze doen alsof ze onderdrukt en aangevallen worden. Anders lees je hier maar. Maar ook de kunstwereld voelt zich belaagd, want die zien het feit dat de subsidies waar ze al levenslang van leven kunnen worden bevròren al als een bedreiging.
Maar ook toen ik uit die bubbels gebroken was, en had gezien hoe schadelijk, dom en kleinhoudend die bubbels zijn, kwam ik meteen weer in bubbels terecht. Als HR-kutje zit je absoluut in een bubbel. Als je ergens manager bent, zit je ook in een bubbel. Je vriendenkring verandert, daaraan merk je meteen dat je in een bubbel zit. En zelfs toen ik me aktief ging vrijvechten, en in de hoererij ging werken? Toen kwam ik in de hoerenbubbel terecht.
Dan heb ik het nieteens over van die typische hoerengemeenschappen zoals de Wallen, waar je tochwel een sociaal groepje vormde. Toen tenminste was dat nog zo, dat is wel vakkundig gesloopt door de gemeente Amsterdam. Ironisch kon ik juist op de Wallen niet goed aarden, ik was toch nog te naïef denk ik. Maar ookal was ik niet geaard daar, ik was tòch een Wallenmeisje, die vooral met Wallenmensen omging.
Hoeren als groep hebben ook een bubbel, en binnen die bubbel ook bubbeltjes, en die hebben gemeen met veel andere bubbels dat ze zich belaagd en onderdrukt voelen. Maar het grote verschil is, dat de hoeren dat met heel goede redenen zo voelen. Je kan in de wet zó lezen dat we als minderwaardig behandeld worden, en onderdrukt. Je kan het zien aan razzia's en aan speciale politiemachten, die ons laten berechten door speciale rechtbanken met speciale regels.
Ik zit dus in een bubbel. In bubbels, eigenlijk. Zoals zo'n beetje iedereen, die geen rare snuiter is die nergens inpast. Zelfs de alu-hoedjes hebben hun bubbel, en reken maar dat die sterk is. En dicht zit. Maar ik heb wel het voordeel dat ik tegenwoordig in meerdere bubbels tegelijk zit, en dus ook de wereld kan bekijken vanuit een bubbel die niet dezelfde overtuigingen deelt als mijn andere bubbels.
Nu zit ik in de hoerenbubbel. Ik zit nogsteeds bestwel in de thuisontvangstersbubbel, al ben ik geen thuisontvangster meer. Ik zit in de escortbubbel. Ik zit ook in de bubbel van mensen die seksueel niet strak in de norm zitten, al heb ik daar weinig binding mee. Ik zit óók in de studentenbubbel, en óók in de academici-bubbel. Twee heel verschillende bubbels, die wel wat overlap hebben. Maar die bubbels zijn helemaal losgezongen van mijn hoerenbubbel.
Ik zit in de ondernemersbubbel, ik zit in de bubbel van de datingwereld, ik zit in de bubbel van de politiek aktieve mensen, en dan eigenlijk vooral aan de kant van mensenrechten en privacy. Ik probeerde ook een beetje in de underground van de dissidentenwereld te komen, waar de interessantste mensen de interessantste informatie over vrijheid en privacy uitwisselen, maar daar blijken de echte interessante types allemaal technici, hackers en computergenieën te zijn, en de rest net als ik een beetje de plank mis te slaan.
Er zit overlap tussen mijn bubbels. Maar het is een diverser groepje bubbels dan de meeste mensen hebben, en als ik vanuit één bubbel kijk, zie ik hele andere dingen dan vanuit een andere bubbel. Dat is altijd heel ontnuchterend voor mij, en dat heb ik hard nodig om niet mee te worden gesleept in de overtuiging van mijn eigen bubbels. Het is goed voor me om te zien dat er veel niet met elkaar klopt in mijn wereldjes.
Ik wil helemáál niet zeggen dat ik daar uniek mee ben! Of dat ik zelfs maar bijzonder ben daardoor! Er zijn bestwel veel mensen met meerdere bubbels, en bestwel veel mensen die zien dat de verschillende bubbels niet overeenkomen met elkaar. Maar toch hebben mensen het er weinig over, en weten ze ookwel beter dan hun eigen bubbel te irriteren door te laten zien dat er ook andere perspektieven mogelijk zijn.
Wat speelt, en superbelangrijk is, en waar íédereen het over heeft in de ene bubbel, kan totaal onbekend zijn in de andere bubbel. Dat is voor mensen in die ene bubbel dan moeilijk om zich voor te stellen. Er zijn in mijn studiegebied op het moment verschuivingen aan de hand, die enorme gevolgen kunnen hebben voor de samenleving, en zelfs voor het leven op de planeet. Buiten het bubbeltje van mijn studieveld weet niemand er wat van, en zouden ze er weinig om geven als ze het wèl wisten.
De hoeren zijn al jaren een publiciteitsveldslag aan het voeren tegen de geoliede politieke machines van de verbiedertjes. We komen afentoe zelfs in de mainstream pers. Wij zien het als een doorlopend offensief, als een oorlog die al decennia woedt, als iets waar eb en vloed in zit, als een grote strijd met vele legendarische namen. Mensen van buiten de hoerenkwestie weten van niets. Die denken afentoe een kiftende hoer in een praatprogramma te zien, en beseffen niets van de rest van de strijd.
Ik hou niet van de hoerenbubbel. Ik hou van de mensen binnen de hoerenbubbel, echt heel veel, maar onze bubbel is een groot probleem. Niet dat we daar uniek in zijn hoor, heel veel bubbels zijn een groot probleem, maar als hoeren hebben we met genoeg dingen te schaften, dus dat we onszelf ooknogeens gaan saboteren door onszelf zo diep in te bubbelen met alle extra problemen die daarbij horen is wel dom.
Dat de hoeren een bubbel vormen is niet raar. We hebben allemaal toch een eigen sociaal kader, waar we samen dezelfde dingen ondervinden, en waar we elkaar in kunnen versterken. Je moet alleen wel altijd in het oog houden dat er meer is dan die bubbel, en dat die bubbel je blik naar buiten vervormt. Mensen van buiten denken niet hetzelfde als wij, zien niet hetzelfde als wij, en buiten onze bubbel gaat het gesprek over heel andere dingen. Dat laatste is vooral het verschil.
Hoerenaktivisten gaan daar vaak nat mee. Die zitten natuurlijk in de bubbel, dat is ook niet verkeerd, want je moet je achterban kennen. Maar hoerenaktivisten zijn meestal méér gebubbeld, terwijl een goede aktivist juist mensen van buiten kan aanspreken door over haar eigen bubbel héén te kijken. En dat doen we niet, we zijn bezig met de verhalen die in onze bubbel relevant zijn, niet met de verhalen die mensen buiten onze bubbel moeten horen.
Veel hoerenaktivisten gaan ervanuit dat als we maaer prediken, als we maar uitleggen wat we weten door te hebben geleerd van ons werk, dat mensen dan wel gaan inzien dat we gelijk hebben. Maar voor mensen buiten het vak is dat helemaal niet zo makkelijk. Die zien niet wat wij zien, en die vinden onze conclusies helemaal niet zo onontkoombaar als wij. Dus de zeggingskracht van wat we ze vertellen is heel veel minder dan we denken.
We denken ook dat we groot alarm moeten slaan, en daar komen initiatieven als Ugly Mugs vandaan. Waar vooral de verbiedertjes wat aan hebben, omdat die willen doen alsof ons leven één en al geweld is. Geweld van klanten en nepklanten is helemaal niet het probleem waardoor we in de verdrukking zitten. Ja, binnen onze bubbel lijkt het nuttig om te laten zien dat we naar noodgrepen moeten grijpen om te laten zien hoe afwijzend de overheid is. Maar als je gaat kijken naar wat het publiek buiten de bubbel gelooft, hebben die juist een realistische, gebalanceerde kijk nodig. Niet méér rel en méér doemdenken.
Binnen de hoerenbubbel is er veel misleiding doordat we flauwekul geloven. Wat we bijvoorbeeld telkens fout blijven doen, is één aanspreekpunt, één publiciteitsorganisatie proberen te hebben. Dat was zinnig in de tijd van de Rode Draad, die dat met heel veel werk wel aankon, in een minder diverse tijd, in een tijd dat het medialandschap zo'n konstruktie toestond. Maar we houden eraan vast terwijl het allang niet goed meer is.
Mensen van buiten zien dan telkens dezelfde gezichten, en die denken èn dat we allemaal achter dat ene gezicht zitten, terwijl we veel diverser zijn, èn dat er maar één sleetse stem is die ons verhaal vertelt, terwijl de verbiedertjes en moralisten telkens met nieuwe gezichten komen, telkens met nieuwe programma's, telkens met nieuwe misèreporno-shows met weer een fris blond snoetje dat op verontwaardigd onweer staat.
Dat ene aanspreekpunt hebben wordt vooral ingegeven doordat de politiek de hele tijd dramt dat we dat moeten doen. Want als er maar één stem is, hoef je alleenmaar die ene stem te smoren. Als er maar één onderhandelpartij is, valt er achterkamertjespolitiek te doen. Dat is níét in ons voordeel. Maar door onze bubbel trappen we er telkens weer in, want we zien niet wat er buiten speelt.
Politiek is vergif, maar wel vergif waar we niet omheen kunnen. En omdat zoveel partijen òf aktief ons proberen te bestrijden, òf ons afschepen omdat ze door één deur willen kunnen met de partijen die ons bestrijden, klampen we ons veel te hard vast aan de partijen die vriendelijk doen tegen ons. Ook als dat eigenlijk helemaal geen goed idee is.
Daar komt ook vandaan dat er bij de aktivisten best veel meiden naar de moderne politieke korrektheid toetrekken. "Woke" doen is best populair bij de aktivistische meiden, véél meer dan bij de gemiddelde sekswerker. En dat is omdat de woke groeperingen onze rechten in het vaandel hebben staan. Dus die partijen, en hun gedachtengoed, gaan er heel vriendelijk uitzien. En van die bubbel uit krijg je applaus voor je ideologisch welkome belijdenis. En omdat het een bubbel is, lijkt het alsof de hele wereld applaudisseert.
Helaas valt het in de praktijk vaak tegen, en wordt er door die partijen nogsteeds hard in het denkbeeld geloofd, en in ons slachtofferschap. En als je gaat kijken naar waaròm partijen vanuit die woke hoek onze rechten willen waarborgen, kom je erachter dat het ze vooral gaat om ons imago als vertrapte stervende rebellen, zoals ze graag ook homo's, transen en vrouwen afbeelden. Steun kunnen we best gebruiken, daar niet van, maar er zit een hoop bagage vast aan die associatie.
Dat zie je best duidelijk aan de impact die het heeft als aktivisten die woke framing gaan gebruiken voor hun aktivisme. Buiten hun bubbel wordt hun gedachtengoed niet geloofd, en ze steunen héél zwaar op de geloofsartikelen van de ideologie. Voor mensen van buiten, èn voor mensen die kritisch kijken naar die ideologie, heeft dat geen enkel gewicht. Ze komen dus vooral als geloofsmaniakken over, niet als mensen die iets nuttigs aankaarten.
We zijn al genoeg "anders" om het niet nòg ingewikkelder te maken met allemaal uit Amerika overgewaaide onderdrukkings-ideologie. En we hebben al genoeg te klagen, onderbouwd en bewijsbaar, zonderdat we onzichtbare en overdrachtelijke machten als onze onderdrukker moeten gaan aanwijzen. We hebben geen boeman nodig zoals de feministen, wij kunnen wetsvoorstellen aanwijzen.
Die bijziendheid is niet alleen in de hoerenbubbels hoor. In de privacywereld is het zo gemeengoed geworden dat de social media-platformen hun gebruikers als vee behandelen, dat de grote techbedrijven alle pretentie van ethiek hebben opgegeven, dat ze om met meer legaal twijfelachtige dingen weg te komen overheden helpen om de mensen te mennen en te bespioneren, dat het koddig lijkt om dat nòg een keer uit te leggen. Maar buiten die bubbel denkt iedereen dat Facebook gewoon handig is, en dat je dankbaar mag zijn dat het gratis is. Zo'n gul bedrijf joh. Van wat er allemaal gebeurt hebben ze geen idee. En dat idee wìllen ze ook niet.
Bubbels houden mensen binnen, maar bubbels houden ook kennis binnen. Juist omdat de mensen binnen die bubbel te weinig mengen met mensen buiten die bubbel. En omdat de kennis van binnen die bubbel niet zomaar met een foldertje of een soundbite over te dragen is, en je dus al interesse moet hebben voordat je die kennis gaat leren. Maar ook, omdat mensen aanvoelen dat kennis van binnen die bubbel niet wèlkom is bij mensen buiten die bubbel.
Mensen vinden het niet leuk om te weten dat de wereld nòg ingewikkelder is dan ze met al hun sores al moeten accepteren. Mensen vinden het bedreigend om te merken dat er heel veel gaande is waar ze de ballen niet van snappen. Mensen vinden het ook niet leuk als er andere kwesties zijn die aandacht wegtrekken van wat zijzelf belangrijk vinden, en waar zij zich zelf mee ingebubbeld hebben. Die mensen voelen dat als dingen ingewikkeld maken.
Bubbels houden niet alleen kennis bìnnen, maar ook kennis búíten. En dat is nog gevaarlijker. Wat jouw bubbel liever niet ziet aan kennis, dat geeft je bubbel niet aan je door. En omdat je bubbel je enige bron van kennis is, want je zit ingebubbeld weet je nog, krijg je dus belangrijke kennis niet. En als het naar binnen lekt in je bubbel, is iedereen om je heen die kennis aan het afwijzen en bagatelliseren.
Je kan zo'n beetje een bubbel uitgewerkt worden als je komt met kennis die niet welkom is in je bubbel. Dat heb ik bij de feministen wel gezien. Vrouwen die onderzoek gingen doen naar wat er nou ècht speelde, en dan met kennis kwamen die niet in het plaatje paste, werden gewoon weggekeken en niet meer uitgenodigd op bijeenkomsten. Die waren afvallig, en daar werd alleennogmaar slecht over gesproken.
Maar ik heb zelf bijvoorbeeld ook meegemaakt dat in de privacy-aktivisten-bubbel iedereen het eens was dat privacy belangrijk was, maar er natúúrlijk wèl een uitzondering moest kunnen worden gemaakt om die verschrikkelijke mensenhandel op te kunnen sporen waar de politie zonder speciale gluurwetten geen grip op krijgt. Niet alleen is dat gewoon een mentale spagaat, maar het laat ook zien dat je dan niets snapt van het mensenhandelcircus.
Ik heb dus flink uit zitten leggen hoe het mensenhandelcircus werkt. Ik had eigenlijk gedacht, omdat wat ik vertel veel méér past in het gedachtengoed van de privacy-aktivisten dan een rare uitzondering waarbij spioneren opeens koosjer is, dat ze het makkelijk zouden accepteren. Maar dat bleek helemaal niet zo te zijn. De meeste mensen deden alsof ik niets geschreven had en negeerden het, en weer anderen kwamen met wat slappe verhaaltjes dat ik het wel niet goed begrepen zou hebben.
Na wat peuren en navragen bij mensen waar ik respekt voor heb, maar die toch nogal slapjanussen waren geweest bij dat gesprek, besef je dan dat het komt omdat het de bubbel zou betrekken bij een strijd waar de bubbel helemaal geen deel van uitmaakt. De mensenhandeltoestand is een goed voorbeeld van waar privacy-schending totaal over de kop gaat, maar de privacy-aktivisten willen zich aan zoiets kontroversieels niet branden.
Ik was wel verbaasd. De privacy-aktivisten zitten namelijk best verlegen om voorbeelden van misbruik van privacy-schendingen, op een nivo dat mensen begrijpen. Het wordt vooral veel meta gespeeld nu. Dit zou een geweldig, aktueel, beeldend voorbeeld zijn. Maar juist omdat het zo aktueel is, en de media zo zwaar voordeel geeft aan de heksenjacht, willen ze er niet aan. Ik vind dat wel slap trouwens. Valt me tegen van mijn bubbeltje.
Ze hebben me er niet uitgewerkt, maar ik heb wel een reputatie opgedaan, en daardoor word ik minder geaccepteerd. Voor je het weet, lijken ze te denken, zal ik wel weer met iets ingewikkelds en onwelkoms komen. Laten we ons aan haar niet branden. Minder extreem dan je in andere bubbels ziet, dat wel, maar het is er nogsteeds. Wat ze achter mijn rug over me zeggen weet ik niet, maar het lijkt niet heel erg te zijn, anders had ik wel meer gezien dat ze me met de nek aankijken.
Je zal als je tot hier hebt gelezen wel denken dat ik toch een groot ding heb gemist. Het nieuws. Iedereen krijgt ongeveer hetzelfde nieuws voor zijn neus. Iedereen kent in ieder geval wel de krantenkoppen, en zóveel verschil is er niet meer tussen kranten. In de tijd van internet heb je nu.nl, en dat leest zo'n beetje iedereen, dus dan ben je toch niet gebubbeld?
Het nieuws brengt inderdaad nieuws vanuit andere bubbels naar jou, in je eigen bubbel. Daardoor kan je eigen bubbel je niet helemaal insluiten. Maar tegelijk zal je best gemerkt hebben dat je over het nieuws veel kritischer bent als het tegen het verhaal van je eigen bubbel ingaat, en je het allemaal wel gelooft als het niets temaken heeft met je eigen bubbel. En je het ook niet belangrijk vindt. En het gewoon van je afglijdt.
Daar heb je alleen wel het probleem mee dat het nieuws helemaal niet neutraal is. De nieuwsmedia zijn hun eigen bubbel, en vooral de populaire nieuwsmedia zijn dat. Want met een beetje bias krijgt berichtgeving sjeu, en wordt het een verháál inplaatsvan een opsomming. En de bubbel waarvanuit dat komt is de journalistenbubbel. Want journalisten zitten bestwel in een stevige bubbel, en denken net als iedereen dat hun bubbel de enige met een echte volledige blik is.
Journalisten krijgen vaak kritiek over de onbalans in hun bubbel, maar daar trekken ze zich niets van aan. Wat de buitenstaander wil van de journalist, namelijk gewoon weten wat er nou ècht speelt, is niet wat de journalist belangrijk vindt. De journalist weet best dat mensen in verhalen denken, en die wil niet droge opsommingen geven die mensen in hun eigen verhaal inpassen. Die wil juist mensen het verhaal van zijn bubbel inprenten.
Ze zijn meer verhalenvertellers dan toeschouwers. En dat zorgt ervoor dat de bubbel waarin de journalist leeft heel belangrijk is, want dat verhaal is nou juist heel erg beïnvloed door de bubbel van die journalist. Die geeft die draai niet aan zijn berichtgeving omdat hij je bewust aan het manipuleren is, maar omdat hij eerlijk gelooft dat het zo ìs. En daarom is die "manipulatie" ook zo naïef en doorzichtig dat het je opvalt. En je irriteert.
De journalistenbubbel is er eentje die vooral belangrijk vindt, wat de journalisten zich belangrijk laat voelen. Als een journalist wordt geroemd om zijn moed dat hij vanuit een gevaarlijke plek verslag doet, is dat meteen belangrijk nieuws. Als een journalist verslag doet van iets waar een maatschappelijke rel over ontstaat, is dat ook belangrijk, ook als de rel tussen een handvol extremisten is en nergens over gaat.
Maar het hoeft niet alleen de nieuwsconsument te zijn die de journalist zich belangrijk laat voelen. Journalisme is geen vetpot, en journalisten hebben daarom veel respekt voor geld. En dus voor rijke mensen. Kijk maar hoe rijke idioten in het nieuws komen. Kijk maar hoeveel respekt er is voor iedereen met geld. En grote bedrijven met persbudgets die toestaan om journalisten leuk te ontvangen met een hapje en een drankje komen ook leuk in de pers.
Het werkt ook de andere kant op, bijvoorbeeld met de politiek. Er is veel eerbied voor de politiek bij de journalisten, ookal hebben die een veel betere plek vooraan in het circus van het gekloot en het gesjacher dan wie ook. En dat komt omdat journalisten die netjes knikken en buigen voor de eerbiedwaardige politici veel meer nieuwtjes loskrijgen bij de politieke organisaties, dan de kritische speurneuzen. En resultaat telt.
Dat is niet alleen in Nederland zo trouwens. De voornaamste reden dat Trump altijd zo slecht in de pers kwam is omdat hij toen hij aantrad als president de pers geschoffeerd heeft, nadat die hem tijdens de campagnetijd zo geschoffeerd hadden. Obama was in veel opzichten geen haar beter als president, maar die smeerde de pers meer stroop om de mond dan wie ook. Die werd dus opgehemeld. Dingen waarvoor Trump verguisd wordt, deed Obama ook. Maar daar hoorde je nooit wat over.
Wat je vanuit de pers krijgt is dus scheef en beperkt. En met de gebeurtenissen van de afgelopen jaren is er ooknog steeds meer censuur bijgekomen. Wat de macht niet wil dat je hoort, dat poetsen ze gewoon weg. Je zou verwacht hebben dat de journalisten, de verdedigers van het vrije woord, daartegen op hun achterste benen zouden gaan staan. Maar dat is dus hélemaal niet gebeurd.
De reden is vrij plat. Journalisten snappen meestal weinig van waar ze over schrijven, en ze vinden het vooral prettig om eens niet voor schut gezet te worden als ze een verhaal neerzetten. Ze krijgen best veel over zich heen, terwijl ze toch hun best wel doen. En als je dan de steun krijgt dat iedereen die tegen jouw verhaal ingaat wordt gecensureerd, geeft dat een rust, een voldoening en een gevoel van erkènning die erg makkelijk zijn om te accepteren. Eindelijk eens de autoriteit zijn waarnaar geluisterd moet worden is fijn.
Ik zal maar niet uitleggen over welke dingen ik het heb. Want dan krijg ik dit stukje alwéér niet geplaatst.
Nieuws heeft vaak al een oordeel ingebakken. En als dat oordeel niet is wat het oordeel van jouw bubbel is, dan irriteert dat. Dan merk je het op. Als je bubbel niets beslist heeft over het nieuwsartikel, neem je ongemerkt het oordeel uit de krantenkop gewoon over. Ook als het niet logisch is dat je er wat om geeft. Zoals bijvoorbeeld bij de stortvloed aan achterklap-nieuws waar mensen gretig in lezen, terwijl het gaat over dingen en mensen die er eigenlijk voor niemand toe zouden hoeven doen.
Dat achterklap-nieuws is een voorbeeld van hoe raar mensen met nieuws omgaan. Je zal wel gezien hebben dat er mensen telkens in het nieuws komen die alleenmaar beroemd zijn omdàt ze beroemd zijn. Niet omdat er iets belangrijks aan ze is. Dat wordt gelezen, lekker toegankelijk oordelen en voyeuristisch zijn over een beroemdheid. Dat de consument dat leest, is omdat het hem zo makkelijk wordt voorgeschoteld. Dat de journalist het bijhoudt, is omdat zijn consumenten het kennelijk graag lezen. En zo gaat dat in een kringetje, waarbij echte nieuwswaarde voor niemand belangrijk is.
Maar tegenwoordig heb je meer dan alleen de pers en de TV om je nieuws uit te halen. Je hebt immers social media. De nieuwsmedia vinden social media maar een bedreiging, en hameren er ook subtiel en minder subtiel op dat je nieuws dat je via social media krijgt, minder kan vertrouwen dan als het door een ècht nieuwskanaal wordt gebracht. Dat werkt natuurlijk niet, want mensen kunnen ookwel zien dat de nieuwsmedia nogal losjes met de kwaliteit en de waarde omgaan.
Zijn social media dan beter? Zeker niet. Social media zijn verschrikkelijk als het gaat om nieuws, want ze zijn uitgekiend om je precies te voeren wat er bij je bubbel past, en ze maken je bubbel zo alleenmaar sterker. Op een manier dat je je het meest thuisvoelt in je social media bubbel. En dus lekker veel tijd en lekker veel vertrouwen stopt in wat dat social media bedrijf je voert.
Dat is met de jaren steeds handiger en geniepiger geworden. Niet alleen doordat ze niet meer per bubbel kijken wat voor nieuws je gevoerd moet krijgen, maar per persoon. Er is steeds meer computerkracht voor vrijgekomen. De algoritmes zijn steeds subtieler en ingrijpender geworden. En van vooral jouw-bubbel-nieuws is het nu gegaan naar jou-in-je-bubbel-houd-nieuws.
Gek genoeg vóélt dat andersom. Want naast een gecensureerde vloed van nieuws uit je eigen bubbel, waar het algoritme minder voorkeur geeft aan eigen-bubbel-nieuws wat jou niet aan zou staan, krijg je namelijk tegenwoordig óók nieuws dat tegen je bubbel ingaat te zien, vaak met commentaar van een sterke bubbelgenoot eromheen. Nieuws wat jouw bubbel stuk probeert te maken.
Want als jij afentoe te zien krijgt hoe vijandig en mentaal gevaarlijk de wereld buiten jouw bubbel is, kruip jij dieper in je bubbel weg. Dus bubbel-bedreigend nieuws, vooral als het niet overtuigend voor jou gaat zijn, maar je waarden wel aanvalt, voert je algoritme graag aan je. Vooral als je het vlaggetje "kritisch persoon" hebt gekregen. Dan kan je je daar lekker boos over maken.
Heel veel nieuws is boosmaaknieuws. Niet alleen op social media, kijk maar in de kranten. De reden dat zoveel nieuws negatief is, is omdat boosmaken verkoopt. Boosmaken voelt relevant, boosmaken voelt machtig, boosmaken voelt alsof het ertoe doet. Ook als het gaat om iets wat niet belangrijk is, wat niets met jou temaken heeft, en waar jij geen invloed op hebt. Boosmaken verkoopt. Het voelt duidelijk, het voelt nuttig, en het voelt rechtvaardig. Dat voelen mensen graag.
Binnen je bubbel zie je alleen je bubbel. En eigenlijk zie je alleen de aktieve, aktivistische voorhoede van je bubbel. De drommen die er achteraanhollen, die zeggen weinig en die zie je niet. Dus je ziet een klein groepje van een klein groepje. En niet toevallig, dat is het extreme randje van je bubbel. Daar trek je vanzelf naartoe, als dat je grootste invloed is. Zo radikaliseert je bubbel je.
Tegelijk zorgt zo'n mediabedrijf dat je niets vervreemdends tegenkomt. De rauwe randjes van je bubbel worden eerst bij je weggehouden, en dan rustigaan verteerbaar gemaakt. Als jij bij alles wat je ziet een mening hebt, blijf je geëngageerd. Als jij denkt dat je niet op je plek bent, overdonderd wordt, het niet meer snapt, of het saai en ver van je bed vindt, haak je af en ga je wat nuttigs doen. En dat willen ze helemáál niet.
Social media voert jou radikale boosmaakdingen over andere bubbels, en vooral een warm bad vanuit je eigen bubbel. En liefst hebben ze dat jij zelf dingen plaatst die niemand tegen de schenen schopt, zodat ze met een paar van je vrienden je dinerfoto's en je strandselfies uit kunnen wisselen. Dan ben jij geïnvesteerd in hun platform zodat je iets hebt om te blijven tuinieren, terwijl zij je verder hun platform intrekken en je kunnen manipuleren.
Social media lééft van bubbels. Ze willen geen allegaartje van gebruikers met hun eigen inzichten, ze willen bubbels mensen. Want mensen zijn makkelijker verkoopbaar als duidelijk afgebakende groepen, zijn makkelijker beïnvloedbaar als ze gemeenschappelijke thema's hebben, en zijn afhankelijker van de goedkeuring van hun bubbelgenoten als ze voelen dat die bubbel één mening heeft over een gemeenschappelijk thema. Jou in je bubbel krijgen is je verkoopbaar maken.
Het zal ze aan hun reet roesten in welke bubbel jij zit. Het zal ze aan hun reet roesten wat die bubbel gelooft, en hoe waar dat is. Het zal ze zèlfs aan hun reet roesten of je bubbel gezond of legaal is, of je in de problemen komt door je bubbel, of of je uberhaupt wel in die bubbel thuishoort. Zolang ze je maar hebben. Zolang jij maar gevangen bent. Vee moet achter een hek.
Mensen halen wat normaal is voor hen, uit wat hun bubbel normaal vindt. Als dat bubbelgedrag steeds minder genuanceerd wordt, wordt de betrokkenheid van de bubbelgenoten groter, wordt de samenhang groter, en zolang dat maar veiliggehouden wordt tegen doorprikken, kan zo'n bubbel best strak voor die mensen hun gedrag bepalen. Dat zorgt dat die mensen keiharde grenzen gaan stellen aan wat ze normaal vinden, en dus ook keihard oordelen over wie daar buiten valt.
Dat samentrekken van die bubbels is zoetjesaan sterker geworden. Ik weet nog dat járen geleden ik met veel plezier kon lezen hoe KSP op Twitter grote beroemdheden uit het mensenhandelcircus provoceerde tot een discussie, en ze dan filéérde met feiten, en publiek voor schut zette door te laten zien hoe weinig er klopte van wat die mensen beweerden. Dat zorgde voor wat interesse bij de mensen, en dat droeg bij aan het publieke debat. Een beetje. Op die vierkante centimeter.
Twitter heeft KSP al jaren geleden geshadowbanned, dus van het platform af gewerkt, maar tegenwoordig zou het ook niet meer kùnnen wat ze deed. Twitter is niet meer openbaar te lezen of te doorzoeken zonder ingelogd te zijn, en als je een account hebt wordt zorgvuldig gecensureerd wat je te zien krijgt. Als openbaar platform heeft het afgedaan. Daarnaast kunnen accounts zelfs bepalen dat ze niet aangesproken kunnen worden door anderen. Allemaal om dat bubbeldoorprikken maar tegen te gaan. Het heeft alle waarde verloren. Je hebt veel minder bereik dan je denkt.
Ooit had Twitter bestaansrecht omdat het juist door de guerilla journalism dat het toestond zo relevant was. Maar sinds ze groot zijn geworden, en minder een microblog-aggregator en meer een ego-plakbord zijn geworden, willen ze daarvan af. En daarmee snijden ze zich wel in de vingers, want dan krijg je geen rel meer, zoals je vroeger op het oude Twitter de hele tijd had. Maar die gesneden vinger weegt niet op tegen hoe corporate-vriendelijk Twitter ervan wordt, en dat zijn de kopers van hun vee. Jammer van die rellen dan maar.
En mensen zoeken die rellen. Niet expres, maar een rel trekt altijd de aandacht. Ook van die mensen die erover tut-tutten dat zo'n rel niet netjes is, en dat we er toch beschaafd over moeten praten. Rellen trekken de aandacht, ook van mensen die er niets mee temaken hebben, ook van mensen die er niets van snappen, ook van mensen die het onderwerp niet interessant vinden. Want de rèl is opwindend.
Dat wordt verkeerd geïnterpreteerd als dat die rellen danook belàngrijk zijn. Door het nieuws, en vooral door de politiek. Dat verklaart ook meteen waarom een zootje mensen die zich aan een snelweg vastplakken of hun trekker op het Malieveld parkeren als grote sociale thema's worden behandeld. En als de rel voorbij is, gaat de aandacht voor het onderwerp ook weg. Dat blijft mensen maar verbazen. Maar social media bedrijven léven ervan dat zij dat wèl begrijpen. Behalve Twitter dan.
Wat erger is, de media en politiek zien zo'n rel niet alleen als iets wat belangrijk is, en breed uit de maatschappij komt, maar ook iets wat zorgvuldig doordacht is, en niet gewoon de waan van de dag kan zijn. Ja, de politiek krijg je niet uit de waan van de dag wàt je ook doet, maar als ze denken dat zo'n rel dat nou net juist níét is, gaan ze dubbel fout. En gaan ze wetten maken. En dat is het ergste wat ze kunnen doen.
Social media worden door de pers en politiek behandeld als een manier om de vinger aan de pols van de samenleving te houden, zonderdat ze zich realiseren dat het een nogal vervormd beeld van een nogal onrepresentatief deel van de samenleving is, waar ze naar kijken. Maarja, als je vooral mensen kent via social media, lijkt het snel alsof iedereen heel aktief op social media zit.
Wat natuurlijk wèl een voordeel is van opinies peilen op social media, is dat het een mogelijkheid geeft om een idee te krijgen van hoe populair sommige ideeën zijn zonderdat er een Maurice de Hond tussen zit met zijn enquetes. Want zelfs politici snappen wel dat met een poll van zo'n pollster minstens de helft van de uitslag niet de mening van de bevolking is, maar van de Maurice de Hond die de poll uitvoert.
De social media sites hebben geen waarde. De enige reden dat je er komt is de gemeenschappen die zich erop gevormd hebben. Dat vormen gebeurt terwijl er veel meer vrijheid is. Pas als je vastzit aan je gemeenschap, en je om weg te gaan zou moeten breken met je kontakten, beginnen ze je in te kapselen, en beginnen ze je te beperken en te besturen. Daarom vinden de investeerders het ook prima om járenlang miljoenenverliezen te boeken. Het wordt later wel uit de gemeenschappen geperst.
Social media is onbelangrijk. Ja, het wordt als heel belangrijk gezien door het vee wat het bijeengedreven heeft, en ook door pers en politiek, vooral omdat het makkelijk te doorzoeken is en per bubbel voor je politieke karretje te spannen is, maar het doet niets nuttigs voor je. Het beperkt je, terwijl het je het gevoel geeft dat het je verbreedt. Maar het is wel waar het nieuws rondgaat, dus ik ontkom er niet aan om toch mee te lezen.
Daarom had ik tot kort geleden flink wat social media accounts. Meestal van die accounts met alleen een nummer als naam, en een lege bio, want schrijven deed ik daar niet. Ik las alleen mee. En als je dan niet meteen in een bubbel gevangen wil zitten, moet je meerdere accounts hebben, want dan kan je in meerdere bubbels meekijken. Ik had dus ook meerdere hengeltjes in meerdere bubbeltjes, om mijn nieuws binnen te blijven halen.
En ook een social media account met mijn eigen gezicht erop, met mijn buurtjes en vriendinnen, mijn eigen naam, en stomme foto's van mijn eten 's avonds. Want het wordt als verdacht gedrag gezien als je helemaal niets met social media doet, dus ik heb iets om dat verdachte gat mee op te vullen, zodat dàt in ieder geval geen verdenking oproept. Elke keer als ik er iets opzet maakt het me ongemakkelijk. Het voelt zo onecht, en dat is dan het énige waar echt mijn echte naam op staat!
Mijn accounts waar ik een inkijkje mee krijg in andere bubbels dan waar de social media bedrijven me willen hebben, sneuvelen één voor één. Langzaam sluit het net. Er wordt, onder het mom van "veiligheid," steeds meer gecontroleerd wie de persoon achter elke account is. Niet alleen omdat ze àlles van èlke "klant" willen weten, maar ook omdat ze beheersing willen over wat er met hun bubbels gebeurt. Dus anonieme accounts zijn een bedreiging voor de bubbeling. Die zorgen dat ze minder grip hebben op wat jij te zien krijgt.
Elke keer dat er weer een account op slot gaat tot ik "two factor authentication" heb aangezet, probeer ik nogwel om de boel weer open te krijgen, maar het is een verloren strijd. Ze willen elke account aan een persoon verbinden, en daarvoor is je telefoon natuurlijk het geschiktste. Want je telefoon, dat bèn jij. Mensen hebben geen idee hoe erg je zakspion voor de techbedrijven werkt, inplaatsvan voor jou.
Als ze zouden willen, zou er best een alternatief zijn voor betere security. Maar dat willen ze niet. Het gaat niet om veiligheid. Niet jouw veiligheid, tenminste. Het gaat om de veiligheid dat jij geen informatie krijgt die de bubbel waarmee ze je manipuleren zou doorprikken. Hoe meer ze je informatie kunnen beheersen, hoe meer invloed ze hebben op wat jij denkt, en vooral wat jij normáál vindt.
Maar ik heb een blogje. Een simpel blogje, gewoon tekst, met wat koppelingetjes en heel afentoe een plaatje. Dat blogje wordt gehost door een grote techreus, dus die wordt niet zomaar geshadowbanned. Goed, ik krijg niet de plek in de zoekmachines die mijn blog op basis van de prestaties wel verdient, maar ik bèn er nog. En iedereen, uit elke bubbel, kan mijn website bezoeken. En iedereen kan lezen. Een inkijkje naar buiten hun bubbel, en in de mijne. Dat er een andere normaliteit kan zijn.
Het zou een mooier internet zijn als er meer blogjes waren waar je gewoon terechtkon om eens buiten je bubbel te kijken. Dat internet bestond ooit ook, maar was toen niet zo toegankelijk, en was vooral voor nerds. Nu wordt het internet rustig opgevroten door de mediagiganten, en dat is maar weinig mensen duidelijk. Want die zitten niet in een bubbel waar die informatie serieus wordt genomen, of zelfs maar beschikbaar is.
Mijn blogje wordt gelezen door heel veel verschillende mensen, uit heel veel verschillende bubbels, voor heel veel verschillende redenen. Ja, hoeren zijn enorm oververtegenwoordigd. En ik krijg ook meer aandacht van politie en justitie dan je zou denken. Maar ik bereik ook heel veel mensen die voor de rest geen inkijk zouden krijgen in de hoerenwereld en de kwesties die we te verteren hebben.
De censuur op mijn blog is misschien ookwel zo strak en zo snel omdàt mijn blogje in veel bubbels wordt gelezen als een dissident geluid. Als ik kijk naar hoe mijn blogje wordt aangehaald door andere mensen, zie ik veel verbazing. Ik voldoe niet aan de verhalen die in andere bubbels rondzingen over hoeren. En die vervreemding van de verhalen van je bubbel, die ontnuchtering waardoor je opeens ziet dat er meer is dan je bubbel, daar hebben de mediabedrijven de pleuris aan.
In mijn eigen bubbels is mijn blogje ook nergens helemáál thuis, en nergens helemáál welkom. Het past nergens helemaal perfekt in. Sommige van mijn bubbels zijn zelfs helemaal niet passend bij mijn blogje. Dat is omdat mijn blogje van mij is. Het is persoonlijk, het is mijn eigen kijk, mijn eigen ervaringen, en niet herkauwen van wat mijn bubbels me geven. En dat soort eigen perspektieven, zonder de consensus, zou ik graag vaker op internet lezen. Ik zie daar waarde in.
Dat was waar ik mee opgegroeid was, en dat was normaal. Ik kwam niemand tegen die dat niet gewend was, die dat niet normaal vond. En ik kon me eigenlijk niet voorstellen dat je anders kòn leven. Ja, ik hoorde natuurlijk genoeg over dat er mensen waren die wel anders leefden, maar ik kon me niet echt een realistisch beeld bedenken hoe hun leven eruit moest zien. Wat ik me bedacht, was dat ze wel erg veel tekort moesten komen.
Pas toen ik op waterpolo ging, een heel eind uit het dorp, in een stadje wat voor mij aanvoelde als een enorme wereldstad, kwam ik mensen tegen van buiten die bijbeldorpse bubbel. Dat was ook iets waar mijn moeder zich een beetje zorgen over had gemaakt, en waar mijn opa me voor had gewaarschuwd. Ik wist dat ik nu mensen van buiten ging ontmoeten, en toch was het heel verwarrend en verrassend.
De meiden op mijn waterpolo-team vond ik enòrm werelds. Nu ik terugkijk zie ik dat ze eigenlijk zo werelds niet waren, en nogsteeds flink kerkelijk en nogsteeds minder werelds dan de gemiddelde Nederlander, maar toen was het echtwel een beetje een schok voor me. Ten eerste omdat ze bestònden, maar ten tweede ook omdat ze zoveel menselijker, genuanceerder, gelukkiger, logischer en onbevangener waren dan ik had verwacht.
Ik had altijd geloofd, want dat kreeg ik mee van de kerk, dat wereldse mensen de héle tijd bezigzijn om zich in bochten te draaien om voor zichzelf te kunnen verantwoorden dat ze God ontkennen. Ik had het idee meegekregen dat die wereldse mensen helemaal samen te vatten zijn als bezigzijn met wereldsheid. Toen ik een meisje van waterpolo een ander meisje van waterpolo zag troosten omdat haar konijn was overleden, kon ik dat me eigenlijk moeilijk bij wereldse meisjes voorstellen.
Ja, ik wìst ergens wel dat wereldse meisjes ook konijnen kunnen hebben, en dat ze daarvan houden, en dat ze verdrietig zouden zijn als dat konijn doodgaat. Maar dat was niet onderdeel van het plaatje wat ik had van wereldsheid, met alle TV, popmuziek, seks, drugs, geweld en wat daar nogmeer bijhoort. En toen ik ooknog dat troostende meisje hoorde praten over hoe het konijn nu naar de hemel was gegaan, was voor mij helemáál alles ondersteboven.
Volgens mijn kerkgenootschap gaan beesten niet naar de hemel, dat is voor mensen. Maar volgens mijn kerk proberen wereldse mensen ook juist God en de hemel in alles te ontkennen. Dus dat dat wereldse meisje het wèl over de hemel had, maar óók niet leek te snappen dat konijnen daar niet heengaan, dat kreeg ik niet in mijn wereldbeeld. En toen ik dus eruitflapte dat konijntjes niet naar de hemel gaan, was ik sociaal natuurlijk meteen het buitenbeentje in mijn team.
Daar snapte ik níéts van. Achteraf is het natuurlijk superduidelijk, maar toen zat ik nog zó in de bubbel waar ik in opgegroeid was, dat het totaal logisch was dat ik even herinnerde aan wat we in de kerk geleerd hadden over dat de hemel alleen voor mensen is, en niet voor dieren. Ik was dan zelfs aardig, want ik zorgde dat ze zich niet voor schut zette met dat soort onzin. En ik kon er niet anders tegenaankijken.
Uit die bubbel komen, toen ik ging studeren, was echt even pijnlijk. Er zijn mensen die zitten te wachten, zitten te hùnkeren om uit hun bubbel te breken, en die het ervaren als een bevrijding. Maar ik, en véél andere mensen, vond het helemaal geen leuke ervaring om te ontdekken dat de wereld groter, genuanceerder en ingewikkelder is dan wat ik had geloofd.
Je voelt je namelijk meteen een bekrompen sulletje als je ontdekt dat je in een bubbel hebt gezeten. Je merkt meteen dat je onbeholpen bent buiten je bubbel, omdat je gewoon niet weet hoe je ermee om moet gaan om buiten je bubbel te zijn. En al die status die je tochwel opgebouwd hebt binnen je bubbel, is niets waard buiten die bubbel. Als je probeert om die status te laten gelden buiten die bubbel, heb je mazzel als ze je alleenmaar raar vinden.
Ik was te schuchter om me daartegen af te zetten. Veel mensen gaan wel schoppen namelijk. Je hebt als je uit je bubbel komt niet meteen het idee dat je nu een bredere blik krijgt, of dat je eens kritisch moet zijn op wat je van je vorige bubbel geleerd hebt. Je eerste neiging is om extra kritisch te zijn op wat jouw oude bubbel tégenspreekt. En dat kan goedschiks of kwaadschiks.
Goedschiks is als je denkt dat al die arme zoekende mensen buiten jouw bubbel hun andere waarden en andere ideeën hebben vanwege een gebrek aan kennis en verlichting die jouw bubbel wel heeft. Dan kan je gaan prediken en die mensen verheffen. Kwaadschiks is om te denken dat die mensen dat allemaal expres doen, terwijl ze wel weten van de geweldige kennis binnen jouw bubbel, maar die om stomme of boosaardige redenen niet willen erkennen.
Allebei die dingen zijn soms waar. Héél soms. En bij heel afwijkende bubbels. Bij religieuze bubbels, of politieke bubbels, of andere sociale bubbels, zijn ze nooit waar. Maar ik kan wel zien dat dit soort denken wèl een keertje klopt bij mensen uit academische bubbels, zolang het over hun gebied van expertise gaat. En zelfs dan moet je oppassen, want de conclusies die jij trekt binnen je academische bubbel zijn wèl de conclusies van een academicus met academische waardes.
Het duurt even voordat je accepteert dat het gewoon ànders kan dan in je oude bubbel. En meestal komt dat besef pas als je in een nieuwe bubbel stapt. Maar in een nieuwe bubbel stap je niet in met dezelfde status, en in een nieuwe bubbel word je vaak eerst nog afgerekend op de bubbel waar je net uitkomt. Zelfs bubbels die er werk van maken nieuwe mensen binnen te halen, maken de overstap vaak niet makkelijk. Vaak moet je je toch bewijzen.
Daarnaast heb je ooknog dat je enorm veel te leren hebt. Nieuwe manieren van kijken naar de wereld, andere dingen belangrijk vinden, leren accepteren wat je eerder veroordeelde, dat is allemaal moeilijk en hard werk. Je bent van je boot gevallen, en nu is het spartelen in een zee van onzekerheid. En voor mij was de oplossing dan om zo snel als je kan op een nieuwe boot te klimmen.
Op mijn eerste studie als tienertje werd ik snel al bij de hand genomen en in nieuwe bubbels geïntroduceerd. Daar was ik dankbaar voor, en daar ging ik ook helemaal voor. Elke nieuwe bubbel was dè nieuwe bubbel voor mij, waarvan ik kon doen alsof het geen bubbel was, maar gewoon een groep mensen die de waarheid over de wereld begrepen, terwijl de meeste mensen in onze waarheid leefden maar hem gewoon niet snapten. Net als iedereen, net als èlke bubbel.
Dus ik zat al snel in de studentenbubbel, waar ik het niet lang volhield, en was al heel snel daarna in de krakersbubbel beland, die me beter vasthield. Via de krakersbubbel kwam ik in de dierenaktivisten-bubbel terecht, die een flinke overlap hadden. Van daaruit sprong ik over naar de feministenbubbel, wat één van de diepste en sterkste bubbels was die ik ooit gezien heb.
Terwijl ik in de feministenbubbel zat, kwam ik ook in de bubbel van het kunstwereldje terecht. Die bubbels hielpen elkaar versterken, want ze hadden respekt voor elkaar. Ik zat toen dubbel ingebubbeld, en dat was best stressvol. Sommige stukken van de ene bubbel zitten niet binnen de andere bubbel, dus al snel heb je de keus tussen een mentale spagaat dat je alles van allebei accepteert, òf iedereen moet verketteren die niet in allebei de bubbels tegelijk zit. Dat laatste is fijner, want dan kan je lekker oordelen over mensen die jou tochwel als hun bubbelgenoot willen houden. En jij bent meer incrowd geworden.
Heel veel bubbels geven het gevoel dat je onderdeel bent van een groepje dat de wereld begrijpt, terwijl de meeste mensen spartelen en dwalen in wat zij niet begrijpen, maar jij wel. Maar tegelijk hebben ook heel veel bubbels een ondertoon van slachtofferdenken. Heel veel bubbels voelen zich belaagd door de drommen die andere dingen willen dan de bubbel, en voelen zich bedreigd.
Dat is logisch. Mensen die zich bedreigd voelen, ballen samen. Dus dat is goed voor de bubbel, en daar gaat de bubbel dan naar staan. Mensen zijn altijd verbaasd als ik vertel over hoe de kerkelijke bubbels zo bang zijn voor afbraak van het Christelijk erfgoed, en de opmars van het wereldlijke. Over hoe dierenaktivisten niet zien hoe er steeds méér diervriendelijkheid in de wereld is gekomen, maar juist het idee hebben dat we afglijden naar meer dierenwreedheid.
Slachtofferdenken werkt het beste als het zwartwit is. Wij zijn de slachtoffers, en waar wij ons slachtoffer over voelen wordt dus veroorzaakt door de daders. Die daders wijzen wij aan, en die hebben zich als daders op te stellen, want anders vinden we ze huichelaars. Vooral de wat diepere slachtoffersektes kunnen heel boos worden als mensen erop wijzen dat ze meer onderdrukking dóén dan ondervinden, en die kunnen heel vijandig worden naar wie dat aanwijst.
Ik hoef denk ik niet uit te leggen dat het feminisme het duidelijkste voorbeeld is van een groep die juist veel privileges en respekt krijgt, maar er zo'n beetje om gáát dat ze doen alsof ze onderdrukt en aangevallen worden. Anders lees je hier maar. Maar ook de kunstwereld voelt zich belaagd, want die zien het feit dat de subsidies waar ze al levenslang van leven kunnen worden bevròren al als een bedreiging.
Maar ook toen ik uit die bubbels gebroken was, en had gezien hoe schadelijk, dom en kleinhoudend die bubbels zijn, kwam ik meteen weer in bubbels terecht. Als HR-kutje zit je absoluut in een bubbel. Als je ergens manager bent, zit je ook in een bubbel. Je vriendenkring verandert, daaraan merk je meteen dat je in een bubbel zit. En zelfs toen ik me aktief ging vrijvechten, en in de hoererij ging werken? Toen kwam ik in de hoerenbubbel terecht.
Dan heb ik het nieteens over van die typische hoerengemeenschappen zoals de Wallen, waar je tochwel een sociaal groepje vormde. Toen tenminste was dat nog zo, dat is wel vakkundig gesloopt door de gemeente Amsterdam. Ironisch kon ik juist op de Wallen niet goed aarden, ik was toch nog te naïef denk ik. Maar ookal was ik niet geaard daar, ik was tòch een Wallenmeisje, die vooral met Wallenmensen omging.
Hoeren als groep hebben ook een bubbel, en binnen die bubbel ook bubbeltjes, en die hebben gemeen met veel andere bubbels dat ze zich belaagd en onderdrukt voelen. Maar het grote verschil is, dat de hoeren dat met heel goede redenen zo voelen. Je kan in de wet zó lezen dat we als minderwaardig behandeld worden, en onderdrukt. Je kan het zien aan razzia's en aan speciale politiemachten, die ons laten berechten door speciale rechtbanken met speciale regels.
Ik zit dus in een bubbel. In bubbels, eigenlijk. Zoals zo'n beetje iedereen, die geen rare snuiter is die nergens inpast. Zelfs de alu-hoedjes hebben hun bubbel, en reken maar dat die sterk is. En dicht zit. Maar ik heb wel het voordeel dat ik tegenwoordig in meerdere bubbels tegelijk zit, en dus ook de wereld kan bekijken vanuit een bubbel die niet dezelfde overtuigingen deelt als mijn andere bubbels.
Nu zit ik in de hoerenbubbel. Ik zit nogsteeds bestwel in de thuisontvangstersbubbel, al ben ik geen thuisontvangster meer. Ik zit in de escortbubbel. Ik zit ook in de bubbel van mensen die seksueel niet strak in de norm zitten, al heb ik daar weinig binding mee. Ik zit óók in de studentenbubbel, en óók in de academici-bubbel. Twee heel verschillende bubbels, die wel wat overlap hebben. Maar die bubbels zijn helemaal losgezongen van mijn hoerenbubbel.
Ik zit in de ondernemersbubbel, ik zit in de bubbel van de datingwereld, ik zit in de bubbel van de politiek aktieve mensen, en dan eigenlijk vooral aan de kant van mensenrechten en privacy. Ik probeerde ook een beetje in de underground van de dissidentenwereld te komen, waar de interessantste mensen de interessantste informatie over vrijheid en privacy uitwisselen, maar daar blijken de echte interessante types allemaal technici, hackers en computergenieën te zijn, en de rest net als ik een beetje de plank mis te slaan.
Er zit overlap tussen mijn bubbels. Maar het is een diverser groepje bubbels dan de meeste mensen hebben, en als ik vanuit één bubbel kijk, zie ik hele andere dingen dan vanuit een andere bubbel. Dat is altijd heel ontnuchterend voor mij, en dat heb ik hard nodig om niet mee te worden gesleept in de overtuiging van mijn eigen bubbels. Het is goed voor me om te zien dat er veel niet met elkaar klopt in mijn wereldjes.
Ik wil helemáál niet zeggen dat ik daar uniek mee ben! Of dat ik zelfs maar bijzonder ben daardoor! Er zijn bestwel veel mensen met meerdere bubbels, en bestwel veel mensen die zien dat de verschillende bubbels niet overeenkomen met elkaar. Maar toch hebben mensen het er weinig over, en weten ze ookwel beter dan hun eigen bubbel te irriteren door te laten zien dat er ook andere perspektieven mogelijk zijn.
Wat speelt, en superbelangrijk is, en waar íédereen het over heeft in de ene bubbel, kan totaal onbekend zijn in de andere bubbel. Dat is voor mensen in die ene bubbel dan moeilijk om zich voor te stellen. Er zijn in mijn studiegebied op het moment verschuivingen aan de hand, die enorme gevolgen kunnen hebben voor de samenleving, en zelfs voor het leven op de planeet. Buiten het bubbeltje van mijn studieveld weet niemand er wat van, en zouden ze er weinig om geven als ze het wèl wisten.
De hoeren zijn al jaren een publiciteitsveldslag aan het voeren tegen de geoliede politieke machines van de verbiedertjes. We komen afentoe zelfs in de mainstream pers. Wij zien het als een doorlopend offensief, als een oorlog die al decennia woedt, als iets waar eb en vloed in zit, als een grote strijd met vele legendarische namen. Mensen van buiten de hoerenkwestie weten van niets. Die denken afentoe een kiftende hoer in een praatprogramma te zien, en beseffen niets van de rest van de strijd.
Ik hou niet van de hoerenbubbel. Ik hou van de mensen binnen de hoerenbubbel, echt heel veel, maar onze bubbel is een groot probleem. Niet dat we daar uniek in zijn hoor, heel veel bubbels zijn een groot probleem, maar als hoeren hebben we met genoeg dingen te schaften, dus dat we onszelf ooknogeens gaan saboteren door onszelf zo diep in te bubbelen met alle extra problemen die daarbij horen is wel dom.
Dat de hoeren een bubbel vormen is niet raar. We hebben allemaal toch een eigen sociaal kader, waar we samen dezelfde dingen ondervinden, en waar we elkaar in kunnen versterken. Je moet alleen wel altijd in het oog houden dat er meer is dan die bubbel, en dat die bubbel je blik naar buiten vervormt. Mensen van buiten denken niet hetzelfde als wij, zien niet hetzelfde als wij, en buiten onze bubbel gaat het gesprek over heel andere dingen. Dat laatste is vooral het verschil.
Hoerenaktivisten gaan daar vaak nat mee. Die zitten natuurlijk in de bubbel, dat is ook niet verkeerd, want je moet je achterban kennen. Maar hoerenaktivisten zijn meestal méér gebubbeld, terwijl een goede aktivist juist mensen van buiten kan aanspreken door over haar eigen bubbel héén te kijken. En dat doen we niet, we zijn bezig met de verhalen die in onze bubbel relevant zijn, niet met de verhalen die mensen buiten onze bubbel moeten horen.
Veel hoerenaktivisten gaan ervanuit dat als we maaer prediken, als we maar uitleggen wat we weten door te hebben geleerd van ons werk, dat mensen dan wel gaan inzien dat we gelijk hebben. Maar voor mensen buiten het vak is dat helemaal niet zo makkelijk. Die zien niet wat wij zien, en die vinden onze conclusies helemaal niet zo onontkoombaar als wij. Dus de zeggingskracht van wat we ze vertellen is heel veel minder dan we denken.
We denken ook dat we groot alarm moeten slaan, en daar komen initiatieven als Ugly Mugs vandaan. Waar vooral de verbiedertjes wat aan hebben, omdat die willen doen alsof ons leven één en al geweld is. Geweld van klanten en nepklanten is helemaal niet het probleem waardoor we in de verdrukking zitten. Ja, binnen onze bubbel lijkt het nuttig om te laten zien dat we naar noodgrepen moeten grijpen om te laten zien hoe afwijzend de overheid is. Maar als je gaat kijken naar wat het publiek buiten de bubbel gelooft, hebben die juist een realistische, gebalanceerde kijk nodig. Niet méér rel en méér doemdenken.
Binnen de hoerenbubbel is er veel misleiding doordat we flauwekul geloven. Wat we bijvoorbeeld telkens fout blijven doen, is één aanspreekpunt, één publiciteitsorganisatie proberen te hebben. Dat was zinnig in de tijd van de Rode Draad, die dat met heel veel werk wel aankon, in een minder diverse tijd, in een tijd dat het medialandschap zo'n konstruktie toestond. Maar we houden eraan vast terwijl het allang niet goed meer is.
Mensen van buiten zien dan telkens dezelfde gezichten, en die denken èn dat we allemaal achter dat ene gezicht zitten, terwijl we veel diverser zijn, èn dat er maar één sleetse stem is die ons verhaal vertelt, terwijl de verbiedertjes en moralisten telkens met nieuwe gezichten komen, telkens met nieuwe programma's, telkens met nieuwe misèreporno-shows met weer een fris blond snoetje dat op verontwaardigd onweer staat.
Dat ene aanspreekpunt hebben wordt vooral ingegeven doordat de politiek de hele tijd dramt dat we dat moeten doen. Want als er maar één stem is, hoef je alleenmaar die ene stem te smoren. Als er maar één onderhandelpartij is, valt er achterkamertjespolitiek te doen. Dat is níét in ons voordeel. Maar door onze bubbel trappen we er telkens weer in, want we zien niet wat er buiten speelt.
Politiek is vergif, maar wel vergif waar we niet omheen kunnen. En omdat zoveel partijen òf aktief ons proberen te bestrijden, òf ons afschepen omdat ze door één deur willen kunnen met de partijen die ons bestrijden, klampen we ons veel te hard vast aan de partijen die vriendelijk doen tegen ons. Ook als dat eigenlijk helemaal geen goed idee is.
Daar komt ook vandaan dat er bij de aktivisten best veel meiden naar de moderne politieke korrektheid toetrekken. "Woke" doen is best populair bij de aktivistische meiden, véél meer dan bij de gemiddelde sekswerker. En dat is omdat de woke groeperingen onze rechten in het vaandel hebben staan. Dus die partijen, en hun gedachtengoed, gaan er heel vriendelijk uitzien. En van die bubbel uit krijg je applaus voor je ideologisch welkome belijdenis. En omdat het een bubbel is, lijkt het alsof de hele wereld applaudisseert.
Helaas valt het in de praktijk vaak tegen, en wordt er door die partijen nogsteeds hard in het denkbeeld geloofd, en in ons slachtofferschap. En als je gaat kijken naar waaròm partijen vanuit die woke hoek onze rechten willen waarborgen, kom je erachter dat het ze vooral gaat om ons imago als vertrapte stervende rebellen, zoals ze graag ook homo's, transen en vrouwen afbeelden. Steun kunnen we best gebruiken, daar niet van, maar er zit een hoop bagage vast aan die associatie.
Dat zie je best duidelijk aan de impact die het heeft als aktivisten die woke framing gaan gebruiken voor hun aktivisme. Buiten hun bubbel wordt hun gedachtengoed niet geloofd, en ze steunen héél zwaar op de geloofsartikelen van de ideologie. Voor mensen van buiten, èn voor mensen die kritisch kijken naar die ideologie, heeft dat geen enkel gewicht. Ze komen dus vooral als geloofsmaniakken over, niet als mensen die iets nuttigs aankaarten.
We zijn al genoeg "anders" om het niet nòg ingewikkelder te maken met allemaal uit Amerika overgewaaide onderdrukkings-ideologie. En we hebben al genoeg te klagen, onderbouwd en bewijsbaar, zonderdat we onzichtbare en overdrachtelijke machten als onze onderdrukker moeten gaan aanwijzen. We hebben geen boeman nodig zoals de feministen, wij kunnen wetsvoorstellen aanwijzen.
Die bijziendheid is niet alleen in de hoerenbubbels hoor. In de privacywereld is het zo gemeengoed geworden dat de social media-platformen hun gebruikers als vee behandelen, dat de grote techbedrijven alle pretentie van ethiek hebben opgegeven, dat ze om met meer legaal twijfelachtige dingen weg te komen overheden helpen om de mensen te mennen en te bespioneren, dat het koddig lijkt om dat nòg een keer uit te leggen. Maar buiten die bubbel denkt iedereen dat Facebook gewoon handig is, en dat je dankbaar mag zijn dat het gratis is. Zo'n gul bedrijf joh. Van wat er allemaal gebeurt hebben ze geen idee. En dat idee wìllen ze ook niet.
Bubbels houden mensen binnen, maar bubbels houden ook kennis binnen. Juist omdat de mensen binnen die bubbel te weinig mengen met mensen buiten die bubbel. En omdat de kennis van binnen die bubbel niet zomaar met een foldertje of een soundbite over te dragen is, en je dus al interesse moet hebben voordat je die kennis gaat leren. Maar ook, omdat mensen aanvoelen dat kennis van binnen die bubbel niet wèlkom is bij mensen buiten die bubbel.
Mensen vinden het niet leuk om te weten dat de wereld nòg ingewikkelder is dan ze met al hun sores al moeten accepteren. Mensen vinden het bedreigend om te merken dat er heel veel gaande is waar ze de ballen niet van snappen. Mensen vinden het ook niet leuk als er andere kwesties zijn die aandacht wegtrekken van wat zijzelf belangrijk vinden, en waar zij zich zelf mee ingebubbeld hebben. Die mensen voelen dat als dingen ingewikkeld maken.
Bubbels houden niet alleen kennis bìnnen, maar ook kennis búíten. En dat is nog gevaarlijker. Wat jouw bubbel liever niet ziet aan kennis, dat geeft je bubbel niet aan je door. En omdat je bubbel je enige bron van kennis is, want je zit ingebubbeld weet je nog, krijg je dus belangrijke kennis niet. En als het naar binnen lekt in je bubbel, is iedereen om je heen die kennis aan het afwijzen en bagatelliseren.
Je kan zo'n beetje een bubbel uitgewerkt worden als je komt met kennis die niet welkom is in je bubbel. Dat heb ik bij de feministen wel gezien. Vrouwen die onderzoek gingen doen naar wat er nou ècht speelde, en dan met kennis kwamen die niet in het plaatje paste, werden gewoon weggekeken en niet meer uitgenodigd op bijeenkomsten. Die waren afvallig, en daar werd alleennogmaar slecht over gesproken.
Maar ik heb zelf bijvoorbeeld ook meegemaakt dat in de privacy-aktivisten-bubbel iedereen het eens was dat privacy belangrijk was, maar er natúúrlijk wèl een uitzondering moest kunnen worden gemaakt om die verschrikkelijke mensenhandel op te kunnen sporen waar de politie zonder speciale gluurwetten geen grip op krijgt. Niet alleen is dat gewoon een mentale spagaat, maar het laat ook zien dat je dan niets snapt van het mensenhandelcircus.
Ik heb dus flink uit zitten leggen hoe het mensenhandelcircus werkt. Ik had eigenlijk gedacht, omdat wat ik vertel veel méér past in het gedachtengoed van de privacy-aktivisten dan een rare uitzondering waarbij spioneren opeens koosjer is, dat ze het makkelijk zouden accepteren. Maar dat bleek helemaal niet zo te zijn. De meeste mensen deden alsof ik niets geschreven had en negeerden het, en weer anderen kwamen met wat slappe verhaaltjes dat ik het wel niet goed begrepen zou hebben.
Na wat peuren en navragen bij mensen waar ik respekt voor heb, maar die toch nogal slapjanussen waren geweest bij dat gesprek, besef je dan dat het komt omdat het de bubbel zou betrekken bij een strijd waar de bubbel helemaal geen deel van uitmaakt. De mensenhandeltoestand is een goed voorbeeld van waar privacy-schending totaal over de kop gaat, maar de privacy-aktivisten willen zich aan zoiets kontroversieels niet branden.
Ik was wel verbaasd. De privacy-aktivisten zitten namelijk best verlegen om voorbeelden van misbruik van privacy-schendingen, op een nivo dat mensen begrijpen. Het wordt vooral veel meta gespeeld nu. Dit zou een geweldig, aktueel, beeldend voorbeeld zijn. Maar juist omdat het zo aktueel is, en de media zo zwaar voordeel geeft aan de heksenjacht, willen ze er niet aan. Ik vind dat wel slap trouwens. Valt me tegen van mijn bubbeltje.
Ze hebben me er niet uitgewerkt, maar ik heb wel een reputatie opgedaan, en daardoor word ik minder geaccepteerd. Voor je het weet, lijken ze te denken, zal ik wel weer met iets ingewikkelds en onwelkoms komen. Laten we ons aan haar niet branden. Minder extreem dan je in andere bubbels ziet, dat wel, maar het is er nogsteeds. Wat ze achter mijn rug over me zeggen weet ik niet, maar het lijkt niet heel erg te zijn, anders had ik wel meer gezien dat ze me met de nek aankijken.
Je zal als je tot hier hebt gelezen wel denken dat ik toch een groot ding heb gemist. Het nieuws. Iedereen krijgt ongeveer hetzelfde nieuws voor zijn neus. Iedereen kent in ieder geval wel de krantenkoppen, en zóveel verschil is er niet meer tussen kranten. In de tijd van internet heb je nu.nl, en dat leest zo'n beetje iedereen, dus dan ben je toch niet gebubbeld?
Het nieuws brengt inderdaad nieuws vanuit andere bubbels naar jou, in je eigen bubbel. Daardoor kan je eigen bubbel je niet helemaal insluiten. Maar tegelijk zal je best gemerkt hebben dat je over het nieuws veel kritischer bent als het tegen het verhaal van je eigen bubbel ingaat, en je het allemaal wel gelooft als het niets temaken heeft met je eigen bubbel. En je het ook niet belangrijk vindt. En het gewoon van je afglijdt.
Daar heb je alleen wel het probleem mee dat het nieuws helemaal niet neutraal is. De nieuwsmedia zijn hun eigen bubbel, en vooral de populaire nieuwsmedia zijn dat. Want met een beetje bias krijgt berichtgeving sjeu, en wordt het een verháál inplaatsvan een opsomming. En de bubbel waarvanuit dat komt is de journalistenbubbel. Want journalisten zitten bestwel in een stevige bubbel, en denken net als iedereen dat hun bubbel de enige met een echte volledige blik is.
Journalisten krijgen vaak kritiek over de onbalans in hun bubbel, maar daar trekken ze zich niets van aan. Wat de buitenstaander wil van de journalist, namelijk gewoon weten wat er nou ècht speelt, is niet wat de journalist belangrijk vindt. De journalist weet best dat mensen in verhalen denken, en die wil niet droge opsommingen geven die mensen in hun eigen verhaal inpassen. Die wil juist mensen het verhaal van zijn bubbel inprenten.
Ze zijn meer verhalenvertellers dan toeschouwers. En dat zorgt ervoor dat de bubbel waarin de journalist leeft heel belangrijk is, want dat verhaal is nou juist heel erg beïnvloed door de bubbel van die journalist. Die geeft die draai niet aan zijn berichtgeving omdat hij je bewust aan het manipuleren is, maar omdat hij eerlijk gelooft dat het zo ìs. En daarom is die "manipulatie" ook zo naïef en doorzichtig dat het je opvalt. En je irriteert.
De journalistenbubbel is er eentje die vooral belangrijk vindt, wat de journalisten zich belangrijk laat voelen. Als een journalist wordt geroemd om zijn moed dat hij vanuit een gevaarlijke plek verslag doet, is dat meteen belangrijk nieuws. Als een journalist verslag doet van iets waar een maatschappelijke rel over ontstaat, is dat ook belangrijk, ook als de rel tussen een handvol extremisten is en nergens over gaat.
Maar het hoeft niet alleen de nieuwsconsument te zijn die de journalist zich belangrijk laat voelen. Journalisme is geen vetpot, en journalisten hebben daarom veel respekt voor geld. En dus voor rijke mensen. Kijk maar hoe rijke idioten in het nieuws komen. Kijk maar hoeveel respekt er is voor iedereen met geld. En grote bedrijven met persbudgets die toestaan om journalisten leuk te ontvangen met een hapje en een drankje komen ook leuk in de pers.
Het werkt ook de andere kant op, bijvoorbeeld met de politiek. Er is veel eerbied voor de politiek bij de journalisten, ookal hebben die een veel betere plek vooraan in het circus van het gekloot en het gesjacher dan wie ook. En dat komt omdat journalisten die netjes knikken en buigen voor de eerbiedwaardige politici veel meer nieuwtjes loskrijgen bij de politieke organisaties, dan de kritische speurneuzen. En resultaat telt.
Dat is niet alleen in Nederland zo trouwens. De voornaamste reden dat Trump altijd zo slecht in de pers kwam is omdat hij toen hij aantrad als president de pers geschoffeerd heeft, nadat die hem tijdens de campagnetijd zo geschoffeerd hadden. Obama was in veel opzichten geen haar beter als president, maar die smeerde de pers meer stroop om de mond dan wie ook. Die werd dus opgehemeld. Dingen waarvoor Trump verguisd wordt, deed Obama ook. Maar daar hoorde je nooit wat over.
Wat je vanuit de pers krijgt is dus scheef en beperkt. En met de gebeurtenissen van de afgelopen jaren is er ooknog steeds meer censuur bijgekomen. Wat de macht niet wil dat je hoort, dat poetsen ze gewoon weg. Je zou verwacht hebben dat de journalisten, de verdedigers van het vrije woord, daartegen op hun achterste benen zouden gaan staan. Maar dat is dus hélemaal niet gebeurd.
De reden is vrij plat. Journalisten snappen meestal weinig van waar ze over schrijven, en ze vinden het vooral prettig om eens niet voor schut gezet te worden als ze een verhaal neerzetten. Ze krijgen best veel over zich heen, terwijl ze toch hun best wel doen. En als je dan de steun krijgt dat iedereen die tegen jouw verhaal ingaat wordt gecensureerd, geeft dat een rust, een voldoening en een gevoel van erkènning die erg makkelijk zijn om te accepteren. Eindelijk eens de autoriteit zijn waarnaar geluisterd moet worden is fijn.
Ik zal maar niet uitleggen over welke dingen ik het heb. Want dan krijg ik dit stukje alwéér niet geplaatst.
Nieuws heeft vaak al een oordeel ingebakken. En als dat oordeel niet is wat het oordeel van jouw bubbel is, dan irriteert dat. Dan merk je het op. Als je bubbel niets beslist heeft over het nieuwsartikel, neem je ongemerkt het oordeel uit de krantenkop gewoon over. Ook als het niet logisch is dat je er wat om geeft. Zoals bijvoorbeeld bij de stortvloed aan achterklap-nieuws waar mensen gretig in lezen, terwijl het gaat over dingen en mensen die er eigenlijk voor niemand toe zouden hoeven doen.
Dat achterklap-nieuws is een voorbeeld van hoe raar mensen met nieuws omgaan. Je zal wel gezien hebben dat er mensen telkens in het nieuws komen die alleenmaar beroemd zijn omdàt ze beroemd zijn. Niet omdat er iets belangrijks aan ze is. Dat wordt gelezen, lekker toegankelijk oordelen en voyeuristisch zijn over een beroemdheid. Dat de consument dat leest, is omdat het hem zo makkelijk wordt voorgeschoteld. Dat de journalist het bijhoudt, is omdat zijn consumenten het kennelijk graag lezen. En zo gaat dat in een kringetje, waarbij echte nieuwswaarde voor niemand belangrijk is.
Maar tegenwoordig heb je meer dan alleen de pers en de TV om je nieuws uit te halen. Je hebt immers social media. De nieuwsmedia vinden social media maar een bedreiging, en hameren er ook subtiel en minder subtiel op dat je nieuws dat je via social media krijgt, minder kan vertrouwen dan als het door een ècht nieuwskanaal wordt gebracht. Dat werkt natuurlijk niet, want mensen kunnen ookwel zien dat de nieuwsmedia nogal losjes met de kwaliteit en de waarde omgaan.
Zijn social media dan beter? Zeker niet. Social media zijn verschrikkelijk als het gaat om nieuws, want ze zijn uitgekiend om je precies te voeren wat er bij je bubbel past, en ze maken je bubbel zo alleenmaar sterker. Op een manier dat je je het meest thuisvoelt in je social media bubbel. En dus lekker veel tijd en lekker veel vertrouwen stopt in wat dat social media bedrijf je voert.
Dat is met de jaren steeds handiger en geniepiger geworden. Niet alleen doordat ze niet meer per bubbel kijken wat voor nieuws je gevoerd moet krijgen, maar per persoon. Er is steeds meer computerkracht voor vrijgekomen. De algoritmes zijn steeds subtieler en ingrijpender geworden. En van vooral jouw-bubbel-nieuws is het nu gegaan naar jou-in-je-bubbel-houd-nieuws.
Gek genoeg vóélt dat andersom. Want naast een gecensureerde vloed van nieuws uit je eigen bubbel, waar het algoritme minder voorkeur geeft aan eigen-bubbel-nieuws wat jou niet aan zou staan, krijg je namelijk tegenwoordig óók nieuws dat tegen je bubbel ingaat te zien, vaak met commentaar van een sterke bubbelgenoot eromheen. Nieuws wat jouw bubbel stuk probeert te maken.
Want als jij afentoe te zien krijgt hoe vijandig en mentaal gevaarlijk de wereld buiten jouw bubbel is, kruip jij dieper in je bubbel weg. Dus bubbel-bedreigend nieuws, vooral als het niet overtuigend voor jou gaat zijn, maar je waarden wel aanvalt, voert je algoritme graag aan je. Vooral als je het vlaggetje "kritisch persoon" hebt gekregen. Dan kan je je daar lekker boos over maken.
Heel veel nieuws is boosmaaknieuws. Niet alleen op social media, kijk maar in de kranten. De reden dat zoveel nieuws negatief is, is omdat boosmaken verkoopt. Boosmaken voelt relevant, boosmaken voelt machtig, boosmaken voelt alsof het ertoe doet. Ook als het gaat om iets wat niet belangrijk is, wat niets met jou temaken heeft, en waar jij geen invloed op hebt. Boosmaken verkoopt. Het voelt duidelijk, het voelt nuttig, en het voelt rechtvaardig. Dat voelen mensen graag.
Binnen je bubbel zie je alleen je bubbel. En eigenlijk zie je alleen de aktieve, aktivistische voorhoede van je bubbel. De drommen die er achteraanhollen, die zeggen weinig en die zie je niet. Dus je ziet een klein groepje van een klein groepje. En niet toevallig, dat is het extreme randje van je bubbel. Daar trek je vanzelf naartoe, als dat je grootste invloed is. Zo radikaliseert je bubbel je.
Tegelijk zorgt zo'n mediabedrijf dat je niets vervreemdends tegenkomt. De rauwe randjes van je bubbel worden eerst bij je weggehouden, en dan rustigaan verteerbaar gemaakt. Als jij bij alles wat je ziet een mening hebt, blijf je geëngageerd. Als jij denkt dat je niet op je plek bent, overdonderd wordt, het niet meer snapt, of het saai en ver van je bed vindt, haak je af en ga je wat nuttigs doen. En dat willen ze helemáál niet.
Social media voert jou radikale boosmaakdingen over andere bubbels, en vooral een warm bad vanuit je eigen bubbel. En liefst hebben ze dat jij zelf dingen plaatst die niemand tegen de schenen schopt, zodat ze met een paar van je vrienden je dinerfoto's en je strandselfies uit kunnen wisselen. Dan ben jij geïnvesteerd in hun platform zodat je iets hebt om te blijven tuinieren, terwijl zij je verder hun platform intrekken en je kunnen manipuleren.
Social media lééft van bubbels. Ze willen geen allegaartje van gebruikers met hun eigen inzichten, ze willen bubbels mensen. Want mensen zijn makkelijker verkoopbaar als duidelijk afgebakende groepen, zijn makkelijker beïnvloedbaar als ze gemeenschappelijke thema's hebben, en zijn afhankelijker van de goedkeuring van hun bubbelgenoten als ze voelen dat die bubbel één mening heeft over een gemeenschappelijk thema. Jou in je bubbel krijgen is je verkoopbaar maken.
Het zal ze aan hun reet roesten in welke bubbel jij zit. Het zal ze aan hun reet roesten wat die bubbel gelooft, en hoe waar dat is. Het zal ze zèlfs aan hun reet roesten of je bubbel gezond of legaal is, of je in de problemen komt door je bubbel, of of je uberhaupt wel in die bubbel thuishoort. Zolang ze je maar hebben. Zolang jij maar gevangen bent. Vee moet achter een hek.
Mensen halen wat normaal is voor hen, uit wat hun bubbel normaal vindt. Als dat bubbelgedrag steeds minder genuanceerd wordt, wordt de betrokkenheid van de bubbelgenoten groter, wordt de samenhang groter, en zolang dat maar veiliggehouden wordt tegen doorprikken, kan zo'n bubbel best strak voor die mensen hun gedrag bepalen. Dat zorgt dat die mensen keiharde grenzen gaan stellen aan wat ze normaal vinden, en dus ook keihard oordelen over wie daar buiten valt.
Dat samentrekken van die bubbels is zoetjesaan sterker geworden. Ik weet nog dat járen geleden ik met veel plezier kon lezen hoe KSP op Twitter grote beroemdheden uit het mensenhandelcircus provoceerde tot een discussie, en ze dan filéérde met feiten, en publiek voor schut zette door te laten zien hoe weinig er klopte van wat die mensen beweerden. Dat zorgde voor wat interesse bij de mensen, en dat droeg bij aan het publieke debat. Een beetje. Op die vierkante centimeter.
Twitter heeft KSP al jaren geleden geshadowbanned, dus van het platform af gewerkt, maar tegenwoordig zou het ook niet meer kùnnen wat ze deed. Twitter is niet meer openbaar te lezen of te doorzoeken zonder ingelogd te zijn, en als je een account hebt wordt zorgvuldig gecensureerd wat je te zien krijgt. Als openbaar platform heeft het afgedaan. Daarnaast kunnen accounts zelfs bepalen dat ze niet aangesproken kunnen worden door anderen. Allemaal om dat bubbeldoorprikken maar tegen te gaan. Het heeft alle waarde verloren. Je hebt veel minder bereik dan je denkt.
Ooit had Twitter bestaansrecht omdat het juist door de guerilla journalism dat het toestond zo relevant was. Maar sinds ze groot zijn geworden, en minder een microblog-aggregator en meer een ego-plakbord zijn geworden, willen ze daarvan af. En daarmee snijden ze zich wel in de vingers, want dan krijg je geen rel meer, zoals je vroeger op het oude Twitter de hele tijd had. Maar die gesneden vinger weegt niet op tegen hoe corporate-vriendelijk Twitter ervan wordt, en dat zijn de kopers van hun vee. Jammer van die rellen dan maar.
En mensen zoeken die rellen. Niet expres, maar een rel trekt altijd de aandacht. Ook van die mensen die erover tut-tutten dat zo'n rel niet netjes is, en dat we er toch beschaafd over moeten praten. Rellen trekken de aandacht, ook van mensen die er niets mee temaken hebben, ook van mensen die er niets van snappen, ook van mensen die het onderwerp niet interessant vinden. Want de rèl is opwindend.
Dat wordt verkeerd geïnterpreteerd als dat die rellen danook belàngrijk zijn. Door het nieuws, en vooral door de politiek. Dat verklaart ook meteen waarom een zootje mensen die zich aan een snelweg vastplakken of hun trekker op het Malieveld parkeren als grote sociale thema's worden behandeld. En als de rel voorbij is, gaat de aandacht voor het onderwerp ook weg. Dat blijft mensen maar verbazen. Maar social media bedrijven léven ervan dat zij dat wèl begrijpen. Behalve Twitter dan.
Wat erger is, de media en politiek zien zo'n rel niet alleen als iets wat belangrijk is, en breed uit de maatschappij komt, maar ook iets wat zorgvuldig doordacht is, en niet gewoon de waan van de dag kan zijn. Ja, de politiek krijg je niet uit de waan van de dag wàt je ook doet, maar als ze denken dat zo'n rel dat nou net juist níét is, gaan ze dubbel fout. En gaan ze wetten maken. En dat is het ergste wat ze kunnen doen.
Social media worden door de pers en politiek behandeld als een manier om de vinger aan de pols van de samenleving te houden, zonderdat ze zich realiseren dat het een nogal vervormd beeld van een nogal onrepresentatief deel van de samenleving is, waar ze naar kijken. Maarja, als je vooral mensen kent via social media, lijkt het snel alsof iedereen heel aktief op social media zit.
Wat natuurlijk wèl een voordeel is van opinies peilen op social media, is dat het een mogelijkheid geeft om een idee te krijgen van hoe populair sommige ideeën zijn zonderdat er een Maurice de Hond tussen zit met zijn enquetes. Want zelfs politici snappen wel dat met een poll van zo'n pollster minstens de helft van de uitslag niet de mening van de bevolking is, maar van de Maurice de Hond die de poll uitvoert.
De social media sites hebben geen waarde. De enige reden dat je er komt is de gemeenschappen die zich erop gevormd hebben. Dat vormen gebeurt terwijl er veel meer vrijheid is. Pas als je vastzit aan je gemeenschap, en je om weg te gaan zou moeten breken met je kontakten, beginnen ze je in te kapselen, en beginnen ze je te beperken en te besturen. Daarom vinden de investeerders het ook prima om járenlang miljoenenverliezen te boeken. Het wordt later wel uit de gemeenschappen geperst.
Social media is onbelangrijk. Ja, het wordt als heel belangrijk gezien door het vee wat het bijeengedreven heeft, en ook door pers en politiek, vooral omdat het makkelijk te doorzoeken is en per bubbel voor je politieke karretje te spannen is, maar het doet niets nuttigs voor je. Het beperkt je, terwijl het je het gevoel geeft dat het je verbreedt. Maar het is wel waar het nieuws rondgaat, dus ik ontkom er niet aan om toch mee te lezen.
Daarom had ik tot kort geleden flink wat social media accounts. Meestal van die accounts met alleen een nummer als naam, en een lege bio, want schrijven deed ik daar niet. Ik las alleen mee. En als je dan niet meteen in een bubbel gevangen wil zitten, moet je meerdere accounts hebben, want dan kan je in meerdere bubbels meekijken. Ik had dus ook meerdere hengeltjes in meerdere bubbeltjes, om mijn nieuws binnen te blijven halen.
En ook een social media account met mijn eigen gezicht erop, met mijn buurtjes en vriendinnen, mijn eigen naam, en stomme foto's van mijn eten 's avonds. Want het wordt als verdacht gedrag gezien als je helemaal niets met social media doet, dus ik heb iets om dat verdachte gat mee op te vullen, zodat dàt in ieder geval geen verdenking oproept. Elke keer als ik er iets opzet maakt het me ongemakkelijk. Het voelt zo onecht, en dat is dan het énige waar echt mijn echte naam op staat!
Mijn accounts waar ik een inkijkje mee krijg in andere bubbels dan waar de social media bedrijven me willen hebben, sneuvelen één voor één. Langzaam sluit het net. Er wordt, onder het mom van "veiligheid," steeds meer gecontroleerd wie de persoon achter elke account is. Niet alleen omdat ze àlles van èlke "klant" willen weten, maar ook omdat ze beheersing willen over wat er met hun bubbels gebeurt. Dus anonieme accounts zijn een bedreiging voor de bubbeling. Die zorgen dat ze minder grip hebben op wat jij te zien krijgt.
Elke keer dat er weer een account op slot gaat tot ik "two factor authentication" heb aangezet, probeer ik nogwel om de boel weer open te krijgen, maar het is een verloren strijd. Ze willen elke account aan een persoon verbinden, en daarvoor is je telefoon natuurlijk het geschiktste. Want je telefoon, dat bèn jij. Mensen hebben geen idee hoe erg je zakspion voor de techbedrijven werkt, inplaatsvan voor jou.
Als ze zouden willen, zou er best een alternatief zijn voor betere security. Maar dat willen ze niet. Het gaat niet om veiligheid. Niet jouw veiligheid, tenminste. Het gaat om de veiligheid dat jij geen informatie krijgt die de bubbel waarmee ze je manipuleren zou doorprikken. Hoe meer ze je informatie kunnen beheersen, hoe meer invloed ze hebben op wat jij denkt, en vooral wat jij normáál vindt.
Maar ik heb een blogje. Een simpel blogje, gewoon tekst, met wat koppelingetjes en heel afentoe een plaatje. Dat blogje wordt gehost door een grote techreus, dus die wordt niet zomaar geshadowbanned. Goed, ik krijg niet de plek in de zoekmachines die mijn blog op basis van de prestaties wel verdient, maar ik bèn er nog. En iedereen, uit elke bubbel, kan mijn website bezoeken. En iedereen kan lezen. Een inkijkje naar buiten hun bubbel, en in de mijne. Dat er een andere normaliteit kan zijn.
Het zou een mooier internet zijn als er meer blogjes waren waar je gewoon terechtkon om eens buiten je bubbel te kijken. Dat internet bestond ooit ook, maar was toen niet zo toegankelijk, en was vooral voor nerds. Nu wordt het internet rustig opgevroten door de mediagiganten, en dat is maar weinig mensen duidelijk. Want die zitten niet in een bubbel waar die informatie serieus wordt genomen, of zelfs maar beschikbaar is.
Mijn blogje wordt gelezen door heel veel verschillende mensen, uit heel veel verschillende bubbels, voor heel veel verschillende redenen. Ja, hoeren zijn enorm oververtegenwoordigd. En ik krijg ook meer aandacht van politie en justitie dan je zou denken. Maar ik bereik ook heel veel mensen die voor de rest geen inkijk zouden krijgen in de hoerenwereld en de kwesties die we te verteren hebben.
De censuur op mijn blog is misschien ookwel zo strak en zo snel omdàt mijn blogje in veel bubbels wordt gelezen als een dissident geluid. Als ik kijk naar hoe mijn blogje wordt aangehaald door andere mensen, zie ik veel verbazing. Ik voldoe niet aan de verhalen die in andere bubbels rondzingen over hoeren. En die vervreemding van de verhalen van je bubbel, die ontnuchtering waardoor je opeens ziet dat er meer is dan je bubbel, daar hebben de mediabedrijven de pleuris aan.
In mijn eigen bubbels is mijn blogje ook nergens helemáál thuis, en nergens helemáál welkom. Het past nergens helemaal perfekt in. Sommige van mijn bubbels zijn zelfs helemaal niet passend bij mijn blogje. Dat is omdat mijn blogje van mij is. Het is persoonlijk, het is mijn eigen kijk, mijn eigen ervaringen, en niet herkauwen van wat mijn bubbels me geven. En dat soort eigen perspektieven, zonder de consensus, zou ik graag vaker op internet lezen. Ik zie daar waarde in.